NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK- sr
HISTORISCH
Stsenen zonder stroo.
Ho. 9. 1897. DoiuMaij 21 ©cfoficr. fmaafftfe laacgtttiij.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Provinciale staten van Zeeland.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers 0,025.
UITGAVE VAN
en
•vi
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Voor wie dit een zonderling opschrift
vinden mocht voor een hoofdartikel, zij
ter opheldering herinnerd dat 't een motto
is van een der schoone korte preeken van
den New-Yorkschen prediker de Witt
Talmage waarvan de vertaling in druk
verschijnt bij Zurich te Doetinchein.
Ds. Talmage bezocht eenige jaren gele
den Egypte en vond daar veel dat hem
aan de Oudheidden Bijbel en de heden-
daagsche Sociale toestanden deed denken.
In de straten van Cairo zag hij snelle
loopers, luid schreeuwende en baan ma
kende voot een hooggeplaatst personaadje
die met ekipaadje kwam aanrijden, niemand
kende hem, toch gingen allen eerbiedig
op zij.
Het oude „Knielt" uit Jozefs geschie
denis
Wat moet de Egyptische natie in dien
tijd groot zijn geweest, zoo denkt wie de
grootsehe bouwwerken ziet die daarvan
getuigen.
Zie het aan dan Hypostile-Tempel van
Karnac, de architectonische wonderen te
Luxor, de zuilenrijen van Horanheb, de
kerkhoven van Memphis, de Sphinx,
Heliopolis en Zoan.
Maar wie denkt hierbij niet aan de
arme kinderen Israels
Heel die overdadige weelde van palei
zen en tempels en monumenten was de
oorzaak van een verdrukking zoo hoog als
de hemel en zoo diep als de hel.
„Het gewicht dier steenblokken, zwaar
der dan een onzer hedendaagsche werk
tuigen zou kunnen opheffen kwam op de
Hebreeuwsche slaven neer en hun bloed
vermengde zich met de kalk voor de
troffels".
Dat is een prediking van de sociale
ellende van toen maar die van thans is
niet veel minder.
De prediker zag telkens weder langs
den Nijl een opzichter of werkbaas zich
hardhandig vergrijpen aan een zijner on-
derhoorigen die iets deed wat hem niet
beviel.
Groote rijen mannen zag hij, zware las
ten torsend en gevolgd door scheldende
en opzweepende opzichters.
En vele anderen bij avond neergezegen
onder den last, rust zoekend op den met
dauw bevochtigden grond, hoorde hij kla
gelijk zuchten: „Ya Allah! Ya Allah!"
(o God, o God
De wreedheid was in den ouden tijd nog
grooter. In de graven van Eeui-Hassan
vindt men een schilderwerk waarop een
man is afgebeeld, die voorover gehouden
wordt door twee andere mannen, terwijl
een derde de voeten van het slachtoffer
vasthoudt, en de gerechtsdienaars hem op
zijn blooten rug slaan, zoodat iedere slag
hem het bloed uit het lichaam perst.
Ziet gij nu hoe het den Farao's is mo
gelijk geweest zulke prachtige gebouwen
te zetten?
Zij kostten hun niets aan arbeidsloon,
niets dan de tranen en het bloed der
werklieden en tranen en bloed zijn
een goedkoope drank voor duivels.
Steenen zonder stroo. Dat wil zeggen
Steenen moesten zij bakken, de kinderen
Israels, maar 't voor de bereiding noodza
kelijke stroo werd hun niet meer ver
schaft. Zij moesten het zeiven gaan
zoeken.
Steenen werden gewoonlijk vervaardigd
„gemalen stroo", stroo dat fijngestampt
■was door de pooten der ossen op den
dorschvloeren toen dit gemalen stroo
den werklieden onthoudeu werd, moesten
zij hier of daar wat halmen van een
korenveld plukken, of biezen garen langs
den waterkant.
Dat 't zoo gegaan is, ziet men aan de vele
steenen muren in Egypte, waarvan de on
derste lagen uit met stroo vervaardigde
Spreek uit Telmeedzj.
steenen bestaan maar de hoogere lagen
uit steenen die bewerkt zijn met ruw
stroo of met biezen van den oever der
rivier.
