NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH lo. 8. 1897. DMag 19 ©cfo6er. tuiaaffiCe faacptig. VERSCHIJNT F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VA.N G. M. KLEMKERK, te Goes en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. De benoeming van den beer C. Verhage, een bekend antirevolutionair woordvoerder te Middelburg, tot lid der commissie van toezicht op het lager onderwijs in zijne vaderstad heeft heeL wat geschrijf veroor zaakt in 't liberale blad te dier plaatse. Eerst schreef de redactie een woord van verbazing en leedwezen over deze benoe ming, terwijl een inzender, zich noemende „voorstander van het openbaar onderwijs" 't onmogelijk kwam aohten dat de voor zitter van de Vereeniging voor Gereformeerd Onderwijs 't openbaar lager onderwijs kan behartigenen „Iemand die de volksont wikkeling lief heeft" het onverantwoord vond dat de raadsleden, wier namen hij op vordert, zoo „met de belangen van het openbaar onderwijs spelen". Gelukkig redresseert zich dit weer wel. De gemoederen worden al kalmer, dank zij 't bezadigd, nuchter, kalmeerend woord van de heeren Heijse en de Witt Hamer en de leuke, alleszins afdoende wedervraag van een zich noemende „voorstander van 't Christelijk onderwijs" of een liberaal schoolopziener, zonder zijn beginselen te verloochenen, zijn plichten even goed en onpartijdig vervullen kan tegenover het bijzonder als tegenover het openbaar on derwijs. Een vraag die niet anders dan bevestigend kan worden beantwoord, en tegelijk de bewering van den „voorstander van 't openbaar onderwijs" en van „iemand die de volksontwikkeling liefheeft" en van de Middelburgsche Courant weerlegt als zou de heer Verhage door ziju liefde voor gereformeerd onderwijs niet tevens door een onpartijdig, ernstig toezicht het openbaar onderwijs kunnen behartigen. Ons komt al dit geschrijf over eene on- noozele benoeming van één man in eene commissie als deze tamelyk onnoodig voor. Wij begrijpen eigenlijk niet waarom men er zoo'n drukte over maakt. Was bij v. het geheele college omgezet, of had men de trouwe bewonderaars van volks ontwikkeling door een stel onwetenschap pelijke, wetveikrachtende, 't volksgeluk ver woestende vandalen vervangen, wij zouden al dat partijgeschreeuw ons kunnen ver klaren. Maar nu Er is maar éen man in dat college voor de volksontwikkeling gekozen, een gewoon liberale mynheer dien men door een radi caal vervangen wou, krijgt een antirevo lutionair in zijn plaats ziedaar alles. En men erkent het zelf een van de beste uit de velen die van jaren her de bewijzen kunnen leveren dat zij niet alleen met den mond maar metterdaad, niet zelden boven vermogen voorstanders zijn van volksontwikkeling. Voila tout. Maar helaas, bet is weer het oude liedje. Een deel der liberalen, gelukkig lang niet allen meer, zijn nog steeds van mee ning dat het esprit alleen schuilt bij hen en hunne vrienden dat de antirevolutio nairen een soort menschen zijn die buiten de maatschappij behooren of in een land waar de zon nog om de aarde draaiten dat de openbare school hun heilig huisje is, waaraan men niet raken of schoon wel mee betalen mag. Gelukkig dit geslacht sterft uit. Maar dat aan een vooï uit strevend democratische redactie als die der Middelburgsche Ceurant dit nog moet her innerd worden, strekt haar heusch niet tot eere. Wij voor ons wenschen de commissie v^n toezicht geluk met de aanwinst van degelijk lid als de heer Verhage is