0. J. DROMERS.
UIT DE
KERKNIEUWS.
,1
lil'
waar de drang der geestverwantschap 't
sterkst is. Niet aan ons, maar aan den
Heere hun God zijn zij rekenschap ver
schuldigd van hun stem. En men toont al
heel weinig menschenkennis te bezitten,
wanneer men veronderstelt dat men door
„o zoo vriendschappelijk" te schijnen den
dissentieerenden vriend tot zijn stemma-
chine maakt.
Wij voor ons hebben er geen behoefte
aan, wij denken er ook niet aan. Maar
wij weten ook bij ervaring dat hetgeen de
liberalen schrijven over hun candidaat „met
zijn godsdienstige overtuiging" op gods
dienstige kiezers weinig of geen indruk
maakt.
Wij zouden zoo gaarne willen dat men
van liberale zijde nu eens besluiten kon
ons voortaan bij onzen naam te noemen.
Wij zijn antirevolutionairen.
Dat is onze naam.
Wat de Midd. Crt. van ons gelieft te
zeggen dat zjjn wij niet.
YVij zijn niet gelijk ze in haar no.
van heden ons noemt wij zijn niet „die
doleantie-partij" „eene kerkelijke partij"
„de doleerende heeren" „de kerkelijk do-
leerenden" die strijden „om de politieke
macht der aanvoerders en hunne vrienden
te verzekeren".
Wij vinden dit namen geven stuitend
en ongepast.
Het prikkelt de hartstochten, het be
stendigt een kwade gewoonte onzer straat
jongens, die ons of onze kinderen bet
„knikkers" of „knikkerjanen" naroepen.
Laat een fatsoenlijk blad als de Middel-
burgsche dit laten.
Zie, deze heeren zijn nu eenmaal niet
van onze kerken en christelijke scholen
gediendwij dringen hun die trouwens
ook niet op. Zij zijn liever of noemen
zich altiians liever vrijdenkers, ongeloovi-
gen, atheïsten, vrijmetselaars, modernen,
Godloochenaren, of onkerkelijken.
Zou 't hun aangenaam zijn zoo ze bij elke
staatkundige verkiezing op deze namen
werden onthaald en wij in den trant van
de Middelburgsche Courant gingen schrij ven
bijv. over „den candidaat der moderne heeren
en Godloochenaren, die door de vrijdenkers
en onkerkelijken wordt aanbevolen terwijl
de vrijmetselaar die aan 't hoofd van de
Middelburg sche Courant staat, namens deze
atheïsten in zijn blad dezen candidaat der
ongeloovigen aanbeveelt...."
Zouteloos zou men 't vindenkwetsend
en den stembusstrijd vergiftigend.
En dat is het ook.
Maar laat dan dergelijke tactiek èn van
de liberale èn van de antirevolutionaire
pers verre blijven. Laat de strijd zich
bepalen tot de beginselen, tot de heide
beginselen, van een derwelke de candidaat
de drager is. En die voor de onze is de heer
Gelijk de bladen melden heeft ds. v.
IJsendijk uit Kapelle bij het trouwen zij
ner dienstmaagd de wet overtreden door
't huwelijk kerkelijk in te zegenen, alvorens
't bewijsstuk te hebben dat de burgerlijke
huwelijksvoltrekking had plaats gehad.
Wij zeggen bewijsstuk, want bewijs had
deze predikant welhij was er zelf bij
geweest.
Thans schrijft een predikant in het Va
derland, met instemming der redactie
„Als onbemiddelde menschen, wie het
zwaar valt nog meer onkosten te maken
door het vragen van een gezegeld bewijs,
verlangen hun huwelijk kerkelijk ingezegend
te zien doe ik het, nadat twee mij bekende
en vertrouwde getuigen van het huwelijk
mij verzekerden, dat het gesloten werd.
Zou dit ©en handelen zijn in strijd met
de bedoeling van de wet? Ik betwijfel het
en breng dit ter sprake, om door het vor
men van een zekere openbare meening mee
te werken tot een opvatting der wet, die
de menschen niet nooddoos op kosten jaagt.
Vroeger werden er van de gesloten hu
welijken uitgereikt ongezegelde en koste-
looze bewijzen, en niemand dacht er aan
het inzegenen daarop als een overtreding
te vervolgen.
