li 1 NIEÜWSBLAD VOOR ZEELAND. I I f i i i f t y CHRISTELIJK- HISTORISCH Stukken. el! GEN ENZ- VERSCHIJNT F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Bij dit nummer behoort een bijvoegsel. LEERPLICHT. UIT DE PERS. leerplicht. Ingezonden Stukken. LEERPLICHT. kheid der Redactie geral terug gezonden. iacteur blad, iu bet nummer ericht, zou de ge- zijne vergadering algemeene stemmen arwedden van den Secretaris voor te E.ïï. Gedeputeerde rag (f665.) icht, u op de on- it te -wijzen. Im- genomec met 5 P. vanderWeele nden tegen.) Vooraf en ondergeteekende, n op f GOO voor verworpen met 5 van bovengenoemde lit u wel zoo goed catie in het eerst- nemen. dank betuigende, Uw dienaar NOORDIJKE, den Gemeenteraad 1897. r! ije in uw blad naar adering gehouden Schuttershof, op welke gepresideerd J. Hubregtse en orgestelde straat der meer dat de zal drukken, en rhooging opcenten sn omslagmaar ng hoofdelijke om- voor de lagere ïen daarmede geen ogen besluiten dat is die geheel uit >eit. Ik meen dat toor niemand een eker zou de ge- kannen dekken, esrecht met 100 De maatsc bappij worden gedrukt. AN BILLIJKE 3TING. 97.| en wij er uit ge 'echiet, is te zwak Verhooging van niet tot de com- verheid en straat- an huiseigenaren >elast of onbelast lde-artikel voor Eed.) v. d. Kamp te i ex. van het bij rblad Hippos van paardenfok- i welk blad wij gen van belang- nden. Hét kost is de heer Qna- 'en Haag. Jdresseerd aan on- het postkantoor de de le helft 17. iJ. Buijs Vlis- J. de Jonge esseerd aan on- het postkantoor van September {•den Utrecht. G. de Smit i. des avonds tot inschrijving eden voor den concierge ver- |g werd door not. de navolgende N 33, met tuin, 100.2o- Verwertj- llabber voor f 876. |else voor f901. ht van erfpacht ht'. W. Hioolen [Onkosten 8 pCt. ITEN. ïommissaris van fiijken van be- Van 'teorps geschenke een te hem werd Slim mens die namens het iitte. 2. 1897. fliusifiijl 5 (0cfo6pr. tnumfftfe iattcflaiifl. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN G. M. KLEMKERK, te Goes en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Over 't algemeen is de toon der „anti liberalen" tegen de Troonrede, inzonder heid wat de paragraaf over Leerplicht be treft, niet onwelwillend geweest. Zelfs den leerplicht wil men niet afwij zen, wanneer namelij k afschaffing van den vaceinedwang er mee gepaard gaat en de vrye schoolkeuze wordt toegestaan. Het eerste is noodzakelijk dewijl er een wet is, die aan niet gevaccineerden het schoolgaan verbiedt, welk verbod geneutra liseerd zou worden door een andere wet die 't schoolgaan aan ongevaccineerde kin deren juist gelast. Het laatste wordt geëischt door de vrij heid van geweten, van ouds een dierbaar kleinood in dit klassieke land der vrijheid en door de liberalen niet zelden met groot talent in speech en geschrift verdedigd. 'tls goed dat men hun dit altijd weer met bescheidenheid en zachtmoedigheid onder de aandacht brengt. Bedenken wjj ook wel dat leerplicht niet ia eene politieke maar een opvoedkundige quaestie. Een antirevolutionair kan er voor, een liberaal kan er tegen zijn. De heer Wielemaker, hoofd der christe lijke school te Biggakerke, heeft zich in ons blad meermalen voorstander verklaard mits de vaceinedwang worde afgeschaft. De heer Bevelander Schoo, kostschool houder te Groede, ontvouwde indertijd in de Middelburgsche Courant herhaaldelijk zijne bezwaren tegen den leerplicht. Een party quaestie is derhalve het vraag stuk van den leerplicht niet. Daarom spyt 't ons dat in een deel der liberale pers een toon wordt aangeslagen die de vrees wettigt dat van de zaak een partij zaak gemaakt wordt. Zelfs ging de Middelburg sche Courant in haar no. van jl. Maandag zoo ver van te doen doorschemeren