er
1 LOSSING
_ange Turf
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
'eietfioien.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
NOVEMBER.
♦IET of POP
che Hypotheekbank
u de Cologne
oopjongen
MEID,
dalburg
ADAM, Goes.
Wester-Schelde.
irt 1898.
de Tarwe.
at per pakje,
en Van Teijlingen,
tt 0111 kachels aan
3 maken.
M. van der Reit,
Is uitstekend.
ke Fabriek van
li Matrassen, van
PENNOCK,
MEID
1. 11,55c), nm. 3,25d)
1. 12,25c), 3,55
6. 1897.
3)otnfcttfag 14 ©ctoGct.
^«jaafftfe laatpng.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKKRK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Kwaal en Geneesmiddel,
BOTTERDAM.
KRIJGEN.
V pakjes voor Smet of
e,
de voor V2 Mud,
onder eerste hypothecair
Agenten.
NE LADING-
rorden ten spoedigste inge-
EESTE KWALITEIT
GOES.
A, Burg Middelburg.
lft, Middelburg,
iden solide nieuwe Veeren
eer-, Paardenhaar-, Wollen
assen.
sorteering WOLLEN- en
INS.
SPEK, concurreerende prijs.
MAAS Sr., Noordstraat.
en boekhandelaar A. A. W.
es.
ÏBSTOND
elbaren leeftijd, benoodigd
DT. te Koudekerke.
net November
B. M. BAKKER, Klarebeek.
vm.
nm.
10,20 nm 1,55
10,40 2,15
11,55 3.25d)
12,15 3,45
vm. 8,10.
n 8,40.
IS niet gemaakt,
lerd.
3.25 mar Breskens hoog-
minutsn,
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. pf 0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Eout gaat, wie bij de vraag naar de
oplossing der sociale kwestiezich er niet
telkens weer rekenschap van geeft dat
„op den bodem aller wagen der wereld
zondeschuld schuilten ontspanning van
den deerniswaardigen maatschappelijken
toestand alleen in terugkeer ligt tot ien
hoogsten Souverein.
Het dreigend gevaar, waarin de heim-
daagsche maatschappij verkeert, besttat
niet daarin, dat er thans zooveel araen
en ellendigen zijn, want we weten alltn,
dat deze er bijna van het begin Ier
schepping zijn geweest en altijd zulbn
big ven.
Ook nietdat hier en daar werkeloos
heid heerscht, en dat er weinig of gem
verdienste is.
Immers reeds in Jezus' dagen om vm
vroegeren tijd te zwijgen waren ar
arbeiders die den geheelen dag ledig cp
de markt hadden gestaan, omdat zij door
niemand waren gehuurd, en kwamen de
visschers dikwijls vertellen dat ze hunne
netten wel uitgeworpen en den geheelen
nacht gearbeid hadden maar niet ge>
vangen.
Het is ook niet aan den regeeringsvorm
te wijten, gelijk men in Frankrijk heeft
gedroomd, want onder verschillende regee-
ringsvormen bestaat de ellende, daar de
malaise een kwaal is, jwelke voor natuur
lijke noch staatkundige grenzen wijkt.
Veel minder is het de schnld van gebrek
aan ontwikkeling, nu juist in dezen tijd
millioenen schats aan het onderwijs worden
ten koste gelegd.
Ook moet de oorzaak niet in gebrek
aan productiemiddelen of overbevolking
worden gezocht, nu het met de cijfers is
bewezen, dat de middelen voor levens
onderhoud, j welke de bodem oplevert,
millioenen menschen meer, dan nu het
geval is, voedsel kunnen verschaffen en
het bovendien nog duizenden jaren zal
duren eer de aarde zoo dicht bevolkt is
als nu ons werelddeel.
We willen echter door zoo te spreken
de secundaire of tweede oorzaken niet weg
cijferen.
Integendeel.
Het zou dwaas zijn de oogen te sluiten
voor de kwalen en misstanden der maat
schappij, zich niet bewust te zijn, hoe
de zucht naar genot en gemis aan besef
van levensroeping alle hooger leven heeft
uitgehluseht.