Waarom aan deze gewoonte niet vastge
houden
Maakt men de wetten niet tot een last
door een overdreven nauwgezette en kost
bare toepassing ?1 Is dit niet dubbel het
geval met die op het burgerlijk huwelijk,
waartegen in sommige kerkelijke kringen
toch reeds zooveel bezwaren bestaan Ware
het niet verstandig de godsdienstige inzege
ning niet met noodelooze onkosten te be
zwaren?"
Ook wij zijn 't met het bovenstaande eens
doch herinneren slechts dat indertijd een
afgescheiden predikant, ds. W. Diemer te
Alfen aan den Rijn, voor eenzelfde over
treding, onder dezelfde omstandigheden,
eenige a gen heeft moeten „zitten" zoodat
daar de rechter blijkbaar met den geest
der wet, zonder de letter, niet tevreden
geweest is.
Angiolillo moet voor zijn ter dood bren
ging tot een geestelijke die hem tot boetedoe
ning wilde bewegen gezegd hebben: „Laat
mij alleen, ik zal het zelf met God wel
klaar spelen".
Dit doet ons denken aan 't bekende ge
vleugelde woord van ds. Lieftinck en van
de Midd. Crt.: „De Javanen moeten zelf
maar weten op welke manier zij willen
zalig worden".
Ds. Lieftinck liberaal Kamerlid is,
volgens ons een der mannen die den toe
stand van kerk en staat zoo „in en in
verdorven" hebben.
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen te Wijk bij Heusden ds. J.
C. G. Gobius du Bart te Eemnes-Buiten
te Ytens (toez.) H. Schoktung cand. te
Amsterdam te Waardhuizen ds, G. van
Herwerden te Diepenveen te Eenigen-
burg dr. H. P. Rogaar cand. te Midwolde
te Sleen C. Pekelharing cand. te
Assen te Numansdorp ds. A. de Visser
te Herwijnen.
Aangenomen naar Warnsveld door dr.
W. v. d. Beke Callenfels te Delden.
Bedankt voor Streefkerk door ds. A.
ten Have te Polsbroek; voor De
Wilp door C. Pekelharing cand te Assen.
lerseke. Onze nieuw beroepen leeraar
de heer A. G. H. van Hoogenhuijze,
candidaat tot den heiligen dienst, werd
Zondag voormiddag door zijn vader Dr.
Van Hoogenhuijze uit Nijmegen, bevestigd
met een rede welke tot grondslag had
1 Tim. 4 12. Niemand verachte uwe
jonkheidmaar wees een voorbeeld der
geloovigen in het woord, in wandel, in
liefde, in den geest, in geloof, in reinheid.
Aan de handoplegging werd deelgenomen
door den consulent Ds. Drost van YVemel-
dinge en Ds. Lelyveld van Goes. Des
namiddags verbond de nieuwe leeraar zich
aan de gemeente naar aanleiding van
Jeremia 1:7. „En zegt niet: Ik ben jong;
want overal waarhenen Ik u zenden zal,
zult gij gaan, en alles wat Ik u gebieden
zal, zult gij spreken". Met onverdeelde
aandacht werd de intreerede, door velen
ook van elders opgekomen, aangehoord. Als
gewoonlijk bij zulke plechtigheden, was de
opkomst buitengewoon groot.
De Synode heeft met 10 tegen 9
stemmen het „Reglement op de Minder
heden" verworpen.
Er voor stemden Nauta, Van Meurs, v.
Hensde, Zeeman, Busch Keizer, v. Gorcom,
v. Witzerburg, Perk en Hendriks, (allen
modernen).
Er tegen A. P. Nauta, Vermeer, v. d.
Flier, v. Dis, Romijn, v. Popta, Brons
veld, Leenmans, v. d. Ven en v. Eerde,
(alleen de beide laatsten modern.).
Gelijk de lezer weet, was bedoeld Regle
ment ten vorigen jare voorloopig vastge
steld, doch moest wachten op de adviezen
der prov. en classciale besturen en kerke
raden.
Er hadden 39 leden van de Provinciale
kerkbesturen tegen, en 27 voor geadviseerd.
