NIEÜWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Arbeiders-Pensioneering.
•Iburg
/Vester-Schelde
4. 1897.
Mecifaij 9 (Moficc.
ttMafftfe laatgang.
rikzeesche Stoomboot-
-tschappijen.
ZEE—ROTTERDAM
igelegen plaatsen.
e: Van Rotterdam:
:tramdienst
M4LD!<:GIIEJU.
t 1898.
VERSCHIJNT
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Bij dit nummer behoort een bijvoegsel.
Het kwam alles door het
Mond- en Klauwzeer.
"X
Oct.
3.— Dond. 7 10,—
Vrijd. 8 10,30
3.Zaterd.9 10,30 9,—
Zond. 10 10,30
7,Maan.ll 11,
7.— Dins. 12 11.— 10.30
7,30 Woenl3 10.30
3,— Dond.14 10,30
Yrijd.15 10.30
7.— Zater.16 10,30 9,—
9.— Zond.17 10,30
9.— Maan.18 11.
7.30 Dins. 19 11.— 10.30
B,Woen20 11.30
3,Dond.21 9.
9.— Vrijd.22 10,—
Zater.23 10,9.
1.30 Zond. 24 10,—
0,— Maan.25 10,30
5.30 Dins. 26 11,— 10.30
7.30 Woen27 10,—
3.Dond.28 10.
3,30 Vryd.29 10,
7.Zater.30 10.9.
Zond.31 10,—
1B00TDIENST
IDDELB.-ROTTERDAM
October.
alve des Zondags, van
van Midd elburg 8,45, van
)ct. alleen van Vlissingen
m Vrijdag 8 Oct. alleen
IBUSDIENST
KSCHE VEERGOES,
uitzondering van Dinsdag,
nst. Vertrek Veer's morg.
1,30, 's avonds 5,uur.
ion) 'smorg. 8,37, 'snamid.
de), 's avonds 6,30. Des
Veer 'smorg. 9,'sav
>es (Slot Ostende), 's nam
aar Draaibrug 6,23, 8,25,
7,20.
naar Maldeghem 5,31,
2,37, 5,20, 8,31.
ïaar Draaibrug 7,4010,12,
naar Breskens 6,50,8,47,
7,45.
naar Sluis 5,31, 6,9,
1,7, 11,51, 2,32, 5,25,
Draaibrug 5,51 6,29, 8,15,
0, 5,1, 7,18, 8,8, 8,53.
©SsVËIkËGIlAAIE'a
Oct.
ROTTERDAM
e Maandag) 's morg. 7.u.
NT WERPEN
e Maandag) 's morg. 6.30 u
n. 11,55c),
n. 12,25c),
10,20
10,40
11,55
12,15
nm. 3,25c?)
3,55
nm. 1,55
2,15
3,25 c?)
3,45
vm. 8,10.
8,40.
niet gemaakt.
3.25 naar Breskens
minuten.
hoog-
.7
8,60
5,25
5,83
,18
4,1
G)
5,44
,25
4,8
,40
4,21
,49
4,30
6,8
,57
4,88
4
9
1,44
4,49
19
4,59
26
5,6
39
5,19
52
5,29
6,36
1
5,38
10
5,47
$6,30
6,49
,3
7,17
7,55
,55
8,46
A
9,58
.21
8,53
,59
9,31
M4
6.41
6,50
7,3
7,U
7,19
7,26
7,31
7.41
7.49
8.2
8.12
8,21
8,30
10.9
10.69
12,6
10.59
11.42
over VlissÏDgen. (1), (2) en
6,58
6,38
7,50
8,32
8,48
9,5
10,38
2,
1,25
10,28
11,40
3,10
12,22
8,50
12,38
4,13
12,55
4,30
6,26
6,7
7.25
8,10
8.26
8,43
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
G. M. KLEMKERK, te Goes
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
II.
Ret opschrift boven dit vrtikel herin
nert aan het bestaan van zeer treurige
wanverhoudingen in het maatschappelij k
leven.
Het wijst op een noodzakelijke verbe
tering van het lot van den werkman.
Van antirevolutionaire zijde is hierop
reeds in 1874 bij monde van Dr. Kuyper
aangedrongen.
Hij haalde daarbij 't bekende hoofdstuk
uit Jacobus aan, wat hem een bestraffing
van conservatieve zijde op den hals haalde
over gepleegde heiligschennis of wel, het
binnenloozen van den Bijbel in het parle
mentaire debat, anderen, zoowel Conser
vatieve als van oud-Liberale zijde schuwden
hem als esn verkapten sociaal democraat.
Dat was de uitlegging zijner poging
om den Arbeid in bescherming te nemen
tegen het Kapitaal.