Het zou dwaas zijn er geen oog voor
te hebben, dat de geldzucht den een zoo
veel doet verzamelen als hij kan, en den
ander zooveel nemen als hem geluktdat
het verbreken van het evenwicht der
standen den klassenhaat in het leven heeft
geroepen dat het toenemend bedrog het
vertrouwen heeft geschoktdat dronken
schap en ontucht heel het volk dreigen
te demoraliseeren. en dat dit alles en nog
zooveel meer moet uitloopen op eene
revolutie, waarbij die van 1789 slechts
kinderspel zal zijn geweest.
Wanneer dus over verbetering der
maatschappelijke toestanden wordt beraad
slaagd, zuilen we wel doen met deze twee
oorzaken rekening te houden, evengoed
als de geneesheer dit doet, wien de eigen
lijke kwaal van den kranke nog verborgen
is, reeds een pijnstillend middel voorschrijft,
eene goed trekkende pleister legt, of een
koortswerenden drank ingeeft.
Met dien verstande evenwel, dat we
4e hoofdoorzaak niet voorbijzien, maar
het ons goed in het bewustzijn prenten,
dat deze twee oorzaken tot ééne gemeen
schappelijke oorzaak zijn terug te leiden
de dwaze en verderfelijke poging van het
schepsel om Gods Scheppersrecht te schen
den, den Hoogheerlijken in Zijne Souve-
reiniteit aan te randen, zoo ;het mogelijk
ware, Hem te onttronen, te vernietigen,
God tot on-God te maken, d. i. te dooden,
gn zelf als God, zelf God te zijnmet
dit jammerlijk gevolg echter, dat het
verwaten schepsel zichzelf verslaaft aan
een valschen God, niet Creator wordt, maar
gevallen creatuur.
Zoolang de mensch gevallen creatuur
blijft, in die vijandschap tegen den hoog
sten Souverein volhardt, tegen Gods ordi
nantie zich verzet, nog altijd zichzelven
zoekt en mogelijk den .godsdienst uit
zelfzucht gebruikt, is zijn leven, al schijnt
ook het tegendeel de oude wereld
heeft het bewezen een lijden, en werkt
hij onwillekeurig mede het fundament der
menschelijke samenleving te ondermijnen.
Alle door hem aangewende middelen
om de sociale nooden te lenigen, de maat
schappelijke ellende buiten de deur te
houden, zijn dan slechts palliatieven, dit
wil zeggen noodmiddelen.
Het eenige geneesmiddel toch, dat de
kwaal In den wortel verhelpt is de terug
keer naar God. Een daad waartoe de
mannen Gods, door alle eeuwen heen, de
volkeren hebben opgeroepen.
Vandaar dat het voornaamste gebod,
„het eerste en het groote gebod," gelijk
de Christus het genoemd heeft, het wor
telgebod der zede wet, jwelke als levens
wet ook onze consciëntie bindt, ons den
eisch steltdat we als bewuste schepselen
den Schepper souverein zullen laten, en
Hem in Zijn bestaan als persoonlijk We
zen niet zullen aantasten.
Dezelfde verplichting wordt ons dus
biermede opgelegd, als we in minderen zin
jegens onzen naaste geroepen zijn te hou
den de eisch hem als persoon te eer
biedigen, het verbod dus hem te dooden.
(♦ogenschijnlijk is dit van weinig belang,
en we weten zeer goed, dat de massa
zich om ons woord niet bekreunt, den
draak er mee steekt en het als een „dood
doener" op de kaak stelt.
Verreweg de groote meerderheid is im
mers van oordeel, dat we ons in het
maatschappelijk en staatkundig leven om
God niet hebben te bekommeren, en het
heel gemakkelijk buiten Hem kunnen
stellen.
Doch wij zetten dien eisch om tot God
terug te keeren niet toevallig op den voor
grond, maar mede in het belang der maat
schappij, en wij zullen tot den laatsten
stond, van ons leven niet ophonden dit
te doen.
Voorop sta natuurlijk, dat we bij Gods
wet niet in de allereerste plaats te vragen
hebben, of de onderhouding daarvan ons
profijt aanbrengt, maar dat wij gehouden
zijn te volbrengen, wat deze van ons
eischt.
Toch komt die terugkeer, gelij k we reeds
opmerkten, ook der maatschappij ten goede
en zeker niet het minst, wat de handha
ving van het recht aangaat.
Er wordt immers in deze dagen zooveel
gesproken over recht. Men eischt gelijk
rechtrecht voor allen. Bg processen zoekt
men het recht niet zelden in het hoogste
ressort.
Welnu, er is een recht nog hooger
dan het recht in de maatschappij, in den
Staat.
