DE ZEEUW" BIJVOEGSEL van j) van Zaterdag 13 November 1897. Vervolg Provinciale Staten. De heer Heijse handhaaft zijne meening dat het laatste een voorstel was van water en melk en nn er meer stevige kost op- eediend wordt, moet men ook tijd heb ben dien kost te kunnen verteren. Daar om dient hij eene motie in om de behan deling van dit punt tot de zomervergade ring te verdagen. Die motie wordt verworpen. Voor de heeren Erasmus, D. A. Dronkers, Ham- macher, de Bats, Fokker, van der Have, van Houte, van Woelderen, Oggel, Henne- quin, van der Lek de Clerq, Vader van 's Gravenpolder, M. Bolle, de Smidt, Heijse, Huvers en Kloppers; tegen de heeren Kakebeeke, van Waesberghe Janssens, van Lijnden, de Casembroot, van Buren, J. A. Bolle, van der Meer, Noordijke, Fruijtier. D. J.' Dronkers, Moes, van ïeijlingen, Sie gers, de Jonge, Lucasse, van Rompu, Moer dijk,' IJsebaert, Maas, Hombsch en den Boer. Alsnu gaat de Voorzitter over tot de artikelsgewijze behandeling, waarbij alleen, bij art. 16 door den heer Fruijtier op merkingen werden gemaakt, die echter ten zijnen genoege door den heer Lucasse werden wederlegd, waarna ten slotte het voorstel van Gedeputeerden en bloc wordt aangenomen. Voor de heeren Kakebeeke, van Waesberghe Janssens, van Lijnden, de Casembroot, van Buren, van der Meer, Noordijke, D. J. Dronkers, Moes, Oggel, van Teijlingen, Siegers, M. Bolle, de Jonge, Huvers, Lucasse, van Eompu, Kloppers, Moerdijk, IJsebaert, Maas, Hombach en den Boer; tegen de heeren Erasmus, D. A. Dronkers, Hammacher, J. A. Bolle, Fruijtier, de Bats, Fokker, van der Have, van Houte, van Woelderen, Hennequin, van der Lek de Clercq, Vader van 's Gra venpolder, de Smidt en Heijse. 6o. Als voren tot het verleenen van een subsidie gedurende drie jaar aan de afdeeling Zeeland van het Nederlandsch Bundveestamboek. Gedeputeerde Staten stellen voor gedu rende de jaren 1898, 1899 en 1900 een jaarlijksch subsidie te verleenen van f 1050 welk voorstel in de afdeelingen, blijkens het algemeen verslag uitgebracht door den rapporteur IJsebaert geen ongunstig onthaal had gevonden. Nadat dan ook door den heer Lucasse op verzoek van den heer van der Meer eenige inlichtingen waren verstrekt en de heer Fruijtier zijne verwondering had te kennen gegeven dat Gedeputeerden het Hoofdbestuur der Maatschappij van Land bouw ter zake niet hadden geraadpleegd zooals tot dusverre gebruikelijk was, wordt het voorstel aangenomen met algemeene stemmen, behalve die van den heer Huvers. 7o. Al» voren tot afwijzing van een verzoek »an de heeren Hombach te Hulst en Wagtho te Tholen, voorzitter en secre taris der afdeeling Zeelandj van het Neder landsch Paardenstamboek jomtrent de uit- keering van het Provinciaal subsidie ter bevordering en aanmoediging der Paar denfokkerij. Verzoekers vragen om het subsidie voor taan niet meer aan de maatschappij van Landbouw en Veeteelt maar aan hunne afdeeling uit de keeren, waaraan Gedepu teerden echter, om door hen aangevoerde redenen niet wenschen te voldoen. Blijkens het algemeen verslag, uitge bracht door den rapporteur Erasmus, was in geen der afdeelingen eenige bedenking tegen het voorstel van Gedeputeerde Staten gerezen. Het mocht dan ook niet baten dat de heer Hombach dat voorstel fel bestreed, want bij de daaropvolgende stemming bleek hij de eenige te zijn, die er zich niet mede kon vereenigen. De heer Huvers dient alsnu een motie in om de zitting te beëindigen en morgen ochtend ten 10 uur te vervolgen. Zij wordt aangenomen. Voor de heeren Kakebeeke, Hammacher, de