dat dit belangrijke vraagstuk moet opgelost zonder medewer king der bezwaarden. Het oude „bij u, voor u, zonder u". Of dit verstandig is laten wij in het midden. Terecht heeft de heer Yan Asch v. Wijck in de eerste kamer er op gewezen dat een dergelijke behandeling heropening brengen zou van den schoolstrijd, geheel tegen den geest en de beginselen der wet Maekay, die immers 't beginsel van den leerplicht, hij de behandeling van het schoolwetont- werp, door de liberale partij in de tweede kamer ter sprake gebracht en in een voorstel belichaamd, wijselijk heeft afge wezen. Neen, 't zou niet verstandig zijn wanneer niet gepoogd werd een nationale wet op den leerplicht tot stand te brengen. Het is te wenschen dat de regeering niet luisteren zal naar onderstaand advies van de Middelburgerook om de zeer on billijke en onjuiste toelichting die dit blad er aan laat voorafgaan. „En nu weten wij wel dat er be strijders van leerplicht zijn, die eenvou dig het oog hebben, op hun partijbelang of kerkbelang die bang zijn voor de ontwikkeling der jeugd, omdat hun kudde dan allicht in aantal verminderen zal; die tegen invoering van leerplicht zijn per se, evenals zij zich zullen verzetten tegen een herziening van de armenwet, waardoor een groot deel van de kracht jder kerk gevaar loopt. Of men hnn ook honderdmaal opmerkt dat bij leerplicht de keuze der school openbare of bijzondere voor de ouders ongeschonden zal blijven, het baat niets. Honderden drogredenen weten zij aan te voeren, maar het hier boven aangehaalde hoofdmotief verzwij gen zy. Tegen hen valt nu eenmaal niet te redeneeren men zal bij het nemen van een besluit op dit punt, evenals bij tal van andere nuttige maatregelen, zonder of trots hen moeten handelen". Wij herhalen dat wij niet gaarne zonden zien dat dit advies, men lette daarbij op 't door ons gecursiveerde ge deelte, door de regeering gevolgd werd. Immers niet alleen hervatting van den schoolstrijd in den meest stuitenden vorm zou er 't gevolg van wezen maar de liberale party zon er zich een ongeluk aan eten, gelijk zij met de schoolwet van Kappeijne, de beruchte wet van 1878 beeft gedaan. Yoor de nieuw liberale partij is de ondergang der oud-liberalen, voor leer- plich{drijvers de schoolwet van '78 een baken in zee. Het zal echter de vraag zijn of de Middelburg sche Crt. haar advies niet zal wijzigen, nn twee harei zusteren uit den radicalen hoek, in welken hoek zij immers bij voorkeur zich laat vinden, met be zwaren aankomen, aan de algemeene malais,e ontleend. De Nederlander toch, het weekblad, schrijft: „De toegezegde leerplicht heeft onze in stemming, maar wij zeiden reeds vroeger dat de arme voor het „onderwijst hem" recht hteft op het „spijzigt hem". EnJ de Amsterdammer, het weekblad, verklaart „Leerplicht moesten wij al hebben, mits bij zijn toepassing verzacht door een stelsel van vergoeding aan de oudeis, die de kleine bijverdiensten van hun kroost onmogelijk kunnen ontberen. Zonder dat houden wij leerplicht voor een wreeden dwang. Daar zijn er dui zenden in den lande, die, zelfs gesteund door zulke bijverdiensten, nog geenszins een bestaan vermogen te leiden dat „menschelijk" kan genoemd worden. En een aantal voorstanders van leerplicht willen den arme dit geneesmiddel toedienen zonder meer." Yooral dit laatste zal op 't staats-socia- listisch standpunt, waarop de liberale partij thans is aangeland, moeilijk zijn tegen te spreken of te verdedigen. En de minister van financiën, die meer wrijf- dan knijp dokter is, in tegenstelling met zijn fiscalen voorganger, zal bij zijn pathetisch woord van medelijden met de arme leurdertjes en koewachtertjes ook een klinkklaax blijk van barmhartigheid jegens de ouders dier leurder