NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN WEEK DER GEBEDEN. lo. 12. 1897, IDotuMftij 28 (MoGfir. imiiaCffCe laacpng. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN en vaai 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent'. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. 29 Januari 1898. Zondag 2 Januari. Prediking. Gods volk nadert tot den Heere en wandelt in Zijn licht. Jes. 11:5. Exodus XVI9. I Joh. 1 7. Maandag 3 Januari. Schuldbelij denis en Dankzegging. Veroot moediging en schuldbelijdenis wegens ge brek aan overeenstemming met den geest van Christus wegens ontrouw aan de waar heid wegens het misbruiken en verwaar- loozen van heerlijke voorrechten wegens gebrek aan vrijmoedigheid om van Christus te getuigen. Rom. XVI: 114. Matth. XXV 13—30. Lof en dankzegging voor de geopenbaarde waarheid, voor de bedeeling des Heiligen Geestesvoor de beloften Godsvoor krachtige openbaring van geestelijk leven te midden van vervolgingen in Armenië, in China en andere deelen der Heiden wereld. Pa. CXLV 113.1 Cor. II716. Gebed dat Christus bij toeneming moge heerschen in de harten van Zijn volk en over de gansche aarde. Jes. IX 17. Openb. XXI2227. Dinsdag 4 Januari. De algemeene Kerk. Gebed dat een juister en helder der inzicht verkregen worde in het geeste lijk karakter der Kerk, zooals dit geopen baard is in het Nieuwe Testamentdat de geloovigen zich geheel aan den Heere overgeven en toenemen in geestelijk leven door den invloed des Heiligen Geestes dat alle dienaren des Woords mogen ver vuld worden met den Geest van Christus, en dat de ware eenheid en broeierig ke eensgezindheid steeds meer tot stand kome Eph.IV 1—16. Openb. 112—20. Woensdag 5 Jannari. De volkeren en hun overheden. Gebed dat alle machthebbenden hun verantwoordelijkheid tegenover den Koning aller koningen er kennen, dienende den Heere en niet de menschen, dat Gods rijke zegen in het bijzonder moge rusten op onze jeugdige Koningin in dit voor Hare Majesteit zoo gewichtige jaar dat de dag des Heeren worde geheiligd dat onrecht, onmatigheid en verdrukking mogen ophouden en dat verdraagzaamheid, vredelievendheid en broederlijke liefde door alle volken be oefend worden. Dan. XII14. 1 Tim. II 1—6. Donderdag 6 Januari. Huisgezinnen en Scholen. Gebed dat in Christelijke gezinnen de huiselijke godsdienstoefeningen niet verzuimd en naar bekeering van allen gestreefd worde; dat in het huiselijk leven reinheid en liefde heerschen dat de oplei ding aan de hoogere en lagere scholen geschiede overeenkomstig de Heilige Schrift en met het oog op de vorming tot een Gode gewijd onzelfzuchtig nuttig leven tot heil van anderen. Jos. XXIV"13—22 Ps. CXXXIII. Col. III 144 lt Vrijdag 7 Januari. Uitwendige Zending. Lof en dankzegging VOor de toename en krachtige ontwikkeling van den Zendingsgeest gedurende deze eeuw. Gebed dat de Heere met toewijding be zielde en getrouwe zendelingen verwekke in alle Christen-gemeentendat de bekeer den in het geloof bevestigd worden dat het aantal inlandsche helpers vermeerdere en hun bruikbaarheid toeneme dat de belemmeringen in Roomsch - Katholieke, Heidensche en Mohammedaansche landen, voortspruitende uit onwetendheid, voor oordeel en dwaling, mogen wijken voor de kracht des Evangelies. Ps. II. Rom. X6—21. Zaterdag 8 Januari. Inwendige Zending en Zending onder de Joden. Gebed dat de Christenen zich persoonlijk