„DE ZEEUW" BIJVOEGSEL TWEEDE KAMER. KERKNIEUWS. SCHOOLNIEUWS. van van Zaterdag 2 October 1897. De nuchterheid der nuchteren. In de te Groningen gehouden 17e al- gemeene vergadering der nationale ehristen- geheel-onthoudersvereeniging zijn zeer be langrijke besprekingen gevoerd. Wij namen er met belangstelling ken nis van. Vooral was te waardeeren de toon die aangenomen werd tegen de grensbewoners. Onder dezen verstaan wij hen die óf de uiterste consequentie van het beginsel der drankbestrijding neg niet aandurven óf in de geheelonthouding een onnoodige lastoplegging zien en daarom wel tegen 't gebruik van sterke dranken of sterke dranken en wijn, doch niet tegen 't ge bruik van bier bezwaren hebben. Ja ook de bestrijders enkel van 't drank misbruik alleen werden met welwillend heid besproken. Er was groote nuchterheid in de stellingen van dr. Gunning en in de wijze waarop met name dr. v. Dijk en de. Talma hem bijvielen. Dit is de beste manier om de gelederen der ehr. geh. onth. vereenig. te versterken velen van deze grensbewoners toch hebben voor haar streven groote sympathie, slechts één stap hebben zij nog noodig en zij zijn op haar grondgebied. Zachtjes met dezen te handelen is eisch van goede tactiek, waarmede wij dezever- eeniging van harte gelukwenschen. Goospenniny. Dit woord komt van Godspenning of Godespenning. De firma Bom meende dat het kwam van Negotiepenning als bewijs aanvoerend dat de d of t in de platte volkstaal dikwerf worden verwaarloosd. Bijv. „Gossimine" voor „God ziet mien" (mij). De opvatting is echter onjuist. Immers een negotiepenning was een stuk van be paalde waarde (er waren dubbele, enkele en halve) eu een godspenning was geen munt maar oorspronkelijk eenig geld dat men bij het aangaan van koop of huur den armen „om Gods wille" gaf; later: handgeld tot bevestiging van een koop- of huurcontract; thans zeker bedrag als on derpand by het zich verhuren als knecht of meid. In het Engelsch is het Godspennyin 't Duitsch Gottespfennig ia 't middelned. Godespenuinc. Wij vestigden indertijd de aandacht op een ploeg te Haarlemmermeer op 't land van den heer v. Vuuren aan den IJweg beproefd, welke ploeg 3 maal zooveel doet in denzelfden tijd. als een gewone waarom men er een heelen ommekeer in 't land bouwbedrijf van verwwaeht. Deze proefis volgens het Haarl. Dagblad goed geslaagd. Het blijkt dat dit werktuig, van den bok bestuurd, met twee paarden een halven meter grond verplaatst bij een diepgang van ongeveer 0.4 M. (4 palm). Yoor onzen boerenarbeider een zeer treurige mededeeling en een nieuwe waar schuwing dat wie nog kan, niet uitstelle, maar onverwijld emigreere 1 Een onzer bladen laat een knaap die op de tribune in de tweede kamer geweest is aan zijn moeder vertellen hoe de leden gezeten zijn en legt hem de volgende, door ons met een kleine wijziging over genomen opmerking in den mond „Wie zit naast dhr. Lohman „Naast hem zit dr. de Visser die de plaats inneemt vroeger door jhr. Quarles bezet. „Dat is ook opmerkelijkEen der hoofden van de Christelijk historischen door Kuyper Standaa?-dby herstemming aanbevolen, door Lohman Nederlander bestreden, naast Lohman „Nu ja de man moet toch ergens zitten en naast dr. Kuyper, dat zou toch ook niet gaan. En Lohman kon toch moeilijk voor de Visser verhuizen, want Lohman had daar altijd gezeten, eerst met Keuche- nius, later met Mackay. Bovendien meen ik te weten dat bij de keuze der plaatsen 't voor dr. de "V isser ook al niet anders konnu de beide heeren van Asch V. Wjjck naast elkander gingen zitten, of hij moest naast een liberaal of naast dhr. Lohman zitten. Maar wat doet 't er eigeniijk toe waar een Kamerlid zit, wat hij doet, dat is 't voornaamste." Be beschaving gaat vooruit dat is on miskenbaar. Bedenk toch^ eens waarde lezer, dat in Parijs eerst drie en een halve eeuw gele den de zakdoeken in gebruik kwamen aan het Hof der Valois, en dat al de mooie en de rijke dames uit de middeneeuwen, Isabeau de Bavière en Maria van Bour- gondië, haar neusjes afveegden met haar vingers of met haar mouw. Het is waar dat de meesten ook aten met haar vingers, tenzij de punt van een mes dienst deed, om het vleesch uit de saus te pikken, want vorken bestonden even min als zakdoeken. En thans zagen wij de mooiste artikelen van weelde komen, als cadeaux voor Pre sident Faure, zelfs uit de achterhoeken van bet Russische Rijk Buitenlandsch Overzicht.