inkers,
r
assen.
NIEU WSBLAD
VOOR ZEELAND.
I
a. s.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
J. DRONKERS.
i
lo. 139. 1897.
D. J. Dronkers»
Een angstig avontuur.
aden en Staten
rorden, ja of neen
>eginselen buiten
llen sluiten, staan
mogen dan naar
iderwijs naar de
ooi weren en de
school voorstaan,
dat Woord, al
[ienstig.
t dat de beginselen
WIGE beginselen
at daarmee slechts
daarmee altijd
its moet worden
lts tweeërlei mo-
r, maar dan ook
1 en op elk gebied
liet, dan is men
weg is er niet, al
ischen in te staan,
ten dus den door
weekt het van zelf
worden omgezien
r de te vervullen
i zulk een man
n te hebben in
bevelen.
:ntien.
voordeeligste
IAANZAKKEN
is
1 RIJCKE,
ngen in het
ling op
e Christelijke
worden trOUW
meerderheid
<tse.
ED.
4SE Lz.
JIDEN.
E.
i)YE.
Donderdag 26 Ëugusfus.
iffde faarpng,
DOEN, Dekens
enz.
feilen, Matten,
ïubelstofFen.
VERSCHIJNT
PRIJS DER ADVERTENTIËN
G.
M. KLEMKKRK, te Goes
F.
P. D'HUIJ, te Middelburg.
Verkiezingstactiek.
an Patrimonium.
Middelburg.
loemd
ERKE.
E.
t.
ISE Az.
POLDER.
NGE.
DELBÜRG.
JKHDK
y
UITGAVE VA N
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
van 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
en
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
Enkele nummers0,026.
meer 10 cent.
Wat wij in ons no. van 25 Mei 1895
schreven, dat drukt nog onze meening uit.
Met verandering van namen drukken wij
het over.
Er is geen denken aan dat onze geest
verwanten ook maar een oogenblik twij
felen zonden. Hun beginsel is hun een
tweede natnur. Het zegt hun oogenblikke-
lijk dat er geen keuze is.
Van Doorn of Dronkers?vraagt gij.
Wel mijn lieve vriend, zoo luidt hun
antwoord, wat doet gij daar
Noemt gij nog namen?
Die bestaan voor ons niet. Zij zijn ons
even lief. Wij letten slechts op beginselen.
En al voelen wij nog zoo weinig voor of
tegen den persoon, hier zwijgt het gevoel,
hier zwijgt ook de Rede. Hier laat slechts
het beginsel zijn eisch gelden. En dat
beginsel is a. s. Vrijdag voor on3
VETO.
Er is al heel wat afgegeven op Kuyper
en zijn deputatenvergadering, op de partij-
tyrannie, waaronder de antirevolutionaire
veldheer zijn getrouwen doet gebukt gaan,
op diens aanranding van de autonomie der
kiesvereenigingen.
Maar wat heeft Bronsveld, die ons dezer
dagen in een vertrouwelijk schrijven van
een onzer christelijk historische vrienden
als een gewoon soldaat in de gelederen ge-
teekend werd, dan voor beters gedaan in
zake de Amsterdamsche verkiezing voor de
Tweede Kamer
De christelijk historische kiesvereeniging
in Amsterdam VI had besloten den heer
Heemskerk a. r. tegenover Geertsema den
oud-liberaal en candidaat van Liberale Unie
en radicalen, bij herstemming aan te bevelen.
Genoemde kiesvereeniging deed dit op
grond „dat de Anti-revolutionairen in de
politiek het dichtst bij de Christelrj k-His-
torischen st&an en de regel dus zijn moet
dat bij herstemming tusschen twee niet-
Christelijk-Historischen, de Anti-revolutio
nair de voorkeur krijgt tenzij er gewich
tige redenen zijn om van dien regel af te
wijken. Die gewichtige reden was in
Juni de vrees voor een ministerie van
Roomschen en Anti-revolutionairen, waarbij
de Roomschen den toon zouden hebben
aangegeven. Die reden bestaat thans even
wel niet meer".
Hierop zond echter dr. Bronsveld uit
Utrecht zijn „veto", ziju „ik wil (dat)
niet" naar 't Ned. Dagblad in den vorm
FEUILLETON.
Een gevaarlijke schuilplaats.