En welk voedsel kregen zij
o, Hardvochtigheid is altijd een kenmerk
der Egyptische heerschers geweest
De landbouwer betaalt thans nog 70
procent van de opbrengst zijns lands aan
belasting.
Maar dat is geen belasten meer, 't is
dooddrukken.
En wat de kinderen Israëls te eten kre
gen was nauwelijks voor een houd eet
baar; hunne kleederen waren een en al
lompen; hun dak was de gloeiende hemel
over dag en de sterren des hemels bij
nacht.
Gevolg van de slavernij waarin het volk
zich onder de regeering van Pharao en 't
bestuur van zijn grootvizier of eersten
minister Jozef, door nood gedreven ver
kocht had.
Het gouvernement was eigenaar gewor
den van al de Hebreërs. Onbeperkte en
onbetwiste StaatsalmachtWee dien dag
wanneer zij hier ingevoerd werd. Dat zou
de herleving zijn van die oud Egyptische
tyraunie, waarvoor de Heere onze God
nooit iets anders dan roodgloeiende blik
semschichten heeft gehad.
Door zulke onverstandige maatregelen
werd Israël in Egypte tot slavernij ge
bracht tot hun geroep in den hemel op
klom en de Heere hen uitredde.
De last van Egypte.
En nu drukt haar nog wel de last der
woestijnen en van het Mohamedanisme
doch irrigatie en evangelie zullen naar
't profetisch woord deze lasten eenmaal
wegnemen opdat letterlijk en figuurlijk de
zandzee bloeie als een roos.
Maar de last der verdrukking werd
weggenomen; en waarin had die zijn
hoogtepunt bereikt?
In 't bevel: steenen bakken zonder stroo.
Hiermede was de maat vol gemeten. Het
was de druppel die den emmer deed over-
loopen.
Toen gaf Jehova uitkomst door teeke
nen en wonderen, door wraak over den
verdrukker te brengen in zijn volk, zijn
huis, zijn zoon, zijn leven.
Die verdrukking nu zoo zegt ds.
Talmage ongeveer, na de inleiding waarvan
wij hierboven de samenvatting gaven.
Die verdrukking duurt nog altijd voort.
Niet letterlijk, gelijk ze in Egypte ge
stuit werd; maar figuurlijk, overal, ook
onder ons, en in veel erger zinte vree-
selijker wanneer er de Christennaam door
bezoedeld wordt.
Enkele bladzijden uit zijn preek gaan
wij overschrijven.
En die verdrukking duurt nog altijd
voort Van uwe vrouw een behoorlijke
kleeding en een welvoorziene tafel te
eischen, zonder er haar de noodige midde
len toe te verstrekkensteenen zonder
stroo Schoolbesturen die in hunne scho
len een nauwgezet en vruchtbaar onder
wijs verlangen, zonder den onderwijzer
een behoorlijk tractement te geven steenen
zonder strooRegeeringen die van de
Kamerleden en rechters en burgemeesters
en politiebeambten een algeheele toewijding
aan de publieke zaak en aan de belangen
des volks eischen, doch tegen een ver
goeding die misschien ruim genoeg was
in een tijd, toen men met vijf-en-twintig
cents evenveel doen kon als met een
gulden nu, maar die in dezen tijd niet
meer voldoende is om hun invloed en
prestige te bewaren: steenen zonder strooi
In vele deelen des lands eischen de kerken
van hunne predikanten gespierde leerrede
nen en met hart en ziel vervulde ambts
plichten tegen uitkeering van een honger
loon. Geestelijke Cicero's tegen duizend
gulden 'sjaars: steenen zonder stroo Dat
is één der redenen, waarom er zooveel
misbakken steenen ziju. In alle steden
en dorpen en vlekken vindt ge ongelijke
steenen, of steenen die brokkelen, of stee"
nen die in 't geheel geen steenen zijn-
Behoorlijk betaald werk is veel meer
waard, dan slecht of onbetaald werk.