^ De Spaansche Koningin jRegentes blijft in groote staatkundige moeilijkheden ge wikkeld. Cuba en de Philippijnen vereischen nog steeds al hare aandacht en bezorgdheid; de Vereenigde Staten blij ven als een vriend die my mijn feilen toont den dreigenden vinger tegen haar opheffen; terwijl jook de binnenlandsche partijen en partyschappen er niet toe medewerken om haar weg te effenen. Op èen punt is thans de knoop doorge hakt. Het ontslag van 't Conservatieve ministerie, met Canovas'gewelddadigen dood van zijn ziel en ruggegraat berooid, was nog slechts een quaestie van tijd en zie thans is zij reeds achter den rug. Aan Sagasta, den liberalen oud minis! er, werd de samenstelling van een nieuw Kabinet opgedragen; of zyn optreden ingrijpende veranderingen wat betreft het bestuur over Cuba ten gevolge zal hebben, dient te wor den) afgewacht. Immers 't gebeurt wel meer dat een staatsman in de oppositie adviezen geeft die door dezen zelfden staatsman in het bewind worden in den wind geslagen. Indien er echter verandering komt, dan zal 't wel de terugroeping van generaal Weyler zyn en 't verleenen van zelfre- geering aan Cuba, op de grondslagen door de Spaansche regeering te bepalen. Voor Cuba ware 't inderdaad te wenschen en 't was tegelijk* een casus belli voor Amerika opgeruimd. Intusschen zijn alle Spaansche staatslieden 't er over eens dat Amerika zich er uit moet houden. Wenscht het den opstand spoedig te zien beëindigd, dan heeft het slechts de internationale rechten te eer biedigen en vrijbuitersexpedities te beletten te vertrekken, meeuen zy. En hoe staat het nu in Midden-Amerika? Volgens de jongste berichten loopen de zaken in Guatamala (een republiek, vroe ger onder den naam van San Salvador een Spaansche bezitting doch die zich heeft vrij ge vochten) allertreurigst. Een groot deel der bevolking kwam in opstand tegen den president der republiek Barrios, die een ware autocraat moet zyn. Het is zonderling dat juist de predikers van 'tallen gelyk, zoodra zy aan het hoofd der zaken staan, zoo ontzaglijk tyrannisch en alleenheerschend kunnen optreden. Keizer Napoleon III was daarvan een sprekend voorbeelden de leider der Bel gische socialisten, Anseele, is dit niet minder; en nu schijnt ook Barrios er niet vrij van. Maar die tegen hem opstaan, zyn ook niet vry van ydelheid. Het zyn drie aan zienlij ken, die 't volk gaarne gebruiken om langs hunne schouders op te klimmen tot den president8stoel, en alle drie azen op het baantje van Barrios, hetgeen aan den ernst en 't recht van den opstand wel eenigszins twijfelen doet. Het driemanschap heet: Generaal Mcrales (tot voor korten tijd onder Barrios minis ter van oorlog)generaal Barrios (naam genoot en zwager van den president) en Aguilar, een stelletje waarvan de president het woord tot het zijne kan maken: Mijn vriend die mijn brood at heeft de ver zenen tegen mij opgeheven. Dat er ook aan den president ee» steekje los is, blijkt reeds uit éene daad van hem. Er is namelijk in de grondwet des lands een bepaling die verbiedt dat iemand twee maal achtereen dezelfde waardigheid be kleedt. Deze bepaling heeft de president in zyn eigen belang opgeheven zoodat hij nu niet meer behoeft af te treden. Dit heeft wel zoo iets van 't bekende „j'y suis et j'y reste". In ieder ge val is 't een bedenkelijk streven naar de dictatoriale macht, hetwelk niet te pas komt in eene democratische