CRT.
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
*oes.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
logne
ichines,
rens,
ID
ID
151. 1897.
en's
IS.
rgel met
volgens
zonder
iet orgel,
t orgel-
end.
en's
3)oiiiferiffttj 28 8cpfcm6cc.
iffife faatgang.
e drank
elijksch
ran
ÉSSEN,
IBS,
iegen,
chtwerk,
aad.i
S N.
ICHTEN.
)en,
IEMANS,
aecht
knecht
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
I.
DE TROONREDE
lelburg.
R
JTSEN.
JCIl. bij
GOES.
R, Arnestein.
aan boekhandel
met October
KRIJGER,
ij Grijpskerke.
ST, lange Kerk-
3a) 3,25 en 6,20,
Oa) 3,55 6,50.
ja) en 4,50
ia) 5,10
5 6,20e)
3 6,40rf)
i. 8,10.
8,40.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
EN
va?n 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
naar Bresken#
Zij die zich met I Oc
tober op ons blad wen-
schen te abonneeren, ontvangen
de tot dien datum verschijnende
nommers C R A T I S.
De derde Dinsdag in September is voor
Hagenaar en Uitlander een aangename dag.
De jaarlijksche plechtigheid der opening
van de zittingen der beide Kamers onzer
Staten-Generaal lokt duizenden bij duizen
den inwoners uit hunne woningen en tien
duizenden vreemdelingen, weer of geen
weer, trekken dien dag naar de residentie
om pret te maken, ja, maar ook velen om
den schitterenden hofstoet te zien, en de
grenadiers en het paardenvolk uitgedost
in groot tenue, en 't middelpunt van al
dezen glans, de Oranjespruit te bewonderen
die in de woning aan het Noordeinde hare
moeder, de Regentes, op haar tocht naar
het Binnenhol, de vergaderplaats der Volks
vertegenwoordiging, als met de oogen tracht
te volgen; of gelijk thans voor het
eerst voor het eerst en voor het laatst
haar vergezelt in de koninklijke gala
koets, door acht paarden getrokken en door
huzaren op hunne fiere rossen, geëscorteerd,
terwijl de natie in dichte rijen aan den
weg geschaard, baar toejuicht en tal van
officieren en ordonnancen, kamerheeren en
kamerjuffers, hooggeplaatsten van allerlei
slag, voorafgegaan en gevolgd door de
fleur van het Nederlandsche leger, haar
omringen.
Dit alles is schoon en imposant.
Men moet het gezien hebben om het te
kunnen gelooven. Men moet iets gevoeld
hebben van die geestdrift welke een volk
bezielt, wanneer bet zich zoo dicht ge
plaatst gevoelt bij haar die het bij Gods
genade regeert, en in wie het de draagster
eert van 't gezag en de majesteit van Hem
door Wien de Koningen regeeren.
Worde dit besef op iederen volgerden
openingsdag maar steeds levendiger; dan
eerst zullen wij oprechtelijk kunnen in
stemmen met 't Leve de Koningin Leve,
groeie, bloeiehet Nederlandsche Volk on
der en door en met Oranje
Te 1 uur kondigde het eerste kanon
schot 't oogenblik aan, waarop de Konin
ginnen het paleis verlieten.
Wij herhalen: de Koninginnen.
Dat was iets nieuws.
In de laatste jaren sinds 't overlijden
van den grijzen vader der Koningin, had
de Koningin Weduwe Regentes den tocht
gemaakt om de Kamers te openen.
Heden was het de laatste maal dat zij
dit in haar functie als Regentes doen zou.
Een volgende maal zal de Koningin meer
derjarig zijn en zelf die gewichtige taak
vervullen. Daarom vergezelde zij nu hare
moeder en kan derhalve al de drukten
al de plechtigheid, en al den ernst van
deze taak, thans nog als toeschouwster
alleen, van nabij gadeslaan.
Op den linker- en rechtervleugel van
het voorplein van het paleis stond, met
de koninklijke militaire kapel, als eerewacht
opgesteld het le bataljon grenadiers onder
commando van luit. kolonel Buys en zoo
trok de stoet naar het Binnenhof.