Wat de Classicale Vergaderingen betreft,
11 waren eenparig tegen, 9 met zeer groote
meerderheid, 6 met meerderheid; 2 een
parig voor10 met groote, 4 met kleine
meerderheid.
In Haarlem staakten de stemmen.
Op niet aanneming was aangedrongen
door de kerkeraden van Rotterdam en van
vele gemeenten in Zeeland doch de Pro
testantenbond en vele kerkeraden en de
„Evangelische Unie" hadden aanneming
gevraagd.
Het Synodaal besluit is eene gevoelige
nederlaag voor de modernen, die er op
gerekend hadden in steden als Dordt,
Middelburg, Leiden, Rotterdam, Den Haag,
Amsterdam, e. a. een of meer predikants
plaatsen te zullen bezetten.
Geref. Kerken.
Beroepen te Klundert ds. J. D. v. d.
Velden te Middelburg C. M. C.
Aangenomen naar Rinsumageest door
B. J. Heeres cand. te Idsegahuizen
Bedankt voor Hantum, Tzummarum, Mar
ken, Warns-Scharl,Bleiswijk en Zevenhoven
door B. J. Heeres, cand.
Chr. Evangelische Gem.
Aangenomen naar Oude Leije door ds.
Chr. v. d. Pijl te Amsterdam.
MIDDELBURG. Woensdag den 25 Augus
tus te 2 uur, openbare zitting van den
gemeenteraad. 1. Onderzoek der geloofs
brieven van de nieuwbenoemde leden van
den Gem ;enteraad. 2,3. Ingekomen stuk
ken. 4. Benoeming van een lid van het
burgerlfjk armbestuur (vacature J. B. C.
Vos.) 5. Voorstel van burg. en weth. tot
toekenning van eervol ontslag aan D. H.
Julianus, concierge van dé burgeravond
school (St. Pieterstraat) en benoeming van
iemand ia diens plaats. 6. Benoeming
onderwijzer schoo B. 7. Voorloopige vast
stelling der gemeenterekening over 1895.
8, 9 en 10. Rekening burgerlijk armbestuur
en bestuur godshuizen 1896 met begrooting.
11. Suppletoir kohier hondenbelasting 1897.
12 tot 15. Voorstel tot rooiing en verkoop
van boomen, verkoop van 15 centiaren grond
bjj het droogdok Prins Hendrik aan de
Kon. Maatschappij de Schelde te Vlissingen,
vaststelling van verordenir gen op de hef
fing en invordening van bruggeld, en
eener instructie van den klokkenist van
den Abdijtoren. 16. Voorstel van burg. en
weth. naar aanleiding van het adres van
het departement Middelburg der Maatschap
pij tot Nut van 't Algemeen betreffende
de oprichting van een badhuis. 17. Be
zwaarschriften inkomstenbelasting 1897.
Te Oud-Vosmeer komt de vlek
ziekte onder de varkens in hevige mate
voor. Bij den landbouwer M. P. Rijstenbil
waren in den tijd van drie dagen zes stuks
dood, waarbij een drietal dat elk zeker
een gewicht bad van 150 K.G. Voornamelijk
deden zich de gevallen voor bij landbouwers
in den Hikkepolder of onmiddellijke nabij
heid daarvan. De kom van het dorp waar
de meeste arbeiders wonen, die bijna allen
een varken houden, bleef tot heden vrij.
In het geheel zijn er tot Donderdag 11. 25
gestorven, 3 uit nood geslacht en 2 hersteld.
Hansweert. De Engelsche zeeboot
„Gulf van Guinea" komen le van België
voer Zondag nabij Bath aan den grond.
Door de sleepboot „Washington" is de boot
afgetrokken en naar bestemming vertrokken.
Vlissingen. Zondagavond had alhier
weer ten gevolge van onvoorzichtigheid
een vreeselijk ongeluk plaats. De 21 jarige
dienstbode Mietje St., dochter van de Wed.