Casembroot, J. A. Bolle, van der Meer, Noordijke, Fruijtier, de Bats, Moes, van Woelderen, Oggel, Siegers, Vader van 's Gravenpolder, M. Bolle, de Jonge, Huvers, van Rompu, Kloppers, IJsebaert, Maas en den Boertegen de heeren Erasmus, D. A. Dronkers, van der Have, van Houte, van Teijlingen, Henne quin, van der Lek de Clercq, de Smidt, Lucasse, Moerdijk en Hombach. Diensvolgens wordt de zitting opgeheven. Provinciale Staten van Zeeland Najaars zitting van 12 November 1897. Tegenwoordig de heeren van Teijlingen, yan der Meer, Kloppers, v. d. Have, de Jonge, Fmytier, van Waesberghe Janssens, cf Casembroot, Moerdijk, Moes, Noordyke, hammacher, IJsebaert, M. Bolle, D. J. ronkers, Fokker, de Bats, de Smidt, A R iTan '8 Gravenpolder, den Boer, J. olie, van Rompu, van Woelderen, ucasse, Heijse, Erasmus, Maas, van Houte, an uren, Oggel van Lijnden, Hombach, van der Lek de Clercq, Hennequin, Huvers n -Dronkers, zoodat afwezig zijn de heeren Smjdera, Hollestelle, Pompe van Meerderyoort, yan Deinse en Kakebeeke. e notulen der vorige zitting worden door den Griffier gelezen en na eene op merking van den heer Heuse vastgesteld. Ihans zijn aan de orde: lo. Het verslag der afdeelingen aangaande een adres van de afdeeling Middelburg van den Algemeenen Nederlandschen Typogra fenbond in Nederland omtrent het werken op Zondag. Gedeputeerde Staten deelen mede dat zij geeue voorschriften kunnen geven aan par ticuliere drukkerijen, doch stellen voor de beschikking op het adres aan hen over te laten omdat de vraag, waar en op welke wijze de stukken der Provincie gedrukt worden, een punt Tan uitvoering betreft. In alle afdeelingen, waarvan het algemeen verslag werd uitgebracht door den heer de Jonge deelde men de zienswijze van Gede puteerden alleen werd in twee afdeelin gen bijzonder nadruk gelegd op de wen- schelijkheid om de Zondagsrust zooveel doenlijk te bevorderen. De heer van der Meer houdt een warm pleidooi voor Zondagsrust, laat staan Zon dagsheiliging, waarna het voorstel zonder verdere discussie of stemming werd goed gekeurd. 2o. Als voren naar aanleiding van een adres van inwoners van Hoedekenskerke, om eene mildere regeling van den stoom- bootdienst op de Westerschelde. Met het oog op de late indiening van het adres stellen Gedeputeerden voor hen in dezen diligent te willen verklaren. In geen der afdeelingen waarvan het al gemeen verslag wordt uitgebracht door den rapporteur de Smidt, had meu hiertegen bedenking en conform wordt nu ook zonder discussie of stemming besloten. 3o. Als voren tot afwijzing van een ver zoek van den gemeerteraad van Hoofd plaat om die gemeente op te {nemen onder de aanlegplaatsen van den Provincialen Stoombootdienst op de Westerschelde. In de afdeelingen, waarvan het algemeen verslag wordt uitgebracht door den heer de Bats, vond de afwijzing geene bestrij ding en wordt thans ook .zonder discussie of stemming aangenomen. 4o. Als voren naar aanleiding van een adres van H. Nieveen te Lemmer om concessie voor den aanleg van een stoom tramweg over den weg van 's Gravenpol der naar Goes en vergunning tot het ge bruiken van den Provincialen steiger te Hoedekenskerke. Gedeputeerde Staten deelen mede dat, wanneer men zich houdt aan de bepalingen van het reglement, geene vergunning wordt vereischt voor het gebruik van den steiger voor het leggen van spoorstaven is ver gunning van Gedeputeerden noodig, waar om zij voorstellen de beschikking aan hen over te laten. In de afdeelingen, waarvan het algemeen verslag werd uitgebracht door den heer IJsebaert, werd geene bedenking tegen |het voorstel geopperd en thans ook wordt het zonder discussie of stemming goedgekeurd. 