NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH lo. 7. 1897. Mecifag 16 (Dcfo6ec. Ofamaffife. laacpng. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Bij dit nummer bekoort eeu bijvoegsel. Buitenlandscli Overzicht. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maande» franco p. pf 0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Met den winter in 't gezicht eene werk staking is een verschijnsel, waarop weini gen gesteld zijnen terecht. De werk stakingen toch zijn bronnen van groote ellende gebleken, hetzij door verkeerden opzet of door de overmacht van het kapitaal. Daarom ziet men ook in Engeland weder met zorg de uitbreiding aan die de werk staking aldaar verkreeg. De LondenscL^jketelmakers hebben thans gestaakt, omdat ae patroons van de Theeras- werkers den negennrigen werkdag willen invoeren en de ketelmakers den achturi- gen werkdag willen behouden. Dit laatBte schijnt voor sommige fabrie ken zeer bezwaarlijk te zijn. Een der grootste fabrieken in het East-end motiveert haar besluit om tot den negenurigen werk dag terug te keeren, aldus „De ervaring gedurende het afgeloopen jaar zoo schrijven de eigenaars van deze fabriek heeft bewezen, dat het werk, volgens dit systeem verricht, stellig meer kostte dan anders in weerwil van het feit, dat onze nieuwe fabrieken en moderne machinerieën en inrichtingen ons hij zonder in de gelegenheid stelden om (economischer te werken dan vroeger. Wg kunnen tevens verklaren, dat sedert wij vrij willig den achturen-dag invoerden, wij meer last hebben ondervonden dan te voren van de inmenging der verschillende am- bachtsvereenigingen in de regeling en ver deeling van ons werk. De overtuiging, dat ons eigen bestaan afhing van het onbe perkte beheer en de vrijheid in het drijven onzer fabrieken heeft ons zonder aarzeling er toe gebracht, om ons lot te verbinden aan dat van den patroonsbond." De stakers hebben echter goeden moed, de- wijlzij een belangrijken steun zullen genieten van de zijde der werktuigkundige arbei ders en de machinisten der locomotieven. Reeds besloten dezen f 12000 (1000 pond sterl.) te schenken aan de syndicaten en 12 duizend pond sterling al* renteloos voor schot te geven. Alle werklieden-syndicaten te Londen dragen geregeld f 12^ cent per hoofd en per week bij voor de stakers. Natuurlijk hebben ook de patroons Dog grooten mondvoorraad, zoodat hier weder een strijd van bard tegen hard te komen staat, waarvan men wel 't begin maar niet 't einde overziet, wel 't ideaal maar niet de vrucht in bezit heeft. En dan hoevelen zitten er niet aan zoo'n werkstaking vast, zonder er bepaald aan mede te doen. Daar hebt gij bij voorbeeld de kleine, niet bij den patroonsbond aangesloten firma's. Zij zijn als leveranciers voor een deel van de groote firma's afhankelijk en worden nu door dezen geboycot. Dientengevolge heb ben 21 firma's, die den achturigen werkdag hadden ingevoerd, hun werklieden gedaan moeten geven. Zou 't met Kreta weldra op orde komen? Het heeft er al den schijn van. De Porte zelf nam het initiatief en deed reeds voor stellen bij de groote mogendheden, onder (meer om aan de Kretenzen eigen bestuur autonomie) toe te staan onder een Chris ten gouverneur, mits 't er een zij vanTurk- sche nationaliteit. Evenwel zijn wij daardoor nog niet waar wij wezen willen. De Christenen en Mohamedanen zoo luidt het voorstel der verheven Porte zullen door Turksche troepen, wier aan tal zoo noodig zal worden vermeerderd, onder medewerking der nationale troepen ontwapend worden. En de gezamenlijke