0. J. DROMERS. UIT DE KERKNIEUWS. ,1 lil' waar de drang der geestverwantschap 't sterkst is. Niet aan ons, maar aan den Heere hun God zijn zij rekenschap ver schuldigd van hun stem. En men toont al heel weinig menschenkennis te bezitten, wanneer men veronderstelt dat men door „o zoo vriendschappelijk" te schijnen den dissentieerenden vriend tot zijn stemma- chine maakt. Wij voor ons hebben er geen behoefte aan, wij denken er ook niet aan. Maar wij weten ook bij ervaring dat hetgeen de liberalen schrijven over hun candidaat „met zijn godsdienstige overtuiging" op gods dienstige kiezers weinig of geen indruk maakt. Wij zouden zoo gaarne willen dat men van liberale zijde nu eens besluiten kon ons voortaan bij onzen naam te noemen. Wij zijn antirevolutionairen. Dat is onze naam. Wat de Midd. Crt. van ons gelieft te zeggen dat zjjn wij niet. YVij zijn niet gelijk ze in haar no. van heden ons noemt wij zijn niet „die doleantie-partij" „eene kerkelijke partij" „de doleerende heeren" „de kerkelijk do- leerenden" die strijden „om de politieke macht der aanvoerders en hunne vrienden te verzekeren". Wij vinden dit namen geven stuitend en ongepast. Het prikkelt de hartstochten, het be stendigt een kwade gewoonte onzer straat jongens, die ons of onze kinderen bet „knikkers" of „knikkerjanen" naroepen. Laat een fatsoenlijk blad als de Middel- burgsche dit laten. Zie, deze heeren zijn nu eenmaal niet van onze kerken en christelijke scholen gediendwij dringen hun die trouwens ook niet op. Zij zijn liever of noemen zich altiians liever vrijdenkers, ongeloovi- gen, atheïsten, vrijmetselaars, modernen, Godloochenaren, of onkerkelijken. Zou 't hun aangenaam zijn zoo ze bij elke staatkundige verkiezing op deze namen werden onthaald en wij in den trant van de Middelburgsche Courant gingen schrij ven bijv. over „den candidaat der moderne heeren en Godloochenaren, die door de vrijdenkers en onkerkelijken wordt aanbevolen terwijl de vrijmetselaar die aan 't hoofd van de Middelburg sche Courant staat, namens deze atheïsten in zijn blad dezen candidaat der ongeloovigen aanbeveelt...." Zouteloos zou men 't vindenkwetsend en den stembusstrijd vergiftigend. En dat is het ook. Maar laat dan dergelijke tactiek èn van de liberale èn van de antirevolutionaire pers verre blijven. Laat de strijd zich bepalen tot de beginselen, tot de heide beginselen, van een derwelke de candidaat de drager is. En die voor de onze is de heer Gelijk de bladen melden heeft ds. v. IJsendijk uit Kapelle bij het trouwen zij ner dienstmaagd de wet overtreden door 't huwelijk kerkelijk in te zegenen, alvorens 't bewijsstuk te hebben dat de burgerlijke huwelijksvoltrekking had plaats gehad. Wij zeggen bewijsstuk, want bewijs had deze predikant welhij was er zelf bij geweest. Thans schrijft een predikant in het Va derland, met instemming der redactie „Als onbemiddelde menschen, wie het zwaar valt nog meer onkosten te maken door het vragen van een gezegeld bewijs, verlangen hun huwelijk kerkelijk ingezegend te zien doe ik het, nadat twee mij bekende en vertrouwde getuigen van het huwelijk mij verzekerden, dat het gesloten werd. Zou dit ©en handelen zijn in strijd met de bedoeling van de wet? Ik betwijfel het en breng dit ter sprake, om door het vor men van een zekere openbare meening mee te werken tot een opvatting der wet, die de menschen niet nooddoos op kosten jaagt. Vroeger werden er van de gesloten hu welijken uitgereikt ongezegelde en koste- looze bewijzen, en niemand