en den heer Verhage met het stof dat zijne benoeming heeft opgejaagd. Deze eerste keuring is meegevallen. Onder opmerking dat zij 't met haar nieening omtrent de politieke richting van den heer v. Karnebeek wel goed voor ge had heeft, meldt de Midd. Crt. dat genoemd Kamerlid en Oud-Commissaris des Kouingsin onze provincie met den heer W. H. de Braijn van Melis- en Mariekerke, burge meester van Koudekerke, en vrouwe P. P. C. Boddaert wed. J. C. de Bruyn te Middelburg tot de oprichters behoort der naamlooze vennootschap tot exploitatie van Het Christelijk Dagbladvan den Chns.e- liik historischen kiezersbond. In het kabinet Heemskerk was de nu Christelijk Historische heer v. Karnebeek, de meest fanatieke tegenstander der Chris telijk Historischen. Den gebondenen loslating uit de gevan- S In hoe geheel anderen zin dan 't door den profeet bedoeld werd, is men er in onze verlichte eeuw op uit den gevange nen 't gevangenisleven te veraangenamen, te bekorten, te onthouden. Na afschaffing der doodstraf kreeg men de voorwaardelijke invrijheidstelling. Daarna bouwde men gevangenissen met ruime, flink verwarmde en verlichte cellen, zoodanig ingericht dat zij den misdadigers de gelegenheid openen tot gezelligen kout en nu wil men ook de preventieve hech tenis absoluut afschaffende te lange celstraf doen vervallen. Men vreest dat het te langdurige zit tend leven den gevangenen lichamelijk schade doet. Die groote attentie voor de gevangenen doet vreezen dat de philautropie onzer eeuw er niet gezonder op wordt. Hier dreigt ze ziekelijke overdrijving te worden. De heer v. d. Zwaag revol. socinlistisch afgevaardigde voor Schoterland heeft in de tweede kamer tegenover den occonoom (minister) Pierson dien hij onder handen nam over den eenzijdigen inhoud der Troon rede, volgehouden dat de algemeene ach teruitgang in den lande ook blijkt uit het verminderde vleesch- en spekgebruik. Blijkbaar kon niemand hem weerleggen. Maar de heer JKerdijk is naar huis gegaan en heeft een onderzoek ingesteld in de jaarboeken van de Centrale Commissie voor de Statistiek, en hij is zoo gelukkig van te kunnen aantoonen dat v. d. Zwaag het mis heeft. Het vleesch- en spekgebruik is toege nomen. iit Wat betreft 't rund- en kalfsvleesch, let men op 't aantal geslachte beesten en den invoer van versch, gezouten, gerookt ot gedroogd vleesch in de laatste veertig ja ren dan blijkt een gestadige klimming in de verhoudingscijfers per hoofd der be volking behoudens een enkele uitzon dering. Bijv. van 1857—61 was het verhou- dingscijfer 98. Vier volgende jaren 132. Nog later 145. Dan 153. Dan 164. Van 1882—86 was 't minder, n.l. 151; dan weer 166. Maar dan ook weer 152; en (lus heeft v. d. Zwaag op dat punt zeker be paald gelijk gehad. Maar in zake 'tspek heeft hij t mis. Per 100 hoofd der bevolking zijn ver bruikt Van 1853-56 elf varkens; en dat cijfer blijft elke volgende vier jaar klimmen, tot 13 en 14 en 17 stuks per 100 inwoners. Dit laatste gemiddeld cijter is 't resultaat van 1892 tot '96. Evenwel, wat bewijst de toegenomen algemeene welvaart voor de bijzondere welvaart eener bepaalde klasse Immers niets. De toeneming kan gevolg zijn van de toeneming in een bepaalden stand, waarmee zelfs afneming van verbruik in een ande ren stand kan gepaard gaan. En dat zou men immers moeten weten. De eerste nationale lepra-conferentie heeft tweeërlei aan het licht gebracht in betrek king tot de behandeling van melaatschen. In