troepen zullen staan onder bevel van een Europeesch generaal in Turkschen dienst. Of bij aanvaarding van dit aanbod aan de Kretenzers niet een vrijheid van een vogel op de krnk, een onafhankelijkheid met een blok aan het been zou verleend worden, zal inderdaad de vraag zijn. De Kretenzers zullen er dan ook wel voor oppassen om dat aanbod aan te nemen. Het zou een nieuwe pijniging voor de hartstochten zijn, en een verlenging van den bijkans onhoudbaren toestand waarin de bevolking verkeert. Zelfs uit vroeger rijke provinciën hoort men dagelijks de wanhoopskreten opstijgen der hongerende bevolking. De oogst kan niet worden binnengebracht en de winter staat voor de deur. Ook zelfs in de hoofdstad zinken de bewoners al dieper in kommer weg. De zelf karig betaalde Turksehe troepen wor den bij uitdeeling der maaltijden omringd door honderden hongerende vrouwen en kinderen. Wat uit de magazijnen gestolen kon worden, is reeds lang verdwenen en eiken dag vermeerdert de nood. Dood en ziekte heerschen in de overvolle stad en de recht matige verontwaardiging, ook van Turken, tegen de Christen-mogendheden die door hunne weifelende, zelfzuchtige staatkunde deze toestanden bestendigen, wordt steeds grooter. Het nieuwe Spaansche Kabinet schijnt bij enkele Cubanen steun te vinden. Een aantal hunner, die voor de autonomie zijn d. w. z. onder suzereiniteit van Spanje moeten zich verbonden hebben met Sa- gasta samen te werken om de rust op het eiland te herstellen. En de Cubaan- sche afgevaardigden, die te Cadix gevangen gehouden worden, hebben verlof gevraagd naar hun eiland te mogen wederkeeren on der belofte dat zij den nieuwen bevelheb ber in zijn opdracht zullen steunen. Dit zou een niet te versmaden voordeel zijn voor Sagasta, dien het ernst schijnt zijn program nit te voeren. Het blijkt al meer dat generaal Weyler ook al de ware broeder niet was. Zijn uitlatingen tegen het nieuwe bewind, zijn dreigement om zich aan de Carlisten te verkoopen deed 't reeds vermoeden. Thans pleegde hij nog een daad die aan de pijl van den Parth denken doet. Hij heeft namelijk, alvorens zich naar Spanje in te schepen, vergiffenis aangeboden aan alle uitgeweken opstandelingen, met verlof om op Cnba terng te keeren. Dit kan natuurlijk 't nieuwe kabinet niet zeer aangenaam zijn, doch er tegenover staat dat de president der Amerikaansche repu bliek zich met Sagasta's plannen ingenomen betoont en al zijn invloed aanwendt om de insurgenten te bewegen de door Spanje aangeboden zelfregeering onder suzereini teit van Spanje aan te nemen. Mochten de opstandelingen aan zijn raad geen gehoor geven, dan zal hij met kracht het optreden der vrijbuiters tegengaan. Antwerpen zal de volgende week de gulle gastvrouw zijn der vertegenwoordigers van de Kamers van Koophandel der groote steden van de Rtjnprovinoie, Westfalen, Middel- en Zuid-Duitschland, welke heeren de havenwerken komen zien en besprekin gen voeren over het graven van het Schelde- Rijnkanaal, en over 't aanleggen van de booten der Noord Dnitsche Lloyd te Antwerpen. De koning zal eveneens allen een har telijke ontvangst bereiden te Laeken. De Christelijk democraten onder de Roomsche staatslieden en volksleiders komen zeer tegen deze verbroedering met de Duit- schers op. Antwerpen, zoo beweren zij, is toch reeds half verduitscht. Handel en in dustrie is toch voor 't grootste deel reeds in handen der 20.000 Duitschers, die een stad in de stad vormen, hun eigen scholen en kerken, vereenigingen, bakkerijen, slach tergen, enz. hebben, zelfs in den Gemeen