dacht er aan het inzegenen daarop als een overtreding te vervolgen. Waarom aan deze gewoonte niet vastge houden Maakt men de wetten niet tot een last door een overdreven nauwgezette en kost bare toepassing ?1 Is dit niet dubbel het geval met die op het burgerlijk huwelijk, waartegen in sommige kerkelijke kringen toch reeds zooveel bezwaren bestaan Ware het niet verstandig de godsdienstige inzege ning niet met noodelooze onkosten te be zwaren?" Ook wij zijn 't met het bovenstaande eens doch herinneren slechts dat indertijd een afgescheiden predikant, ds. W. Diemer te Alfen aan den Rijn, voor eenzelfde over treding, onder dezelfde omstandigheden, eenige a gen heeft moeten „zitten" zoodat daar de rechter blijkbaar met den geest der wet, zonder de letter, niet tevreden geweest is. Angiolillo moet voor zijn ter dood bren ging tot een geestelijke die hem tot boetedoe ning wilde bewegen gezegd hebben: „Laat mij alleen, ik zal het zelf met God wel klaar spelen". Dit doet ons denken aan 't bekende ge vleugelde woord van ds. Lieftinck en van de Midd. Crt.: „De Javanen moeten zelf maar weten op welke manier zij willen zalig worden". Ds. Lieftinck liberaal Kamerlid is, volgens ons een der mannen die den toe stand van kerk en staat zoo „in en in verdorven" hebben. Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Wijk bij Heusden ds. J. C. G. Gobius du Bart te Eemnes-Buiten te Ytens (toez.) H. Schoktung cand. te Amsterdam te Waardhuizen ds, G. van Herwerden te Diepenveen te Eenigen- burg dr. H. P. Rogaar cand. te Midwolde te Sleen C. Pekelharing cand. te Assen te Numansdorp ds. A. de Visser te Herwijnen. Aangenomen naar Warnsveld door dr. W. v. d. Beke Callenfels te Delden. Bedankt voor Streefkerk door ds. A. ten Have te Polsbroek; voor De Wilp door C. Pekelharing cand te Assen. lerseke. Onze nieuw beroepen leeraar de heer A. G. H. van Hoogenhuijze, candidaat tot den heiligen dienst, werd Zondag voormiddag door zijn vader Dr. Van Hoogenhuijze uit Nijmegen, bevestigd met een rede welke tot grondslag had 1 Tim. 4 12. Niemand verachte uwe jonkheidmaar wees een voorbeeld der geloovigen in het woord, in wandel, in liefde, in den geest, in geloof, in reinheid. Aan de handoplegging werd deelgenomen door den consulent Ds. Drost van YVemel- dinge en Ds. Lelyveld van Goes. Des namiddags verbond de nieuwe leeraar zich aan de gemeente naar aanleiding van Jeremia 1:7. „En zegt niet: Ik ben jong; want overal waarhenen Ik u zenden zal, zult gij gaan, en alles wat Ik u gebieden zal, zult gij spreken". Met onverdeelde aandacht werd de intreerede, door velen ook van elders opgekomen, aangehoord. Als gewoonlijk bij zulke plechtigheden, was de opkomst buitengewoon groot. De Synode heeft met 10 tegen 9 stemmen het „Reglement op de Minder heden" verworpen. Er voor stemden Nauta, Van Meurs, v. Hensde, Zeeman, Busch Keizer, v. Gorcom, v. Witzerburg, Perk en Hendriks, (allen modernen). Er tegen A. P. Nauta, Vermeer, v. d. Flier, v. Dis, Romijn, v. Popta, Brons veld, Leenmans, v. d. Ven en v. Eerde, (alleen de beide laatsten modern.). Gelijk de lezer weet, was bedoeld Regle ment ten vorigen jare voorloopig vastge steld, doch moest wachten op de adviezen der prov. en classciale besturen en kerke raden. Er hadden 39 leden van de Provinciale kerkbesturen tegen, en 27 voor geadviseerd. Wat de Classicale Vergaderingen betreft, 11 waren eenparig tegen, 9 met zeer groote meerderheid, 6 met meerderheid; 2 een parig voor10 met groote, 4 met kleine