J. St., orgeldraaister was met den tram
van 9.20 uit Middelburg gekomen en sprong
bij de Keersluis uit den nog in beweging
zijnden tram, waardoor zij viel en de tram
haar over beide beenen reed en haar hand
beschadigde. Het eene been werd halver
wege afgereden en bleet nog met een pees
en de schoen aan den wagen hangen ter
wijl aan 't andere been de voet boven de
teenen werd afgereden. Het ongelukkige
meisje werd eerst naar het hotel Albion
gebracht waar door dr. Breukink 't eerste
verband werd gelegddaarna werd zij
per brancard naar het Stedelijk Gasthuis
vervoerd waar haar eene been ter hoogte
van de knie heden nacht is geamputeerd
moeten worden, wat om 3 uur was afge-
loopen. Men vreest ook nog voor het andere.
Veere. De torentjes op den voorgevel
van het raadhuis worden vernieuwd en
bovendien heeft de firma Plasschaert, De
Nood Co., glasbranders alhier, een aardig
geschenk ter versiering van dit monumen
tale gebouw geschonken.
Dit viertal vormt vereenigd een kruis
raam in den voorgevelde bovenste ra
men zijn versierd met gebrandschilderde
medaljons, voorstellende het wapen van
Veere, volgens traditie; de onderste zijn
voorzien van medaljons ten deele in fan
tasie-, ten deele in historischen stijl, een
middeneeuwsch opgetuigd vaartuig, de ha
ven in- en uitzeilende.
Het ware te wenschen, dat het gemeen
tebestuur door Rijkssubsidie in staat was
gesteld, de restauratie te voltooien. M.C.
Bath. De persoon uit 's Gravendeel,
die bij de ramp vermeld in ons vorig
no. zoo ernstig gekwetst werd, is uit zijn
{bewusteloosheid niet ontwaakt; doch Zm-
dag overleden.
Overslag. Vrijdagavond omstreeks 9
uur trokken een aantal smokkelaars in de
nabijheid van deze gemeente de gren
zen over. Een Belgische ambtenaar, daarvan
ingelicht, vroeg assistentie aan den eom-
mies-visitenr en was aanstonds gereed mede
te gaan. De gesmokkelde beesten werden
aangehouden, doch de smokkelaars ver
dedigden hun vee en grepen zelfs een der
ambtenaren vast. Deze wist zich echter
los te rukken en ging aanstonds om hulp
zoeken. Toen deze kwam opdagen kon
men nog een viertal beesten in beslag ne
men; maar waar was de commies- visateur
Na eenig zoeken want het was zeer
donker vond men hem in zijn bloed
badende. De ongelukkige was reeds over
leden. Een schot inden hals had een einde
aan zijn leven gemaakt. De verslagene stond
algemeen als een zeer humaan mensch he
kend en laat eene vrouw met drie kin
deren na.
Twee meisjes van 4 en 5 jaar waren
Zondag middag van Muiden naar Muider-
berg gewandeld. Op den terugweg stapten
beiden heel deftig op de stoomtram en bleven
dicht tegen elkander op het balcon staan.
Toen de conducteur om haar kaartjes vroeg,
keken beiden hem heel verwonderd aan,
want kaartjes noch geld hadden zij. De
zuster van de eene had gezegd ze mochten
wel mede rijden, zij waren moe en het
regende zoo hard en dan waren zij gauw
thuis. Te Muiden kreeg de conducteur
van beiden een hand, terwijl zij beloofden
nooit weer zonder kaartjes op de tram te
zullen komen.
Onder 't opschrift Het rad van for
tuin", wordt uit den Haag aan de Tel.
geschreven
In een hoek van het hoekrijke Binnen
hof, vlak tegenover den hoofdingang van
het Ministerie van Binnenlandsche Zaken,
is in den muur een gat, groot genoeg om
den naam van deuropening te verdienen.
Door die opening bereikt men een steile
trap, leidende naar een portaal, waarin een
deur, een heusche, prijkende met het op
schrift „Staatsloterij."
'tls bij negenen des morgens. In een
ruim, laag vertrek is op den achtergrond
een verhevenheid, zooals in de uitspannings
lokalen dient voor orkest of tooneel. In
het midden een groen bekleede tafel in
dea vorm van een T, de dwarsbalk iets
korter. Acht stoelen er om heen.