de eerste plaats dat de wetenschap Mg geen kruid wassen weet ter gene zing van deze zeer besmettelijke huidziekte. In da tweede plaats dat sprekend of zwij gend wordt toegegeven, dat isoleexen ge lijk Mozes 'tin zijn voortreffelijke reini- gingswettea welke hij rechtstreeks van den Heere ontvangen had, zoo breed voerig heeft voorgeschreven, nog de beste methode schijnt om de ziekte te stuiten of althans minder schadelijk te maken. De wetten aan Israel gegeven, zijn van zoo ouden datum, dat vele zoogenaamde christenen, en niet eens altijd ongeloovi- gen, er geen notitie meer van nemen. Die wetten zijn al 35 eeuwen oud. En toch een schat van hygiënische, staathuishoudkundige en zedelijke voor schriften bevatten zij die zelfs voor onzen door en door wijzeu en wetenschappelyken tijd nog tamelijk wel zouden passen. Wat moet hier boven staan Het vers is van Bilderdijk. Gevoelens, ja, die God onteeren, Mag ieder in de kerk wel leeren, En dat met mond en pen te keeren Is dwingland^ De Dordtsche vadeis zijn tyrannon, Met nieuwigheden uit te bannen Maar wij, die thans de vierschaar spannen, Wij feilen niet. En, niet met ons te willen denken Weetspannig zijn aan onze wenken, Is 'thoog gezag der wijsheid krenken, Die Thands gebiedt. Gelijfstaffierd met maandbladschrijvers, Doorblaakt van 't vuur des heldenijvers, Vervolgen wij die stijve drijvers Van 'toude licht. (Bilderdijk). Naar aanleiding van den strijd, hier en daar ontbrand over de collecten aan de huizen, dringt de Standaard aan op wij ziging van artikel 13 der wet op het Arm bestuur. Wat verandering behoeft is het arbitrair karakter van het stuitingsrecht dat thans het Gemeentebestuur bezit, zegt zij. Dat stuitingsrecht behoort aan vaste re gelen te worden gebonden. Wij zijn 't hiermede eens. Stuitingsrecht is goed, maar 't dan ook royaal toegepast. Niet schijnbaar 't stuiten nalaten; doch door een soort vaderlijk vermaan aan de ingezetenen, schoon bedektelijk, toch de collecte onmogelijk maken. In dezen zijn er ook voor de Overheid maar twee wegen. Of stuiten met recht van beroep, gelijk artikel 13 wil of begaan laten, zonder eenigen rechtstreekschen of zijdelingschen wenk om niet of weinig te geven. Immers voor wat dit laatste aangaat, beroepen wij ons op een specialititeit als mr. Van Houten die als minister, toen hij adviseerde 't stuitingsbesluit van Zwolle's gemeentebestuur te vernietigen, de meening uitsprak dat bet niet ter beoorieeling en beslissing van een gemeentebestuur staat in welke mate de ingezetenen meenen te moeten en te kunnen bijdragen tot onder steuning aan beboeftigen. Verleden week is de tweede aanbouw van Dennenoord in gebruik genomen. Dennenoord is de derde inrichting van de Vereeniging tot Christelijke verpleging van Krankzinnigen en Zenuwlijders, die in Veldwijk en Bloemendaal baar twee eerste stichtingen voltooide. Inderdaad, daar is reden tot dank. Wie had, bij de oprichting der Veree niging, durven denken dat God de Heere deze planting zóó rijk met zijn zegen zou bedauwen. Maar boven bidden en denken is het ook in dezen arbeid wel gemaakt. Moge ook deze stichting toenemen en bloeien, zoolang er belaas lijdenden op aarde zullen zijn, tot heil dergenen die aan haar worden toevertrouwd. Zekere heer Bymholt breekt in de Iele- graaf een lans voor de bevrijding van mr. J. W. Spin uit zijne gevangenschap op Veldwijk. Deze mr. Spin, een jong Haagsob advo caat begon een tiental jaren geleden