Méér stroo dan komen er wel betere
steenen
Maar in alle landen en steden zijn er
Farao'ssomtijds is het Kapitaal een
Farao, en somtijds is de Arbeid een Farao.
Wanneer het Kapitaal bloeit en veel per
centen van zijn geldbeleggingen maakt,
en weigert om rekening te houden met de
nooden der werklieden, en hen behandelt,
als zoovele menschelijke machines, of hunne
zenuwen en spieren niet hooger schat dan
de riemen om de vliegwielen in de fabriek,
dan is het Kapitaal een Farao. Maar
aan den anderen kantwanneer de werk
lieden, zonder acht te slaan op de zorgen
en de finantieele moeilijkheden der firma
waarbij zij in dienst zijn, en in een tijd
als de firma haar best doet om een prach
tige bestelling te krijgen, en zij al hare
werkkrachten noodig heeft om die ten
uitvoer te brengen, als dan in zulk
een tijd de arbeiders een werkstaking op
touw zetten en zij hun patroons de bi'-
terste ongelegenheid en de vreeselijkste
verliezen berokkenen, dan wordt de
Arbeid een Farao van de ergste verdruk
king, en heeft hij de oordeelen Gods te
wachten
Toen ik in December 1889, in het
Museum te Bonlac (Egypte), de mummiën
der oude Farao's bezichtigde, van diezelfde
ongeloovigen die eeuwen lang als duivels
geregeerd hebben, en ik daar hunne tan
den en hun haar en de nagels hunner
vingers zag, en het strak gespannen vleesch
over hunne wangbeenderen, al de
sarcophagen dezer doode monarchen daar
naast elkaar en ik door dit schouw
spel zóó overweldigd was, dat ik mij
slechts met de grootste moeite van de
plek verwijderen kon, toen had ik niet
de laatsten der Farao's gezien. Farao
dacht dat hij iets moois deed, iets slims,
iets afdoends en beslissends, toen hij tot
totale uitroeiing der Israëlieten in Egypte
bevel gaf, dat al de Joodsche knaapjes
ver moord zouden worden. Maar hij vond
het niet zoo mooi en zoo slim, toen zijn
eigen eerstgeborene dien nacht door den
engel des verderfs dood ,werd nederge-
worpen op den mozaïekvloer aan den voet
der witmarmeren zuilen van het paleis
L aaf al de Farao's daar een waarschu
wen d voorbeeld aan nemen. Sommigen
van de ergsten hunner vindt gij op kleine
schaal in de huishoudens, b. v. wanneer
de man, omdat zijn arm sterk en zijne stem
luid is, zijne ongelukkige vrouw tot een
leven van huiselijke slavernij doemt. Er
zijn duizenden van die toestanden, waarin
de vrouw levenslang een slavin is, hare
meening onopgemerkt blijft, haar smaak
en haar gevoel beleedigd worden, en haar
bestaan een en al jammer en ellende is,
ofschoon de wereld er misschien niets van
weet. Het is een Farao, die daar zit aan
het hoofd van die tafel, en een Farao die
dat huis tyranniseert. Er is geen afgrijse
lijker Farao, dan een huiselijke Farao.