Aan eiken kant van de tafel een bankje
met een bakje, zooals onze Kaatje's en
Keetje's gebruiken om aardappelschillen
op te vangen, maar niet zoo netjes groen
of rood geschilderd. Links tegen den muur
een grooten cilinder met glazen voorwand.
Yan binnen is de cilinder zoo ingericht,
dat bij draaiing de nummers opgerold en
van ringetjes voorzien, een duchtige schud
ding en door elkander smijting ondergaan.
Nu liggen ze rustig in een hoop op den
bodem. Die hoop is zoo, dat ze er uitziet
als een peperhuis, beneden spits toeloo-
p9nde. Rechts tegen den muur een klei
nere cilinder, evenzoo ingericht met de
prijzen. Op den achtergrond een deur die
tot een twee traptreedjes lager gelegen
vertrek toegang geeft.
Vóór de verhevenheid een ijzeren hekje
met een doorgang links. Vóór dat hekje
links en rechts van een lang kastje, lesse
naars voor loterij-publicisten. Daa weer een
yzeren afsluiting. Vóór die afsluiting al
weer een lessenaar voor andere loterij-
publicisten, alleen links, en de ruimte voor
het publiek. Tegen de muren een paar
kasten en een paar kennisgevingen. De
kamer heeft uitzicht op het Binnenhof
juist tegenover het uitbouwtje van het in
1881 gerestaureerde gedeelte.
Er zijn al menschen in de kamer. Ze
behooren tot het officieuss lijsten-personecl.
Er is ook eenig publiek, waaronder de on-
dergeteekende, die niet anders teekent dan
hetgeen bij zag.
Even voor negenen komen heeren bin
nen zoowel door den ingang voor het pu
bliek, gaande naar de verhevenheid, als
uit de deur op den achtergrond stappende
op de verhevenheid.
Negen uur. De directeur komt binnen.
Hij is de twaalfde persoon op het podium.
De cilinders rechts en links worden een
paar maal omgedraaid. De directeur neemt
plaats aan het hoofd van de tafel. Naast
hem rechts een ambtenaar, links twee. Bij
den cilinder rechts een beambte met het
gezicht naar het publiek, de hand in een
koperen opening waar de nummers in
vallen, èén voor één, nadat het mechaniek
daartoe is geopend. Naast hem h cheval op
het bankje een beambte met het bakje
voor hem. Dan een dito tegen de tafel,
beide ook met het gezicht naar het publiek.
Links hetzelfde. Midden voor de rechte
streep van de T een beambte, met zijn rug
naar het publiek, en op de tafel, een vrij
lange ijzeren punt op voetstakje om de
papiertjes op te rijgen.
Waar is de weesjongen Alweer een
legende vernietigd. Met mij zullen er dui
zenden in den lande zijn die geleefd heb
ben in de heilige overtuiging dat hunne
vijfde kiassenieten, om van eigen gelden
en prijzen niet eens te spreken, want een
niet is toch maar je ware waar je op re
kent, door een weesjongen worden getrok
ken. 't ls niet zoo, niet mee r zoo, al een
jaar of vijf niet meer zoo. Misschien is
de beambte links een wees, de oude neer
rechts die prijzen trekt, is 't zeker, maar
weesjongens zijn ze in elk geval niet. En
ik was nogal gekomen om den weesjongen
te zien.
De ambtenaar naast den directeur zegt
iets, ik geloof dat hij zeiklaar.
Eu nu begint 't. Het nummer door
beambte nummer één genomen uit het
koperen kastje gaat vlug in handen van
den a cheval zittende nummer twee die
het ringetje in het bakje laat glijden
en het papiertje uitgerold geeft aan num
mer drie, welke 't luide opleest, met een
kommandeerend sergeantsgeluid. Tegelij
kertijd neemt nummer een rechts het
prijsrolletje, nummer twee ontplooit 't en
geeft 't aan nummer drie, die luide, maar
met veel minder gratie, leest wat er op
staat. Beide briefjes komen tegelijk na
genoeg in handen van den bedienaar van
den ijzeren prik, die ze beide inziet en
op elkaar aan den stang bevestigt, met
een doorbering.
Snel, snel vliegt het werk. Soms een
pauze. Prijzen van duizend gulden en
daarboven hebben bijzondere honneurs.
