„DE ZEEUW"
BIJVOEGSEL
TWEEDE KAMER.
KERKNIEUWS.
SCHOOLNIEUWS.
van
van Zaterdag 2 October 1897.
De nuchterheid der nuchteren.
In de te Groningen gehouden 17e al-
gemeene vergadering der nationale ehristen-
geheel-onthoudersvereeniging zijn zeer be
langrijke besprekingen gevoerd.
Wij namen er met belangstelling ken
nis van.
Vooral was te waardeeren de toon die
aangenomen werd tegen de grensbewoners.
Onder dezen verstaan wij hen die óf
de uiterste consequentie van het beginsel
der drankbestrijding neg niet aandurven
óf in de geheelonthouding een onnoodige
lastoplegging zien en daarom wel tegen
't gebruik van sterke dranken of sterke
dranken en wijn, doch niet tegen 't ge
bruik van bier bezwaren hebben.
Ja ook de bestrijders enkel van 't drank
misbruik alleen werden met welwillend
heid besproken. Er was groote nuchterheid
in de stellingen van dr. Gunning en in
de wijze waarop met name dr. v. Dijk en
de. Talma hem bijvielen.
Dit is de beste manier om de gelederen
der ehr. geh. onth. vereenig. te versterken
velen van deze grensbewoners toch
hebben voor haar streven groote sympathie,
slechts één stap hebben zij nog noodig en
zij zijn op haar grondgebied.
Zachtjes met dezen te handelen is eisch
van goede tactiek, waarmede wij dezever-
eeniging van harte gelukwenschen.
Goospenniny.
Dit woord komt van Godspenning of
Godespenning.
De firma Bom meende dat het kwam van
Negotiepenning als bewijs aanvoerend dat
de d of t in de platte volkstaal dikwerf
worden verwaarloosd. Bijv. „Gossimine"
voor „God ziet mien" (mij).
De opvatting is echter onjuist. Immers
een negotiepenning was een stuk van be
paalde waarde (er waren dubbele, enkele
en halve) eu een godspenning was geen
munt maar oorspronkelijk eenig geld dat
men bij het aangaan van koop of huur
den armen „om Gods wille" gaf; later:
handgeld tot bevestiging van een koop- of
huurcontract; thans zeker bedrag als on
derpand by het zich verhuren als knecht
of meid.
In het Engelsch is het Godspennyin
't Duitsch Gottespfennig ia 't middelned.
Godespenuinc.
Wij vestigden indertijd de aandacht op
een ploeg te Haarlemmermeer op 't land
van den heer v. Vuuren aan den IJweg
beproefd, welke ploeg 3 maal zooveel doet
in denzelfden tijd. als een gewone waarom
men er een heelen ommekeer in 't land
bouwbedrijf van verwwaeht. Deze proefis
volgens het Haarl. Dagblad goed geslaagd.
Het blijkt dat dit werktuig, van den
bok bestuurd, met twee paarden een halven
meter grond verplaatst bij een diepgang
van ongeveer 0.4 M. (4 palm).
Yoor onzen boerenarbeider een zeer
treurige mededeeling en een nieuwe waar
schuwing dat wie nog kan, niet uitstelle,
maar onverwijld emigreere 1
Een onzer bladen laat een knaap die op
de tribune in de tweede kamer geweest
is aan zijn moeder vertellen hoe de leden
gezeten zijn en legt hem de volgende,
door ons met een kleine wijziging over
genomen opmerking in den mond
„Wie zit naast dhr. Lohman
„Naast hem zit dr. de Visser die de
plaats inneemt vroeger door jhr. Quarles
bezet.
„Dat is ook opmerkelijkEen der
hoofden van de Christelijk historischen
door Kuyper Standaa?-dby herstemming
aanbevolen, door Lohman Nederlander
bestreden, naast Lohman
„Nu ja de man moet toch ergens zitten
en naast dr. Kuyper, dat zou toch ook
niet gaan. En Lohman kon toch moeilijk
voor de Visser verhuizen, want Lohman
had daar altijd gezeten, eerst met Keuche-
nius, later met Mackay. Bovendien meen
ik te weten dat bij de keuze der plaatsen
't voor dr. de "V isser ook al niet anders
konnu de beide heeren van Asch
V. Wjjck naast elkander gingen zitten,
of hij moest naast een liberaal of naast
dhr. Lohman zitten.
