NIEÜWSBLAD VOOR ZEELAND. Mecifag 28 ®cfo6ec. (Ttuitaffife laatgang. CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Bij dit nummer behoort een bijvoegsel. Eene Benoeming. lo. 10. 1897. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,02 s. UITGAVE VAN G. M. KLEMKERK, te Goes en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent'. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. II M Hl.. De heer Verhage, die vóór eenige weken gekozen is als lid van den gemeenteraad, werd verleden week Woensdag benoemd tot lid van de Commissie van toezicht op het lager onderwijs te dezer stede. Deze benoeming nam hij aan, onder dankzegging voor de eer hem in dezen bewezen. En het gevolg van de benoe ming, van de aanneming en de enkele woorden van dankzegging door den heer Yerhage gesproken, was, dat de Redacteur der„Middelburgsche Courant", „met ver bazing" vervuld, eeu hoofdartikel er over schreef, en dat vele andere pennen in beweging kwamen. Het is of door deze simpele benoeming Leiden in last is. De heer Verhage had moeten bedanken, omdat de benoeming eigenlijk een gevolg is van het onderling versohil tusschen de conservatieven en de geavanceerd liberalen in en buiten den gemeenteraad Dat zij daarvan een gevolg is, doet de „Middelburgsche Courant" uit komen. Eerstgenoemden, de conservatief liberalen, die den geavanceerden heer de Witt Hamer niet benoemen wilden, kunnen er, zegt de „Middelburgsche Cou rant" vaderlijk den wijsvinger ophef fend bij „ondergaan"Doch had de heer Yerhage om die reden bedankt, dan zou hij het volstrekt tegenovergestelde vau den Redacteur der „Middelburgsche Cou rant" hebben gedaan; deze toch heeft, in plaats van zich buiten de geschillen der zoogenaamde „clericalen" te houden, jaar en dag het vuurtje trachten aan te stoken. Verdeelen eu alzoo heerschen, was zijne en veler liberalen tactiek. Hoe menigmaal immers poogde deze Redacteur door het schrijven eu nog meer door het overnemen vau welgekozen stuk ken de roomsch-katholieken tegen de anti revolutionairen en de anti-revolutionairen tegen de roomsch-katholieken op te zetten, teneinde hen bij gelegenheid van de ver kiezingen tegenover elkander te doen staan,. En ging ovengenoemde Redacteur en gin gen de corypheeën der liberalen toen dit bij de laatste verkiezing niet gelukte, niet op aas uit bij de christelij k-historischen Ieder weet, dat zij het verdeel en heersch, ook met het oog op hen, die zoo vele jaren samen gingen, met kennelijk genoegen hebben toegepast. De heer Yerhage nu deed noch het eene noch het andere. Het tegenoverge stelde te doen, namelijk, te helpen, om zoo mogelijk de breuk te heelen, door, als de heer Bekaar, te bedanken voorde benoeming, achtte hij blijkbaar niet op zijnen weg te liggen. Hij hield er zich buiten. Hij bewees de diensten, die hem zonderling zouden hebben gestaan, niet. Het verbaast ons, dat de Redacteur van de Middelburgsche Courant dit van hem he geerde en verwachtte. De heer Verhage mengde zich niet in de onderlinge geschillen der beide deelenvan de liberale partij, maar nam een benoeming aan, die niet met de wet en zelfs ook niet met de usantie in strijd is menigmaal toch benoemt men buiten de voordracht en nog meer buiten (zooals hier) slechts aangewezen personen om, vooral als er bij 4e twee aangewezenen ééne is, die reeds twee zwagers in zulk eene commissie heeft, en de commissie, na bekomen vingerwij- zing, in de aanbeveling geene verandering brengen wil. Maar afgedacht zelfs van de geschillen, die wij onze tegenstanders zei ven laten uitvechten, moest de heer Yerhage op zijn