meerderheid. In Haarlem staakten de stemmen. Op niet aanneming was aangedrongen door de kerkeraden van Rotterdam en van vele gemeenten in Zeeland doch de Pro testantenbond en vele kerkeraden en de „Evangelische Unie" hadden aanneming gevraagd. Het Synodaal besluit is eene gevoelige nederlaag voor de modernen, die er op gerekend hadden in steden als Dordt, Middelburg, Leiden, Rotterdam, Den Haag, Amsterdam, e. a. een of meer predikants plaatsen te zullen bezetten. Geref. Kerken. Beroepen te Klundert ds. J. D. v. d. Velden te Middelburg C. M. C. Aangenomen naar Rinsumageest door B. J. Heeres cand. te Idsegahuizen Bedankt voor Hantum, Tzummarum, Mar ken, Warns-Scharl,Bleiswijk en Zevenhoven door B. J. Heeres, cand. Chr. Evangelische Gem. Aangenomen naar Oude Leije door ds. Chr. v. d. Pijl te Amsterdam. MIDDELBURG. Woensdag den 25 Augus tus te 2 uur, openbare zitting van den gemeenteraad. 1. Onderzoek der geloofs brieven van de nieuwbenoemde leden van den Gem ;enteraad. 2,3. Ingekomen stuk ken. 4. Benoeming van een lid van het burgerlfjk armbestuur (vacature J. B. C. Vos.) 5. Voorstel van burg. en weth. tot toekenning van eervol ontslag aan D. H. Julianus, concierge van dé burgeravond school (St. Pieterstraat) en benoeming van iemand ia diens plaats. 6. Benoeming onderwijzer schoo B. 7. Voorloopige vast stelling der gemeenterekening over 1895. 8, 9 en 10. Rekening burgerlijk armbestuur en bestuur godshuizen 1896 met begrooting. 11. Suppletoir kohier hondenbelasting 1897. 12 tot 15. Voorstel tot rooiing en verkoop van boomen, verkoop van 15 centiaren grond bjj het droogdok Prins Hendrik aan de Kon. Maatschappij de Schelde te Vlissingen, vaststelling van verordenir gen op de hef fing en invordening van bruggeld, en eener instructie van den klokkenist van den Abdijtoren. 16. Voorstel van burg. en weth. naar aanleiding van het adres van het departement Middelburg der Maatschap pij tot Nut van 't Algemeen betreffende de oprichting van een badhuis. 17. Be zwaarschriften inkomstenbelasting 1897. Te Oud-Vosmeer komt de vlek ziekte onder de varkens in hevige mate voor. Bij den landbouwer M. P. Rijstenbil waren in den tijd van drie dagen zes stuks dood, waarbij een drietal dat elk zeker een gewicht bad van 150 K.G. Voornamelijk deden zich de gevallen voor bij landbouwers in den Hikkepolder of onmiddellijke nabij heid daarvan. De kom van het dorp waar de meeste arbeiders wonen, die bijna allen een varken houden, bleef tot heden vrij. In het geheel zijn er tot Donderdag 11. 25 gestorven, 3 uit nood geslacht en 2 hersteld. Hansweert. De Engelsche zeeboot „Gulf van Guinea" komen le van België voer Zondag nabij Bath aan den grond. Door de sleepboot „Washington" is de boot afgetrokken en naar bestemming vertrokken. Vlissingen. Zondagavond had alhier weer ten gevolge van onvoorzichtigheid een vreeselijk ongeluk plaats. De 21 jarige dienstbode Mietje St., dochter van de Wed. J. St., orgeldraaister was met den tram van 9.20 uit Middelburg gekomen en sprong bij de Keersluis uit den nog in beweging zijnden tram, waardoor zij viel en de tram haar over beide beenen reed en haar hand beschadigde. Het eene been werd halver wege afgereden en bleet nog met een pees en de schoen aan den wagen hangen ter wijl aan 't andere been de voet boven de teenen werd afgereden. Het ongelukkige meisje werd eerst naar het hotel Albion gebracht waar door dr. Breukink 't eerste verband werd gelegddaarna werd zij per brancard naar het Stedelijk Gasthuis vervoerd