Maar wat doet 't er eigeniijk toe waar
een Kamerlid zit, wat hij doet, dat is 't
voornaamste."
Be beschaving gaat vooruit dat is on
miskenbaar.
Bedenk toch^ eens waarde lezer, dat in
Parijs eerst drie en een halve eeuw gele
den de zakdoeken in gebruik kwamen aan
het Hof der Valois, en dat al de mooie
en de rijke dames uit de middeneeuwen,
Isabeau de Bavière en Maria van Bour-
gondië, haar neusjes afveegden met haar
vingers of met haar mouw.
Het is waar dat de meesten ook aten
met haar vingers, tenzij de punt van een
mes dienst deed, om het vleesch uit de saus
te pikken, want vorken bestonden even
min als zakdoeken.
En thans zagen wij de mooiste artikelen
van weelde komen, als cadeaux voor Pre
sident Faure, zelfs uit de achterhoeken van
bet Russische Rijk
Buitenlandsch Overzicht.^
De Spaansche Koningin jRegentes blijft
in groote staatkundige moeilijkheden ge
wikkeld.
Cuba en de Philippijnen vereischen nog
steeds al hare aandacht en bezorgdheid;
de Vereenigde Staten blij ven als een vriend
die my mijn feilen toont den dreigenden
vinger tegen haar opheffen; terwijl jook
de binnenlandsche partijen en partyschappen
er niet toe medewerken om haar weg
te effenen.
Op èen punt is thans de knoop doorge
hakt. Het ontslag van 't Conservatieve
ministerie, met Canovas'gewelddadigen dood
van zijn ziel en ruggegraat berooid, was
nog slechts een quaestie van tijd en zie
thans is zij reeds achter den rug. Aan
Sagasta, den liberalen oud minis! er, werd
de samenstelling van een nieuw Kabinet
opgedragen; of zyn optreden ingrijpende
veranderingen wat betreft het bestuur over
Cuba ten gevolge zal hebben, dient te wor
den) afgewacht.
Immers 't gebeurt wel meer dat een
staatsman in de oppositie adviezen geeft
die door dezen zelfden staatsman in het
bewind worden in den wind geslagen.
Indien er echter verandering komt, dan
zal 't wel de terugroeping van generaal
Weyler zyn en 't verleenen van zelfre-
geering aan Cuba, op de grondslagen door
de Spaansche regeering te bepalen.
Voor Cuba ware 't inderdaad te wenschen
en 't was tegelijk* een casus belli voor
Amerika opgeruimd.
Intusschen zijn alle Spaansche staatslieden
't er over eens dat Amerika zich er uit
moet houden. Wenscht het den opstand
spoedig te zien beëindigd, dan heeft het
slechts de internationale rechten te eer
biedigen en vrijbuitersexpedities te beletten
te vertrekken, meeuen zy.
En hoe staat het nu in Midden-Amerika?
Volgens de jongste berichten loopen de
zaken in Guatamala (een republiek, vroe
ger onder den naam van San Salvador een
Spaansche bezitting doch die zich heeft
vrij ge vochten) allertreurigst.
Een groot deel der bevolking kwam in
opstand tegen den president der republiek
Barrios, die een ware autocraat moet zyn.
Het is zonderling dat juist de predikers
van 'tallen gelyk, zoodra zy aan het hoofd
der zaken staan, zoo ontzaglijk tyrannisch
en alleenheerschend kunnen optreden.
Keizer Napoleon III was daarvan een
sprekend voorbeelden de leider der Bel
gische socialisten, Anseele, is dit niet
minder; en nu schijnt ook Barrios er niet
vrij van.