meer aangorden tot de behar tiging van het geestelijk welzijn hunner medeburgersdat er zegen moge rusten op den arbeid in bijzondere kringen, als krijgs- en zeelieden, alsmede onder kermis gasten, landloopers, dronkaards, gevange nen, verwaarloosden, kranken enz. en op dien der Evangelisatievereenigingendat Israël, het oude volk van God, worde toegebracht tot de gemeente van Christus. Hand. I: 1—11. Openb. VII4—12. Zondag 9 Januari. Prediking. Gods Volk Zijne getuigen in de wereld. Jes. XLIII10a. Hand. 1 8. Laat ons, die een zelfde roeping, een zelfde voorrecht, en een zelfde hoop heb- hebben, ook één zijn in het gebed. Het is noodig te bidden. Wij hebben den Geest van eenheid en liefde noodig om tegen te gaan wat ons onderling kan verdeelen en wij hebben den Geest der verlichting noodig om de teekenen dei- tijden te onderscheidenwij hebben den Geest van kracht en verlevendiging noo dig ten einde de taak te kunnen volbren gen ons opgelegd, om in de wereld te getuigen voor onzen Heer en Heiland. Steeds meer gevoelen wij de behoefte tot het gebed, nu zoovelen leeren dat de wereld verlost wordt door mensehelijke instellingen of door de wetenschap of ook door onderwerping aan kerkelijke over heden. Laat ons, die weten dat de verlossing is des Heeren en wel nit genade door het geloof, tocnen dat wij behooren tot de ware Kerk, door vereenigd te arbeiden voor de verspreiding van het Evangelie en door vereenigd gebed om meerdere uit storting des Heiligen Geestes. Wij mogen veel vragen en veel ver wachten van onzen Heer. Tot hiertoe heeft de Heere geholpen. Hij wil steeds nieuwe zegeningen geven, voor Zijne kerk en ook voor ons land en onze koloniën. Moge znlks ook in 1898 het geval zijn. Bij de uitnoodiging, welke wij dit jaar tot u richten, wenschen wij u er opmerk zaam op te maken dat mede op ons ver zoek het gebed voor huisgezinnen en scholen verlegd is van Zaterdag op Don derdag, ten einde aan de ouders beter ge legenheid te schenken op dien avond tegen woordig te zijn. Wij hopen dat de bid stonden voor de huisgezinnen en scholen nu des te talrijker zullen worden bezocht. Ook op de bede voor Hare Majesteit de Koningin op Woensdag, willen wij met 't oog op Harer Majesteit» troonbeklim ming in 't bijzonder wijzen. Het Comité der Evangelische Alliantie in Nederland E. van Bylandt. J. D. van Wassenaer van Rosande. J. E. N. Schimmelpenninck v. d. Oye. Wijlen professor Opzoomer beeft zijn meening in den Volksalmanak van 't Nut in 1861 geuit, dat 't bevolken der scholen de gevangenissen ontvolken zou, in den zelfden Almanak over 1867 herroepen, toen hij zeide „De meening dat de mis daden te minder zullen worden, hoe meer er algemeen deelgenomen wordt aan het Volksonderwijs, wordt hierdoor terstond als volkomen onhoudbaar weerlegd". Men heeft dus geen recht, zegt de Vader lander, die dit aanhaalt, deze zijne her roepen dwaling na 30 jaren hem nog als zijn lijfspreuk na te houden. De Middelburgsche Crt. vo egt aan deze met instemming overgenomen opmerking van het Christelijk liberale blad. eenige opmerkingen toe aan 't adres der „stijle (steile?) orthodoxie". Als curiositeit drukken wij bare be schouwing af, die hare lezers goed zullen doen in hun tabaksdoos te bewaren, zij is er ouwerwetsch genoeg voor. »Wg betwijfelen of het style orthodoxisme, of wat men verder onder kerkleer en gods dienst den menschen verkondigt, wel