waar haar eene been ter hoogte van de knie heden nacht is geamputeerd moeten worden, wat om 3 uur was afge- loopen. Men vreest ook nog voor het andere. Veere. De torentjes op den voorgevel van het raadhuis worden vernieuwd en bovendien heeft de firma Plasschaert, De Nood Co., glasbranders alhier, een aardig geschenk ter versiering van dit monumen tale gebouw geschonken. Dit viertal vormt vereenigd een kruis raam in den voorgevelde bovenste ra men zijn versierd met gebrandschilderde medaljons, voorstellende het wapen van Veere, volgens traditie; de onderste zijn voorzien van medaljons ten deele in fan tasie-, ten deele in historischen stijl, een middeneeuwsch opgetuigd vaartuig, de ha ven in- en uitzeilende. Het ware te wenschen, dat het gemeen tebestuur door Rijkssubsidie in staat was gesteld, de restauratie te voltooien. M.C. Bath. De persoon uit 's Gravendeel, die bij de ramp vermeld in ons vorig no. zoo ernstig gekwetst werd, is uit zijn {bewusteloosheid niet ontwaakt; doch Zm- dag overleden. Overslag. Vrijdagavond omstreeks 9 uur trokken een aantal smokkelaars in de nabijheid van deze gemeente de gren zen over. Een Belgische ambtenaar, daarvan ingelicht, vroeg assistentie aan den eom- mies-visitenr en was aanstonds gereed mede te gaan. De gesmokkelde beesten werden aangehouden, doch de smokkelaars ver dedigden hun vee en grepen zelfs een der ambtenaren vast. Deze wist zich echter los te rukken en ging aanstonds om hulp zoeken. Toen deze kwam opdagen kon men nog een viertal beesten in beslag ne men; maar waar was de commies- visateur Na eenig zoeken want het was zeer donker vond men hem in zijn bloed badende. De ongelukkige was reeds over leden. Een schot inden hals had een einde aan zijn leven gemaakt. De verslagene stond algemeen als een zeer humaan mensch he kend en laat eene vrouw met drie kin deren na. Twee meisjes van 4 en 5 jaar waren Zondag middag van Muiden naar Muider- berg gewandeld. Op den terugweg stapten beiden heel deftig op de stoomtram en bleven dicht tegen elkander op het balcon staan. Toen de conducteur om haar kaartjes vroeg, keken beiden hem heel verwonderd aan, want kaartjes noch geld hadden zij. De zuster van de eene had gezegd ze mochten wel mede rijden, zij waren moe en het regende zoo hard en dan waren zij gauw thuis. Te Muiden kreeg de conducteur van beiden een hand, terwijl zij beloofden nooit weer zonder kaartjes op de tram te zullen komen. Onder 't opschrift Het rad van for tuin", wordt uit den Haag aan de Tel. geschreven In een hoek van het hoekrijke Binnen hof, vlak tegenover den hoofdingang van het Ministerie van Binnenlandsche Zaken, is in den muur een gat, groot genoeg om den naam van deuropening te verdienen. Door die opening bereikt men een steile trap, leidende naar een portaal, waarin een deur, een heusche, prijkende met het op schrift „Staatsloterij." 'tls bij negenen des morgens. In een ruim, laag vertrek is op den achtergrond een verhevenheid, zooals in de uitspannings lokalen dient voor orkest of tooneel. In het midden een groen bekleede tafel in dea vorm van een T, de dwarsbalk iets korter. Acht stoelen er om heen. Aan eiken kant van de tafel een bankje met een bakje, zooals onze Kaatje's en Keetje's gebruiken om aardappelschillen op te vangen, maar niet zoo netjes groen of rood geschilderd. Links tegen den muur een grooten cilinder met glazen voorwand. Yan binnen is de cilinder zoo ingericht, dat bij draaiing de nummers opgerold en van ringetjes voorzien, een