Wij verlieten het Iudiaansche dorp en
trokken om den voet van den hoogen
Chiinborazo heen. De met sneeuw ge
kroonde kruin van dezen steilen bergtop
scheen echter niet meer in den helderen
zonneschijn, want langzamerhand had een
dikke nevel zich om zijn top te zamen
getrokken. Onze gidsen hadden er ang
stige blikken naar geslagen en meenden,
dat wij een hevigen storm te wachten
hadden. Weldra bevonden wij, dat hun
vrees gegrond was. Wij hoorden van
verre het rommelen van den donder, dat
schrikverwekkend door al de bergwanden
werd weerkaatst en door al de passen
weru voortgeplant. Vreeselijk begon het
te lichten. Bliksemstraal volgde op blik
semstraal, boven, rondom en zelfs beneden
ons, overal een zee van vuur. Wij scholen
een poos in een rotskloof, terwijl een
onzer gidsen zich haastte, voor ons een
veiliger schuilplaats te zoeken. Spoedig
kwam hij terug met de mededeeling, dat
hij een groote spelonk ontdekt had waarin
voldoende bescherming konden vinden
Voor het woeden der elementen. Terstond
van een vrij vilein ingezonden stuk, waar
aan wij de volgende passages ontleenen.
Niet zonder eenige bevreemding las ik
in uw nommer van heien, wat het Bestuur
van District VI aan dan Christ. Hist.
Kiezersbond ter kennisse van zijn leden
heeft gebracht.
Het is toch geen gewoonte, dat eenige
loden van den Bond een soort van votum
uitbrengen over hetgeen die Bond eigenlijk
is en wil. Veel minder komt het te pas,
dat zij een regel voorschrijven aan andere
leden en districten.
Ook was liet my niet bekend, dat do
Christelijk Historiechen in de politiek het
dichtst staan bij de anti-revolutionnairen.
In de politiek staan de Christelijk-Histo
riechen, in menig opzicht, dichter bij de
liberalen dan bij de anti revolutionnai>~en.
Het is mij biina ongelooflijk, dat men te
Amsterdam dit A. B. C. van ons politiek
credo heeft kunnen vergeten. Een man als
de heer Heemskerk, die zich zulk een vijand
heeft betoond van de Ned. Herv. Kerk en
zulk een vriend van het samengaan met
Rome, kan nooit de candidaat zijn van de
Christel ij k-Historischen
Ik althans moet verklaren, dat het mij
vreemd te moede zou wezen, indien ik ont
dekte, dat ik het dichtst bij hem stond.
Weet men niet, dat de benoeming van
den heer HeemsKerk een roomsche aanwinst
zou wezen? En mogen nu de christeljk-
historischen er toe medewerken, om de toch
reeds zoo zwakke meerderheid in de Tweede
Kamer nog zwakker te maken en de Kamer
nagenoeg op hel doode punt te brengen
Mag men nu helpen afbreken wat in Juni
werd opgebouwd?
De Algemeens Vergadering van den Bond,
die in October e. k. moet gehouden worden,
is geroepen om de gedragslijn aan te geven,
die by herstemmingen behoort gevolgd te
worden. Dat komtgeen district toe.
Ik hoop en vertiouw dan ook, dat de
Christelijk-Historischen te Amsterdam in
geen geval hun stem op den heer Heemskerk
zuilen uitbrengen.
Terecht mag hier uitgeroepen „Beken-
teuisse einer schone (politieke) Seele!"
Welk een zonderlinge opvatting van de
Ckristelij k-Historische vrijheid!
Znlk een stuk had Kuyper 't Centraal
Comité ie wereld in moeten sturen
Wij hebben al meer gezegd en herhalen
't bij deze dr. Bronsvelds standpunt schoon
hij de Roomschen bestrijdt, is Boomsch
zijn toon jegens mannen, minstens even
Ckristelij k-Historisch als hij, liefdeloos-,
zijn optreden tegeu de Amsterdamsche kies
vereeniging zuiver autocratisch.
Intusschen grijpen wij één argument van
den man aan om alsnog onze Middelburgsohe
i i mma—B——i—i—ia—aa—mwcbk— p
trokken wij er heen en met groote moeite
en niet zonder gevaar kwamen wij er in.