ge schikt is om hen op te heffen, te verheffen, te sterken en te adelen. „Meestal wordt hun een berustingsleer verkondigd, die hun kracht verlamt, hun eigenwaarde miskent, het |begrip omtient hun roeping in eene verkeerde richting stuurt en hun blik afleidt van hetgeen zjj op de wereld moeten zijnzelfstandige flinke menschen, die voor hunne mede' menschen en hunne omgeving tot heil van het algemeen, moeten arbeiden en tevens doordrongen zijn van de waarheid, dat zij hun eigen pad maken en dat zij de last moeten dragen van eigen iouten en tekort komingen.] Qff'feÜi „Bij de meeste dier geloofsrichtingen wordt de waarde van den mensch miskend en, loffelijke uitzonderingen daargelaten, de algemeens menschsnliefde verdrongen door zeer bekrompen begrippen,waarvan sym pathie voor eigen geloofsgenooten en eigen kerk schering en inslag is. „Of dat de menschen zedelijk beter maakt De ervaring leert veelal het tegendeel. Als vruchten van dergelijke geloofsprediking zien wij nog al eens het akeligst eigenbe lang, de meest bekrompen meeningen en huichelarij. „Verstandsontwikkeling kan in elk geval meewerken op al die punten den blik te verruimen en, al vermag zij niet alles en al is het ook zaak het hart te doen spreken, veel is er aan gelegen dat men de menschen leert denken en begrijpen, want dat kan leiden tot waardeeren en beter en warmer gevoelen". De stembriefjes quaestie te Sneek wordt druk besproken. Over Wiebe Cnossen raakt men uitge praat. Nu begint 't IJlster stembureau in beklag te komen. En onderwijl krijgt de Commissie van onderzoek sr ongëzoAten van langs als zou zij opzettelijk een stembiljet dat waar deloos had behooren te zijn aan mr. Heems kerk hebben toegekend en een adres uit Woudsend hebben ter zijde gelaten. 't Is maar goed dat men op dergelijke beschuldigingen zoo weinig mogelijk ingaat. Wij herinneren ons een geval dat eenigs- zins op het onderhavige gelijktn.l. het voorstel der commissie om den heer Van Heemstra voor Haarlemmermeer niet toe te laten, wegens een gebleken onregelma tigheid bij de stemming. Het was in 1875. De heer de Jonge, antirevolutionair lid voor Middelburg, sprak bet vermoeden ut van parti-pris. Dit bezorgde hem een geduchte afstraffing van zijn collega kamerlid dr. Jonckbloedt; de commissie partijdig! foei welk een in sinuatie! de Jonge, ik waarschuw je, zeg zoo iets nooit weer En nu in 1897. Botweg wordt door de Midd. Crt. be weerd dat de commissie partijdig,joneerlijk handelde, en „in strijd met de Christelijke beginselen waarvan men altijd zoo hoog opgeeft". De Midd. Crt. gaat zelfs zoo ver van te beweren dat mr. Heemskerk een geest verwant der commissie is dien zij daarom trachtte binnen te loodsen. Nu is het eenvoudige feit aldus dat de commissie twee briefjez van onwaarde verklaarde een van v. Gilse en een van Heemskerk wat derhalve geen in vloed op den uitslag hebben kon voorts dat zij een stem voor Heemskerk aan v. Gilse toekende, wat 2 stemmen voordeel aan v. Gilse gaf; en eindelijk dat zij aanvankelijk verzuimde te denken aan het adres uit Woudsend wat royaal wordt erkend. Is hierin nu iets partijdigs? En dan deze commissie geestverwant van mr. Heemskerk Klinkt dit niet belachelijk? De heer v. Bylandt uit Gouda is een liberaal, type Beaufortde heer Bahlmann is een katholiek pur sang en de heer Lohman is een antirevolutionair van de rechter fractie. Bovendien wat men dezen laatste ooit verwijten moge, zeker niet gemis aan eer lijkheid en van zijne medeleden in de commissie vernamen wij al even weinig het tegendeel. 