tjes en koewachtertjes hebben te voegen. Altijd op 't standpunt van den staats- socialist. Zio zjjn rede in de eerste kamer van 23 Sept. ter beantwoording van de bezwaren des heeren v. Asch v. Wjjck. A De tijden naadren der Yerlichting. De tijden naadren van herstel 1 Die van de blijde Godsrij kstichting, Die van de nederlaag der hel I Het vonnis wordt weldra geslagen, Wie heerlijk zijn moet, wie veracht: De philosophen dezer dagen, Of Jacobs lijdend nageslacht. (Da Costa.) Douceurs. Het trok de opmerkzaamheid, zoo schreef de Standaard in haar no. van 16 Sept., dat het nieuw opgetreden Kabinet tot driemalen toe bij zijn benoeming voor de Tentoon- stellings-commissie voor 1900 zijn keuze op een Roomsch-Katholiek vestigde. Baron Micbiels van Yerduijnen werd president, en Dr. Schaepman kwam aan het hoofd der sociale afdeeling, onderwijl Mr. Smits v. Oye voorzitter werd van de indiistriëele sectie. Yerbeeld n nu eens, dat de „clericale" regeering zoo iet3 bestaan had Eén kreet van verontwaardiging zon heel het antipapistisch land door zijn ge gaan. Daar had men het nuTot in den vreemde het Protestantsche Nederland door Roomschen laten vertegenwoordigen. En dat na eerst Van Berckel als eenig uitgevallen Kamerlid tot Ridder van den Leeuw te hebben gemaakt. o, Tempora, o mores 1 Thans echter, nn een anti-clericaal Ka binet zich gehaast beeft, deze soort douceurs, natuurlijk niet aan antirevolutionairen, maar aan Roomschen uit te reiken, nu vindt men dit doodleuk en règle, en zwijgt bot. Tot zoo ver de Standaard en wij zijn het met haar eens. Ea de anti-papistische Vaderlander blijft zwijgen als een mof. En dat na de oppositie harer „kerkelijke" geestverwanten tegen het kabinet Mackay met zijn „Roomsche sympathieën". Drieërlei Huwelijken. Iemand heeft eens gezegd „Wie uit liefde trouwt, krijgt een huisvrouwwie uit eerzucht trouwt, krijgt een dame; wie om geld trouwt, krijgt een meesteres. Wan neer gij ziek zijt, zal uw vrouw u ver plegen, uw dame zal u komen bezoeken, en uw meesteres zal naar uwen toestand laten vernemen. Wanneer gij sterft, zal uw vrouw u beweenen, uw dame zal u beklagen, en uw meesteres zal over u in den rouw gaan." Knip dit uit, jonkmanen steek het in uw vestzak Het Christelijk Schoolblad, terugkomend op 't artikel van den heer K. Wielemaker, in Le Zeeuw van 21 September jl., zegt onder meer „Het verzuimen van het (doen) on derwijzen is een vergrijp, dat het kind in zijn gansche verdere leven benadeelt. De Overheid is gerechtigd en verplicht het weerlooze kind tegen den onnadenken- den, onverstandigen en gewetenloozen ou der te beschermen", zegt de heer W. en haalt daarbij de H. Schrift aan. Zou hij evenzeer verlangen, dat de Overheid straffend optrad, als de ouders het gebod veronachtzaamden gij ouders, voedt uwe kinderen op in de leering en vermaning des Heeren Of is het verzui men daarvan ook niet een vergrijp tegen het kind „Door leerplicht af te kondigen her haalt de Overheid slechts in een bepaal den vorm een deel van den Goddelijken eisch, dat de ouders hun kinderen zullen opvoeden, en cDaar er nog altoos analphabeten zijn, is het noodig en gewenscht, dat de Over heid van haar recht gebruik make", aldus de heer W. Maar zegt het blad hetgeen onder b betoogd wordt, zou kracht hebben, wan neer de Overheid niet, door een deel van den eisoh te herhalen, feitelijk den vollen eisch negeerde. En uit c zou volgen, dat de kinderen dan eenvoudig lezen en schrijven moeten leeren. Maar immers, dat is de leerplicht niet? (Zielngez. Stukken. Red.) Na vervolgens 't artikel van den heer W. verder geresumeerd en diens bezwaar tegen leerplicht zonder afschaffing van den vaceinedwang gereleveerd te hebben, merkt 't Schoolblad op Dat er