Toen de storm en het onweer eenigs-
zins waren bedaard, waagden het onze
gidsen, naar buiten te gaan, om eens te
zien, of wij onze reis zouden kunnen voort
zetten. De spelonk, in welke wij eene
schuilplaats hadden gevonden, was zoo
buitengewoon donker, dat wij geen hand
voor oogen konden zien. Even voovdat
onze Indianen terugkwamen spraken wij
er druk over, of het niet goed was, dat
wij dit hol verlieten. Eensklaps hoorden
wij een vreemdsoortig gekreun of gebrom
in den uitersten hoek der spelonk, dat ter
stond al onze aandacht trok. Wharton en
ik zelf luister len angstig. Onze moedige
doch onbedachtzame vriend Lincoln evenwel
kioop met mijn jager op handen en voe-
en naar den hoek, van waar het geluid
kwam, al voor zich uitgrijpende, om te
ontdekken, wat zich daar iu het donker
toch ophield.
Zij hadden nog niet lang rondgetast, of
wij hoorden ze een kreet van verrassing
slaken. Ze kwamen terug, iedereen vreemd
geteekend dier dragende, omstreeks van de
grootte van een kat, blijkbaar van groote
kracht en voorzien van scherpe tanden en
klauwen. De oogen waren groen en een
bloedroode tong hing uit hun muil.
Wharton had ze nauwelijks gezien of
ontsteld riep hij uit: „Wij bevinden ons
kiezers te waarschuwen.
Dr. Bronsveld zegt:
Mogen nu da Christelijk-Histo
rischen er toe medewerken om
de toch reeds zoo zwakke meer-
derheidin de Kamer nog zwakker
te maken, en haar nagenoeg te
brengen op 't doode punt?
Lees voor Kamer Statenen laat dat
„nagenoeg" er uit en gij hebt 's mans oor
deel over de poging van zekere zijde be
proefd om in de vacature v. d. Beke Cal-
lenfels iemand te doen verkiezen die de
zwakke meerderheid nog kleiner maakt en
onze Staten inderdaad brengt op het
doode punt
Te Amsterdam VI is tot lid der tweede
kamer gekozen de heer W. J. GEERT-
SEMA (lib.) mede gesteld door de radicalen,
met 1226 van de 2451 stemmen, mr. Th.
Heemskerk (antir.) mede aanbevolen door
de Roomscheneu chr. historischen,had 1225.
De heer Heemskerk is dus andermaal
met een stem in de minderheid gebleven.
Te Sneek genoot hij de tegenwerking
van dr. Vos; te Amsterdam die van dr.
Bronsveld. Evenwel slechts een tweetal
thuisblijvers minder, en hij was er geweest.
Hoe 't toch op één stem kan- aankomen!
Laten onze vrienden bij de herstemming
te Middelburg hier toch wei aan denken.
Te Enschedé is tot lid der tweede kamer
gekozen de heer H. van Kol (soc.) (mede
aanbevolen door de liberalen en enkele
ehr. historischen) met 4333 van de 8209
stemmen. Op J. H. ter Veer (Roomseh)
(mede aanbevolen door de antirevolutionai
ren) waren 3876 uitgebracht.
Bij de herstemming op 25 Juni stond
het zoo: Pierson (1.) 4539; Vos de Wael
(aftr. Roomseh) 3929; zoodat de Roomsche
candidaat, spijt zijne democratische gevoe
lens, nog 53 stemmen beneden zijn geest
verwant van voor eenige weken bleef.
Van Kol zal zijn verkiezing ook wel
te danken hebben aan zijn bezadigd schre
ven iu het socialistische bla.l „De Kiesstrijd",
een schrijven dat Heldt, Van Houten, des
noods Ruéll wel zouden kunnen ondert.ee-
kenen. Van Kol schrijft oader anderen
Wij hebben nu een liberaal ministe
rie, dat ontegenzeggelijk zeer vooruit
strevende elementen bevat. Geheel naar
onzen g.iest is het natuurlijk niet, doch
daarom hebben de sociaal-democraten
in het hol van een..." Zijn spreken werd
afgebroken door een angstgeschreeuw van
onze gidsen, die zoo snel als zij konden
naar ons toe kwamen loopen, uitroepende:
„Een tijgereen tijger In denzelfden
tijd heklommen zij een eederboom, die daar
dichtbij stond en verborgen zich tusschen
de bladeren en takken er van.
Nadat ik van den eersten sehrik beko
men was, greep ik mijne vuurwapenen.