duchtige schud ding en door elkander smijting ondergaan. Nu liggen ze rustig in een hoop op den bodem. Die hoop is zoo, dat ze er uitziet als een peperhuis, beneden spits toeloo- p9nde. Rechts tegen den muur een klei nere cilinder, evenzoo ingericht met de prijzen. Op den achtergrond een deur die tot een twee traptreedjes lager gelegen vertrek toegang geeft. Vóór de verhevenheid een ijzeren hekje met een doorgang links. Vóór dat hekje links en rechts van een lang kastje, lesse naars voor loterij-publicisten. Daa weer een yzeren afsluiting. Vóór die afsluiting al weer een lessenaar voor andere loterij- publicisten, alleen links, en de ruimte voor het publiek. Tegen de muren een paar kasten en een paar kennisgevingen. De kamer heeft uitzicht op het Binnenhof juist tegenover het uitbouwtje van het in 1881 gerestaureerde gedeelte. Er zijn al menschen in de kamer. Ze behooren tot het officieuss lijsten-personecl. Er is ook eenig publiek, waaronder de on- dergeteekende, die niet anders teekent dan hetgeen bij zag. Even voor negenen komen heeren bin nen zoowel door den ingang voor het pu bliek, gaande naar de verhevenheid, als uit de deur op den achtergrond stappende op de verhevenheid. Negen uur. De directeur komt binnen. Hij is de twaalfde persoon op het podium. De cilinders rechts en links worden een paar maal omgedraaid. De directeur neemt plaats aan het hoofd van de tafel. Naast hem rechts een ambtenaar, links twee. Bij den cilinder rechts een beambte met het gezicht naar het publiek, de hand in een koperen opening waar de nummers in vallen, èén voor één, nadat het mechaniek daartoe is geopend. Naast hem h cheval op het bankje een beambte met het bakje voor hem. Dan een dito tegen de tafel, beide ook met het gezicht naar het publiek. Links hetzelfde. Midden voor de rechte streep van de T een beambte, met zijn rug naar het publiek, en op de tafel, een vrij lange ijzeren punt op voetstakje om de papiertjes op te rijgen. Waar is de weesjongen Alweer een legende vernietigd. Met mij zullen er dui zenden in den lande zijn die geleefd heb ben in de heilige overtuiging dat hunne vijfde kiassenieten, om van eigen gelden en prijzen niet eens te spreken, want een niet is toch maar je ware waar je op re kent, door een weesjongen worden getrok ken. 't ls niet zoo, niet mee r zoo, al een jaar of vijf niet meer zoo. Misschien is de beambte links een wees, de oude neer rechts die prijzen trekt, is 't zeker, maar weesjongens zijn ze in elk geval niet. En ik was nogal gekomen om den weesjongen te zien. De ambtenaar naast den directeur zegt iets, ik geloof dat hij zeiklaar. Eu nu begint 't. Het nummer door beambte nummer één genomen uit het koperen kastje gaat vlug in handen van den a cheval zittende nummer twee die het ringetje in het bakje laat glijden en het papiertje uitgerold geeft aan num mer drie, welke 't luide opleest, met een kommandeerend sergeantsgeluid. Tegelij kertijd neemt nummer een rechts het prijsrolletje, nummer twee ontplooit 't en geeft 't aan nummer drie, die luide, maar met veel minder gratie, leest wat er op staat. Beide briefjes komen tegelijk na genoeg in handen van den bedienaar van den ijzeren prik, die ze beide inziet en op elkaar aan den stang bevestigt, met een doorbering. Snel, snel vliegt het werk. Soms een pauze. Prijzen van duizend gulden en daarboven hebben bijzondere honneurs. Nummer en prijs worden te zanien over handigd aan den directeur die nog eens luide verkondigt welk resultaat het rad van