Maar die tegen hem opstaan, zyn ook
niet vry van ydelheid. Het zyn drie aan
zienlij ken, die 't volk gaarne gebruiken om
langs hunne schouders op te klimmen tot
den president8stoel, en alle drie azen op
het baantje van Barrios, hetgeen aan den
ernst en 't recht van den opstand wel
eenigszins twijfelen doet.
Het driemanschap heet: Generaal Mcrales
(tot voor korten tijd onder Barrios minis
ter van oorlog)generaal Barrios (naam
genoot en zwager van den president) en
Aguilar, een stelletje waarvan de president
het woord tot het zijne kan maken: Mijn
vriend die mijn brood at heeft de ver
zenen tegen mij opgeheven.
Dat er ook aan den president ee» steekje
los is, blijkt reeds uit éene daad van hem.
Er is namelijk in de grondwet des lands
een bepaling die verbiedt dat iemand twee
maal achtereen dezelfde waardigheid be
kleedt. Deze bepaling heeft de president
in zyn eigen belang opgeheven zoodat
hij nu niet meer behoeft af te treden.
Dit heeft wel zoo iets van 't bekende
„j'y suis et j'y reste".
In ieder ge val is 't een bedenkelijk streven
naar de dictatoriale macht, hetwelk niet
te pas komt in eene democratische repu
bliek.
En wat het thans word en zal Reeds
heeft het driemanschap door omkooping en
verovering zich grooten aanhang verwor
ven, den president binnen Chiquimala in
gesloten en ook buiten hun land het twist
vuur aangeblazen.
De president moet 100 duizend piasters
hebben uitgeloofd aan hem die hem Morales,
den gevaarlijkste der drie in handen speelt;
maar Morales lacht er natuurlijk wat mee.
Koning Karei van Rumenië en zijn
dichterlijke vrouw de schoone Carmen
Sylva brachten deze week een bezoek aan
het Hof van Oostenrijk te Buda Pest. Het
was een contrabeleetdheid wegens het be
zoek van den Keizer in September van 't
vorige jaar aan Bucharest gebracht na de
feestelijke opening van de IJzeren Poort.
De vorsten werden luide toegejuicht,
wat te begrijpen is wijl de vriendschaps
banden tusschen beide hoven en tusschen
de Hongaarsch-Rumeensche buren al van
jaren dagteekenen.
Ook deze reis heeft een staatkundige
beteekenis. Het drievoudig Verbond
Duitschland-Oostenry k-Italië heeft een
bondgenoot in het Oosten noodig als
tegenwicht voor het driemanschap Servië
-Bulgarije-Montenegro, dat sterk op den
kant van Rusland is. En zulk een bondge
noot heeft 'tin Rumenië.
By de wisseling van toosten bij 't gala
diner ter eere van den gast, op gisteren,
liet de Keizer van Oostenrijk zich in dezen
geest uit en verklaarde „dat hy de pogin
gen van koning Karei zou steunen, om aan
de verhouding tusschen de beide rijken
het karakter te geven van nauwe en duur
zame vriendschap, te meer wijl Rumenië
jlen vrede in Europa steeds heeft be
vorderd".
Laat ons hopen dat het zoo zijn moge.
In 'tDuitsche Rijk werd weder een ver
tooning gegeven van den vrede gelijk die
door de vorsten wordt opgevat; namelijk
de bouw van een nieuw oorlogsschip
maar ook van 't Keizerlijk streven om den
binnenlandscben vrede en de vriendschap
met den vriend zijns grootvaders, den
Duitschen Rijks Kanselier te bevorderen.
Wilhelm zorgde er namelijk voordat 't vaar
tuig den naam van „Furst Bismarck" ont
ving. Terstond na het atloopen van 't
schip ging de minister van marine met een
keurig afgewerkt model van het schip
naar Friedrichsruhe om dit namens den
Keizer, aan den oud-kanselier aan te bieden.
Dé ministers Von Miquel en Von Thiel-
mann vergezelden hem daarbij. De vorst
ontving zyne gasten aan de voordeur en
geleidde hen naar de eetzaal, waar hij
het rapport omtrent het atloopen van het
schip in ontvangst nam. Von Bismarck
toonde zich daarover en over het weerzien
der beide andere ministers zeer verheugd.