standpunt, zonder op zich zeiven te letten, een antirevolutionair da voorkeur geven boven een radicaal. Immers radicalen, geavanceerd en oud. liberalen wedijveren vaak in ongehoorde ook ome zak ledigende voorliefde voor het „openbaar onderwijs". Zich buiten de quaestiën houdende, en zich plaatsend op een objectief standpunt was er ook reden om voor de eer der be noeming dank te zeggen de gemeenteraad toch had ook een ander kunnen benoemen waar nog bij komt, dat onze mannen, die zoolang en zoo menigmaal zijn huiten gesloten, niet ongevoelig zijn, wanneer het eens blijkt dat ook hunne diensten nog wor den gewaardeerd. Maar bedanken zij voor benoemingen, dan is het niet goed, dan luidt het menig maal die menschen trekken zich altijd terug, er is niets mee te beginnen en nemen ze haar, zooals in casu, aan, dan deugt het ook niet. Doch wij getroosten ons dat, maar willen niet onder het patronaat der „Middelburgsche Courant" komen. Wij gaan trots alles onzen eigen weg. In één opzicht overtreft echter de Re dactie der „Middelburgsche Courant", in betrekking tot den heer Yerhage, een ander schrijver nog. Na „Van den heer C. Yer hage of een ander antirevolutionair" even te voren gesproken te hebben, zegt ze „Aan hen zei ven zij dan overgelaten de beslissing, in hoever zij het met hunne beginselen kunnen overeenbrengen, om zitting te nemen in eene commissie die toch volgens de wet, voor de belangen van het openbaar onderwijs moet waken." De andere schrijver gaat nu verder. Trouwens hij geeft zijn naam niet, en zij, die dat niet doen, gaan in den regel het verst. Immers, als men in het publiek anoniem schrijft, kan men er voor het pu bliek met naam eu van niet inloopen. Hij schrijft „Mijnheer de redacteur! veroorloof mij, naar aanleiding der benoeming van een lid der commissie van toezicht op het lager onderwijs, in de jongste raadszitting alhier, een enkele vraag. Op den heer Yerhage als persoon zal niemand iets te zeggen hebben. Mede- en tegenstander roemen zijne beginselvaste eerlijkheid, maar hij is beslist tegen stander van het openbaar onderwijs hij is voorzitter van de vereeniging voor Gere formeerd onderwijs. Daarom de vraag Kan de heer Yerhage, zonder zijne beginselen op het gebied van onderwijs te verloochenen, den eed afleggen, zijne plichten tegenover het openbaar on derwijs getrouw en naar hehooren te zul len vervullen? Achtend, Een voorstander van het openbaar onderwij s." De Redacteur van de „Middelburgsche Courant" heeft er, zooals wij zien, over gedacht, of de heer C. Yerhage met het oog op onze beginselen de benoeming kan en mag aannemen maar laat dit aan hem zeiven over. Doch de anonieme inzender ia blijkbaar ongerust. Ongerust, dat de „beginselvaste eerlijkheid" van den heer C. Verhage er onder lijden zal, óf dat hij zijne beginselen verloochenen, ja, mis schien wel een eed zal afleggen in strijd met zijne beginselen, öf, dat hij zijne plichten tegenover het openbaar onderwijs niet getrouw en naar behooren zal ver vullen Met het oog op dat een en ander twijfelt hij, of de heer Yerhage den eed wel afleggen kan. De heer Verhage weet nu in ieder geval, dat er bezorgde voorstanders van b et open baar onderwijs zijn, die zich voor hem interesseeren. En de acht leden van den gemeente raad, die den heer Verhage kozen, weten, dat zij en haar partij er weieens bij kun nen ondergaanwant „duidelijker dan in dit geval", zegt weer een ander schrij ver in de „Middelburgsche Courant", „kon de meerderheid van onzen raad geen blijk geven van, laat ik het zachtste woord gebruiken, onverschilligheid voor hetgeen der