Daar waren inmiddels de Kamerleden en
andere autoriteiten in grooter getale dan
ooit, gevolg misschien van het nieuwe der
plechtigheid, bijeen, schier allen in 't tra-
ditioueele kostuum. Het was een statig
schouwspeldie dicht op elkaar staande
volksvertegenwoordigers, ministers en staats
raden, zwijgend de komst der Vorstinnen
verbeidende.
Een poos te voren was de drukte grooter
geweesfi Een ooggetuige meldt er van aan
de Telegraaf.
„En corps traden de ministers binnen, de
heer De Beaufort reeds versierd met het
groote lint van zijn Siameesch grootkruis.
Zij waren dadelijk door velen omringd.
Er vormden zich deftige groepen waarbij
de door zwarte mantels gedekte zwarte
priesteijassen der beeren Schaepman en
Noiens als een n ach'stip aan een horizon
vol licht afstaken en het met violetkleurige
sjerp versierde costuum van den pauselijken
Kamerheer, den heer Nolens, den overgang
vormde tusschen kleur en geen kleur.
Ook de Raad van State trad en corps
binnen, de heer Heemskerk steunende op
een stokje, de eenige in de zaal met het
grootkruis van den Nederlandschen Leeuw.
Hij was spoedig het voorwerp der begroe
ting van velen, o. a. van de nieuwe leden
die zich aan hem lieten voorstellan.
Militaire uniformen, de tegenwoordigheid
van den diplomaat Van Bylandt in groot
tanue verhoogden het rijke tooneel va-
aantrekkelijke verscheidenheid, zoodat men
het grauwe daglicht vergat, slechts oog
hebbende voor de schittering van hetgeen
daar beneden geboden werd.
Het was kort na één uur toen de groe
pen zich ontbonden en de autoriteiten hunne
plaatsen innamen."
De heer Van Naamen, voorzitter der
eerste kamer, was voorzitter van deze ge
combineerde vergadering der beide Kamers.
Hij benoemde een commissie van 15 leden,
te weten 10 uit de tweede- en 5 uit de
eerste kamer om de koninginnen in- en uit
geleide te doen.
Het waren de heeren Kuyper, Lohman,
Seret (antir.), Kolkman, Michiels, v. B.
Batenburg (k.), Roessingh, Jrucker, Tyde-
man en Bastert (lib.), van de tweede-,
Vening Meinesz, Rahusen, |v. Alphen (lib).,
v. Nispen (k.) en Brantsen (an'ir.) van de
eerste kamer.
De commissie met den heer Vening
Meinesz (Amsterdams burgemeester) aan het
hoofd verliet hierop de zaal.
Eeu oogenblik later werd de deur ge
opend en kondigde de kamerheer-ceremonie
meester die aan het hoofd van den hof
stoet gaat de komst aan van twee Koninginnen
Achter hem kwamen de kamerheeren en
de grootofficieren, en achter deze een ge
deelte der commissie, gevolgd door de Ko
ninginnen, terwijl de overige leden der
oommissie haar volgde.ii op den voet. Zoo
traden de Koninginnen binnen, de eene in
het zwart, de andere in het wit gekleed,
en naar links en rechts vriendelijk nijgende.
Vervolgens plaatsten zij zich op de estrade
voor den troon en toen hield de Regentes
de volgende Troonrede
Mijne heeren!
Bij den aanvang van dit zittingjaar is
het mij aangenaam U ter behartiging van
's lands belangen opnieuw bijeen te zien.
Worden mijne dierbaarste wensohen en
die van het Nederlandsche volk vervuld,
dan zal voor het einde zan dit zittingjaar
mijne beminde dochter de regeering aan
vaarden.
De algemeene toestand, zoowel in het
moederland als in de koloniën, is in menig
opzicht bevredigend.
In handel, scheepvaart en nijverheid is
uitbreiding merkbaar.
Hier de lande was de oogst van onder
scheidene gewassen gunstig. Door de heer-
schende ziekte onder het vee erf de daaruit
voortvloeiende belemmering van den vee-
uitvoer wordt nochtans groot nadeel ge
leden.
Op Java heeft de suiker-industrie te
kampen met moeilijkheden.
De betrekkingen met de buitenlandsche
mogendheden blijven van den meest vriend-
schappelijken aard.
Zee- en landmacht vervullen hare taak
met ijver en opgewektheid.