teraad zitten slechts koopen bij hun lands lieden, aan 't hoofd staan van bijna al de af deelingen der Kamer van Koophandel, in de oud-Antwerpsche Vereenigingen, Har monie, Kunstenaarsclub den toon geven, en altijd spreken van „onze Schelde, onze schoone havens, onze stad". De Antwerpe naars van eenig doorzicht zien het alles in, maar hebben noch vaderlandsliefde noch geestkracht genoeg om de overweldiging te keeren, en de hoogere standen wonen huiten en te Parijs en bekommeren zich alleen om de aangelegenheden der plaatse lijke politiek. Natuurlijk beweert 't Conervatisme dat de Cbr. democraten met deze bewering slechts reclame bedoelen te maken voor eigen zaak. Maar men weet, in België zijn deze menschen, adres Abt Daens I bij hunne broeders niet getapt en vooral Daens niet, sedert, gemeend of niet, uit sympathie of uit staatkunde, wie zal 't zeggen, de socialisten in de Kamer diens critiek op 't conservatisme toejuichen en 't openlijk voor hem tegen de meerderheid opnemen. Het staat niet, die zwarte man onder de roodende abt tusschen Anseele en Destree, of tusschen v. d. Velde en Des- fuisseaux, maar aan wie de schuld, mag men in België wel vragen. 15 Oct. '97. Woensdag 20 Get. vergadert de Christelijk Nationale Werkmansbond in het gebouw Peperstraat te Gouda, onder voor zitterschap van den heer W. A. Genneken uit Rotterdam. De aandacht verdienen de navolgende voorstellen Van de afdeeling 's Gravenhage Kunnen er in het bondsorgaan niet meer stukken geplaatst worden, waarin maatschappelijke vraagstukken, in overeenstemming met Gods Woord, geplaatst worden Van de afdeeling ScheveningenWat kan de werkmansbond nog meer doen ten bate van den werkman Van de afdeeling GoesDe jaarverga dering van den Chr. Nat. Werkmansbond spreekt den wenscb uit, dat voortaan in „De Voorzorg" geen plaats meer worde afgestaan voor stukken, waarin politiek wordt behandeld. De afdeelingen der tweede kamer benoemden tot rapporteurs over hoofdstuk 7 B (Financiën) de heeren Pynappel, Mees ters, Bouman, v. Deinse (lib.) en v. d. Kun (k.)over hoofdstuk VIII (Oorlog) de heeren v. Vlijmen (k.) Seret en Kuyper (antir), Smeenge en Houwing (lib.)en hoofdstuk IX (Waterstaat) Tydeman, Bastert, Macaré en Conrad (lib.) en Loeff (k.) Het volgende adres is verzonden aan H. M. de Regentes. „Geven met den diepsten eerbied te kennen, ondergeteekenden Bestuursleden van de Vereeniging genaamd „Algemeene Bond Insulinde", goedgekeurd, bij Kon. besluit van den 7 December 1895 No. 30, Hoofdbestuur te Rotterdam. Dat door adressanten genoemde vereeni ging is opgericht in October 1894 met het doel, om het lot van Weduwen en Wee zen van militairen van Land-, Zeemacht en Koloniën beneden den rang van Officier, zooveel mogelijk te verbeteren en hun toe komst niet zoo duister te doen blijven als tot heden het geval is. Dat adressanten doordrongen zijnde van de netelige po3ifie, waarin zich thans de meeste dier Weduwen en Weezen bevin den en zulks hoe langer hoe meer toeneemt, door doeltreffende en gepaste middelen hieraan een einde willen trachten te maken; dat adressanten van meening zijn, dat die verandering en verbetering van het lot dier Weduwen en Weezen alleen van 's Rijkswege kan geschieden en wel door het oprichten van een generaal fonds, waaruit genoemde Weduwen en Weezen na het overlijden hunner echtgenooten en vaders, door het Rijk pensioen kan worden verleend dat adressanten wel hebben overwogen, dat daarvoor groote offers worden ver- eischt op flnanciëel gebied en deze met direct ten laste van 's Rijks