repu bliek. En wat het thans word en zal Reeds heeft het driemanschap door omkooping en verovering zich grooten aanhang verwor ven, den president binnen Chiquimala in gesloten en ook buiten hun land het twist vuur aangeblazen. De president moet 100 duizend piasters hebben uitgeloofd aan hem die hem Morales, den gevaarlijkste der drie in handen speelt; maar Morales lacht er natuurlijk wat mee. Koning Karei van Rumenië en zijn dichterlijke vrouw de schoone Carmen Sylva brachten deze week een bezoek aan het Hof van Oostenrijk te Buda Pest. Het was een contrabeleetdheid wegens het be zoek van den Keizer in September van 't vorige jaar aan Bucharest gebracht na de feestelijke opening van de IJzeren Poort. De vorsten werden luide toegejuicht, wat te begrijpen is wijl de vriendschaps banden tusschen beide hoven en tusschen de Hongaarsch-Rumeensche buren al van jaren dagteekenen. Ook deze reis heeft een staatkundige beteekenis. Het drievoudig Verbond Duitschland-Oostenry k-Italië heeft een bondgenoot in het Oosten noodig als tegenwicht voor het driemanschap Servië -Bulgarije-Montenegro, dat sterk op den kant van Rusland is. En zulk een bondge noot heeft 'tin Rumenië. By de wisseling van toosten bij 't gala diner ter eere van den gast, op gisteren, liet de Keizer van Oostenrijk zich in dezen geest uit en verklaarde „dat hy de pogin gen van koning Karei zou steunen, om aan de verhouding tusschen de beide rijken het karakter te geven van nauwe en duur zame vriendschap, te meer wijl Rumenië jlen vrede in Europa steeds heeft be vorderd". Laat ons hopen dat het zoo zijn moge. In 'tDuitsche Rijk werd weder een ver tooning gegeven van den vrede gelijk die door de vorsten wordt opgevat; namelijk de bouw van een nieuw oorlogsschip maar ook van 't Keizerlijk streven om den binnenlandscben vrede en de vriendschap met den vriend zijns grootvaders, den Duitschen Rijks Kanselier te bevorderen. Wilhelm zorgde er namelijk voordat 't vaar tuig den naam van „Furst Bismarck" ont ving. Terstond na het atloopen van 't schip ging de minister van marine met een keurig afgewerkt model van het schip naar Friedrichsruhe om dit namens den Keizer, aan den oud-kanselier aan te bieden. Dé ministers Von Miquel en Von Thiel- mann vergezelden hem daarbij. De vorst ontving zyne gasten aan de voordeur en geleidde hen naar de eetzaal, waar hij het rapport omtrent het atloopen van het schip in ontvangst nam. Von Bismarck toonde zich daarover en over het weerzien der beide andere ministers zeer verheugd. Aan den maaltijd voerde hij een opge wekt en levendig gesprek, meest over zaken en personen van vroeger. De gasten namen eenen hoogst aangenamen indruk van hun bezoek mede en waren uit over de onver minderde kracht en frischheid van geest van hunnen gastheer, hoewel deze ernstig klaagde over zenuwpijnen in het aange zicht. Het is een groot voorrecht wanneer een volk dergelijke mannen als Bismarck, die een geheele landsgeschiedenis van een eeuw lang met zich dragen, lang bezitten mag. In Engelsch Indië is 't oproer gedempt, doch de pest blijft onveranderd heerschen. Te Bombay stierven de vorige week weder zestig personen. Het is dikwijls meer. Ook te Karaché heeft de ziekte zich opnieuw vertoond. Griekenland wacht nog al tyd op den vrede, aan denwelken het echter zelf het meest in den weg staat. De regeering kon geen meerderheid vinden om de vredesvoorwaarden gelijk die door Turkije en de Mogendheden zijn goedge vonden, goed te keuren. Ondanks de door haar gestelde quaestie van vertrouwen werd zy met groote meerderheid van stemmen in 't ongelijk gesteld. Van de 169 aan wezige Kamerleden stemden slechts 33 voor en 93 tegen haar. De ministers hebben hierop den Koning hun ontslag aangeboden. Wy hebben reeds een vorige maal er op gewezen dat de vorsten van Europa bezig zyn uitstapjes te maken en visites af te leggen, toasten te wisselen en wapenschou wingen