Er is een Rechter gezeten boven alle
rechters der aarde. Een rechter, die nooit
liegt in Zijn recht, het recht nooit
buigt, nooit verkeert, wijl Hij zelf de
Schepper van het recht is, de Wetgever
van heel de bezielde en onbezielde schep
ping, dus ook voor het leven van den
mensch naar alle zijden heen.
Wat te meer moet binden, nu die wet
ten ook gegeven zijn voor wat we het
hoogere bestaan van den mensch noemen,
zoodat we op bijna geen enkel punt, het
veelzijdige leven van den mensch betref
fend het antwoord behoeven schuldig te
blijven.
Terugkeer tot God wordt daarom, zich
onderwerpen aan Zijn wet, d. i. leven naar
Zijn Woord.
En van die Schriftuur werd dan ook,
met het oog op het maatschappelij k vraag
stuk onzer dagen, bij de opening van Pa-
trimonium's Sociaal Congres volkomen juist
opgemerkt
„O, het is zoo diep onwaar, dat Gods
Woord ons alleen roepstemmen zou doen
hooren voor de redding onzer zielneen,
ook voor ons volksbestaan, ook voor ons
maatschappelijk samenleven, stelt Gods
Woord ons wel terdege vaste ordinantiën,
trekt het ons zeer duidelijk zichtbare lij
nen, en is het ontrouw aan Gods Woord
in ons Christenen, zoo we daar niet op
merkende en daar niet mee rekenende, ge
makshalve onze theorie en onze practijk
bepalen laten door de heerscheude opinie of
door het gangbare recht."
Als het zoo onder ons Christenen, van
welken rang of van weikeu stand ook,
weer begrepen wordt, zullen we het verwijt
der revolutionairen ons niet behoeven aan
te trekken, dat we wissels op de eeuwigheid
uitreiken, want dan zijn we niet alleen
sprekers en aanhoordersmaar, waar het
in het leven der maatschappij, waar het
met het oog op de sociale quaestie op aan
komt, ook daders des Woords.
De Vaderlander het chr. lib. blad
wenscht haar oordeel over leerplicht
nog wat in den zak te houden; inmiddels
nam zij goede nots van de stukken der
bestrijders van leerplicht.
Nu, dan zullen wij wel vrij loopen.
Wij toch behooren niet tot de bestrijders
tot eiken prijs, maar tot de voorstanders
met groote bez waren.
Een dier bezwaren is dat wij nog niet
hebben wat in 't Uiiierapport wordt aan
bevolen de vrijheid van schoolkeuze.
Ons dunkt dat een zeer ernstig bezwaar
doch de Vaderlander ontkent dat.
Immers, zegt zij, ernstige ouders zenden
hunne kiuders liever naar een school die
hun kinderen allerlei dwaling leert, dan
ze thuis te honden en dom.
En dan haalt zij daarvan een voorbeeld
aan, van een dorpje in 't Zuiden van ons
land, waar de protestantsehe kinderen op
een Roomscbe school gaan en de meisjes
zelfs op een zusterschool.
„Op die zusterschool nu" 't is ds.
Hoek uit Brussel die het vertelt in het
Christelijk Volksbladwaaraan de Vader
lander het ontleent „Op die zuster
school wordt onzen protestantschen kinde
ren geleerd dat al wie niet gelooft dat de
paus het hoofd der kerk is, een ketter en
scheurmaker is. En eenmaal werd er over
Luther gesproken. De zuster-onderwijzeres
zei toen tegen de kinderen ik zou niet
gaarne willen zij n waar Luther nu is. Toen
vroeg een meisje zuster, waar is hij dan
in de hel? Nou, antwoordde de zuster,
en diep ook."
Wij zouden zoo zeggen de Vaderlander
moet tegen leerplicht zijn, al was het maar
ter wille van ouders die niet zoo „ernstig"
zijn en iiever hun kinderen thuis houden
dan ze zoodanige godsdienstige opleiding
te doen geven.
Zoolang niet aan dit bezwaar onderwijs
niet overeenkomstig de gezindte der ouders,
is tegemoet gekomen, het aangehaalde voor
beeld spreekt duidelijk genoeg, zoolang
kunnen de voorstanders van Christelijk on
derwijs met een wet op den leerplicht geen
genoegen nemen.
Gezwegen nog van den vaccinedwang
die nog verschillende ouders uit onze krin
gen verbiedt hunne kinderen ter school
te zenden.