liberale party steeds het hoogste goed was de openbare school Hoort ge de openbare school is het hoogste goed der liberale partij. Zie, dat is het wat de onzen altijd ge zegd hebben en in dezen strijd als bloot komt, dat namelijk deze school defschool der liberale partij is. Daarenboven is zij haar hoogste goeddus als haar god. En dat eene school, die naar de wet den Christus der Heilige Schriften heeft buiten gesloten. En dat eene school, die alles behalve de gevangenissen onnoedig maakte. Doch het is waar, zij diende en dient onwillekeurig, d. w. z., door haar neu traliteit reeds, als propaganda-middel der liberale party, is ze ook daarom haar hoogste goed Misschien wordt ze ook nog het hoogste goed van de socialistische party. Hoe dit zij wij wenschen beiden par tijen een oneindig beter en hooger „hoog ste goed" toe. Maar laten wij nog kennis nemen van de wedervraag, waarmede „een voorstan der van het christelijk onderwijs" den anoniemen vrager beantwoord heeft. Hij schrijft „Kan een liberaal schoolopziener, zon der zijne beginselen te verloochenen, zijne plichten even goed en onpartijdig ver vullen tegenover het bijzonder als tegen over bet openbaar onderwijs? Zoo ja, dan kan ook de heer Yerhage èn als voorzitter der Vereeniging voor Gerefor meerd Onderwijs èn als lid der commis sie van toezicht op het openbaar onder wijs zijne plaats met eere innemen. Hoogachtend, Een voorstander van 'tChristelijk Onderwij s." Doch door deze wedervraag is de eerst genoemde vrager niet gerust gesteld want hij antwoordt „Mag ik, om den „wedervrager" te knnnen antwoorden, een zeer bescheiden plaatsje in uw blad M. i. is een schoolopziener de regee- ringsambtenaar, die behalve tal van administratieve werkzaamheden, alleen te waken heeft, dat alle wettelijke be sluiten of voorschriften ten uitvoer wor den gebracht, zooals is bepaald hij staat dan als zoodanig op een onzijdig standpunt. En dit is, naar mijne meening, niet het geval bij een lid eener plaatselijke schoolcommissie, wanneer hij tevens lid van eene bijzondere schoolcommissie is, die van de openbare school niets weten wil. Onder dankzegging voor de opname. Achtend, Een voorstander van openbaar onderwijs Wanneer de heer Yerhage, zooals wij vertrouwen dat hij doen zal, toezicht houdt overeenkomstig de wet, dan staat hij o. i. op hetzelfde standpunt van een schoolop ziener van een schoolopziener n. 1. die voorstander von het openbaar onderwijs is. Als de heer Verhage het niet kan, kan een zoodanig schoolopziener het ook niet. Want of men „ambtenaar van de regeering" des lands of van eene stad is, heeft hier niets te beteekenen. Was de heer V^erhage ambtenaar én voor de openbare én voor de christelijke schooi, welnu, dan zou hij in betrekking tot beide scholen naar de voorgeschrevene bepalingen moeten han delen. Wat hij privé het beste onderwijs acht, heeft hierheeft met den eed niets te maken. Daarenboven is het, naar ik zeker meen te weten, onwaar, dat de heer Verhage, van de openbare school niets weten wil". Ik hen er van overtuigd dat hij met de antirevolutionairen haar in ons land voor onmisbaar houdt. De „openbare" neutrale school moet er zijn, voor hen die zeiven niet voor het onderwijs hunner kinderen zorgen. Doch de overheid van stad 'en land behoorde er voor te zorgen, dat de gegoeden en rijken, naar zij er van profiteerden, ook er aan betaalden dat dit niet geschiedt maar dat ook zij mede op onze kosten hunne kinderen laten opvoeden en onder wijzen, zelfs op eene school, zooals die op de Haringplaats, zie, dat is onze grieve. Ieder naar zijne overtuiging, maar