te houden op elkanders grondgebied. Faure trok naar PetersburgHumbert naar BerlijnWilhelm naar Buda Pest Wales naar Rome; Nicolaas naar Darm stadt; Oscar naar Christiania; Karei naar Weenen alles in.'t belang van den wereld vrede. En wij herhalen 't: Europa mag zich met dit algemeene vredesconcert geluk wenschen. Mede opmerkelijk is 't dat enkele vorsten met te grootere beslistheid en oprechtheid openbaar getuigenis gaan afleggen van hun persoonlijk geloof in den Almachtige, die hemel en aarde gemaakt, en tronen gevestigd en koningen en over heden aangesteld heeft die door hem regeeren. De Keizer met name heeft openly k her innerd aan zyn zware, ernstige verantwoor delijkheid aan den Heere voor de taak hem van Godswege op de hand gezet. Ook Oscar, de koning van Zweden, legde een merkwaardig getuigenis af, wat te meer dient gewaardeerd, sinds, ook in ons land na Keuchenius' dood, onder de groo ten der aarde, in de vergaderingen van overheid of volksvertegenwoordiging, men al meer begint zich Zijner te schamen, van wien men in den kring der broederen vaak met nog zooveel geestdrift in de stem, weet te getuigen. Koning Oscar dan is te Christiania ge weest om 't eeuwfeest der hoogeschool mee te vieren. Bovengenoemde Universiteit kwam hem de diploma's van doctor honoris causa aan bieden, als blijk van respect voor den ko ninklijken geleerde. Andere universiteiten hadden zich daarbij aangesloten. Dat ging derhalve in ééne moeite door. De universiteit te Leiden was vertegen woordigd door de professoren Vreede en Mac Gillavry. Eerstgenoemde hield in het Fransch een plechtige redevoering, waarin hij de kennis en de wetenschap van den vorst hoogelijk vereerde. Koning Oscar jjbetuigde in een schoone rede zyn dank voor dit plechtig eerbewijs. Aan het slot dezer rede sprak hij: „Geeft mijnerzijds aan uwe respectieve landgenooten deze verzekering dat ik erken en altijd zal erkennen de edele en verheven Majesteit der |wetenschap. Zoolang deze zich baseert op geloof in Godzal zij dat is mijn onwrikbare overtuiging den mensch meer en meer zyn höoge roeping waardig maken. Hierop bid |ik den Almachtige dat Hij u allen in Zyn heilige hoede neme". Voor dezej schoone uitlating mag men dankbaar zijn. Een vorst die zoo onbewim peld uitspreekt dat de wetenschap niet be rust in de rede, maar in Gods Woord, verdient bij de eer die hem van Gods wege toekomt, ook de persoonlijke eere, waarop hij reebt heeft diezich de goede belijdenis niet schaamt. Wy weten wel, dat de onderstreepte zinsnede op zichzelf nog niet bewijst of deze Koning is een Deïst of een Christen die zich diep eerbiedig buigt voor het Kruis van Christus, maar dit is zeker dat in de kringen der zoogenaamd hoogere we tenschap een toon ais deze zelden of nim mer wordt beluisterd, en vooral niet uit Koninklijken mond. Wij zijn er dankbaar vooren het goede voorbeeld van den Zweedschen koning strekke tot navolging. Besluiten wij ons Overzicht met onder staande erg onbeduidende mededeeling die tegelyk een zonderling licht werpt op de karakters van sommige vorsten. De Koning van Siam is zeer boos op Koningin Victoria, omdat zij hem niet de orde van den Kouseband heeft vereerd. Volgens de „World" merkte Z. M. op, dat de Shah en de Sultan wèl ridders waren en er dus geen reden was, waarom een andere Oostersche potentaat ook niet deze orde zou hebben. Men vertelde hem dat de Koningin had besloten de orde voortaan slechts aan Christenvorsten te verleenen, daar de vereischte eed alleen door een Christen kan worden afgelegd en dat heeft de ontevredenheid van den Koning wat doen bedaren. Maar vollen vrede heeft hij er toch niet mede. 1 Oct. '97. Wij maken onze lezers opmerkzaam dat de winterdienst op de spoorwegen be gonnen is. Zooals wij vroeger meldden, brengt deze weinig of geen verandering op de lijn VlissingenRoosendaal. Alleen de beide mailtreinen des morgens vertrekken ieder 10 minuten later van Vlissingen, de per sonentrein rijdt te 5.45 af om te 7.34 in Roosendaal te komen. Bij kon.besluit zyn benoemd tot inspec teur der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen te Haarlem L. de Fouw te Middelburg te Middelburg H. W. J. Cal- lenfels te Zierikzee. De navolgende stellingen van dr. Gun ning zijn in de 17e alg. verg. der nationale Christen geheelonthoudersvereeniging aan genomen. lo. De bezwaren tegen de geheelonthou ding mogen ongegrond zijn, hetzelfde kan niet altijd gezegd worden van de bezwaren tegen de geheelonthouders. 