Aan den maaltijd voerde hij een opge
wekt en levendig gesprek, meest over zaken
en personen van vroeger. De gasten namen
eenen hoogst aangenamen indruk van hun
bezoek mede en waren uit over de onver
minderde kracht en frischheid van geest
van hunnen gastheer, hoewel deze ernstig
klaagde over zenuwpijnen in het aange
zicht.
Het is een groot voorrecht wanneer een
volk dergelijke mannen als Bismarck, die
een geheele landsgeschiedenis van een eeuw
lang met zich dragen, lang bezitten mag.
In Engelsch Indië is 't oproer gedempt,
doch de pest blijft onveranderd heerschen.
Te Bombay stierven de vorige week weder
zestig personen. Het is dikwijls meer. Ook
te Karaché heeft de ziekte zich opnieuw
vertoond.
Griekenland wacht nog al tyd op den
vrede, aan denwelken het echter zelf het
meest in den weg staat.
De regeering kon geen meerderheid vinden
om de vredesvoorwaarden gelijk die door
Turkije en de Mogendheden zijn goedge
vonden, goed te keuren. Ondanks de door
haar gestelde quaestie van vertrouwen werd
zy met groote meerderheid van stemmen
in 't ongelijk gesteld. Van de 169 aan
wezige Kamerleden stemden slechts 33
voor en 93 tegen haar.
De ministers hebben hierop den Koning
hun ontslag aangeboden.
Wy hebben reeds een vorige maal er op
gewezen dat de vorsten van Europa bezig
zyn uitstapjes te maken en visites af te
leggen, toasten te wisselen en wapenschou
wingen te houden op elkanders grondgebied.
Faure trok naar PetersburgHumbert
naar BerlijnWilhelm naar Buda Pest
Wales naar Rome; Nicolaas naar Darm
stadt; Oscar naar Christiania; Karei naar
Weenen alles in.'t belang van den wereld
vrede.
En wij herhalen 't: Europa mag zich
met dit algemeene vredesconcert geluk
wenschen. Mede opmerkelijk is 't dat
enkele vorsten met te grootere beslistheid
en oprechtheid openbaar getuigenis gaan
afleggen van hun persoonlijk geloof in den
Almachtige, die hemel en aarde gemaakt,
en tronen gevestigd en koningen en over
heden aangesteld heeft die door hem
regeeren.
De Keizer met name heeft openly k her
innerd aan zyn zware, ernstige verantwoor
delijkheid aan den Heere voor de taak
hem van Godswege op de hand gezet.
Ook Oscar, de koning van Zweden, legde
een merkwaardig getuigenis af, wat te
meer dient gewaardeerd, sinds, ook in ons
land na Keuchenius' dood, onder de groo
ten der aarde, in de vergaderingen van
overheid of volksvertegenwoordiging, men
al meer begint zich Zijner te schamen,
van wien men in den kring der broederen
vaak met nog zooveel geestdrift in de stem,
weet te getuigen.
Koning Oscar dan is te Christiania ge
weest om 't eeuwfeest der hoogeschool
mee te vieren.
Bovengenoemde Universiteit kwam hem
de diploma's van doctor honoris causa aan
bieden, als blijk van respect voor den ko
ninklijken geleerde. Andere universiteiten
hadden zich daarbij aangesloten.
Dat ging derhalve in ééne moeite door.
De universiteit te Leiden was vertegen
woordigd door de professoren Vreede en
Mac Gillavry. Eerstgenoemde hield in het
Fransch een plechtige redevoering, waarin
hij de kennis en de wetenschap van den
vorst hoogelijk vereerde.
Koning Oscar jjbetuigde in een schoone
rede zyn dank voor dit plechtig eerbewijs.
Aan het slot dezer rede sprak hij:
„Geeft mijnerzijds aan uwe respectieve
landgenooten deze verzekering dat ik erken
en altijd zal erkennen de edele en verheven
Majesteit der |wetenschap. Zoolang deze zich
baseert op geloof in Godzal zij dat is mijn
onwrikbare overtuiging den mensch meer
en meer zyn höoge roeping waardig maken.