allen gelijk, ziedaar hetgeen wij willen. Het zij mij vergund den onbekenden vrager te vragen, of dat niet billijk is. Maar de quaestie of de heer Verhage lid van de schoolcommissie kan zijn, grijpt veel dieper in de huishouding ia dan uit kwam in hetgeen er thans over geschreven is. Immers, wat hier geldt in betrekking tot den heer Verhage, geldt overalen geldt allendie met hart en ziel voor het bijzonder onderwijs zijn. Wanneer de heer Verhage om die reden geen lid van de commissie van toezicht kan zijn, dan kan ook nergens een roomsch katholiek, een christelijk-historische, een anti-revolutionair en een liberaal die toe vallig voor het bijzonder onderwijs is, dat wezen. Ik voeg er bij, dat dan ook nie mand van hen burgemeester zou kunnen zijn. Immers, onder hetgeen deze naar de wet behartigt en waarvoor hij ook een eed afleggen moet, behoort ook het openbaar onder wijs. Zelfs is het de vraag, of dan iemand der evengenoemden wel lid van den gemeenteraad, ja ook Minister kan zijn, wijl deze en dergelijke benoemingen door hen geschieden en dies volgens op dracht van hen ten uitvoer worden gelegd. Ware het zoo, dan zou de schoolquaestie ontbranden ook om deze reden. Ware het zoo, dat zij, die vóór het openbaar onderwijs zijn, er alleen toezicht, over konden en mochten houden, dan had men nog een bewijs te meer en zou het nog dieper worden gevoeld, hoe billijk het ware, dat zij het ook buiten ons om betaalden. Uitsluiten en toch mee laten betalen, zie, dat gaat niet aandat zou al te Spar- taansch zijn. Mij dunkt, als men gedwon gen wordt mee te betalen, aan hetgeen zelfs de rij ken benuttigen, en waarvan men zeiven, om der consciëntie wil geen ge bruik kan maken, dan heeft men ook recht en kan het ook noodig zijn mede toezicht te houden, dat het naar de wet geschiedtwant aan haar alleen hebben wij ons te onderwerpen. Dat kan noodig zijn, omdat wij weten dat het woord be lang (de belangen behartigen) zoo rekbaar is, en omdat daarover juist de verschillen tusschen de conservatief- en de vooruit strevende liberalen in casu loopen. Men kan de uitgaven opdrijven, en alzoo de concurrentie gedurig onmogelijker maken. Alleen dan wanneer het blijken mocht dat de heer Yerhage, door in de commissie voor het onderwijs te zitten en mee voor stellen te doen, zijne positie als anti-revo lutionair verzwakte, ja, dat hij dienten gevolge vleugellam was geslagen, zou hij aan zich zei ven en aan zijne partij ver schuldigd zijn voor de eer van het lid maatschap dier commissie te bedanken. A. Littooij. Middelburg, 21 Oct. 1897. „Openbaar onderwijs", ja, maar met terdaad van de liberale partij. Openbaar is ook het christelijk onderwijs. Zij, die het begeeren kunnen er, gelijk van het neutrale, gebruik van maken. Vergadering van den Gemeenteraad te Goes op Donderdag 21 Oct. te 2 unr. Yoorzitter de heer Burgemeester. Afwe zig met kennisgeving de heer Ochtman. De notulen werden gelezen eu goedge keurd. De voorzitter deelt mede dat de heer mr. J. de Witt Hamer zijn benoeming in de Gezondheidscommissie, en de heer L. A. Knitel zijn benoeming in 't Burgerlijk Arm bestuur heeft aangenomen. Ingekomen zijn o. a. Yan Ged. Staten goedkeuring van 't raadsbesluit in zake de kohieren van schoolgeld aan de H. B. S. en school E. Yan 't zelfde college een uitnoodiging om in het besluit tot hefiiag van opcenten op de hoofdsom van 't per soneel de woorden „ten hoogste" te doen vervallen. Yerzoek van den gewezen sas- knecht A. Dronkers om verhooging van zijn pensioen. Yerzoek van P. Hedel om weder in 't genot gesteld te worden vau het hem