2o. Wy die in onze vaan hebben ge schreven den drang der liefde van Christas moeten de eischen dier liefde ook betrachten tegenover de „matigen". 3o. Wij hebben in alle eerlijke drank bestrijders, ja in allen die arbeiden aan de maatschappelijke en zedelijke verheffing van het volk, met name in alle evange listen en evangelieverkondigers en in allen die een voorbeeld geven van een echt christelijken wandel, ook al zyn zij geen geheelonthouders, krachtens hun eigen be ginselen bondgenooten te zien en behoeven hen steeds als zoodanigen te ontmoeten. 4o. De geheelonthouding is geen doel maar middelzij is slechts een uit vele middelen tot bereiking van het door ons beoogde doel. Beide waarheden worden maar al te veel door ons uit 't oog verloren. 5o. Waar de mannen der wetenschap het over een wetenschappelijke quaestie onderling oneens zyn, behooren wij het einde van hun strijd af te wachten zonder ons er in te mengen. De stellingen vonden bestrijding bij prof. Valeton, die eerder al had betoogd dat minister Goeman Borgesius, oud-voorzitter van den Volksbond, de grootste vijand der chr. geheelonthoudersvereeniging is. Twee voorstellen van wet, van den heer Bahlmann over de kleeding der schut terij, en van den heer Pyttersen tot het tegengaan van overmatigen arbeid in brood-, beschuit-, koek- en banketbakkerijen en broodfabrieken, zullen, daar de voorstel lers ze niet hebben ingetrokken, in de Tweede Kamer verder moeten worden behandeld. Volgens een Raadsbesluit van 1851 moet voor den aanvang der vergaderingen van den gemeenteraad te Utrecht het gebed worden uitgesproken. De burgemeester had dit op eigen verantwoording gedurende 2Vs jaar achterwege gelaten. Maar nu de zaak in Amsterdam ter sprake kwam had men zich wel eens op den Gemeenteraad van Utrecht kunnen beroepen en dan had men hem uit den Raad wel eens een aan merking kunnen maken. Daarom was hy er maar liever zelf mee voor den dag ge komen. 'tWas wel niet correct, maar hij hoopte dat men het niet kwalijk zou nemen en stelde meteen de afschaffing voor. Niet tegenstaande dit voorstel een hevig protest uitlokte, werd het gebed met 21 tegen 9 stemmen afgeschaft. De nieuwbenoemde officieren bij het 3e regiment infanterie werden gisteren bij loting ingedeeld als volgt te Bergen-op- Zoom, bij het le, 2e en 5e bat. de luits- Mateman, Van Overeem, De Winter en Salomon, en de luit-kwartm. Knagete Middelburg, bij het 2e bat. de luits. Van Altena, V. d. Horst, Hoogerwaard en Stig- ter en te Vlissingen, bij bet 4e bat. de luits. Verhaegh en Vürtheim. Wij ontvingen het 2e jaarverslag der Zeeuwsche Landmaatschappij gevestigd te Goes. Aan 't verslag ontleenen wij dat de vennootschap aan bouwhoeven en lande rijen in vollen eigendom bezit H.A. 249.19.53, gelegen in de gemeenten Elle- woutsdijk, 's Heer Abtskerke, Kruiningen, Heinkenszand ,Wolfaartsdijk, 'sHeer Arends- kerke, 's Heerenhoek Borssele, Biggekerke, Grijpskerke en Bruinisse ter waarde van f245.396,116, zijnde eene vermeerdering aan van H.A. 43.34.34, ter waarde van f48.495,67 en gekocht als volgt: de Hof stede te Bruinisse, H,A. 24.40.00, bouw en weiland te Biggekerke en Grijpskerke H.A. 17.61.84, bouwland te 's Heer Abts kerke H.A. 0.69.90, bouwland gevoegd bij de hofstede Ellewoutsdijk H.A. 0.62.60, samen H.A. 43.34.34. Var» het aandeelen kapitaal