Minister Goeman Borgesins heeft gelast
't leerplan der kweek- en normaalscholen
uit te breiden met lessen over den invloed
van alcoholische dranken op 't menschelijk
lichaam.
Met deze ordonnantie zijn wij hoogst in
genomen.
Wij begrepen wel dat wij in der. strijd
tegen de drinkgewoonten in dezen minister
een krachtigen bondgenoot zouden vinden.
Daarom hopen wij, als 't maar eenigszins
kan, dat de mannen van 't vak wij
bedoelen natuurlijk niet de drinkebroers
maar de leeraren aan kweek- en normaal
scholen nu niet te groote bezwaren tegen
dit plan zullen inbrengen.
Zoo werd bijvoorbeeld reeds gevraagd
of er dan ook scheikunde moet bij gehaald,
en of daarmee een scheikundige of een arts
dient belast die dan ook scheikundige
proeven neemt, enz.
Wij zouden dit weer een nieuwe fout
achten bij de vele die reeds gemaakt zijn.
Men maakt deze dingen veel te ingewik
keld, te wetenschappelijk, te duur.
Laten de leeraren een werk over Alco
holisme fcestudeeren en daaruit voordrach
ten over 't gedistilleerd gedistilleerd, komt
men al aardig waar men zijn wil.
Bovendien 't moet een liefhebberij vak
zijn, waarin geen examen vereischt wordt,
en kennis waarvan alleen bij eventueele
benoemingen tot aanbeveling behoort te
verstrekken.
Dit geldt natuurlijk alleen de openbare
school, die de matigheid tot de „maat
schappelijke deugden" rekent.
Het geldt niet de Christelijke school
waar men de nuchterheid als een gebod
Gods eerten niet in de eerste plaats ter
wille van de maagmaar om de eere Gods,
wenscht af te manea van de paden der
dronkenschap.
De Commissie der tweede kamer, belast
met 't onderzoek der geloofsbrieven van
het voor Sneek gekozen lid, mr. J. A. v.
Gilse, heeft de zaak naarstig onderzocht
en is tot de slotsom gekomen dat de heer
Van Gilse niet kan worden toegelaten.
Het rapport der commissie is van te
grooten omvang, om 't hier over te nemen.
Wij nemen er slechts enkele mededeelingen
uit over.
De oommissie heeft bevonden dat de
stembiljetten overeenkomstig de wettelijke
voorschriften in verzegelde papieren geslo
ten en de zegels ongeschonden waren. De
stembriefjes waren conformook in 't pak
van Woudsend. (Gelijk men weet was door
een kiezer die op mr. v. Gilse gestemd
had, bij schrijven aan de tweede kamer
meegedeeld dat 't met de stemmen in dit
stemdistrict niet geheel in den haak was).
In drie pakken vond de commissie een
abuis; in dat van Sneek was namelijk
een biljet aan van Gilse toegekend dewijl
de stip voor diens naam was zwart ge
maakt, maar de naam van Heemskerk was
tevens doorgehaald, zoodat hier een bij
voeging te constateeren viel en deze stem
had behooren van onwaarde verklaard
te zijnin dat van Ijlst was een
stem aan v. Gilse toegekend, terwijl ook
het stemvak voor Heemskerks naam was
zwart gemaakt, dit biljet had derhalve ook
van onwaarde moeten zijn in dat van
Rauwerderhem (Irnsum) bleek een stem
aan Heemskerk toegekend, die aan Yan
Gilse toekwam.
De uitslag is derhalve dat Yan Gilse
bekwam 2451 en Heemskerk 2450 stem
men, zoodat eerstgenoemde verkozen kon
worden verklaard, indien er bij de Kamer
geen twee protesten tegen de geldigheid
der verkiezing waren ingekomen, waarmede
de commissie zich vereenigt.
Er heeft te Woudsend een niet-kiezer
Johannes Douma aan de stemming
deelgenomen, terwijl zijn naamgenoot die
wel kiezer is, niet stemmen kwam, dewijl
bij geen oproepingskaart ontving.