Aan den moed en de volharding van
het Nederlandsch-Indische leger, door de
vloot krachtdadig gesteund, breng ik warme
hulde de offers diep betreurende, die nog
steeds gevergd worden om in Atjeh, ten
bate van rust en vrede, onze macht duur
zaam te vestigen.
Gewichtige arbeid wacht U in dit zit
tingjaar.
Een wetsontwerp tot afschaffing der
dienstvervanging bij de militie, als voor
bereiding van de hervorming der levende
strijdkrachten, hoop ik U eerlang aan te
bieden.
Vereeniging van de zórg voor de land
bouwbelangen bij éen departement van al
gemeen bestuur wordt U voorgesteld.
Wetsontwerpen zullen U worden aange
boden tot betere bescherming en berech
ting van kinderen en jeugdige personen,
tot regeling van den leerplicht en tot wet
telijke verzekering van werklieden tegen
de gevolgen van ongevallen in bepaalde
bedrijven.
Weldra bereikt U voor Nederlandscb-
Indië een ontwerp mijnwet, benevens een
voorstel betreffende het uitvoerrecht op
suiker.
De ontwerpen betreffende het militair
strafrecht en de krijgstucht worden opnieuw
ingediend.
Wets voordrachten tot verbetering van
maatschappelijke toestanden, met name be
treffende de volkshuisvesting, den arbeid
en uet armwezen, zijn in bewerking.
Aan versterking der rijksinkomsten, door
wijziging vun het tarief van invoerrechten
met behoud zijner beslaande grondslagen,
wijd ik mijne aandacht.
Op Uwen ijver en Uwe toewijding tot
volbrenging der veelomvattende taak, die
op U rust, blijf ik bij voortduring staat
maken.
Mogen Uwe werkzaamheden onder Gods
zegen strekken tot welzijn van ons dier
baar vaderland I
In naam der Koningin verklaar ik de
gewone zitting der Staten-Generaal te zijn
ge opend."
Onder 't uitspreken dezer rede door de
Regentes, had de Koningin rondgekeken,
blijkbaar aangetrokken door het nieuwe
dat voor haar in dit plechtige oogenblik
gelegen was.
Toen de rede geëindigd was, verlieten
de Koninginnen, vriendelijk nijgende, de
zaal. Op 't oogenblik dat zij de deur be
reikt hadden rechts van de banken waar
de leden der rechterzijde gezeten zijn,
hief de nestor der tweede kamer, de heer
Donner een „leve de Koningin!" aan, #n
werd hierin tot driemaal toe door schier
alle leden der Kamer gevolgd.
Dat „schier" is hier in dit verband
welsprekendhet teekent den tegenwoor-
digen toestand. Het werpt een droeve
schaduw op deze plechtigheid. Het zegt
dat onder de Kamerleden ook eenige
republikeinen zijn. Hoevele geheime re
publikeinen er onder hen zijn, dat zou
natuurlijk eerst in tijd van nood, bij
een repetitie van den 18 Jan. 1795, aan
't licht komenmaar openbare vijanden
van bet Koningshuis zijn de revolutionaire
socialist v. d. Zwaag en zijn parlementaire
geestverwanten v. Kol en Troelstra. Alle
drie zijn van de leer dat „koningen en
advokaten verdwijnen slechts door dyna
miet"en vergeten wij niet, onder hen die
nu mede het Leve de Koningin aanhie
ven, hebben velen de verkiezing dezer
mannen toegejuicht; hun pers had zelfs
hunne verkiezing aanbevolen.
Doch van dit alles is zij onkundig, bet
Koninginnetje met haar blozende gelaat.
O, mogen hare voeten, wanneer zij zich
straks op 't doornige pad zullen richten,
niet al te zeer gewond worden. Moge zij
leidslieden vinden gelijk haar vader die
had in Christenmannen als de Elouts en
Van Doorns en Singendoncks. Moge Gods
Geest haar verlichten en Gods trouw haar
omringen en het vrede zijn in den lande
al hare dagen
Vermelden wij nog dat de vereenigde
zitting daarna opgeheven werd en de
Koninginnen onder luid gejuich uit dui
zenden monden, en de gebruikelijke eerbe
wijzen van de militaire macht, naar 't
Paleis terugkeerden.