groot f 500.000 is bij de oprichting f 100.000 gestort, uitmakende de eerste en tweede Berie. Van de derde en vierde serie, elk groot f50.000, werden in het vorig jaar a pari geplaatst 107 aandeelen ten bedrage van f53.500, terwijl dit jaar op speciaal verzoek van particulieren nog acht aandeelen van f500 tegen den pari-koers werden uitgegeven. De Kamer vergaderde slechts kort. Be noemd werden tot leden der commissie voor de erzoekschriften de Heeren Smeenge (voorz.), Smidt, 't Hooft, v. B. Batenburg en v. L. Stirumen tot rapporteurs over de Indische begrooting de heeren Bahlmann, Mackay, Verheij, Pijnacker Hordijk en v. L. Stirum. Ned. Herv. Kerk. Aangenomen naar Zuidzande(*) door dhr. G. van Dis cand. te Fijnaart naar Oosterland door dhr. G. Smit cand. te Kruininge. Bedankt voor Oost- en West Souburg en voor Zoutelande door dhr. G. van Dis cand. te Fijnaartvoor Stavenisse door dhr. G. Smit cand. te Kruiningen voor Borsele door ds. G. J. van Gemert te Maasbommel. Drietal te Utrecht ds. G. J. A. Jonk_. te Haarlem, ds. A. B. ter Haar Romeny te Middelburg en dr. J. H. Gerritsen te Dedemsvaart. Beroepen te Molkwerum (toez.) en te Schoonoord (toez.) J. Polhuijs cand. te Ede; te Venendaal dr. E. C. Grave- meijer te Utrechtte Holysloot L. A. Rademaker cand. te 's Gravenhage te Reeuwiju L. Oostrom, cand. te Oudewater te Buurse J. H. Ledeboer cand. te Loenente Genemuiden ds. A. ten Have te Polsbroekte Woudsend ds. N. de Jong te Engwierumte Berken- woude ds. J. W. de Vries te Wijdenes; te Hoog Blokland P. C. Ysseling cand. te 's Gravenhage. Bedankt voor Grevenbicht door ds. F. W. G. Kemman O. I. pred. met verlof voor Hei- en Boeicop door ds. H. J. de Groot te Oude Wetering voor Wognum door dr. C. J. Niemeyer te Tjalleberd. Geref. Kerken. Beroepen te Middelburg C dr. L. H. Wagenaar te Arnhem B. te Pieter- buren ds. J. H. Koers te Kockeagen te 's Gravenhage B ds. C.| B. Bavinck te Rotterdam A te Almkerk ds. W. Bosch te Vrijhoeve Capelle te Oudega ds. D. Prins te Holwerd. Bedankt voor Zalk en Veecaten en voor Vreeswijk door ds. J.H. Koers te Kockengen. Doopsgezinde Gemeenten. Aangenomen naar Terschelling door W. J. Kiihler prop. te Amsterdam. Ev. Luth. Kerk. Drietal te Alkmaar: ds. J. E. Ternooy Apèl te Harlingends. J. H. Grottendieck te Maastricht; ds,J. C. Knuttel te Terborg. Zuidzande was vacant sedert 21 Oct. 1894. De heer Van Dis zal daar de eerste predikant zijn van rechtzinnige richting. Het aantal studenten der Vrije Univer siteit voor het eerst ingeschreven bedraagt 17. Zoodat nu ingeschreven zyn 115 studenten, en wel voor de theologische faculteit 74, voor* de jtheologie en letteren 4, voor de theologie en rechten 3, voor de juridische faculteit 19 en 14 voor de faculteit der letteren. De Senaat van het studentencorps „Fides Quiverit Intellectum" van de theol. school te Kampen, is voor den cursus 1897/98 als volgt samengesteld J. Sybrandi pres., J. L. Schouten, Abactis, C. van Gel deren, Quaestor, G. Wisse, assessor primus en G. H. de Jonge, assessor secundus. 2B2BM2&& Van dr. Otte, den bekenden zendeling arts te Amoy in China staat een brief in Van Sijns Volksblad, dien wij hier over nemen. Donderdag 17 Juni 1.1. bezocht dr. S. D. Brooks Amoy, met het doel om onder zoek te doen naar den gezondheidstoestand. Met een mijner vroegere studenten, Tan Thien-Un, als gids, begaven wij ons naar die gedeelten der stad, waar de pest het ergst heerschte. Reeds herhaaldelijk had men mijne hulp ingeroepen in alleenstaan de gevallen dezer ziekte, maar nooit nog was ik in de gelegenheid geweest zulk een volledig overzicht te hebben van de ge teisterde wijken. Bij 'taan wal stappen begaven wij ons terstond naar de apotheek van Tan Thien- Un. De weg er heen leidde door onbe schrijfelijk vuile, van 5 tot 8 voet breede straten, en de gedachte drong zich voor

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1897 | | pagina 5