Dit laatste wordt echter door de com
missie niet gereleveerd, wel 't eerstbedoelde
feit; en z j veronderstelt daarbij de mogelijk
heid dat deze kiezer op v. Gilse heeft
gestemd, zoodat v. Gilse één stem minder
moet hebben. Bovendien is aan een kiezer
te IJIst door hem een stemkaart te wei
geren, belet zijn stem uit te brengen, en
daar hij zou kunnen gestemd hebben op
mr. Heemskerk, zou Heemskerk één stem
meer hebben kunnen halen, zoodat 't dan
gestaan had Heqmskerk 2451 en v. Gilse
2450.
Weshalve de commissie voorstelt den heer
v. Gilse niet toe te laten als lid der Kamer
Vereenigt de Kamer zich met deze con.
clusie, dan zal de minister van binnen.
landsche zaken een nieuwe herstemming
hebben te gelasten.
De commissie bestond uit de heeren
Lobman, Bahlmann en v. Bylandt uit
Gouda.
Weer is een staatsman heengegaan bet
is de heer mr. J. W. J. de Yos van
Steenwijk, van 18781888 lid der tweede
Kamer voor Winschoten, een welsprekend
man, behoorende tot de fractie Kappeyne der
liberale partij.
Dat zelfs onder den rook van bet Ko
ninklijk Baleis de beschaving niet te groot
is, is bij de jongste kermis te Loenen, ge
meente Apeldoorn, gebleken. Daar had men
dezer dagen 't volgende veredelende volks
spel te genieten.
Men had een haan aan de pooten op
gehangen en nu was het doel om geblind
doekt het dier met een sabel den kop af
te slaan. Het is moeilijk een spel uit te
vinden dat wreeder is en de verdierlijking
van het volk meer in de hand werkt dan
dit. De feestcommissie schijnt daar een zeer
zonderlinge opvatting barer taak te hebben
In den Beijerschen Landdag hebben twee
afgevaardigden geklaagd over de dolle
streken bij de jongste groote leger-manoeu-
vres aldaar uitgehaald, en 't over-vermoeien
der manschappen.
Wij zouden wel eens willen weten of
een dergelijke klacht ook't Nederlandsche
leger dat dezer dagen voor een deel in
N. Brabant kampeerde, zon kunnen treffen.
Waren ook bij ons niet enkele manoeu
vres te vermoeiend; zijn er geen ongeluk
ken gebeurd hadden zij geen nadeelige
gevolgen
Natuurlijk op praatjes van miliciens gaan
wg niet af. Maar wij lezen er zoo niets
van.
Moeten wij 't er dan voor houden dat
alles naar genoegen is geweest
Het kamerlid dr. de Visser weer
spreekt gelijk te verwachten was
het bericht dat hij zou toegetreden zijn
tot deKamerclub der vrijantirevolutionairen.
„Voor mijn gevoel zegt hij zijn
die berichten, welke hierop neerkomen,
dat ik mij zou hebben laten inlijven bij
een der partijen, die juist mijne verkie
zing hebben getracht te verhinderen, een
voudig een „canard." Maar omdat deze of
gene er geloof aan zou kunnen hechten,
verklaar ik hier openlijk die geruchten
voor onwaar."
Het was dus een canard, zoo wat te ver
gelijken met die waarbij indertijd Kater
tot lid van Burgerplicht werd gepromoveerd.
De burgemeester van Goes geeft bij pu
blicatie aan eik der ingezetenen den va
derlijken raad aan collectanten „slechts dan
te geven wanneer hg zoo overvloedig van
middelen is voorzien dat hij daardoor de
plaatselijke liefdadigheid niets behoeft te
onthouden".
Of deze bedekte afbreking van collecten
uit zorg voor de beurzen der burgers na
volging verdient, laten wij in 't midden.
Zelfs de (radicale) minister van binnen-
landsohe zaken gewaagde dezer dagen van
„een noodig gebleken bescherming der
plaatselijke liefdadigheid
Maar de goede bedoeling dient gewaar
deerd. Laten wij de vaderlijke vermaning
daarom niet in den wind slaan 1
Want waar is 't't loopt soms wel wat
druk. Maar 't is tocb ook weer waar dat
wie gaarne geeft en weet dat hij geeft wat
hij kan, geen ambtelijken wenk zal noodig
hebben om bet huisje bij de schuur te
houden.
Ook de wetgever heeft eene hoogere
wet te eeren; en dit doet met name de
president der Transvaalsche Republiek. Hij
had n. 1. den Volksraad Jverzocht, op de
eene of andere wijze er voor te zorgen,
dat dit jaar.zijn geboortedag, welke op een