Wharton had spoedig zijne tegenwoor
digheid van geest herwonnen. Hij riep ons
om hem te helpen, een grooten, platten
steen, die dichtbij lag, voor den ingang
der spelonk te wentelen. Bij de gedachte
van het naderend gevaar verdubbelden
onze krachten. Steeds duidelijker noorden
wij het gehuil van het vreeselijke dier en
we wisten, dat we reddeloos verloren wa
ren, wanneer het den ingang genaderd
was, voor lat wij dien gesloten hadden. Eer
we echter zoo ver waren, zagen wij den
tijgei reeds op ons aanspringen, gereed om
door de nauwe opening zijn hol binnen te
dringen. In dit vreeselijk oogenblik zagen
wij echter ons doel bereikt en de groote
steen hield het verscheurende beest buiten.
Een kleine ruimte was er echter open
gebleven tusschen deu bovenrand van den
steen en den bovenkant van den ingang.
Wij konden daardoor den kop van het
vreeselijke dier zien. Als gloeiende stuk
ken vuur kwamen zijne oogen ons voor,
nog geen reden om het door dik en dun
te bestrijden.
Het is meermalen gezegd stelt dit
kabinet goede maatregelen ten gunste
der arbeiders voor, dan zal het daarin
onzen steun erlangen. Wij zullen het
alleen critiseeren en controleeren, voort
drijven op den weg der sociale hervor
ming. Een oppositie quanJ même is
echter niet van ons te verwachten.
Intnssehen dr. Bronsvelds vrees is be
schaamd. Hij vreesde dat in Enschedé
een Roomsche zou gekozen worden en dat
daarom in Amsterdam een der onzen
Heemskerk diende geweerd
De Middelburgsche Courant heeft zich
dapper geweerd om den liberalen candidaat
de meerderheid te verschaffen.
Zij deed dit echter 't meest door haar
tegenpartij 4n een verkeerd daglicht te
stellen.
In haar no. van den 19en scheldt zij
ons „ultra kerkelijke partij" en geeft af
op Kuyper en de „mannen der doleantie".
Zij tracht de verlegenheid op te wekken
van hen die op Dronkers stemmenzij
noemt dat „loopen aan den leiband".
In haar no. van den 23en wordt onze
candid lat om zijn kerkelijk standpunt aan
gesproken en hem gezegd dat hij zich niet
mag „laten dragen door de Kuyperiaan-
Bche partij, de partij der doleantie en der
gereformeerde kerken" en dan klaagt zij
de antirevelntionaire staatspartij aan dat
zij zoo'n „heilloozen invloed in de kerk
heeft geoefend".
In haar no. van den 21en een pluimpje
aan de Katholieken dat zij niet luisteren
naar hunne leiders, joviaal zijn, „met die
steile Calvinisten niets gemeen hebben" en
niet helpen om eenige „politieke leiders
en dry vers op 't kussen te helpen".
Voorts wordt een stukje overgenomen
waarin dr. Bronsveld zijn afkeer van Ro
me et dr. Scbaepman lucht.
En neg een zuiver kerkelijk stukje
neemt zij over uit de Wekker, een
otgaan der christ. geref. kerk, in weikstuk
ds. Wisse een en ander aan 't adres der
gereformeerden zegt, dat volgens de Mid-
delburgsche Crt. wel raak zal zijn.
Voeg hierbij de poging om Hontenisse,
waar de liberalen met hun witgedasten
candidaat diaken Van Deinse reeds bij
eerste stemming 500 „Roomsche" stemmen
en bij herstemming minstens evenveel „an
tirevolutionairen" wisten te kapen, tegen
die wild en woest in hunne kassen rolden.
Zijn vreeselijk gebrul werd tot in de verste
hoeken der spelonk gehoord en werd door
het heesch gehuil der jongen beantwoord.
Met zijn sterke pooten beproefde onze ge
vaarlijke vijand eerst den steen te bewe
gen en met zijn kop omver te werpen.
Zijne pogingen waren evenwel vergeefsch
en dit vermeerderde zijne woede. De tijger
uitte een vreeselijk, merg en been door
dringend gehuil, en het was, alsof hij met
zijn vlammende oogen vurige pijlen in ons
donker verblijf schoot.
Geen hoop op ontkomen.
Toen de tijger met zijn vlammende oogen
door de opening keek, zei Wharton op zijn
gewonen kalmen toon: „Nu is het tijd om
te vuren. Het geweer op zijn oogen ge
richt en de kogels zullen door zijn herse
nen gaan. Dan zullen wij zekerlijk voor
goed van hem afwezen."