5o. Alsvoren tot aanschaffing vqn eene nieuwe boot voor den Provincialen Stoom bootdienst op de Westerschelde. In de afdeelingen waren blijken» het algemeen verslag, dat uitgebracht wordt door den rapporteur Hammacher verschil lende bedenkingen geopperd 9 leden gin gen met bet voorstel mede, 9 wenschten zich hunne stem voor te behouden, 7 wilden uitstel tot de zomervergadering en 12 tot eene wegens de urgentie te houden buitengewone vergadering. De heer van Woelderen meent dat het wensehelijk is dat thans eene beslissing worde genoden. De heer van Rompu weerlegt de insinu aties in het afdeelingsverslag aan het adres van Gedeputeerden gedaan. De heer Heijse is van meening dat men in de verste verte in de afdeelingen niet heeft gedacht aan insinuaties bij ook acht verder uitstel niet noodig bij is van mee ning dat aan Gedeputeerden een deskundige moet worden toegevoegd en de vrije hand gelaten voor zooverre eene vast te stellen som niet wordt overschreden. De beer van Woelderen spoort nogmaals aan tot afdoening der zaak. De beer van Waesberghe Janssens zet nader de zienswijze van Gedeputeerden uiteen. De heer Heijse stelt nu voor eene nieuwe boot aan te schaffen tot een maximum van f 110000 onder vooi waarde dat Gedepu teerden een deskundige raadplegen en de mededinging zoo wijd mogelijk openstellen. De heer. Siegers beeft bezwaar tegen raadpleging van een deskundige, hij wil den deskundige aangewezen zien. De heer Heijse noemt eenige deskundigen die in de stukken reeds genoemd worden. De heer Siegers wil echter hiervan de verantwoordelijkheid niet op zich nemen. De heer van Woelderen verwijst Gede puteerden naar de machinefabrieken, die wel een goeden expert zullen willen aau- wijzen. De heer Siegers spreekt nog over het door den heer Heijse genoemd bedrag vun f 110000 en deelt mede dat f 130000 is voorgesteld door Gedeputeerden op advies van deu Directeur der „Schelde". De heer van Woelderen stelt nu voor f120000 als maximum te stellen. Het voorstel van Woelderen wordt ver worpen met 22 tegen 15 stemmen, dat van den Heer Heijse met 31 tegen 6 stemmen, en ten slotte het voovstel van Gedeputeer den met 24 tegen 13 stemmen aangenomen. 6o. Als voren tot het aangaan van eene geldleening van ten hoogste f 130000 voor het aanschaffen van sene nieuwe boot voor den Provincialen stoombootdienst. Het algemeen verslag der afdeelingen wordt uitgebracht door den heer M. Bolle eu luidt gunstig voor het voorstel, dat dan ook zonder discussie of stemming wordt goedgekeurd. 7o. Als voren tot wijziging der begroo- ting van de enkel Provinciale en huis houdelijke inkomsten en nitgaven over 1897. In geen der "afdeelingen, waarvan het algemeen verslag wordt uitgebracht door den heer de Jonge, werd de wijziging be streden, die dan ook nn zonder discussie of stemming werd aangenomen. 8o. Als voren tot wijziging der begrco- ting van de enkel Provinciale en huis-, lioudelijke inkomsten en uitgaven over 1898- In alle afdeelingen, waarvan bet alge meen verslag werd uitgebracht door den rapporteur de Jonge, vereenigde men zich eenparig met het voorstel van Gedeputeerde Staten. In verhand met het genomen besluit omtrent den Provincialen stoombootdienst stelt de heer Siegers nog verdere wijzi gingen voor, die evenals het oorspronke lijk voorstel met algemeene stemmen wor den goedgekeurd. Niets meer aan de orde zijnde sluit de Voorzitter de zitting in naam der Koningin. Goes. Wij ontvingen