zijn loopbaan als advocaathij noemde zich antirevolutionair. Doch dit antirevolutionair bleek wel wat van den konden grond te zijn. Na eerst eenige geestdriftige broohuretjes geschreven te hebben over 't ministerie Maekay, liet hij zich al spoedig afdrijven naar socialistische wateren en toen in de Kamer de heer Domela Nieuwenbuis ge zinspeeld had op 't aandeel van den mi nister Lohman in 't Nieuwe kerk-conflict van '86en de heer Lobman hem gesom meerd had zijn aanklacht te herhalen in een vorm dat hij den man voor den strafrechter kon trekken was het de heer mr. J. W. Spin, de ex-antirevolutionair, die den heer Lohman wij meenen in Recht voor allen aanviel over dit conflict en wel zoo dat een aanklacht door den minister werd ingediend. Doch zie, toen de justitie de zaak in handen nam bleek de delinquent in zijn hoofd te zijn. Dit was te betreurenwant nu kon de laster of de valsche voorstelling, bijv. in verkiezingsdagen goede diensten blijven bewijzenen gelijk men weet de heer Boissevain heeft er in Het Handelsblad bij [de jongste verkiezingen nog een handig en vruchtbaar gebruik van gemaakt. Doch zie, nu komt bovengenoemde heer Bymholt vertellen dat Spin niet in zyn hoofd isdat hij geregeld in tijdschriften degelijke artikelen schrijft; belangstelt in alle mogelijke vraagstukken van den dag; in 't Friescke Volksblad de invrijheidstel ling der gebroeders Hoogerhuis bepleit, enz. Nu weet men ook dat men al deze din gen doen en toch krankzinnig wezen kan. Bovendien zullen dr. Schermers en dr. Van Dale wel weten hoe goed of hoe kwaad 't met de zintuigen van mr. Spin staat. Die heer Bijmholt vergist zich dan ook als hij waant dat mr. Spin opzettelijk wordt gevangen gehouden. Zulke dingen doet men op Veldwijk niet. En bovendien velen hopen er op dat mr. Spin volkomen herstelt, ook opdat deze rechtszaak in 1890 door 's mans invallende verstandsverduistering gestaakt, kunne her vat worden en ,,'t schandaal met de Nieuwe Kerk" eens in 't juiste liebt kunne worden gesteld. 3f De heer Joost Karres, koster in de Nieuwe Kerk, met wiens hulp in '86 de kerk uit handen van de „doleerenden" in die der „synodalen" overging, is Donder dag overleden. Onlangs werd door een inzender in een der Roomsche bladen de wensoh geuit, dat militairen voortaan afzonderlijk zullen moeten reizen. Nu was hij voortdurend geërgerd geweest door het gevloek van militaire reisgenoolen. De conclusie des inzenders was, dat brave menschen toch niet in eene kazerne kunnen worden op gesloten met anderen, die zoo vloeken, en daaruit bleek, dat het plan tot invoering van den persoonlijken dienstplicht hem nog meer ergerde. Toch vreezen wij, zegt het Nid. Dagblad, dat zyn argument die iuvoering niet zal vertragen. De vraag is niet, hoe of het kazerneleven nu is, maar hoe het worden zal, als de persoonlijke dienstplicht is in gevoerd. De ergste vloekers en drinkers zyn juist altijd de remplaganten. Worden zij verwijderd dan zal het zedelijk peil der soldaten belangrijk rijzen. Reeds nu is het beter dan vroeger. De officieren zelf geven het voorbeeld door niet meer, zoo- sal vroeger, hunne bevelen met vloeken te vermengen. De kazerne, zeide onlangs een officier, is tegenwoordig bijna eene jongemeisj es-kostschool, en al laten wij die uitspraak ook geheel voor rekening van onzen zegsman, zoo zijn wij volkomen over tuigd, dat de tegenstanders van den per soonlijken dienstplicht niet minder over- dry ven dan hy. De Utrechtscbe gemeenteraad heeft het gebed afgeschaft. Dat hebben de heeren niet meer noodig. Ze zijn knap genoeg. 