fortuin heeft gebracht. En bovendien wordt nog wel eens even gerust. Precies half tien zijn de 500 nummers getrokken. De publicisten hebben zich moeten wdren, in de diepste stilte met accuratesse het eentonige aflezen volgende. In minder dan geen tijd is alles ver dwenen nit de kamer. Het sein van het naderend bereiken der grens werd gegeven door den ambtenaar, parlant au public, toen er nog 4 nummers te trekken waren. Zoo gaat 't bij de Staatsloterij, die terecht afgekeurde speculatie van het Rijk op de speelwoede des volks waar ik altijd een heel klein briefje in speel, dat er met een stereotype „niet" uitkomt en die mij in „werking" ontgoocheld heeft, omdat de weesjongen er niet meer is. Dezer dagen bezocht een Engelsch kunstschilder het eiland Marken, ten einde eenige schilderstukken te nemen. In de nabijheid van de haven gekomen zijnde, ontmoette hij een grijsaard, wien gevraagd werd of hij voor een belooning eenigen tijd wilde poseeren. De grijsaard, zekere K. De Wit, stemde toe en bijna was het portret voltooid toen er een kink in den kabel kwam. De broeder van den grijsaard, de heer Jan De Wit, Rzn., wet houder van Marken en tevens postschipper van Marken op Monnikendam, ziende dat zijn broeder poseert voor een schilder, grijpt dezen het doek uit de handen en veegt alles met zijn hand uit. Zulke dingen gebeuren nog op Marken en geschieden door personen van wie men veronderstellen mag, dat ze tenminste nog eenige wetskennis hebben. Het is te hopen dat de dader voor zijn vernielingswerk en brutaliteit gestraft zal worden. Hbl. De Génie Moderne doet een middel aan de hand om een glazen stop, die in den hals van een flesch vast zit, los te maken. Men smeert met een veertje een paar druppels olie rondom da stop, vlak boven den hals van de flesch, die men dan voor het vuur zet, op een halven me ter afstand. Door de warmte zal de olie langzamerhand tusschen de stop en den wand van de flesch indringen. Als de hals warm geworden is, tikt men met een houtje afwisselend tegen de beide kanten van den stop. Laat deze zich dan nog niet gemakkelijk bewegen, dan doet men nog een druppel olie er aan, en verwarmt opnieuw. Zoo voortgaande zal men zelfs de meest vastgeklemde stop zon der veel moeite kunnen los krijgen. Te Maastricht is de sterfte onder jonge kinderen .groot. Vrijdag werden weer 12 kinderlijkjes ten grave gebracht. De kok in de gevangenis te Amster dam, verontrust door de klachten der ge vangenen over zijne kookkunst, heeft zich door vergif in te nemen, wilien van het leven berooven, en ligt op 't oogenblik be denkelijk. Te Raamsdonk zat Vrijdag een 5 jarig knaapje met zijn makkertjes tusschen twee aaneeugekoppelde geladen wagens, toen hij er afviel en twee wielen van den ach tersten wagen over hem heen gingen. Vree selijk gekneusd weggedragen, stierf het kind aan de gevolgen. In een tuin te Stevensweert staat een appelboom die aan eenzelfden tak appelen en pruimen draagt. Een tweejarig kind t« Neerpelt, had spelende een haarspeld van 7 centimeter ingeslikt. Na 6 weken angstige afwhehting is de speld geheel afgekomen. Het kind is frisch en gezond gebleven. Dezer dagen is een paard van een vraoht- rijder bij Amersfoort, het slachtoffer van een lage wraakneming geworden. Het dier liep in de wei met een veulen bij zich. Toen 's morgens de baas in het land kwam, was het paard niet 111 staat te staan of te loo- peu. Beide voorbaenen waren het beest stuk geslagen. De daders zyn onbekenl. Men vermoedt echter, dat er broodnijd in 'tspel is. Tegen ratten 1 Velen raden als middel tegen de ratton aan de, ook iu ons land in 't wild voor komende hondstong of hondskruid (Cynog- lossum officiale). Men legt het bij de plaats waar de ratten zich optioudeu en daar ze de plant niet kunnen uitstaan, verlaten ze den omtrek. Zelfs zou een scheepskapitein met dit gewas de ratten uitzijn schip ver dreven hebben. 