Nummer en prijs worden te zanien over
handigd aan den directeur die nog eens
luide verkondigt welk resultaat het rad
van fortuin heeft gebracht. En bovendien
wordt nog wel eens even gerust. Precies
half tien zijn de 500 nummers getrokken.
De publicisten hebben zich moeten wdren,
in de diepste stilte met accuratesse het
eentonige aflezen volgende.
In minder dan geen tijd is alles ver
dwenen nit de kamer. Het sein van het
naderend bereiken der grens werd gegeven
door den ambtenaar, parlant au public,
toen er nog 4 nummers te trekken waren.
Zoo gaat 't bij de Staatsloterij, die
terecht afgekeurde speculatie van het
Rijk op de speelwoede des volks waar
ik altijd een heel klein briefje in speel,
dat er met een stereotype „niet" uitkomt
en die mij in „werking" ontgoocheld
heeft, omdat de weesjongen er niet meer is.
Dezer dagen bezocht een Engelsch
kunstschilder het eiland Marken, ten einde
eenige schilderstukken te nemen.
In de nabijheid van de haven gekomen
zijnde, ontmoette hij een grijsaard, wien
gevraagd werd of hij voor een belooning
eenigen tijd wilde poseeren. De grijsaard,
zekere K. De Wit, stemde toe en bijna
was het portret voltooid toen er een kink
in den kabel kwam. De broeder van den
grijsaard, de heer Jan De Wit, Rzn., wet
houder van Marken en tevens postschipper
van Marken op Monnikendam, ziende dat
zijn broeder poseert voor een schilder,
grijpt dezen het doek uit de handen en
veegt alles met zijn hand uit.
Zulke dingen gebeuren nog op Marken
en geschieden door personen van wie men
veronderstellen mag, dat ze tenminste nog
eenige wetskennis hebben. Het is te hopen
dat de dader voor zijn vernielingswerk en
brutaliteit gestraft zal worden. Hbl.
De Génie Moderne doet een middel
aan de hand om een glazen stop, die in
den hals van een flesch vast zit, los te
maken. Men smeert met een veertje een
paar druppels olie rondom da stop, vlak
boven den hals van de flesch, die men
dan voor het vuur zet, op een halven me
ter afstand. Door de warmte zal de olie
langzamerhand tusschen de stop en den
wand van de flesch indringen.
Als de hals warm geworden is, tikt
men met een houtje afwisselend tegen de
beide kanten van den stop. Laat deze zich
dan nog niet gemakkelijk bewegen, dan
doet men nog een druppel olie er aan, en
verwarmt opnieuw. Zoo voortgaande zal
men zelfs de meest vastgeklemde stop zon
der veel moeite kunnen los krijgen.
Te Maastricht is de sterfte onder jonge
kinderen .groot. Vrijdag werden weer 12
kinderlijkjes ten grave gebracht.
De kok in de gevangenis te Amster
dam, verontrust door de klachten der ge
vangenen over zijne kookkunst, heeft zich
door vergif in te nemen, wilien van het
leven berooven, en ligt op 't oogenblik be
denkelijk.
Te Raamsdonk zat Vrijdag een 5
jarig knaapje met zijn makkertjes tusschen
twee aaneeugekoppelde geladen wagens, toen
hij er afviel en twee wielen van den ach
tersten wagen over hem heen gingen. Vree
selijk gekneusd weggedragen, stierf het
kind aan de gevolgen.
In een tuin te Stevensweert staat een
appelboom die aan eenzelfden tak appelen
en pruimen draagt.
Een tweejarig kind t« Neerpelt, had
spelende een haarspeld van 7 centimeter
ingeslikt. Na 6 weken angstige afwhehting
is de speld geheel afgekomen. Het kind
is frisch en gezond gebleven.
Dezer dagen is een paard van een vraoht-
rijder bij Amersfoort, het slachtoffer van een
lage wraakneming geworden. Het dier liep in
de wei met een veulen bij zich. Toen 's
morgens de baas in het land kwam, was
het paard niet 111 staat te staan of te loo-
peu. Beide voorbaenen waren het beest
stuk geslagen. De daders zyn onbekenl.
Men vermoedt echter, dat er broodnijd in
'tspel is.