de Jaarlijksche „mededeelingen aangaande werkzaamheden van den Christelijken Volksbond" alhier. Het verslag is in opgewekten toon ge schreven en begint met een uitnoodiging om zoo men omtrent hulpbehoevende per sonen of gezinnen inlichtingen wil, men dan, in plaats van bij de ter ruste gegane „Kamer van Navraag" bij den conscierge van 't gebouw v. d. Kuip verschil lende gegevens bekomen kan. Maar dan moet men tegelijk het gebouw bezichtigen, te weten den mattenzolder, de timmermans werkplaats, de sigarenmakerij en de hout zagerij. Omtrent de sigarenmakerij zegt het verslag Het doet ons leed dat tegen haar wel eens afkeurende stemmen zijn opgegaan, als ware zij een gevaarlijke concurrent voor plaatselijke belangen. Deze klacht durven wy echter voor wel wat heel zwartgallig, ja zonder grond, verklaren. Waar toch verreweg het grootste deel der sigaren die te Goes worden verkocht, van elders in onze stad worden ingevoerd, kan men bezwaarlijk onze industrie met goed recht aldus beschouwen. Wij behoeven slechts naar de mededeeling in ons vorig verslag inzake het borstelmaken te verwijzen, om te doen bljjken dat wij geenszins plaatse lijken arbeid wenschen te overvleugelen. Doch een ieder die eenig begrip heeft van de bezwaren, verbonden aan het kunstma tig verschaffen van werk, dat altijd een gebrekkig hulpmiddel blijft, weet boe moeielijk bet is te verhinderen dat het eenige eoncurrentie veroorzaakt, zelfs al kan men over ruime middelen beschikken en arbeid verschaffen met zeer groot ver lies. Men kan toch, (nog afgezien daarvan, dat de middelen er toe hoe eenvoudig niet zouden zijn te vinden) zijne medemen- schen geene kuilen laten graven en weder vol werpen, of dergelijk spel doen ver richten, aldus zijne naasten nog meer de- moraliseerendedan met een gewone bedee ling Daarenboven lette men eens op on ze hoofdbedoeling welke wij met onze siga renmakerij aanstonds op bet oog hebben gehad, nl. om jongens die anders een zor gelijk leven tegemoet zouden gaan, zonder bezwaar voor de ouders in de gelegenheid te stellen een ambacht te leeren. Voor onze leerlingen is de sigarenmakerij een soort ambachtschool, zonder het bezwaar van gemis van loon. Het verslag zegt voorts dat het Bestuur op dezelfde wijze wenscht voort te gaan. Gewaagde ondernemingen liggen niet in zijn plan en het herstellen van waarde- looze voorwerpen blijft op 't program, maar dan moeten ook waardelooze voorwerpen inkomen. Dan gewaagt het van een geldleening groot f2951', aangegaan in aandeelen van f 50 a 3 pCt.een der deelnemers gaf zijn aandeel cadeau en van H. M. de Ko ningin Regentes werd eveneens f 50 ont vangen. De aandacht wordt gevestigd op de wen- schelijkheid dat ook een Roomseh lid in 't bestuur zitting neemt. Dank wordt ge bracht voor den steun van Burgerlijk Arm bestuur en vele stadgenooten eu voor dien der pers. Het verslag eindigt aldus Krachtig moeten wij U tot het bieden van finantiëele hnlp opwekken, daar de toestand onzer kas veel te wenschen over laat. Schijnt deze nogal redely k, men ver- gete niet dat het de bijzondere maatregel der gesloten geldleening is, die een enorm tekort achterwege laat waarmede anders onze rekening had moeten sluiten. Het geeft ons voldoening, nu en dan te mogen hooren opmerken dat de bedelarij den laatsten tijd alhier kennelijk afneemt, een verschijnsel waartoe ongetwijfeld onze Werkverschaffing niet weinig bijdraagt, in de hoop dat deze zaak ook in dit jaar nog veel goeds moge uitwerken, bevelen wij haar opnieuw aan in de hulp der menschen, en den