Hierop bid |ik den Almachtige dat Hij u
allen in Zyn heilige hoede neme".
Voor dezej schoone uitlating mag men
dankbaar zijn. Een vorst die zoo onbewim
peld uitspreekt dat de wetenschap niet be
rust in de rede, maar in Gods Woord,
verdient bij de eer die hem van Gods wege
toekomt, ook de persoonlijke eere, waarop
hij reebt heeft diezich de goede belijdenis
niet schaamt.
Wy weten wel, dat de onderstreepte
zinsnede op zichzelf nog niet bewijst of
deze Koning is een Deïst of een Christen
die zich diep eerbiedig buigt voor het
Kruis van Christus, maar dit is zeker dat
in de kringen der zoogenaamd hoogere we
tenschap een toon ais deze zelden of nim
mer wordt beluisterd, en vooral niet uit
Koninklijken mond. Wij zijn er dankbaar
vooren het goede voorbeeld van den
Zweedschen koning strekke tot navolging.
Besluiten wij ons Overzicht met onder
staande erg onbeduidende mededeeling die
tegelyk een zonderling licht werpt op de
karakters van sommige vorsten.
De Koning van Siam is zeer boos op
Koningin Victoria, omdat zij hem niet de
orde van den Kouseband heeft vereerd.
Volgens de „World" merkte Z. M. op, dat
de Shah en de Sultan wèl ridders waren
en er dus geen reden was, waarom een
andere Oostersche potentaat ook niet deze
orde zou hebben. Men vertelde hem dat de
Koningin had besloten de orde voortaan
slechts aan Christenvorsten te verleenen,
daar de vereischte eed alleen door een
Christen kan worden afgelegd en dat heeft
de ontevredenheid van den Koning wat
doen bedaren. Maar vollen vrede heeft hij
er toch niet mede.
1 Oct. '97.
Wij maken onze lezers opmerkzaam
dat de winterdienst op de spoorwegen be
gonnen is.
Zooals wij vroeger meldden, brengt deze
weinig of geen verandering op de lijn
VlissingenRoosendaal. Alleen de beide
mailtreinen des morgens vertrekken ieder
10 minuten later van Vlissingen, de per
sonentrein rijdt te 5.45 af om te 7.34 in
Roosendaal te komen.
Bij kon.besluit zyn benoemd tot inspec
teur der directe belastingen, invoerrechten
en accijnzen te Haarlem L. de Fouw te
Middelburg te Middelburg H. W. J. Cal-
lenfels te Zierikzee.
De navolgende stellingen van dr. Gun
ning zijn in de 17e alg. verg. der nationale
Christen geheelonthoudersvereeniging aan
genomen.
lo. De bezwaren tegen de geheelonthou
ding mogen ongegrond zijn, hetzelfde kan
niet altijd gezegd worden van de bezwaren
tegen de geheelonthouders.
2o. Wy die in onze vaan hebben ge
schreven den drang der liefde van Christas
moeten de eischen dier liefde ook betrachten
tegenover de „matigen".
3o. Wij hebben in alle eerlijke drank
bestrijders, ja in allen die arbeiden aan de
maatschappelijke en zedelijke verheffing
van het volk, met name in alle evange
listen en evangelieverkondigers en in allen
die een voorbeeld geven van een echt
christelijken wandel, ook al zyn zij geen
geheelonthouders, krachtens hun eigen be
ginselen bondgenooten te zien en behoeven
hen steeds als zoodanigen te ontmoeten.
4o. De geheelonthouding is geen doel
maar middelzij is slechts een uit vele
middelen tot bereiking van het door ons
beoogde doel. Beide waarheden worden
maar al te veel door ons uit 't oog verloren.
5o. Waar de mannen der wetenschap
het over een wetenschappelijke quaestie
onderling oneens zyn, behooren wij het
einde van hun strijd af te wachten zonder
ons er in te mengen.
De stellingen vonden bestrijding bij prof.