Men kent tde geschiedenis. Hoe de
socialisten zijn gaan roepen en een drei
gende houding aannemen en ten slotte
alle partyen, alle standen zich met dit
by uitnemendheid sociale vraagstnk zijn
gaan bemoeien.
'tis of in de laatste paar jaren heel
Nederland sociaal is geworden en ver
vuld met mededoogen voor den armen
arbeider.
Doch terwijl wij hem met deze goede
gezindheid zijner, medemenschen gelukwen-
schen, merken wij tevens op dat 't niet
altyd billyk is, den arbeider als de
lydeude party voor te stellen. Drankmis
bruik, vloeken, verkwisting, gebrek aan
overleg zijn ondeugden welke men in alle
rangen der maatschappij aantreft, en die niet
zelden het meest den arbeidersstand ont
sieren.
Trouwens de diepste grond onzer volks-
nooden ligt in de xedkszonden.
Afdoende verbetering der {maatschappij
is niet mogelijk zonder terugkeer tot Wet
en Getuigenis.
Leniging der volksnooden moet gepaard
gaan met verbreiding der {eeuwige waar
heden aangaande het Goddelijke gezag ook
over den Arbeid een gezag aan hetwelk
alle standen zich hebben te onderwerpen.
FEUILLETON.
(Slot.)
„Ik maak geen gekheid. Ik maak pro
ces-verbaal op."
„Ga je dan vertellen, dat ik mijn koeien
van het eene land in het andere dreef?
Belachelijk 1"
„Neen, ik ga vertellen aan den commis
saris, dat jij je koeien van de eene pro
vincie in de andere dreef", verbeterde de
politie-agent. „Natuurlijk, als jy je ver
ontschuldigen kunt voor den commissaris,
is alles goedmaar anders loopt het slim
met je af."
„Maar een kleinigheid is dat zei Ven
ning.
„Ja, maar een kleinigheid als dat is een
groot ding, als je daardoor de wet over
treedt", zei de agent, zyn hoofd schuddende.
Venning werd nu stil. De zaak scheen
van meer gewicht te zyn dan hij eerst
dacht. „Maar wat moet ik dan doen
vroeg bij eindelijk.
„Wel, ik ga naar den commissaris. Als
je er zin in hebt om mee te gaan en alles
aan Zyn Edele te vertellen, dan kan je
hooren wat hij zegt."
Venning was nog geheel onwillig om te
gelooven, dat het zoo belangrijk was, maar
in geval, dat de agent het ging zeggen,
was het toch beter dat hy meeging, om
alles uit te leggen.
God heeft heide rijken en armen, moer
en minvermogenden gemaakt.
Hierin ligt de grond voor de waarschu
wing aan den een Geen verdrukking.
Maar ook aan den ander Geen benijding.
Of dan de sociale toestand vroeger ook
beter was
Vroeger had de werkman zyn eigen
varken daar was men trotsch op. Maar
nu leert men zyn kinderen op school,
hoeveel er in Amerika geslacht worden
maar daar hebben zij niets aan.
Ook voor den werkman die niet ver
kwistend is, niet drinkt, maar steeds met
overleg werkt, blijft het derhalve een
heet hangijzer zoo te sparen, dat hy een
welverzekerden ouden dag kan te gemoet
gaan.
Weet gij, wie het wel kan?
De jongeling die bijvoorbeeld op zyn
15de jaar in een levensverzekering gaat
en daartoe 10 cent per week afzondert,
heeft op zyn 60ste jaar zooveel bijeenge-
bracht dat hy tot zyn dood een pensioentje
van eenige guldens kan genieten.
En de werkman die plan heeft te
huwen en toch geregeld zyn dubbeltje per
week storten wil, zal zich dienen te ont
houden van de eene of andere uitgaaf tot
dit bedrag, voor iets waar hy buiten kan.
Voor 10 cent tabak of sigaren is gauw
vervlogen. Het rooken kan best gelaten
of geminnezeerd worden.
Ook dient er op gelet te worden dat
onze jongemannen die voor geen vrouw
of kinderen hebben te zorgen en niet zelden
veel verdienen en veel overhouden, gerust
by voorbeeld fl per week in de pensioen
kas storten kunnen, om later wanneer
huwelykszorgen kwellen met een tiende
of nog minder te volstaan.
Maar in ieder geval pensioneering van
arbeiders of, wil men, van alle loontrek-
kenden, moet er komenen de arbeider
moet, waar die kan, zelf er in mee betalen.