Er zijn duizenden vrouwen, voor wie de
dood een overgang is uit Egypte naar
Kanaan, omdat zij er door verlost worden
vaneen wreedaardigen „aandrijver." Welk
een driewerf gevloekt monster is die man,
die zijne vrouw voortdurend beangst doet
zijn voor elke uitgave ten behoeve van
het huishouden, en haar telkens met be
zorgdheid doet vragen, hoe zij zonder
vernederende raadpleging en verontschul
diging een vrouwelijk kleedingstnk of
iets van de modemaakster zal kunnen bin
nensmokkelen I
En wie is de man, die zoo te werk gaat
Zes maanden geleden zond hij om het
hart dier vrouw te winnen haar bijna
eiken dag een ruiker bloemen, met een
wit lint saamgebonden, begeleid door een
roerend minnedichtje, nam hij haar
mede naar concerten en schouwburgen, en
hielp hij haar in de trams en de rijtuigen
stappen, alsof zy een prinses was, en liep
hij zoo vlug als een haas de kamer door,
om haren zakdoek op te rapen, en op
den trouwdag zeide hij op alles, wat in
het huwelijks-formulier van hem gevraagd
weid„Ja ik, van ganseher harte met
een ernst en een nadruk, die de bewon
dering van al de toehoorders gaande maak
te. Maar thans misgunt hij haar drie
centen voor een postzegel, en ergert bet
hem, als zij op een regenachtigen dag
met den tram gaat, omdat het loopen niets
kost. Hij vindt thans dat zij akelig dom
en onnoozel is, en hij gaat te keer als een
duivel terwijl hij haar toebrult„Waar
heb je dien nieuwen hoed nu weer van
daan gehaald Daar gaat mijn goede
geld maar mee op Waarom staat er nog
niets op tafel Het is al lang twaalf uur
Noem je dat koffie Waarom zit je nu
weer te grienen Kom, maak wat voort
en haal mijn pantoffels eens! Waar is de
krant?" De toon, de blik, het ongeduld,
de wreedheid van een Farao
Daarom zien vele vrouwen er zoo schuw
en mistroostig uit. O Faraogij moest
liever uw ijzeren hiel van den hals dier
vrouw afnemen, anders zal God u wel
helpen, dien hiel weg te trekken Zij zegt
niets. Om tot eiken prijs een schandaal
te vermijden, blijft zij zwijgen maar hare
tranen en jammerklachten zijn opgeteekend
in een gedenkboek, waarmede gij voor
zeker eeumaal kennis zult hebben te ma
ken, even zeker als Farao zich had te
onderwerpen aan den hagel en den bliksem
en de duisternis en den engel des doods
God heeft nooit of nimmer aan eenig man
het recht gegeven, een vrouw te tyranni-
seerenEn welk een Judas van valsch-
heid zijt gij, om daartoe misbruik te ma
ken van hare trouwbelofte, nu zij zichzelve
niet kan helpen of redden, en dat onder
beschutting van uw eigen dak, waardigen
naneef van Farao den Egyptischen ver
drukker Er is een rampzalige misstand
in een huishouden, waar de vrouw niet
naast, maar beneden den man staat. Geen
plaats op deze wereld voor nog meer
Farao's
Wij voegen aan dit uittreksel niets toe,
om den indruk van dit tot de consciëntie
van menig patroon en huisvader sprekende
woord niet te verzwakken.
Yinde het een goede plaats
20 Oct. '97.
Bij beschikking van den Minister
van Marine is aan den loodssehipper der
le klasse, H. J. But, op diens verzoek
met ingang van 1 November a.s., wegens
meer dan 40-jarigen dienst eervol ontslag
uit den loodsdienst verleend met recht op
pensioen, en zijn met ingang van denzelfden
datum bevorderd
tot loodssehipper le klasse, de zeeloods
J. Walravetot zeeloods, de loodskweeke-
ling le klasse, II. W. But; tot loodskwee-
keling der le klasse, de loodskweekeling
der 2e klasse, W. J. van Thiel Berghuis,
en tot loodskweekeling der 2e klasre, de
matroos bij het loodswezen in het 6e distriet
C. H. Willemse.
Een interpellatie. De socialistische
afgevaardigde, de he'er Yan der Zwaag
zal den minister van justitie interpelleeren,
dat wil zeggen inlichtingen vragen over
de uitzetting van Karl Biller en Louise
Kronauer.
Bedoelde Biller, schoenmakersgezel, is
uit Duitschlaud gevlucht, omdat hij wegens
majesteitsbeleediging is aangeklaagd. Die
aanklacht geschiedde door Kronauer, de
echtgenoot van de vrouw die met Biller
Duitschland heeft verlaten. Yolgens de
V orwarts heeft men Biller en Louise de
keus gelaten waarheen ze wilden gaan en
zouden ze zich naar Engeland hebben be
geven.
De bewuste Kronauer is iemand, die
zichzelf anarchist noemt en indertijd met
de redactie van de Berlijnsche Socialist in
betrekking stond.