27 Oct. '97. Goes.Wij werden door de welwillendheid van onzen burgemeester in de gelegenheid gesteld de navolgende berekening en be schouwing te plaatsen, waaruit blijkt de verhouding van Goes tegenover de wet van 24 Mei 1897 Sl.bl. no. 156 (regelende de financ. verhouding tnsschen bet Rijk en de gemeenten). De eerste factor, die in aanmerking komt is naar art. 2 2, het aantal inwoners op 1 Jan. 1896, zijnde 6822, waarvour de uit- keering a f 1.bedraagt f 6822, Totaal le som f 6822,- Ter berekening van de tweede som wordt bijeengeteld (art. 2 3) de zuivere opbrengst over 1897 van le. den hoofdelijken omslag f 25479,51Vü 2e. de opcenten pers. bel. '/3 over 1895/96, over '96/97 f 6034,31 af aandeel in de kwade posten - 238,91 - 5795,40 3e. de som, waarover de gemeente koa beschikken krachtens de wet van 26 Juli 1885 (*/s person.) -17907,82 Va 4e, subsidie in de gewone kosten van het lager onder wijs, volgens art. 49 der wet van 17 Aug. '78 zooals dat wordt gelezen krachtens de wet van 11 Juli '84 - 6259,48Vs Totaal f55442,22 Va Hiervan wordt afgetrokken de uitkomst der le som ad - 6822, Verschil f 48620,22 x/s Dit verschil moet gedeeld worden door het totaal der huurwaarde van alle tot woningen dienende perceelen in de ge meente, welke op 15 Januari 1897 in ge bruik waren. De wet néémt als geheel aantal wonin gen aan een vierde van het aantal inwo ners voor Goes met 6774 inwoners alzoo 1693. Hieraf het aantal der tot woning dienende perceelen, die volgens de wette lijke berekening wel in de belasting val len (1204), blijft over onbelaste perceelen 489.Dit getal, vermenigvuldigd met 80% van de hoogste huurwaarde, die volgens art. 12 der wet van 16 April '96 buiten de belasting valt, voor Goes dus f40, geeft als huurwaarde van de onbelaste perceelenf 19560, de huurwaarde der belaste per ceelen is-161057,65 zoodat de totale huurwaarde van alle woningen in de ge meente bedraagt 180617,65 Het verschil tusschen de eerste som en het totaal der z. g. personeele belastingen, hierboven vermeld ad f 48620, moet nu vermenigvuldigd worden met de huur waarde van alle perceelen ad f 180617.65 19560 X 48620 Dat is dus 430017(355260'- Hierbij de le som ad - 6822, Geeft totaal f 12082, Dit totaal moet nu volgens par. 4 ge deeld worden door de bevolking op 1 Jan. 1896 ad 6822 en geeft dan als uitkeering per inwonerf 1,77 Stel dat er op 1 Januari 1898 6740 in woners zullen zijn, dan zou dus de uit keering over 1898 bedragen 1,77 X 6740 en dusf 91929,80 terwijl wij boven zagen dat het 4/s van het personeel bedroeg f 17907,82Vs. 0 Zooals men ziet oefenen het getal in woners en de verhouding van het getal belaste en onbelaste perceelen in de ge meente den grootsten invloed uit op de uitkeering. Dat deze beide factoren ech ter voor eene gemeente als Goes niet te gebruiken zijn blijkt nit het volgende: Het bevolkingscijfer is niet te gebruiken omdat de inrichtingen in Goes niet alleen bestaan voor eigen inwoners maar voor geheel Noord- en Zuid-Beveland. Daarvoor heeft Goes een haven, die, ruim f 10.000 per jaar aan de gemeente kostende, aan havengeld slechts f 3800 kan opbrengen. Daarvoor ook heeft Goes eene Hooge re Burgerschool, die zoo zeer aan eene behoefte voldoet, dat de schoolbevol