'tMiddei is gemakkelijk te probeeren, en daar de plant niet ver giftig is, kan men ze neerleggen op plaat san waar vergif niet toegepast kan worden, bijv. in magazijnen, korenschuren, kelders enz. Gelij k men weet, bloeit de plant iu Juni en vindt men ze op elke weide. In 't voorjaar of in den nazomer zaait men de plant; wordt ze 's zomers gezaaid, dan komt ze pas in 't volgende voorjaar cp. In een pakket (doos), per Yan Geud en Loos op 2 Juli 1897 verzonden van Middelburg naar Kampen, is in een cou vert mede verzonden een bankbiljet van f200 U U 3514, hetgeen bij opening niet is gevonden. De kantonrechter te Kam pen verzoekt opsporing en bericht. Een eenzaam volkje. In het begin dezer eeuw landden bijna gelijktijdig twee Engelsche avonturiers, Hare en Ross, op de in dien tijd nog onbewoonde Cocos- Keelingeilanden. Bij de inbezitneming van het laud trok Hare aan het kortste einde, en sedert het jaar 1827 is een lid der fa milie Ross heerscher geworden en gebleven op deze eilanden. Er waren toen ook een aantal Maleiers, van Java vooral, gekomen, en de beide eerste heerschers met den naam Ross regeerden over dezen onbeperkt. Het duurde tot het jaar 1886, toen de Engel sche regeering feitelijk bezit nam van de eilanden en daarbij George Clunies Ro»s bevestigde in zijn eigendomsrecht. Tegenwoordig wordt het eiland bewoond door ongeveer 600 menschen, bet grootste gedeelte van Maleische afkomst, met welke de familie Ross zich heeft vermengd, zoo dat een eigenaardig geslacht met eigen zeden en eigen aanschouwingen is opge groeid, half Oostersch, half Westersch. De zoons en dochters uit de familie Ross spreken met heel weinig uitzonderingen tegenwoordig bijna geen Engelsch meer, en zelfs de tegenwoordige heerscher, George Clunies Ross, had in achttien jaar geen woord Engelsch gehoord. Geschreven wetten bestaan op de eilanden niet. Misdaden kent men er even weinig als politieagenten. Er zijn alleen vrijwillige brandweer mannen, die in dit opzicht politie-dienst uitoefenen, dat ze zorgen, dat 's avonds om negen uur overal vuur en licht is uitgedoofd. De inboorlingen zijn van Maleisch ras en Mahomedaansch, maar door den langen invloed der familie Ross is er heel wat verandering gekomen in zeden en in klee ding. De Britsche gevolmachtigden, die eenmaal 'sjaars de eilanden bezoeken, heb ben verklaard, dat er tusschen hen en de ovetige Maleiers zeer veel verschil is. Ve eilandbewoners huizen in woningen naar Europeesch model en zij kennen, evenals in Europa, de wekelijksche schoonmaak, ook daar worden de kamers „gedaan". Zij zitten aan tafels en eten met lepel en vork. Dit zijn echter alleen uiterlijke ken merken van Europeesche beschaving. Ook het huwelijk is er geheel andershet aan zoek en de huwelijksvoltrekking heeft geheel plaats volgens Engelsche zeden. Veelwijverij is er dan ook onbekend. Het volkje, dat op deze wijze onder een vaderlijk en welwillend despotisme leeft en van de heale wereld is afgeschei den, wordt geschilderd als gelukkig en tevreden. Het weet van geen klagen en het beschouwt inr. Ross als zijn wel doener en vriend. De