Tegen ratten 1
Velen raden als middel tegen de ratton
aan de, ook iu ons land in 't wild voor
komende hondstong of hondskruid (Cynog-
lossum officiale). Men legt het bij de plaats
waar de ratten zich optioudeu en daar ze
de plant niet kunnen uitstaan, verlaten ze
den omtrek. Zelfs zou een scheepskapitein
met dit gewas de ratten uitzijn schip ver
dreven hebben. 'tMiddei is gemakkelijk
te probeeren, en daar de plant niet ver
giftig is, kan men ze neerleggen op plaat
san waar vergif niet toegepast kan worden,
bijv. in magazijnen, korenschuren, kelders
enz. Gelij k men weet, bloeit de plant iu
Juni en vindt men ze op elke weide. In
't voorjaar of in den nazomer zaait men
de plant; wordt ze 's zomers gezaaid, dan
komt ze pas in 't volgende voorjaar cp.
In een pakket (doos), per Yan Geud
en Loos op 2 Juli 1897 verzonden van
Middelburg naar Kampen, is in een cou
vert mede verzonden een bankbiljet van
f200 U U 3514, hetgeen bij opening niet
is gevonden. De kantonrechter te Kam
pen verzoekt opsporing en bericht.
Een eenzaam volkje. In het begin
dezer eeuw landden bijna gelijktijdig twee
Engelsche avonturiers, Hare en Ross, op
de in dien tijd nog onbewoonde Cocos-
Keelingeilanden. Bij de inbezitneming van
het laud trok Hare aan het kortste einde,
en sedert het jaar 1827 is een lid der fa
milie Ross heerscher geworden en gebleven
op deze eilanden. Er waren toen ook een
aantal Maleiers, van Java vooral, gekomen,
en de beide eerste heerschers met den naam
Ross regeerden over dezen onbeperkt. Het
duurde tot het jaar 1886, toen de Engel
sche regeering feitelijk bezit nam van de
eilanden en daarbij George Clunies Ro»s
bevestigde in zijn eigendomsrecht.
Tegenwoordig wordt het eiland bewoond
door ongeveer 600 menschen, bet grootste
gedeelte van Maleische afkomst, met welke
de familie Ross zich heeft vermengd, zoo
dat een eigenaardig geslacht met eigen
zeden en eigen aanschouwingen is opge
groeid, half Oostersch, half Westersch. De
zoons en dochters uit de familie Ross
spreken met heel weinig uitzonderingen
tegenwoordig bijna geen Engelsch meer,
en zelfs de tegenwoordige heerscher, George
Clunies Ross, had in achttien jaar geen
woord Engelsch gehoord. Geschreven wetten
bestaan op de eilanden niet. Misdaden
kent men er even weinig als politieagenten.
Er zijn alleen vrijwillige brandweer
mannen, die in dit opzicht politie-dienst
uitoefenen, dat ze zorgen, dat 's avonds
om negen uur overal vuur en licht is
uitgedoofd.
De inboorlingen zijn van Maleisch ras
en Mahomedaansch, maar door den langen
invloed der familie Ross is er heel wat
verandering gekomen in zeden en in klee
ding. De Britsche gevolmachtigden, die
eenmaal 'sjaars de eilanden bezoeken, heb
ben verklaard, dat er tusschen hen en de
ovetige Maleiers zeer veel verschil is. Ve
eilandbewoners huizen in woningen naar
Europeesch model en zij kennen, evenals
in Europa, de wekelijksche schoonmaak,
ook daar worden de kamers „gedaan". Zij
zitten aan tafels en eten met lepel en vork.
Dit zijn echter alleen uiterlijke ken
merken van Europeesche beschaving. Ook
het huwelijk is er geheel andershet aan
zoek en de huwelijksvoltrekking heeft
geheel plaats volgens Engelsche zeden.
Veelwijverij is er dan ook onbekend.
Het volkje, dat op deze wijze onder
een vaderlijk en welwillend despotisme
leeft en van de heale wereld is afgeschei
den, wordt geschilderd als gelukkig en
tevreden. Het weet van geen klagen en
het beschouwt inr. Ross als zijn wel
doener en vriend.
De moordenaar van Canovas, Angiolillo,
is Vrijdag te Vergara terechtgesteld.