geregeld gebruik maken van het onderwijs zij is een billy k verlangen. Maar laat dan eerst de Wet op de Be smettelijke ziekten gewijzigd worden. Het voorgeschreven schoolverzuim in ons land ter oorzake van de mazelen is zoo groot als het geheele volstrekte schoolverzuim. Wat den veldarbeid van kinderen be treft, die kan niet door volwassenen ver richt worden, ook hierom niet, dat een vol wassene te zwaar is en den grond vast trappende en de worteltjes aftrappende den wasdom zeer belemmert. En in verband met den Leerplicht luidt haar eindbesluit Zoolang de vaceinedwang nog bestaat, zoolang er nog geen meerdere rechtsgelij k- heid tusschen openbaar en bijzonder on derwijs bestaat, zoolang het volstrekte schoolverzuim altoos maar blijft afnemen, moeten Christelijke onderwijzers o. i. het goed recht van leerplicht niet bepleiten. „Leerplicht" is eene leuze geworden, die een tergend karakter draagt. Dat de O verheid in menig geval de zonde van na latigheid straffen mag, zullen we niet te genspreken. Maar dat is thans het doel van de invoering niet. De verhoudingen zijn in ons vaderland van dien aard, dat de Regeering nooit den leerplicht invoert, zonder een bestaand onrecht meer voelbaar te maken. Dat zou de praktijk duidelijk leeren. Populair is de leerplicht stellig niet. Kortom wij achten eene poging om den leerplicht af te kondigen al een even treu rig debuut, als de invoering van persoon lijken dienstplicht, zonder dat er algemeene dienstplicht is, eene onchristelijke, niet- historische en dus schandelijke onrecht vaardigheid moet genoemd worden. Laten wy ons toch niet laten begoochelen door redenen, die eenen schijn hebben. In den voorlaatsten volzin gaat 't School blad even buiten haar boekje, wat haar wei niet persoonlijk doet worden, maar haar toch een algemeenheid doet zeggen, die wij niet gaarne zouden onderschrijven. Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. Stokken worden in geen geval terug gezonden. Aen kort antwoord op 't drietal beden kingen van dhr. Bosschaart. 1. „Een minder ijverig hoofd eener school zal toch aan zijn leerlingen op den gestelden leeftijd 't bewijs uitreiken, dat zij 't minimum-kennis bereikt hebben, of schoon dit, door des onderwyzers schuld, niet zoo is". Maar welke saaie, trage onderwyzers moeten 't toch zijn, die zelfs 't door mij genoemde minimumkennis van lezen en schrijven, bij leerlingen van normalen aanleg, die den voldoenden tijd om dit te leeren, schoolgaan, niet aanbrengen? My dunkt, als er zulken zijn, moest men ze liever vandaag dan morgen hun ontslag geven. Doch acht men de hoofden van scholen in deze zaak niet betrouwbaar, welnuonze arrondissementaschoolopziener» bezoeken minstens twee keer per jaar iedere school in han ressortzij konden steeds één dier bezoeken gebruiken, om te onderzoeken welke leerlingen op de lijst konden komen, dergenen, die 't minimum kennis bereikt hebben. 2. Op de tweede alsook op de derde bedenking van den heer B. (die beide den staart van mijn stuk raken, die slechts indirect Leerplicht betreft) antwoord ik met minder genoegen, dan op de eerste, wijl mijn opponent ze grondt op een on juiste lezing van mijn schrijven. Ik be weer niet in 't algemeen „dat het ('t door de kinderen verdiende geld) toch gebruikt wordt voor een paar oorringen voor den jongen", maar wel, dat die extra inkomsten, o, zoo dikwijls voor extra-uitgaven gebezigd worden, bv. voorenz. Ik houd staande, niet wijl ik dat met éen oor gehoord heb, maar op grond van de ervaring van ruim zeven jaar, dat minstens de helft van 't schoolverzuim wegens veldarbeid niet zijn oorzaak vindt in den nooddruftigen toe stand der ouders. (Ik spreek hier natuur lij k van den toestand in onze omgeving, waarin