zegen van God. En nu het verslag der werkzaamheden van de Commissie tot werkverschaffing, af deeling van den Christ. Volkebond. De taak der commissie wordt met ieder jaar moeilijker, eiken winter ziet zij meer behoeften welke zij tracht te vervullen, tot welzijn van den werklooze. Den 25en November 1896 had de ge wone jaarlijksche inschrijving van werke- loozen plaats, die zich ten getale van 94 kwamen aanmelden. Het waren 43 veldarbeiders, 24 sjouwers, 6 opperlieden, 9 metselaars, 4 timmerlieden, 2 tuinlieden, 1 leurder, 1 slachter, 1 stoe- lematter, 1 kleermaker, 1 zager en 1 vis- scher. Uit de aangifte bleek alzoo weder om duidelijk dat de veldarbeiders en de zoogenaamde losse werklieden het meest hulpbehoevend zijn. De gewone werkzaamheden in Iet ge bouw begonnen den 2en December '96 en eindigden den 2en Maart '97. Aan 43 per sonen werd werk verschaft tot een geza menlijk bedrag van 3615 dagen. De werk zaamheden waren weer dezelfde als bet vorige dienstjaar, en bestonden hoofdzake lijk in blokken zagen, bosjes maken, mat ten en sigarenmaken. De Mattenmakerij geschiedde weer onder leiding en toezicht van baas W. Westen dorp van Yselmuiden, die ook weer enke le nienwe leerlingen in dit vak onderricht gaf. Voorts hield hij toezicht op het werk van de elf huiamatters. In de afgeloopen campagne werden gemaakt 142 rollen blok jes-, 19 rollen fijne biezen-, en 142 rollen grove biezen- en 25 rollen ondermatten, te zamen dus 328 rollen. Hiervan werden door de hnismatters 206 rollen van allerlei soort vervaardigd. Het blokken zagen en het maken van boschjes kachelhout en vuuraanmakers hield vele handen bezig. Het werk van den timmerman bestond hoofdzakelijk in het maken van eenige gereedschappen voor de sigarenmakerij, en eenvoudige huishoude lijke artikelen, verder in bet scherpen der zagen. De sigarenmakerij, die ook gedurende den zomer in vollen gang bleef, onderging een groote verandering. De vroegere leer meester, die verhuisde naar Zierikzee, werd als zoodanig vervangen door P. C. Flink, die inderdaad flink van zijne taak zich kwijt. Het doel, dat de Commissie met de sigarenmakary op het oog heeft, begint in vei vulling te komen. De leerlingen, die nn ongeveer twee jaren onderwezen worden, beginnen al sigaren te maken en hebben alleen reeds 17,800 stuks afgemaakt. P. C. Flink maakte er in dit dienstjaar 97000 te zamen zijn er dus gemaakt 114.800 stuks. De tijd is niet meer zoo ver af dat eenige der leerlingen als sigarenmakers aan de maatschappij kunnen afgeleverd worden. Dit jaar weiden verkocht 26189 blokken, 12454 bosjes kachelhout en 5342 vauraan- makers. De verkoop der matten ging dit jaar niet zoo vlug en voordeelig als het vorige jaar. Wij verkochten 142 rollen blokje8matten, 19 rollen fijne biezenmat- ten, en 25 rollen ondermatten. Van de grove biezenmatten werden er weinig ver kocht 123 rollen daarvan staan nog in ons magazijn. Van de sigaren verkochten wij in het afgeloopen dienstjaar 89650 stuks. Den 30en September, het einde van het boek jaar, waren in ons magazijn nog 60150 stuks aanwezig. De verkoop hield ongeveer gelijken tred met den aanmaak, j» ging de verkoop zoo door als in de laatste twee maanden, dan ware onze voorraad spoedig geheel uitverkocht. Er zijn van de beste merken nog eenige duizenden goed bele gen Bigaren in ons magazijn, welke wij een ieder durven aanraden eens te pro- beeren. De gemoederen der Kamerleden, der Sneeksche kiezers, van het IJlster stembu reau, van Wiebe Cnossen, der adressanten, der candidaten, der Douna's, der