Maar wat is dat Hooren wij daar nog
bezwaren opperen
Gaan er ook nog stemmen op tegen de
pensioneering
De een zegt: de kinderen moeten voor
de gebrekkige ouders zorgen.
Dat is zoo. Maar hoe weinigen kunnen
het.
Moeten wy u de toestanden schetsen die
gy zelve maar al tegoed van nabij kent?
Arbeiders met een kleine verdienste en
„Wel, ik zal dan maar meegaan," zeide
hij ten laatste.
Hij haalde nu zijn paard, en weldra
gingen zij door het voorhek en reden den
weg naar het dorp op. De agest liep vlak
naast hem. Zoo gingen zij voorwaarts, boer
Venning met een zucht, en de politie-agent
tevreden, dat hy gehoorzaamd werd.
Wat een vervelende zaak Venning was
altijd zoo trotsch geweest dat bijzijn plicht
deed.
Weldra bereikten zij twee of drie huis
jes. Dadelijk vlogen de inwoners naar de
deur, bleven daar stokstijf staan, en keken
de voorbijgangers met een open mond aan,
terwijl er een uitriep „Watdat is boer
Venning!" Eerst zeide een: goedenavond,
maar de volgende liet het na en monpelde
„Venning met een agent, én hij ziet er
uit, alsof bij zijn laatste oortje versnoept
heeftHet is toeh vreemd
Eindelyk verbrak boer Venning h3t
stilzwijgen. „Het is toch een vreeselijk
ding, deze Wet, als iemand er over nadenkt."
De politie-agent was een beetje gestreeld
door deze opmerkinghij erkende dus de
belangrijkheid van den man, die de uit
voerder van zulk een vreeselijke macht
was. Hij knikte en zweeg even, als om
den ernst der zaak nog meer te doen uit-,
komen. Maar dit zwijgen moest geen on
verschilligheid schijnen; hij stond dus even
stil en zeide plechtig „Het verschrikke
lijkste ding dat er is, als je er over na
denkt, is de Wet."
Zij stonden even stil en gingen toen
weer verder. De politieagent scheen in ge-
een groot gezin, die op z'n best 'een be
hoorlijke ligplaats voor hun ouden vader
hebben en zich bedroeven over den mage-
ren boterham, den schralen middagpot en
't schamele kleed dat zij hem bieden
kunnen.
En dan, bevalt het dien ouden man bij
zijn goede schoondochter met haar tien
lastige, drukke, stoute en hulpbehoevende
kinderen wel zoo best
En dan, hoevele kinderen vergeten het,
om voor hunne gebrekkige ouders te zor
gen; laten hen stilletjes aan 't werk of
leveren hen over aan diaconie of armhuis.
Van 't onderhoud door de kinderen ver
wachten wij geen heil.
Maar, vraagt een ander, moet de kerk
't dan niet doen?
Wij antwoorden de kerk moet niet voor
pensioneering zorgen, wel voor bedeeling
van den arme en nooddruftige. Pensioen
toch is geen aalmoes.
Pensioen is een stuk uitgesteld loon
en 't ligt derhalve niet op den weg der
kerk om daarvoor te zorgen.
De socialist, die onder alle partijen
schuilt, zegt: de Staat moet het doen.
Dat is natuurlijk het gemakkelijkst. De
Staat moet 't maar betalen. Hoe hij er
aan komt is denzulken immers onverschillig.
Maar deze leer van Staatszorg is de onze
niet. Wij hebben nog te veel eerbied
voor het particulier initiatief om deze taak
aan dien onpersoonlijken Staat op te dragen.
De patroon moet 't doen, zegt weer een
ander. Zij bij wie hij in dienst was, moeten
hem onderhouden.
En waarlijk, er zyn enkele patroons die
't doen. Zij kunnen 't doen en doen 't
daarom. Er zyn er echter zeer velen die
't kunnen maar niet willen; en er zijn
er nog meerdere die 't willen maar niet
kunnenja wat meer zegt, wier maat
schappelijke positie veelminder rooskleurig
is dan die van hun knechts, of zoo 't
daarmee nog al schikt, toch een even
donkeren ouden dag als zij tegemoet gaan.
Ga ook eens na de patroons die dan
nog den werkman na zijn 75ste of na zijn
80ste jaar zjn weekgeld bleven uitkeeren,
hoevelen onder hen die dit pensioen uit
barmhartigheid verleenen, en niet als
recht. Hoevelen die 't metterdaad den uit-
gedienden knecht voelen doenik geef u
onverplicht tot aan uw dood een aalmoes.
Neen, de werkman zelf moet voor zyn
dachten verzonken, en verbrak eensklaps
weer de stilte met de worden „Ja, bet
is een zaak, waar ik veel over denk, als
ik zoo over de wegen wandel, en niets
heb te doen, dan over zulke dingen na te
denken."