Valeton, die eerder al had betoogd dat
minister Goeman Borgesius, oud-voorzitter
van den Volksbond, de grootste vijand der
chr. geheelonthoudersvereeniging is.
Twee voorstellen van wet, van den
heer Bahlmann over de kleeding der schut
terij, en van den heer Pyttersen tot het
tegengaan van overmatigen arbeid in brood-,
beschuit-, koek- en banketbakkerijen en
broodfabrieken, zullen, daar de voorstel
lers ze niet hebben ingetrokken, in de
Tweede Kamer verder moeten worden
behandeld.
Volgens een Raadsbesluit van 1851
moet voor den aanvang der vergaderingen
van den gemeenteraad te Utrecht het
gebed worden uitgesproken. De burgemeester
had dit op eigen verantwoording gedurende
2Vs jaar achterwege gelaten. Maar nu de
zaak in Amsterdam ter sprake kwam had
men zich wel eens op den Gemeenteraad
van Utrecht kunnen beroepen en dan had
men hem uit den Raad wel eens een aan
merking kunnen maken. Daarom was hy
er maar liever zelf mee voor den dag ge
komen. 'tWas wel niet correct, maar hij
hoopte dat men het niet kwalijk zou nemen
en stelde meteen de afschaffing voor. Niet
tegenstaande dit voorstel een hevig protest
uitlokte, werd het gebed met 21 tegen 9
stemmen afgeschaft.
De nieuwbenoemde officieren bij het
3e regiment infanterie werden gisteren bij
loting ingedeeld als volgt te Bergen-op-
Zoom, bij het le, 2e en 5e bat. de luits-
Mateman, Van Overeem, De Winter en
Salomon, en de luit-kwartm. Knagete
Middelburg, bij het 2e bat. de luits. Van
Altena, V. d. Horst, Hoogerwaard en Stig-
ter en te Vlissingen, bij bet 4e bat. de
luits. Verhaegh en Vürtheim.
Wij ontvingen het 2e jaarverslag der
Zeeuwsche Landmaatschappij gevestigd te
Goes.
Aan 't verslag ontleenen wij dat de
vennootschap aan bouwhoeven en lande
rijen in vollen eigendom bezit H.A.
249.19.53, gelegen in de gemeenten Elle-
woutsdijk, 's Heer Abtskerke, Kruiningen,
Heinkenszand ,Wolfaartsdijk, 'sHeer Arends-
kerke, 's Heerenhoek Borssele, Biggekerke,
Grijpskerke en Bruinisse ter waarde van
f245.396,116, zijnde eene vermeerdering
aan van H.A. 43.34.34, ter waarde van
f48.495,67 en gekocht als volgt: de Hof
stede te Bruinisse, H,A. 24.40.00, bouw
en weiland te Biggekerke en Grijpskerke
H.A. 17.61.84, bouwland te 's Heer Abts
kerke H.A. 0.69.90, bouwland gevoegd bij
de hofstede Ellewoutsdijk H.A. 0.62.60,
samen H.A. 43.34.34. Var» het aandeelen
kapitaal groot f 500.000 is bij de oprichting
f 100.000 gestort, uitmakende de eerste en
tweede Berie. Van de derde en vierde serie,
elk groot f50.000, werden in het vorig
jaar a pari geplaatst 107 aandeelen ten
bedrage van f53.500, terwijl dit jaar op
speciaal verzoek van particulieren nog acht
aandeelen van f500 tegen den pari-koers
werden uitgegeven.
De Kamer vergaderde slechts kort. Be
noemd werden tot leden der commissie
voor de erzoekschriften de Heeren Smeenge
(voorz.), Smidt, 't Hooft, v. B. Batenburg
en v. L. Stirumen tot rapporteurs over
de Indische begrooting de heeren Bahlmann,
Mackay, Verheij, Pijnacker Hordijk en v.
L. Stirum.
Ned. Herv. Kerk.
Aangenomen naar Zuidzande(*) door dhr.
G. van Dis cand. te Fijnaart naar
Oosterland door dhr. G. Smit cand. te
Kruininge.