Te Tschutschan (China) had dezer
dagen gedurende een hevig onweder een
belangrijke grondverschuiving plaats, waar
door een grot te voorschijn kwam, die men
in oude tijden blijkbaar als schatkamer
had gebruikt. In het gewelf vond men
niet minder dan zeven millioen oude ko
peren munten, tweemaal zoo groot als de
thans gebruikelijke. Aan de eene zjjde
dragen deze munten den naam van keizer
Tschi Ho uit de Sung-
j0541056 regeerde, te:
zijde de naam Li Schu
benaming der provincie
provinciale autoriteiten
beslag leggen en de one
liet 300.000 munten reir
vaardigheid aan den ke
- Van dikke menscht
Dikke menschen doen i
er rywielfabrieken zijn,
vraag naar dikheden bei
moeten doen om een aan
te geven van de solidite
geleverde machines. I
een geldwinning worde
anders geweest.
De oude Galliërs, die
om de wapens te dragen
betalen, waarvan het be
bepaald, en dat zich
dikker of dunner word
Rome verloor de ridder
zijn paard in bet oude
lides in het openbaar do
berispt, omdat bij te di
met verbanning bedreigt
Een zeer beroemde di]
der was Johan Sobiesk
eeuwen geleden Weenen
belegering der Turken.
Een beroemd geleerde
schrijver der geschiedeni
gang van het Romeinscl
pulentie was spreekwoor
staande zijn dikken bui
werd hij eens in Lausan
jonge dame, van wier si
bezoeker was. Op zeker
niet meer uithouden
dame op zijn knieën en
liefde. De jonge dame,
barsting van den dikken
niet verwacht had, nam d
zeer onheusch op en bevi
En daar hij wegem
zich slechts langzaam kon
zij haar bediende en be
mijnheer
De dikste koning, die
zal waarschijnlijk Fredei
Wurtemberg zijn gewee
Toen deze, die van kei
koningstitel had verkreg
bijwoonde van den Fran
Marie Louise, moest mei
halven cirkel snijden, on
te laten zitten.
Ook Mariu», de tegen
was zeer dik tot zijn
Sulla hem laten vermoo
met deze opdracht belas
bang voor de vleeschmai
den haal ging
WAT WILLEN DE
HISTORISCl
Op deze vraag geeft
weekblad de Qereformeei
derstaande uitnemende a
Want op de vraag:
Christelyk-historischen
den geantwoord. Ze wil
dringen. Ze willen Dr. K
Ze willen verder niets.
Om met het laatste te
dingen hebben mij in de
rischen bevreemd. Vooree
hadden tot dusver jaar
politiek zich gespeend,
plichtsbetrachting zich
maakten, een woord van
vorig plaatsverznim niet
worden De verklaring,
nu en thans wel optrad,
toegevoegd. Ten andere,
ralen de noodzakelijkheid,
pelijke hervormingen bej
hebben de Christelijk-his
weinig over deze brand-
sproken. Zelfs scheen het
Vrijhandel of protectie
stond. Was dat niet bei
Wat ze wél wilden v
dringen en Dr. Kuyper
Die beiden, Rome en
en Kuyper, waren naar
risch oordeel lood om oi
eén zang. Het van den
Manifest ried dan ook a
een Roomsche te stemme
stemmen op een antire-
heette te staan met het
Roomsche, doordien Ron
>n arm wandelden, werd
s eeds een liberaal boven
onair te verkiezen.
Wat werkten de Chris
reeds uit
Dit, dat hun kleine p
Remmingen bijna overal
0 laatste loodjes wegei
',nn toedoen werd een
rjng geweerd, en werd i
ri0g bestendigd.
Ket oordeel over dit
8ag hangt ten nauwste
^Punt dat iemand inr
Vie op don grondslag
0 n e liberalen kwalijk
geloovigen en godloocl
j n' e Wie den Zoon nis
Vader niet, die Hem
n andere God dan de
)js;! hjet. Afgoderij is,
Van' 1 rSschen Catechis
ziin iiren eenigen waren
a.,,1 rd geopenbaard h
V hebben waarop de
Van °i°r w'e a'élu8 oordeel
het liberalisme van