persman nen, van het belangstellend publiek kunnen thans tot rust komen. De heer v. Gilse is overeenkomstig het voorstel der commissie Lohman-Bahlmann-C. v. Bijlandt, met 71 tegen 17 stemmen tot lid der tweede kamer toegelaten. De tegenstemmers waren 2 oud antire volutionairen, 3 sociaal democraten, 11 Roomschen en 1 Christelijk democraaC De heeren Mackay en E. v. Bylandtv. Kol, Troelstra en v. d. ZwaagNolens, Mer kelback, Harte, de Ras, Bahlmann, Dob- belmann, v. d. Knn, v. Basten Batenburg, de Ras, Miohiels, Loeffen Staalman. De conclusie der meerderheid er bleek toch een meerderheid en een min derheid in de commissie te zijn, daar toch de heer Bahlmann tegen zijn eigen conclusie stemde, gevolg van een nader adres van Cnossen waaruit den heer Bahlmann geble ken was dat de leden van 't stembureau te IJlst de vorige maal gelogen hebben als zouden zij hem (Cnossen) niet hebben gekend werd verdedigd door de heeren Lobman en Kuyper, en bestreden door de heeren de Ras en Troelstra. De heer Lohman op de bekende gronden, terwijl hij aanneemt dat de identiteit van den kiezer Cnossen, toen hij geweigerd werd, niet vaststond. De heer Troelstra daarentegen meende dat diens identiteit wel degelijk moest beschouwd worden vast te staan en de heer de Ras meende dat, zoo zij niet vaststond dit door den bur gemeester had moeten uitgelokt worden met bijv. een paar kiezers te vragen die Cnossen kenden, ook voor 't afgekeurde biljet uit Woudsend sprak deze afgevaar digde, immers de bedoeling was kennelijk en dat moet voor de wet voldoende zijn; bovendien werd later openbaar dat de be wuste kiezer de burgemeester zelf was. De beer Troelstra was ook van meening dat 't niet aanging de 185 biljetten met zooge naamde kenmerken botweg af te kenren, maar volgens hem is de eenig schuldige de IJlster burgemeester die de wet niet kende, reeds om 4 nur 't secretarie liet sluiten, de gelegenheid om een stemkaart te halen, zij 't ook onbewust, afsneed en den kiezer niet eens naar zijn identiteit vroeg (Identiteit wil zeggen van iemand, het bewijs dat ky 't zelf is). De heer Kuyper was 't niet geheel met 't rapport, wel met de conclusie eens. Vol gens dezen spreker staat 't vast dat Cnossen zoo niet toen dan toch later op den dag belet is te stemmen; bovendien moest zijn identiteit vaststaan want ook bij de eerste stemming had hij gestemd zonder dat het stembureau aan zijne identiteit twijfelde. Spreker noemde 't onjuist van de bedoeling der kiezers hoofdzaak te maken de wet eisoht geheime stemming, daarom elke by voeging hoe onschuldig of onopzettelijk ook aangebracht, maakt 't biljet ongeldig. Maar een gevouwen of gescheurd of be duimeld of wat al te zwart biljet behooren daar echter niet bij misschien echter wel de gaatjesbiljetten, gevolg van slecht papier of te hard potlood, waardoor een gaatje ontstond in plaats van een gezwarte stip. Volgens sprekers conclusie had derhalve Heemskerk 2451 en v. Gilse 2450 stemmen, doch er gaan van Heemskerk 40, en van v. Gilse 38 ongeldige biljetten af, zoodat 't wordt v. Gilse 2412, Heemskerk 2411 en derhalve v. Gilse ib gekozen, Deze heeft zijn mandaat derhalve uitslui tend te danken aan de administratie die slecht papier gaf, waar het harde potlood doorheen ging, zoodat 't voor den heer v. Gilse zeker onaangenaam zal zijn, zijn zetel aan een hard potlood te dan ken te hebben, en dat derhalve een an dere, bijv. een mechanische wijze van stemmen voor 't vervolg zal dienen te worden ingevoerd. Na de behandeling dezer zaak werd de interpellatie v. d. Velde