Bedankt voor Oost- en West Souburg
en voor Zoutelande door dhr. G. van Dis
cand. te Fijnaartvoor Stavenisse door
dhr. G. Smit cand. te Kruiningen
voor Borsele door ds. G. J. van Gemert
te Maasbommel.
Drietal te Utrecht ds. G. J. A. Jonk_.
te Haarlem, ds. A. B. ter Haar Romeny
te Middelburg en dr. J. H. Gerritsen te
Dedemsvaart.
Beroepen te Molkwerum (toez.) en te
Schoonoord (toez.) J. Polhuijs cand. te
Ede; te Venendaal dr. E. C. Grave-
meijer te Utrechtte Holysloot L. A.
Rademaker cand. te 's Gravenhage te
Reeuwiju L. Oostrom, cand. te Oudewater
te Buurse J. H. Ledeboer cand. te
Loenente Genemuiden ds. A. ten
Have te Polsbroekte Woudsend ds.
N. de Jong te Engwierumte Berken-
woude ds. J. W. de Vries te Wijdenes;
te Hoog Blokland P. C. Ysseling cand.
te 's Gravenhage.
Bedankt voor Grevenbicht door ds. F.
W. G. Kemman O. I. pred. met verlof
voor Hei- en Boeicop door ds. H. J.
de Groot te Oude Wetering voor
Wognum door dr. C. J. Niemeyer te
Tjalleberd.
Geref. Kerken.
Beroepen te Middelburg C dr. L. H.
Wagenaar te Arnhem B. te Pieter-
buren ds. J. H. Koers te Kockeagen
te 's Gravenhage B ds. C.| B. Bavinck te
Rotterdam A te Almkerk ds. W.
Bosch te Vrijhoeve Capelle te Oudega
ds. D. Prins te Holwerd.
Bedankt voor Zalk en Veecaten en voor
Vreeswijk door ds. J.H. Koers te Kockengen.
Doopsgezinde Gemeenten.
Aangenomen naar Terschelling door W.
J. Kiihler prop. te Amsterdam.
Ev. Luth. Kerk.
Drietal te Alkmaar: ds. J. E. Ternooy
Apèl te Harlingends. J. H. Grottendieck
te Maastricht; ds,J. C. Knuttel te Terborg.
Zuidzande was vacant sedert 21 Oct.
1894. De heer Van Dis zal daar de eerste
predikant zijn van rechtzinnige richting.
Het aantal studenten der Vrije Univer
siteit voor het eerst ingeschreven bedraagt
17. Zoodat nu ingeschreven zyn 115
studenten, en wel voor de theologische
faculteit 74, voor* de jtheologie en letteren
4, voor de theologie en rechten 3, voor
de juridische faculteit 19 en 14 voor de
faculteit der letteren.
De Senaat van het studentencorps
„Fides Quiverit Intellectum" van de theol.
school te Kampen, is voor den cursus
1897/98 als volgt samengesteld J. Sybrandi
pres., J. L. Schouten, Abactis, C. van Gel
deren, Quaestor, G. Wisse, assessor primus
en G. H. de Jonge, assessor secundus.
2B2BM2&&
Van dr. Otte, den bekenden zendeling
arts te Amoy in China staat een brief in
Van Sijns Volksblad, dien wij hier over
nemen.
Donderdag 17 Juni 1.1. bezocht dr. S.
D. Brooks Amoy, met het doel om onder
zoek te doen naar den gezondheidstoestand.
Met een mijner vroegere studenten, Tan
Thien-Un, als gids, begaven wij ons naar
die gedeelten der stad, waar de pest het
ergst heerschte. Reeds herhaaldelijk had
men mijne hulp ingeroepen in alleenstaan
de gevallen dezer ziekte, maar nooit nog
was ik in de gelegenheid geweest zulk een
volledig overzicht te hebben van de ge
teisterde wijken.
Bij 'taan wal stappen begaven wij ons
terstond naar de apotheek van Tan Thien-
Un. De weg er heen leidde door onbe
schrijfelijk vuile, van 5 tot 8 voet breede
straten, en de gedachte drong zich voor