moordenaar van Canovas, Angiolillo, is Vrijdag te Vergara terechtgesteld. Te Tschutschan (China) had dezer dagen gedurende een hevig onweder een belangrijke grondverschuiving plaats, waar door een grot te voorschijn kwam, die men in oude tijden blijkbaar als schatkamer had gebruikt. In het gewelf vond men niet minder dan zeven millioen oude ko peren munten, tweemaal zoo groot als de thans gebruikelijke. Aan de eene zjjde dragen deze munten den naam van keizer Tschi Ho uit de Sung- j0541056 regeerde, te: zijde de naam Li Schu benaming der provincie provinciale autoriteiten beslag leggen en de one liet 300.000 munten reir vaardigheid aan den ke - Van dikke menscht Dikke menschen doen i er rywielfabrieken zijn, vraag naar dikheden bei moeten doen om een aan te geven van de solidite geleverde machines. I een geldwinning worde anders geweest. De oude Galliërs, die om de wapens te dragen betalen, waarvan het be bepaald, en dat zich dikker of dunner word Rome verloor de ridder zijn paard in bet oude lides in het openbaar do berispt, omdat bij te di met verbanning bedreigt Een zeer beroemde di] der was Johan Sobiesk eeuwen geleden Weenen belegering der Turken. Een beroemd geleerde schrijver der geschiedeni gang van het Romeinscl pulentie was spreekwoor staande zijn dikken bui werd hij eens in Lausan jonge dame, van wier si bezoeker was. Op zeker niet meer uithouden dame op zijn knieën en liefde. De jonge dame, barsting van den dikken niet verwacht had, nam d zeer onheusch op en bevi En daar hij wegem zich slechts langzaam kon zij haar bediende en be mijnheer De dikste koning, die zal waarschijnlijk Fredei Wurtemberg zijn gewee Toen deze, die van kei koningstitel had verkreg bijwoonde van den Fran Marie Louise, moest mei halven cirkel snijden, on te laten zitten. Ook Mariu», de tegen was zeer dik tot zijn Sulla hem laten vermoo met deze opdracht belas bang voor de vleeschmai den haal ging WAT WILLEN DE HISTORISCl Op deze vraag geeft weekblad de Qereformeei derstaande uitnemende a Want op de vraag: Christelyk-historischen den geantwoord. Ze wil dringen. Ze willen Dr. K Ze willen verder niets. Om met het laatste te dingen hebben mij in de rischen bevreemd. Vooree hadden tot dusver jaar politiek zich gespeend, plichtsbetrachting zich maakten, een woord van vorig plaatsverznim niet worden De verklaring, nu en thans wel optrad, toegevoegd. Ten andere, ralen de noodzakelijkheid, pelijke hervormingen bej hebben de Christelijk-his weinig over deze brand- sproken. Zelfs scheen het Vrijhandel of protectie stond. Was dat niet bei Wat ze wél wilden v dringen en Dr. Kuyper Die beiden, Rome en en Kuyper, waren naar risch oordeel lood om oi eén zang. Het van den Manifest ried dan ook a een Roomsche te stemme stemmen op een antire- heette te staan met het Roomsche, doordien Ron >n arm wandelden, werd s eeds een liberaal boven onair te verkiezen. Wat werkten de Chris reeds uit Dit, dat hun kleine p Remmingen bijna overal 0 laatste loodjes wegei ',nn toedoen werd een rjng geweerd, en werd i ri0g bestendigd. Ket oordeel over dit 8ag hangt ten nauwste ^Punt dat iemand inr Vie op don grondslag 0 n e liberalen kwalijk geloovigen en godloocl j n' e Wie den Zoon nis Vader niet, die Hem n andere God dan de )js;! hjet. Afgoderij is, Van' 1 rSschen Catechis ziin iiren eenigen waren a.,,1 rd geopenbaard h V hebben waarop de Van °i°r w'e a'élu8 oordeel het liberalisme van

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1897 | | pagina 2