De toon van den politieagent werd nu
veel milder. Hij was bekoord dat hij ie
mand had, die naar zijn mijmeringen wilde
luisteren.
Maar toeh, de woorden, die bij zoo
droomend uitsprak, waren er zonder dat bij
het wist, zooveel te zwaarder door voor boer
Venning.
„Ja, het is een vreeselijk diug, die Wet,
en om goede redenen. Als je er goed over
nadenkt, is bet de Wet, die de dingen bij
elkaar en op hun plaats houdt wegen,
boomen, buizen, en alles. Nu, als iemand
op het een en ander maar ongestraft zijn
hand kon leggen, en alles stuk sloeg, dat
zou vreeselijk zijn, niet waar?"
„Dat zou het I" zei de boer, die nieuws
gierig toehoorde.
„Nu, de Wet is het volgende het houdt
dingen by elkaar en op hun plaats. Het
is nutteloos om te zeggen je moest, als
je niet zeggen kan je moet, zonder dat
er een wet is. Velden en wegen en bui
zen, alles zou in stukken vallen, als er
geen Wet was. Je zou ook nooit veilig
kunnen zijn als er geen Wet was. De
Wet geeft een mensch iets om op te ver
trouwen en verkoopen en trouwen, ea
ik weet al niet wat, zou alles in duigen
vallen als er geen wet was om de men-
schen tot hun plicht te roepen. De Wet
pensioen kunnen zorgen.
Hij moet zich uit de vrucht van zyn arbeid
een kalinen levensavond verzekeren kunnen.
En voor wie tegen dit woord „verzekeren"
opziet, willen wij 't gaarne veranderen
in „sparen". Dat is eene verzekering die
de Schrift niet verbiedt. Gods Woord
verbiedt wel bezorgdheid, niet voorzichtig
heid. Gods Woord maant aan om wijste
worden gelijk de mieren die hun brood
bereiden tegen den lijd dat zij niet meer
werken kunnen.
Dat is de vruohtlvan den arbeid, welke
men uitdrukt door het denkbeeld van pen
sioen. Pensioen is opgespaarde arbeid.
Zeer terecht wraakt de Standaard het
dat in de eomité's voor bet Kroningsfeest
de antirevolatiouairen worden thuis gelaten.
„Ons dunkt, zegt 't blad, bij een Oranje
feest als te komen staat, komt zulk os
tracisme niet te pas. Een nationaal feest
moet bet zijn waarbij we als geesteskin
deren van alle partijen, ons zonen van een
zelfde volk gevoelen en een oogenblik
allen strijd vergeten. Maar blijft dit moge
lijk, als men een deel van het volk {zoo
goed al» buiten sluitnog wol dat deel
des volks dat de schoonste traditiën van
den band met Oranje op het historieblad
aan zyn Calvinistischen naam gehecht ziet?
Bij Huygens sloot men ons buiten en wij
hebben het geduld. Maar bij de Oranje
feesten valt het bard zulk een over bet
hoofd zien van heel de groep onzer geest
verwanten te dragen. Wie hier schuld
beeft, vragen we niet. Maar wij vragen
„Is er redres
Het spijt ons dat deze ernstige, volkomen
billijke klacht nu reeds werd geuit. Wij
hebben er ook wel een en ander van ge
zegd, doch vatten de zaak niet te diep op.
dewijl wij ongaarne zouden zien, dat op
onze klachtbij wijze van mondstopping
hier en daar nog een enkele der onzen
ware opgenomen.
Liever hadden wy gezien dat eerst alle
Comité's waren gevormd, om daarna, wan
neer geen redres meer mogelijk was, te
kunnen constateren dat de geest van uit
sluiting algemeen over 't nageslacht der
liberty nen vaardig gebleken was.
Thans, vreezen wij, zal nog door een
enkele een air van verdraagzaamheid
is een vjeeseiijk ding!"
En dit vond boer Venning nu ook. Ja,
het was een vreeselijk ding, en alles wat
er op valt, moet breken.
„Natuurlijk", vervolgde de agent, „hangt
het er van af, aan welke zijde van de
Wet je staat. Als je aan de goede zijde
van de Wet staat, dan is alles en iedereen
met je de politie, het legerende zee
macht, de Kamer en de Koningin zelve,
alles is met je, als je aan de goede zij
van de Wet staat."
„Hm bromde de bojr.