toch ook dhr. B. leeft). Dat een loon van f5,40 per week zeer laag is, geef ik gaarne toeik begryp niet, hoe de menschen er van rond komen. En ik kan er heusch weinig van zeggen, als menschen, die in zulke conditiën verkeeren, hun kinders reeds spoedig mee laten ver dienen. Doch zeer veel ouders, die 't kleine loon der kinderen best missen kun nen, houden ze ook thuis, met name om hen zelf te helpen. Hiertegen kom ik op. En verder: als ik aan die lage loonen denk, waarop sommigen nog beknibbelen, dan zeg ik wanneer zullen onze, o zoo rechtzinnige boeren toch eens leeren, wat 't zij Barmhartigheid meer dan offerande. Want die loonen konden hooger zyn. Ik tart ieder uit, dit te weerspreken, zoolang nog schatten door onze boerenzonen en dochte- ren verkwist worden op de kermis, zoolang nog zooveel weelde ten toon gespreid wordt in meubelen en kleeding, zoolang men nog zoo uiterst dikwijls grooie visites kan houden, waartoe men zijn zaak bv. twee, drie dagen per week zonder eigen opzicht laat. 3. De derde bedenking geldt mijn scherp gezegde omtrent de „visitedagen". Doch ik heb niet van „allerellendigste visitedagen gesproken, maar van ,,'t allerellendigste visitegaannl. van kinderen die de sehool bezoeken, zooals uit 't verband zeer vol doende blij kt. En deze uitdrukking neem ik niet weerom. Ik vind 't kostelijk, dat „iemand zijn vriendschap zoekt op te hou den", doch dit kan wonderwel geschieden zonder telkens de kindereu thuis te houden, zy hooren niet bij de groote-menschen-visites. Bij die gelegenheden wordt, o zoo licht, iets gesproken, wat voor hun ooren niet past. „Mogen de kinderen dan niets hebben?" Zekerzelfs meer dan gij ze geeft afzon derlijke visitedagen, buiten de schooldagen. Onze kinderen hebben veel meer aan een z.g.n. jongens- of meisjesvisite, dan aan zoo's „groote visite". Overigens behoef 'k hier niet te herhalen, wat 'k vroeger in ons blad over dit punt geschreven heb. Tot zoover mijn antwoord aan dhr. Bos schaart. Op een opmerking, mij mondeling te kennen gegeven, dit: mijn minimum (ken nis van lezen en schrijven) is zeker zeer laaggaarne zag ik 't vrij wat hooger ge steld, doch mag dit? De overheid heeft er direct belang bij, dat haar onderdanen kunnen lezen en schrijven, daar deze kennis noodig is voor 't vervullen van vele hunner burgerplich ten doch heeft zij dit belang ook bij de andere kennis, hoe nuttig en noodig overi gens ook? En dan wie lezen (en schrij ven) kan, hem is de weg ontsloten om tot meerdere kennis te geraken. Met dank voor de plaatsing, Uw dr., K. WIELEMAKER. Biggakerke, 1 Oct. '97. 4 Oct. '97. Blijkens een telegram uit Batavia aan de N. R. Ct. is de luitenant-kolonel Van Heutz by keuze bevorderd tot kolonel, chef van den generalen staf. Naar men verneemt, is de Minister van oorlog, de heer Eland, voornemens gedurende den a.s. winter eene proef te nemen met het langdurige winterverloven, zooals die tijdens het ministerschap van den heer Seyffardt verleend werden. Bij koninklijk besluit is jhr. mr. A. A. van Doorn van Koudekerks, met ingang van 15 October 1897, benoemd tot burge meester der gemeente Vlissingen, met toe kenning van eervol ontslag als burgemeester der gemeenten Veere en Vrouwepolder. De kommiezen 2e klasse bij 's rijks directe belastingen J. J. Brauers te Terne-u- zen en P. de Vos te Hontenisse, zijn tegen 10 Oct, verplaatst naar Rotterdam. Verder is tot commies 4e klasse benoemd de heer J. AarnondseJz. ta Anna Jacoba- polder. Als standplaats is hem aangewezen Echterbosch (Limb.) Op 71-jarigen leeftijd is te 's Graven- hage overleden mr. Jae.Van Gigh, als doctor in de rechten en letteren indertijd M f 4

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1897 | | pagina 1