Uit Lombok zijn wederom bijzonder-
hedan te vermelden, eveneens ter aanval
lig van vroeger ontvangen telegrammen.
De controleur te Praja vroeg militaire hulp
ter beteugeling van het driest optreden
van rooverbenden. Deze hadden de gevan
genis aldaar in brand gestoken, waardoor
zware misdadigers ontsnapten. De bende
die zich verschanst had aan den noordelij
ken rand van 't bosch van Praja, werd
door een kolonne 100 man infanterie en
12 cavaleristen sterk, onder bevel van den
kapitein Piatt, verdreven en vluchtte met
achterlating van 20 dooden. Onzerzijds
sneuvelde de 2e luitenant der infanterie
Nunnink en de fuselier Gradler.
Personeele belasting. Wij meenen som
migen onzer lezers geen ondienst te doen
door hen te herinneren, dat de laatste
termijn van de personeele belasting thans
moet betaald worden in de maand Novem
ber, en niet meer in de maand Maart,
zooals vroeger het geval was.
Koffie en suiker uit Indië
Enkele leden der Tweede Kamer wensch-
ten dat een gedeelte der in Nederland te
verkoopen koffie, niet enkel in Amsterdam
en Roterdam, maar ook in de pakhuizen
te Dordrecht, Schiedam en Middelburg kon
worden opgeslagen en verkocht, en dat ook
zeilschepen voor het vervoer van het pro
duct iu aanmerking zouden komen.
Eenige leden vroegen staatshulp voor
de door de steeds dalende suikerprijzen
achteruitgaands suikerindustrie op Java,
waartoe zij afschaffing van het uitvoerrrecht
onvoldoende rekenden.
In de najaarsvergadering dezer Staten
zullen o. a. de volgende voorstellen van
het Gedeputeerd College worden behandeld
tot intrekking van het in de zomerverga
dering van 1897 vastgestelde reglement
op de verveningen en tot vaststelling van
een nieuw reglementtot wijziging van
het reglement op de tramwegen omtrent
het verzoek van W. Moelker c. s. om
wijziging van het besluit der Stateu, waarbij
subsidie is verleend voor den wagendienst
tusschen Tholen en St. Maartensdijk en
aangaande een verzoek van het bestuur van
aen Isa&el/apolder benoorden Aardenburg
om een renteloos voorschot voor wegsver-
betering.
Verder tot vaststelling van een reglement
betreffende den veeartsenijkundigen dienst
in de provincie Zeeland, ter vervanging
van het reglement betreffende den veeartse
nij kundigen dienst en politie in de provincie
Zeeland tot het verleenen van een subsi
die gedurende drie jaren aan de afdeelicg
Zeeland van het Nederlandsch Rundvee
stamboek naar aanleiding van een adres
van de heeren F. C. O. M. Hombach te
Hulst en C. A. H. Wagtho te Tholen,
voorzitter en secretaris der afdeeling Zee
land Nederlandsch Paardenstamboekom
trent de vitkeering van het subsidie uit
de Provinciale fondsen ter bevordering en
aanmoediging der paardenfokkerij aangaan
de een adres van de afdeeling Middelburg
van den Algemeenen Nederlandschen Typo
grafenbond in Nederland omtrent het wer
ken op Zondag tot wijziging der begroo
ting van de enkel Provinciale en huishou
delijke inkomsten en uitgaven over 1897
en tot wijziging der begrooting van de
enkel Provinciale en huishoudelijke inkom
sten en uitgaven over 1898.
Do ondernemers van den wagendienst
tusschen Tholen en St. Maartensdijk ver
zoeken wijziging van het besluit der Staten
waarbij voor dien dienst gedurende twee
jaren een subsidie uit de Provinciale fondsen
is verleend.
Zij hebben bezwaar tegen de hun opgeleg
de verplichting, om dien dienst ook op
Zondag uit te voeren, daar op dien dag
geen verkeer van vreemdelingen plaats heeft.
Haar Ged. Staten meenen lag het niet
in de bedoeling der vergadering, om uit
voering van den den dienst op Zondag yer