king thans 100 bedraagt, waarvan 47 van buiten af. Daarvoor zijn politie en administratie ook veel kost baarder. Voor dergelijke plaatsen is dus de maatstaf van de bevolking ten eenenmale onjuist. De tweede maatstaf bebtaat uit eene ver menigvuldiging van de huurwaarde der onbelaste perceelen tezamen met de som van de z. g. personele lasten in elke ge meente, gedeeld door de huurwaarde van alle perceelen in de gemeente. Hoe kleiner dus het getal onbelaste per ceelen is, hoe geringer uitkeering. Hoe meer krotten dus in eene gemeente hoe meer uitkeering.'!! Zooals wij boven zagen had Goes vol gens de wettelijke berekening: 489 onbe laste perceelen. In werkelijkheid is dat getal nog veel geringer en bedraagt het slechts 280. In de toelichting op de wet heeft de minister een voorbeeld van berekening gegeven, waarvan men aannemen kan, dat de cijfers aan de werkelijkheid zijn ont leend en den minister voor oogen stonden bij de samenstelling der wet. Eene vergelijking dier cijfers met die van Goes kan dus aantoonen hoezeer som mige gemeenten afwijken van het voorbeeld In het voorbeeld: belaste woningen 1800, in Goes 1204, onbelaste woningen 3700, in Goes 489. Terwijl dus in het voorbeeld 2 maal zoo veel onbelaste woningen zijn, bedraagt dat in Goes nog niet eens de helft. Er zijn dus in bet voorbeeld naar evenredig heid 5 maal meer onbelaste woningen. Waaraan dat toe te schrijven? Eenvoudig aan het feit, dat reeds 25 jaar geleden onder mij n hooggeachten voorgan ger mr. Blaaubeeu en ook later, alle krach ten werden ingespannen om van gemeente wege gronden Beschikbaar te stellen en tegen lagen prijs uittegeven om goede en gezonde arbeiderswoningen te verkrijgen. Daardoor is het wonirigvraBgstnk, waar men in andere plaatsen eens over zal be ginnen te denken, hier reeds zoo goed als opgelost, maar in plaats van voor die uitnemende zorg voor de burgers beloond te worden wordt men gestraft met «af houding van toelage niet alleen maar men mag in de Rijksbelastingen nog bijdragen om andere gemeenten geheel onnoodig tonnen gouds toe te werpen. Zoo bijv. Rotterdam, dat eenige tonnen gouds zal ontvangen, en daarvoor de in komstenbelasting terug kan brengen van 3V2 op 3 procent en de opeenten op het personeel kan laten op het tegenwoordig cijfer en alzoo die belasting dus met 20 pet. kan verminderen. Een tweede vergelijking tnsschen de cijfers van het voorbeeld en die van Goes is even verrassend. In het voorbeeld is het totaal der z.g. personele lasten f95,200 voor een bevol king van 22000 zielen, alzoo f4.32 per ziel. In Goes met 6822 zielen zijn die personeele lasten 155461,22Vs, dat is f8,13 of bijua het dubbele per ziel. Maar wellicht redeneert men j« maar de belastingen drukken niet naar evenre digheid van het bedrag maar naar de draagkracht der ingezetenen. Hoe het daarmede in Goes gesteld is kan blijken uit het kohier van den hoof delijken omslag. Op de 6822 zielen waren slechts 976 aangeslagen, waarvan 8 meer dan f7000 en slechts 21 die meer dan f 4100 inkomen hadden. Van een inkomen van 1000012000 (de hoogste klasse) moet geheven worden in '98 f 750 alzoo 7Va Maar niet alleen moet men de gegoeden op die wijze om zoo te zeggen het vel afhalen, maar men heft van 312 menschen met inkomens van 251300, van 115 met inkomens vau 301350 en van 125 m«t

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1897 | | pagina 1