Wij mogen echter niet vergeten er op
te wijzen, dat ook bij al deze pracht en
heerlijkheid, de dreigende vinger van den
dood niet ontbrak.
Zoo zelden kan gezegd worden dat de
Kamers voltallig zijn.
Ook deze plechtige opening kon niet
door allen worden bijgewoond.
Een zelfs was voor altijd heengegaan,
het is de heer Zijp, het lid voor Enk
huizen, wiens lijk juist een dag te voren
ten grave daalde.
Zoo predikte ook dit tooneel van leven
in zijn schoonsten en kracbtigsten vorm,
in zijn ideale schittering dat het den
mensch gezet is te sterven, en daarna
het oordeel.
Overal volgt het vale paard van den
Dood een volk, een vorst op de hielen.
Deze Koning der Verschrikking ontziet
niets en niemand. Hij ontwijdde en ont
rustte zelfs dezen eersten intocht eener
bloeiende Koningin. Gelukkig zoo hij haar
uitdrijft tot dien Heiland, wiens koninklijk
woord en gezag en majeteit zelfs den Dood
sprakeloos maakt, ook aan aardsche tronen
vastigheid geeft, en aan een iegelijk die
gelooft het eeuwige leven schenkt.
Te half 4 opende de voorzitter de eerste
kamer met de navolgende rede
„Mijne HeerenHet hooggewaardeerd
vertrouwen van H. M. de Koningin-Re
gentes draagt mij weder op uwe vergade
ring te leiden.
Gedachtig aan den steun steeds van u
ondervonden, neem ik deze opdracht met
goéden moed aan, in het vertrouwen de
zelfde gevoelens van u te kuunen onder
vinden.
In het afgeloopen tijdperk werden vele
en daaronder hoogst gewichtige wetten tot
stand gebracht.
Moge de toekomst ook in dit opzicht
vruchtbaar zijn tot heil van het dierbaar
Vaderland en het geliefd Vorstenhuis. Mo
ge bovenal de Almachtige Zijn onmisba-
ren zegen verleenen op onzen arbeid.
Ik verklaar het voorzitterschap te aan
vaarden."
Daarna werden benoemd tot leden der
gemengde commissie voor de stenografie
de heeron Vening Meinesz, Vlielander
Hein en Rahusentot leden der huishou
delijke commissie de beeren Viruly en
Vlielander Heinen tot leden der com
missie voor de verzoekschriften de heeren
Brantsen v. d. Zijp, Laan, v. Lijnden,
Sickesz en v. d. Biesen.
Te 3 uur vergaderde de tweede kamer,
terwijl als tijdelijk voorzitter fungeerde
de heer Donner als oudste in jaren.
De voorzitter stelde daarna voor de ge
loofsbrieven van het sedert overleden lid
dsn heer Zijp in 't archief te deponeeren
waartoe besloten werd.
Reeds hadden nagenoeg al de leden des
voormiddags ten paleize in handen der
Regentes, en in tegenwoordigheid der Ko
ningin de eeden of beloften afgelegd. Ook
de heer Van der Zwaag.
De geloofsbrieven der nieuwgekozen le
den worden daarna gesteld in handen van
twee commissiën. De eerste commissie, be
staande uit de heeren Lohman, Bahlmann
en v. Bylandt uit Gouda zal de geloofs
brieven onderzoeken der gekozenen in de
districten Groningen tot Amsterdam V.
De tweede commissie bestaande nit de hee
ren Kolkman, Veegens en Smidt zal het
zelfde doen met die der gekozenen in Am
sterdam VI tot Vegkel. De eerste commis
sie zaP't bezwaarschrift onderzoeken tegen
de verkiezing van mr. v. Gilse in Sneek
de tweede commissie dat uit Amsterdam
VI tegen de verkiezing van den heer
Geertsema.
In Sneek waren op v. Gilse 2452, op
Heemskerk 245 L stemmen uitgebracht, ter
wijl een niet-kiezer wel, en een kiezer van
gelijken naam bij de oproeping overgesla
gen, niet beeft mee gestemd en nog daar
enboven een ander kiezer die om zijn stem-
kaart kwam, door een bekomen weigering
van den voorzitter van het stembureau te
Ylst verhinderd werd te stemmen.