deor 't Gasthuisbestuur verleende doch later ingehouden pensioen. Deze beide verzoeken jworden in handen vatt B. en W. gesteld. Voorts is ingekomen 't verslag [van de Commissie der Paardenmarkt, houdend* rekening en verantwoording der op Juli jl. gehouden paardenmarkt. Verder het gemeenteverslag van 's Hertogenbosoh h*t verslag der Commissie voor de Statistiek. Jaarcijfers 1896. Aan den heer R. Snel wordt op zijn verzoek eervol ontslag verleend tie leeraar in het Hoogduitsch aan de H. B. S. tegen 16 Nov. ofj zooveel vroeger als in de vaca ture zal zijn voorzien. Sollicitanten zjjn opgeroepen en een voordracht is den In specteur van het M. O. aangeboden, doch de eenig bevoegde sollioitant dhr. Leriticna heeft zijn sollicitatie ingetrokken. De be noeming wordt uitgesteld. Vervolgens komt aan de orde een adres van G. M. Klemkerk verzoekendo wijzi ging in de wijze van levering dar druk werken voor de gemeente, en wel zoo dat daartoe kunne worden ingeschreven. Adres sant acht de tegenwoordige regeling tegen 't belang der gemeente en tegen zijn be laag als belastingbetalend ingezetene. B. en W. stellen voor op dit adres (af wijzend tn beschikken en wel op de vol gende gronden. De tegenwoordige drukker is gemeente ambtenaar, wiens werkzaamheden bij in structie zijn geregeld. Het eenige ver schil met de meeste ambtenaren is dat hij tegelijk leverancier is van 't papier tegen vast tarief en zijn arbeid levert als druk ker. Hoewel geen regel komt het toch wel voor dat bijv. een secretaris do schrijf behoeften, een conscierge deschoon- maakgereedschappen tegen vasten abonne mentsprijs levert. B. en W. achten het hebben van een vasten drukker wenbchelijk en noodzake lijk; met het oog op aankondigingen van gemeente wege, wat by verandering van drukker de gemeente een uitgave van f 150 zou bezorgen volgens raming van deskundigen. De gemeentedrukker moet kennis van gemeentezaken hebben om eventueele ver gissingen te knnnen aanwijzen, Bfcj gemis daarvan geeft dit veel tijdverlies en cor rectiewerk voor de ambtenaren ter secre tarie. Hij moet ook een betrouwbaar man zijn met het oog op de vaak hem op te leggen geheimhouding in betrekking tot enkele stukken. Hij moet in goede connectie staan met de prov. griffie, dan zijn alle modellen van staten reeds goedgekeurd voor ze ge drukt worden. De drukker ontvangt f 400 salaris, dat wordt na aftrek van f 150 voor publicatiën f 250. Het meeste te leveren werk behoort tot het dure soort, van veel stukken worden slechts enkele exempla ren gedruk. By verandering zouden wij ook buiten de gemeente terecht komen, bijv. bij Samson te Alfen, wat minder ge- wenscht is. In Harlingen en andere ge meenten waar minder werk geleverd wordt, is 't drukwerk voor de gemeente duurder. Het geheele bedrag aan gedrukt papier beliep in 1896 f258,29. Stel dat40pCt. winst is dat is f 103 per jaar, dat is dam aequivalent voor mogelijk verlies, dat er dan nog af moetzoodat de wir.st ter nauwernood de geheele vergoeding of 't behoorlijk loon van een werkman haalt. B. en W. meenen dat het financiëel be lang der gemeente veel meer gebaat is by behoud van den bestaanden toestand, en stellen mitsdien voor op 't adres van den heer Klemkerk afwijzend te beschikken. De finaneieële commissie met 't adres in kennis gesteld, spreekt als haar meening uit dat voorloopig in de tegenwoordige regeling geen verandering wenschelijk is, doch geeft in overweging de instructie voor den drukker meer ia overeenstem ming te brengen met den tegenwoordigen tijjd.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1897 | | pagina 1