Frank greep zijn geweer met dubbelen
loop en Lincoln nam ziju pistolen. De
eerste bracht de tromp van zijn vuurwagen
op een paar duimen afstands van den tij
ger en Lincoln deed hetzelfde. Op Whar-
tons commando haalde men op hetzelfde
oogenblik detiekkers over, doch geen schot
volgde. De tijger, die scheen te begrijpen
dat men het op hem gemunt had, sprong
huilende voor den ingang weg; doch zich
zeiven ongedeerd gevoelende, kwam hij
ons uit te spelen wat 't no. van Dinsdag
te lezen geeft, en in dat van Woensdag
haar spelletje met de fictie van de 18 op
centen herhaalt, en men zal toestemmen
dat de bedoeling tamelijk duidelijk is.
Eerst de antirevolutionaire partij eien
kerkelijken rok aangetrokken, daarna deze
party tegen haar leiders opgezetdan de
„hervormde" antirevolutionairen van de
„gereformeerde" afgetrokken; de christe
lijk historische kiezersbond op zijde geno
men, de roomschen in 't gevlei, de christe
lijk gereformeerden er bij gehaald; kort
om alle mogelijke kerkelijke zaken er bij
gesleept om maar haar candidaat in de
provinciale staten te brengen.
Nu al wat gij ter aanbeveling van on
zen candidaat gezegd hebben, zullen wij
evenwel op het bovenstaande niet meer
ingaan.
Wij blijven by onze meening dat onze
candidaat 'tin beslistheid, degelijkheid,
welsprekendheid en voortvarendheid wint
van den tegencandidaat, wiens verdiensten
wij overigens niet wenschen te verkleinen.
Dat allen die op 20 dezer thuis bleven,
zich beijveren mogen om met ons die
opkwamen, andermaal op te trekken en te
komen stemmen op den heer
25 Aug. '97.
IJK.
Alle maten en gewichten, die na 1
September 1897 voorhanden bevonden wor
den op eene plaats bestemd of gebruikt
tot verkoopen en iukoopen, afleveren of in
ontvang nemen van waren moeten voorzien
zijn van het voor het dienstjaar 1896/7 vast
gestelde goedkeuringsmerk: zij nde de letter g.
Ten einde moeilijkheden te voorkomen
wordt een ieder aangeraden, die maton en
gewichten gebruikt, zelf na te kijken of
deze letter op zijne maten en gewichten staat.
Tot 1 September a. s. kan men de nog
niet geijkte maten en gewichten laten ijken
aan het ijkkantoor te Middelburg.
Wanneer een maat of gewicht gevonden
wordt niet voorzien van deze ijkletter,
dan wordt deze maat of gewicht in be
slag genomen en later verbeurd verklaard
niet alleen, maar tevens wordt men tot
eene geldboete vuor elke niet geijkte maat
of gewicht veroordeeld.
De kapt. J. G. A. Fromman, van
het 3e reg. inf. te Vlissingen, is overge
plaatst bij het 4e reg. inf. te Leiden.
oogenblikkelijk terug en plaatste zich in
zijn vorige houding. Het buskruit in beide
vuurwapenen was nat geworden.
„Nu is het met ons gedaan," zei Whar
ton. „We hebben thans slechts ta kiezen,
of we met deze kleine dieren, die met ons
opgesloten zij n,den hongerdood zullen sterven
ot den ingang zullen openen opdat zoo een
vlugger eind met ons zal gemaakt worden."
Dit zeggende ging hij dicht bij den steen,
die ons nog beschermde, staan, en zag on
verschrokken in de vurige oogen van den
tijger. Frank nam een stuk touw nit zijn
ta8ch en ging naar het binnenste van het
hol. Ik begreep niet wat hij daar wilde
doen. Weldra hoorden wij een onderdrukt
gekreun. Ook de tyger vernam het en werd
rusteloozer dan ooit. Hij liep wild en woest
voor den ingang der spelonk heen en weer.
Daarna stond hij stil, en zijn kop richtende
naar het bosch, begon hij in vreeselijk ge
huil uit te barsten.
Van deze gunstige gelegenheid maakten
onze twee Indiaansche gidsen gebruik, om
verscheidene pijlen op het beest af te schie
ten. Zij raakten het meer dan eens, doch
de lichte wapenen sprongen zonder eenig
letsel te veroorzaken, op da dikke huid
van het dier af. Op het laatst troffen ze
het bij het oog, met dat gevolg, dat de
pijl eeu eind weegs in den kop doordrong
en in de wond bleef zitten.
Slot volgt.