'i (In de afdeeling Patrimonium van Utrecht denkt men daar anders over en namen de volgende motie aan, die aan den Raad is ge zonden „De afd. Utrecht van 'tNed. Werklieden verbond Patrimoniumvolgens art. 1 zijner statuten in de overtuiging staande, dat Gods Woord en traditiën onzes volks de ver trouwbare grondslagen eener Christelijke maatschappij uitmaken, beeft met diep leed gevoel kennis genomen van 't besluit van den gemeenteraad van ouze stad om voor taan de voorlezing van 't gebed bij de ope ning zijner vergaderingen na te laten". Wij kunnen ons best {verklaren dat de heer Lohman bij 't uiteengaan der tweede kamer op jl. Vrijdag zal gezucht hebben men behoorde van Greta niet afgevaren te zijn. Hy heeft zich tegen 't opvragen van alle stembriefjes uit j't kiesdistrict Sneek van den beginne verzet. Had men volgens zijn advies alleen de bus van Woudsend opgevraagd en voorts recht gedaan inzake de ontkiezering van de twee kiezers, dan was de herstemming vernietigd geworden. Men wilde 't echter anders. Alle stembriefjes moesten opgevraagd. En zij zyn opgevraagd, nagezien en nog eens nagezien, met volkomen denzelf den uitslagv. Gilse zit er in met de mogelijkheid dat aan Cnossen en Douma belet werd hem er uit te houden. Maar nu is door dit besluit om alle stembriefjes na te zien een sneeuwbal aan 't rollen gegaaneen sneeuwbal die al grooter wordt en niet tot staan te brengen is. Want nu had de commissie enkele brief jes ongeldig verklaard, die behalve de gezwarte stip ook krasjes bevatten, welke als herkenningsteeken hadden kunnen dienen. Zeer terecht. Maar nu kwamen de heeren Kerdijk en Veegens de uitlegging der com missie in zake Cnossen wraken en ook de „lichtvaardige" wijze waarop de commissie biljetten had goedgekeurd die insgelijks krasjes als mogelijke herkenningsteekenen bevatten. De commissie vond steun hij de heeren Troelstra, Drucker en Pijnappel, die er tegen opkwamen de Kamer 't werk te laten doen van een procureur bij de rechtbank en niet alle krasjes en vuile vingers als opzettelijke bewegingen in den zin der wet wilden doen doorgaan. De voorzitter stelde een nieuw onderzoek voor de heer Kuyper steunde dit voorstel doch nam 't tegelijk op voor een demo cratisch beginsel: 't geheim der stemming, en kwam tot de siotsom dat de commissie alle biljetten zal moeten schiften waarop meer is geschied dan het zwart maken van het stipje voor den naam van één candidaat, omdat eerst dan de Kamer met volledige kennis van zaken kan oordeelen. De Kamer nani met algemeene stemmen des voorzitters voorstel aan de commissie zal nu opnieuw aan 't uitzoeken gaan, de biljetten met of zonder vuile vingers, nagel- krasjes, potloodsehrapjes, enz. dienen te sor- teeron. en, daar de Kamer eerst 16 Nov. weder bijeenkomt, blijft voorloopig de toe stand van elk derSneeksehe candidaten alzoo dat hij er over in zit wie er in zit, hij of een ander. Inmiddels heeft deze quaestie ons nog wat te zeggen, zouden wij denken. Zou 'tniet goed ziju zwarte stemkaarten in te voeren Zwarte stemkaarten waar geen ander wit op gevonden wordt dan de namen der can didaten en de witte stippen. Alleen op die wijze zal men kunnen eischen dat op de stemkaart absoluut niets anders voorkome dan 't bewijs dat de gewenschte

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1897 | | pagina 1