schatkist kun nen worden gebracht, doch dat ieder ge pensioneerd, gegageerd en nog actief die nend gehuwd militair beneden den rang van Officier, een zeker procent van het inkomen dat hij van 's Rijkswege geniet zal afstaan aan het Rijk, tot vorming van genoemd Weduwen- en Weezenöfnds; dat het meermalen is gebleken, dat er Weduwen en Weezen van verdienstelijke Onderofficieren na korten tijd geheel tot armoede waren gekomen en zij ten einde raad, de hulp van meergegoeden of van armbesturen moesten inroepen, om niet ge heel door gebrek ten onder te gaan dat er wel zooveel mogelijk pogingen worden gedaan om aan de Weduwen eenige ondersteuning te geven, doch dat zulks gewoonlijk slechts voor ééns, doch niet van blijvenden aard is dat adressanten vermeenen dat, met het oog op het groot aantal gepensioneerde, gegageerde en gehuwd actief dienende mi litairen beneden den rang van Officier, bij een gelijkmatige storting van een btllijk procent vau hun inkomen, dat zij van het Rijk genieten, aan de achterblijvende We duwe en Weezen een pensioen zou kunnen worden verleend van 5 of 6 gulden por week dat het evenwel de bedoeling van adres santen is, dat het bedrag der stortingen voor elk belanghebbende door de Regee ring zal worden bepaald naar evenredig heid van het te verleenen pensioen, dat dan minstens 5 of 6 gulden per week zou moeten bedragen. Redenen waarom adressanten zich tot Uwe Majesteit wenden met eerbiedig ver zoek, om in het belang van duizenden Weduwen en Weezen hieraan wel een gunstig oor te willen verleenen, door met de bevoegde Autoriteiten te raadplegen, in hoeverre de oprichting van een generaal Weduwen- en Weezenfonds door het Rijk zou kunnen geschieden en dan de jregeling daarvan, het vaststellen van het bedrag der stortingen en de uitkeering der pen sioenen, eveneens door het Rijk te doen plaats vinden. Adressanten vertrouwen dat door Uwe Majesteit wel zal worden ingezien, dat een dergelijk fonds niet alleen zeer gewenscht, doch ook zeer hoog noodig is. Namens het Hoofdbestuur A. S. REULE, President. A. VAN MAANEN, le Secretaris, en 7 anderen. Vergadering van den Middelbnrgschen Ge meenteraad van 13 Sept. 1897. Bij ontstentenis van den Voorzitter wordt het presidium waargenomen door den Wet houder, den heer W. J. Sprenger, terwijl afwezig zijn de heeren A. P. Snouck Hur- gronje, F. G. Sprenger en W. A. van Hoek. Na voorlezing en vaststelling van de notulen der laatste zitting, doet de Voor zitter mededeeling van ingekomen stukken, o. a. eene missive van den heer W. A. van Hoek, waarbij hij, wegens vertrek uit de gemeente, ontslag neemt als lid van den Raad. De voorzitter verklaart met instemming der vergadering dat het heengaan van den heer Van Hoek een groot verlies is voor den Raad en voor de Gemeente en stelt voor 't gevraagd ontslag eervol te verlee nen onder dankbetuiging voor bewezen dienstenwaartoe besloten wordt. Alsnn zijn aan de orde verschillende benoemingen. Alvorens daartoe over te gaan, wordt op voorstel van den heer E. P. Sohorer, tot eene geheime zitting be sloten. Na heropening Jder deuren hebben de volgende benoemingen plaats a. van een lid der Commissie van toe zicht op het lager onderwijs. De voordracht van de Commissie bestond indertijd uit de heeren mr. M. J. de Witt Hamer en F. M. Wibaut. Buiten die voordracht om werd in de zitting van 14 Juni benoemd de heer A. A. Bekaar. Deze echter be dankte, waarna besloten werd de benoe. ming aan te houden tot na de September- vergadering der commissie. Die vergade ring heeft plaats gehad en de