behandeld omtrent den toestand der openbare wateren te Delft. Gebrek aan spuiing te Scheveningen, maakt dat de grachten te Delft ondragelijk stin ken, wat ziekten verwekken kan. In dien toestand vroeg deze afgevaardigde voor ziening, opdat men daar in het Kronings jaar zuiver water hebbe. De minister gaf daar niet veel moed op. lerseke. Raadsvergadering van heden (Donderdag) avond 6 uur. Tegenwoordig 10 leden, voorzitter de Burgemeester. Ingekomen is het bericht, van den heer C. de Jonge dat hij zijne benoeming tot secretaris-penningmeester van het Burgerl. Armbest. aanneemt. De borgstelling van zijn vader en voorganger zal op zijn naam worden overgeschreven, maar daar dit niet mag geschieden voordat de rekening over 1897 is goedgekeurd, verzoekt adressant dat de Raad tot dien tij l met een per soonlijken borgtocht zal genoegen nemen. Hieraan wordt voldaan. B. en W. stellen aonige wijzigingen voor in de begrooting 1897, samet. f 142,15 verhooging in ontvang en uitgaaf goedge keurd met algem. st. Aan de orde ia nu de vaststelling van de verordening op de invordering en hef fing van havengelden en kaairechten. Daar nog niet te berekenen is, wat de nieuwe haven de gemeente zal kosten, stellen B. en W. voor de verordening voor één jaar onveranderd te handhaven. De heer Muller waarschuwt B. eii W. de scheepvaart niet meer lasten op te leg gen dan noodig is, daar de overschotten der havengelden voor geen andere doel einden mogen gebruikt worden dan voor de haven zelf. Deze heeft de laatste jaren meer opgebracht dan gekost. De Vz. bevestigt dat, gedurende 18941896 was het verschil bijna f 400 per jaar, maar de uitgaven zyn ook met het oog op de havenvergrooting zooveel mogelijk beperkt, en men kan by het op maken der begrooting niet nauwkeurig weten wat de haven zal kosten. De heer Muller acht het evenwel on billijk, dat de schippers voor de boeren en burgers betalen. De heer Sinke vindt het ook onbillijk, dat de lasten der haven onnoodig worden opgevoerd, en de haven heeft de gemaakte schulden reeds betaald. Maar hij acht ingrijpende maatregelen ongeraden zoolang de nieuwe haven er niet is. Daarom heeft hij als wethouder zich bij het voorstel van B. en W. aange sloten. De heer VVesdorp wil het havengeld voor leege vaartuigen aanmerkelijk ver lagen, wijl dit de vreemde schippers, die nu 's Zondags naar het Kanaal gaan, aan moedigen zal in de haven te komen wat in het voordeel der gemeentekas en van de neringdoenden zijn zon. De heer Sauer wijst er op, dat de haven nu al te klein is, en de heer Sinke acht dezen maatregel ontijdig, omdat hij het verband eener rationeele herziening ver breken zou. Daarna wordt het voorstel met algem. st. aangenomen. Het snpp etoir kohier op de honden belasting 1897 wordt met gesloten deuren vastgesteld, nadat op voorstel van den heer Sauer besloten is een verzoek te richten tot het polderbestuur der Breede Watering om begrinding van den ouden dijk in deze gemeente. Bij kon. besluit is benoemd tot 2en luitenant bij de d.d. schutterij te Middelburg T. Hoolsema, thans schutter. Met genoegen vernemen wij dat de grijze Zendingsvriend, de ma der Zondagscholen T. M. Looman, voorzitter der „Vereeniging tot verbreiding der Waarheid", te Amster dam, by kon. besluit benoemd is tot rid der in de orde van Oranje Nassan. De N. R. C. beschouwt 't door ons uit het Ned. Dagbl. overgenomen bericht omtrent vervroegde oproeping der miliciens lichting 1898 als een praatje. Zulks zou

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1897 | | pagina 5