Wat dit laatste bezwaar betreft,dit zal mis
schien wel niet mogen wegen, dewijl immers
de kiezer aan een verkeerd adres was en
het stembureau in geen geval inlichtingen
aan de kiezers mag geven. Het eerste be
zwaar echter heeft, naar wij meenen,
groote kracht; immers de mogelijkheid
bestaat dat de niet-kiezer op v. Gilse heeft
gestemd en de kiezer zou gestemd hebben
op Heemskerk wat den uitslag precies an
dersom zou hebben doen zijn: Heemskerk
2452 v. Gilse 2451.
Het bezwaarschrift uit Amsterdam VI
betreft eenige onregelmatigheden bij de
stemopneming en by of na 't constateeren
van een vergissing die aan een der stem-
bureaux beeft plaats gehad. Daar toch
bekwamen Heemskerk en Geertsema elk
1225 stemmendoch werd Geertsema als
oudste in jaren gekozen verklaard.
Heden wordt rapport uitgebracht. Mergen
beslissing.
Heden werd de candidatenlyst opgemaakt
voor het voorzitterschap; de heer Gleich-
man staat no. 1 en zal dus, wanneer ons
volgend no. verschijnt wel al herbenoemd
zijn door de Regentes, wie de voordracht
moet worden toegezonden.
Wij wenschen hier een kort woord aa n
toe te voegen over den indruk dien deze
troonrede in ons achterlaat.
Wij vergeten niet dat 't een koninklijk
woord is maar een koninklijk woord door
liberale en radicale ministers ingegeven
zoodat deze derhalve aansprakelijk zijn
voor de toezegging, zoo maar klakkeloos
daar neergeworpen van een ontwerp
leerplicht. Een ontwerp dat groot ongerief
baren zal, wanneer daaraan niet de nood
zakelijke wegneming van verschillende be
lemmeringen voorafgaat.
Maar dan mag ook een woord van
hulde niet ontbreken aan het open oog
voor de sociale belangen dat nit menige
paragraaf der troonrede spreekt.
Bescherming en berechting van kinderen
en jeugdige personenverzekering van
werklieden tegen de gevolgen van onge
lukken; verbetering der volkshuisvesting,
verheffingvan den arbeid, vermeerdering van
invoerrechtenafschaffing der plaatsver
vanging zelfs, de toezegging van dit alles
vernamen wij met groote sympathie.
Haast zouden wij zeggen, wisten wij niet
hoe breede klove in den regel de uit
voering van de belofte scheidt, dat de
gouden eeuw reeds in 't volgende jaar
staat aan te breken.
Wij beschouwen echter dit regeerprogram
als een werklijst te verdeelen over vier
zittingen.
En komt dan tot stand wat hier wordt
toegezegd, dan mogen wij dankbaar zijn.
Wij wenschen 't ministerie, waarin zoo
bekwame mannen zitten, de kracht toe om
't toegezegde ten uitvoer te brengen 't niet
toegezegde in gedachten te hondenen
met de oplegging van plichten inzake
leeren en dienen en verzorgen de natie
er in al hare rangen en standen en
richtingen van zal kunnen genieten.
Leerplicht, goed mits met afschaffing van
den vaccinedwang.
Plaatsvervanging goed, mits met gelijk
tijdige verbetering van de rechtspositie
en het moreel van den soldaat.
En geen regeling van 't armwezen die de
kerkelijke armenzorg tot voorwerp van
staatsinmenging maakt.
Prachtige verbeteringen op sociaal ge
bied zijn in uitzicht gesteld; doch ons
wachtwoord blijft: Waakt. Waakt bij de
begiuselen. Democratisch zij onze wetgeving;
doch niet naar de socialistische, maar
naar de christelijke historische opvatting.
Besluiten wij met de opmerking dat zoo
immer dan bij deze gelegenheid diep ge
voeld werd boe wij in de laatste tien
jaren, wat 't bewind over koloniën aan
gaat, zijn achteruitgegaan.
Mag eenerzijds de voorzichtigheid gepre
zen van den minister die niets belooft,
voor hij zich een vaste meening heeft
gevormd, anderzijds dient betreurd dat bij