„Maar als je aan de slechte zijde staat,
dan is het vreeselijk slecht. Alles is dan
tegen een mensck
Weer 'gingen zij stilzwijgend voort. De
politieagent had nu alles gezegd wat hij
wist. Maar intussohen waren boer Ven-
uing's gedachten bezig met een ernstiger
redeneering dan die door den politieagent
uitgesproken was. De woorden waren hem
door het hoofd gevlogen: Dit is slechts
een wet van menscben. En als de wet
van menscben vreeselijk kan zijn, hoe
schrikkelijk moet de Wet van God dan
wel zijn? En als de mensck een kleine
overtreding reeds zoo straft, hoe vreeselijk
moet God dan wel de overtredingen straf
fen. Als iemand, die meende het recht
aan zyn zijde te hebben, door den mensch
reeds zoo streng behandeld worden kon,
hoe was het dan wel met de Wet van den
Allerhoogste Als men, door aan de Ver
keerde zij van de menschelijke Wet te
staan, alles tegen zich had, wat dan, wan
neer. iemand aan de verkeerde zijde van
worden aangenomen.
In ieder geval geven wij onzen geest
verwanten den raad, waar de Comité's reeds
samengesteld zijn door stemming in een
wettige vergadering, dat zij zich niet laten
vinden om zitting te nemen in zoogenaamde
bunrt-oomité'szich niet laten dienst
doen als bijwagen; zich niet langs slink-
sche manier in eenige commissie doen
binDenloozen maar in ieder geval aan de
feestviering, voorzoover 't Programma dit
mogelijk maakt, hartelijk mee doen.
Voordeel van uitbanning van den ster
ken drank.
De Staat Maine in de vereenigde Sta
ten van Noord-Amerika is een der zeven
Staten, binnen welken de verkoop van
alle alcohol houdende dranken verbodenis.
Daarentegen is in twee andere Staten van
Noord-Amerika, namelijk Ohio en Illinois,
de verkoop van sterken drank tegen be
taling van vergunningsrecht toegestaan.
En wat is nu het resultaat in de hier
boven genoemde Staten
Ditinwoners.
Maine had in 1895 661.086
Ohio 3.672.816
Illinois 3.826.351
De niet-irinkende Staat Maine heeft
dus belangryk minder inwoners dan de
wei-drinkende Staten Ohio en Illinois,
waaruit men zou afleiden, dat in de laat
ste Staten brnto veel meer kapitaal zou
worden gespaard dan in den eerst ge
noemden veel kletneren Staat.
Toch is dit opmerkenswaardig genoeg,
niet het geval.
In de spaarbanken was in 1895 aan-
w ezig
in Maine 53.397.590 dollars
Ohio 34.606.293
Illinois 23.498.504
Wat dit beteekent?
Dit, dat in Mainehetwelk in bevolking
een vijfde deel is van Ohio en een zesde
deel van Illinois, meer geld kan worden
gespaard dan in een der zooveel grootere
Staten.
Per hoofd gerekend heeft ieder inwoner
dier Staten in de spaarbank
van Maine ruim 80 dollars
Ohio 9 dollars
Illinois 6 dollars.
Wij gelooven, dat deze cijfers welspre-
Gods Wet stond?
„Hoe het afliep bij den commissaris,"
vervolgde mijn vriend zijn belangrijk en
ernstig verhaal, „weet ik nietik geleof
dat hij er geen notitie van nam maar dit
weet ik wel, dat het geval een diepen
indruk op boer Venning maakte. Hij had
altijd gemeend, dat kleine overtredingen
tegen God wel over het hoofd zouden ge
zien worden, maar nu waren zijn oogen
geopend, en zag hij, dat hij met een heilig
en rechtvaardig God te doen had, en dat,
als hij in éen gebod overtreden bad, bij
dan voor allen schuldig stond. Hij ging
naar buis en stovtte zijn hart uit voor God,
diep verootmoedigd en berouw hebbende
over zijn overtredingen, die hij nu alle
voor zich zag, waarvan de grootste was,
dat hij God tot een leugenaar gemaakt
had, Die gezegd heeft dat er niemand is,
die goed doet en dat allen gezondigd heb
ben. Hij vond vergeving zijner zonden en
vrede, niet door zijn werken, maar door
de offerande van Jezus Christus. Hij leerde
verstaan, dat Christus ©ns van den vloek
der Wet beeft bevrijd, en dat Hij bet
einde der Wet is, tot rechtvaardigheid voor
een iegelijk, die gelooft."
„Van dien tijd af," zoo eindigde mijn
vriend, „is boer Venning tot een zegen
van zijn gansche omgeving geweest, en
soms kijkt mei hem verwonderd aan, als
hij zegt, dat niets hem ooit zoo goed deed
als het mond- en klauwzeer."
(Hollander).
fj
1