Commissie berichtte aan B. en W. dat zij, door het reeds vroeger inzenden van eene aanbe veling, van meeniug was aan haar mandaat te hebben voldaan. Benoemd wordt nu de heer C. Verhage met 8 stemmen, terwijl op de heeren E. P. Sohorer, F. M. Wi baut en M. J. de Witt Hamer respectie velijk 1, 1 en 4 stemmen waren uitge bracht. De heer Verhage verklaarde, hoe wel niet zonder schroom, de benoeming aan te nemen b. van eene onderwijzeres voor school B. De voordracht, opgemaakt door B. |en W. in overleg met den arrondissements schoolopziener na ingewonnen bericht van het hoofd der school, bestaat nit J. W. Meertens te Middelburg, A. A. G. Marx te Middelburg en H. G. Giljam te Vlacht- wedde. Benoemd wordt met 9 stemmen J. W. MeertensA. A. G. Marx en H. G. Giljam verkregen respectievelijk 2 en 3 stemmen c. van een geneeskundige in de gestich ten No. 1 (Gasthuis) en No. 3 (Burger weesbuis). Met 1 stem in. blancowordt, conform de voordracht van het bestuur der godshuizen en het burgerlijk armbe stuur, met 13 stemmen benoemd de arts J. Meijers d. van een leeraar in de oude talen en de oude geschiedenis aan het gymnasi um. De aanbeveling, opgemaakt door Cu ratoren over het gymnasium na verhoor van den Inspecteur, bestaat uit de heeren Dr. H. J. F. A. Wansink te Leiden, C. R. Vermaas te Delft en Dr. H, O. de Jong te Amsterdam. Benoemd wordt Dr. Wan sink met 9 stemmen, tegen 3 en 2, die resp. op de heeren Vermaas en Dr. de Jong waren uitgebracht e. van een lid en een plaatsvervangend lid der commissie van aanslag bedoeld in art. 18 15 der wet tot heffing eener belasting op de bedrijfs- en andere inkom sten. Met algemeene stemmen worden de aftredenden herbenoemdtot lid de heer J. J. van der Harst Cz., tot plaatsvervan gend lid de heer J. C. Frederiks. Alsnn komt ter tafel het voorstel van B. en W. tot nadere regeling der jaar wedde van den leeraar in de geschiedenis aan het gymnasium. In de zitting van 7 September hebben B. en W. voorgesteld die jaarwedde met f 700 te verhoogen. Met het oog op den toestand der financiën diende de heer van Dunné toen een amen dement in om die verhooging tot f 400 te beperken, waarna besloten werd de regeling aan te houden tot na de benoeming van een leerear in de oude talen en de oude geschiedenis, welke benoeming in de tegen woordige zitting heeft plaats gehad. Na de inlichtingen, die de heer van Dunné zegt nader ontvangen te hebben, en vooral ook omdat door het overlijden van eenige op wachtgeld gestelde personen uit een finantieel oogpunt de verhooging meer gerechtvaardigd wordt, trekt deze zijn amendement in, waarna het voorstel van B. en W. zonder hoofdelijke stemming wordt goedgekeurd. Met het oog op een besluit van B. en W. van 12 Juni 1863, genomen op een adres van mr. S. van der Swalme en J. van Slnijs ten aanzien van het slop in de Geere dat door het bestuur der Ambacht school in koop of erfpacht gevraagd wordt, stellen B. en W. voor dat bestuur naar dat besluit te verwijzen, aan welk voorstel de raad zonder hoofdelijke stemming zijne sanctie hechtte. Op een nader adres van W. K. Hering directeur-eigenaar van de stoomwasscherij „de Vlijt", andermaal verzoekende ook voor zijne inrichting toapasselijk te verkla ren de voor het gebruik van duinwater gunstige overgangsbepaling onlangs door den raad vastgesteld, stellen B. en W. voor andermaal afwijzend te beschikken, op grond dat in de stoomwasscherij vóór 1 November 1896 nog niet één meter water per dag verbruikt is,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1897 | | pagina 1