idknecht NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. D CHRISTELIJK- HISTORISCH ermansknechts Ho. 138. 1897. Ifvaars Jc), nm. 1,40a) 3,25 en 6,20, lurg. DttisiCag 24 Hugusfus. ifftfc faatgatig. voorraad |r, Handen en nden, 7 Cent de rol. d. DEKKER, |t benoodigd, NSTBODE Meid jTBODE 11.- 11.— 11.- dagelijks. - IS0'A VERSCHIJNT F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN STEMBILJET vooe- lettebs. De Landsverdediging. burg. 25 Angustus bij L. \ouwepolder. iet October een .ED, Oost Souburg. lOGAARD te Domburg. srraagd bij G. STURM, itelande. OUTERS, Slager, Wal. Yngen. [October IDE BREE te Yeere. 8. een tunnende koken. Loon gulden waschgeld. Br. fr. WEGELING te Vlis- SOOTDIENST dburg en Zierikzee. erikzee Spoorweg Goes Aug. Van ZierikzeGr |idd 'smorg. s mid Zater.21 7.50 3.45 Zond. 22 Maan.23 Dins. 24 Woen25 Dond.26 Vrijd.27 Zater.28 Zond. 29 Maan.30 Dins. 31 6.— 7,50 7,50 7,50 6- 6,30 6,30 7.50 7,50 5,— 2,30 3,45 3,45 3,45 3,45 3,45 «b 3.45 3.45 BOOTDIENST }DELB.-ROTTERDAM( lugustus. 7,30; van Middelburg lam 9.40. Donderdag 19, Vrijdag 9 uur. bkzeesche Stoomboot- .tschappiien. I ZEE—ROTTERDAM (gelegen plaatsen. I Aug. Van Rotterdam: Zater.21 Zond.22 Maan.23 Dins. 24 Woen25 Dond.26 Vrijd.27 Zater.28 Zon. 29 Maan.30 30lDins. 31 .30 1,30 1,30 11.- 11.- 12.30 1.- 10.30 11.— 12,- 12.— Aus- lOTTERDAM: Maandag) 's morg. 7.— ST WERPEN: i Maandag)'b morg. STOOMBOOT. Augustus. Jerd. Zondag 22 s m. pensdag 25's morg. f), 2,10«) 3,556,50. nm. 1,55a) en 4,50 ikerke vm. 8,10. 8,40. ELKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p.0,95. Enkele nummers0,02 5. UITGAVE VAN G. M. KLEMKERK, te Goes EN van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. voor de herstemming van een lid der provinciale staten. Aanwijzing der kenze. NAMEN. DRONKERS. D. J. trd. aang van 6.20 ïuten. naar Bresken' Kracht tat handhaving van onze nationale zelfstandigheid zoekt zij in de versterking van het rechtsbesef; in de bevorde ring van kennis onzer historie; in de bevestiging van ouze volks vrijheden in eene ervarene di plomatie on voorts in eene wet telijke organisatie van de deode en levende strijlkrachten te land en te water, die, na verbetering van het scheeps- en kazernele ven, met prijigeving der plasts- vervanging, bovenal kracht zje- ke in het moreel van den sol daat. Artikel 17 van „Ons Program,11 Velen onzer lezeïs hebben wel eens met socialisten gesproken. Het getal van hen die socialisme verwarren met onfatsoenlijk of gebrek aan beschaving, vermindert al lengs. En voor zoover eerlijkheid en rechts gevoel, en eerbied voor elke eerlijke over tuiging wederzijds voorzitten, kan zulk een gesprek nuttig en vruohtbaar zijn. En welke ernstige grieven .wij hebben tegen den socialist, de lof kan hem niet onthouden worden dat hg eerlijk voor zijne overtuiging uitkomtzij 't ook al helaas niet zelden een eerlijkheid die pijn doet, schoon zij niet verrast. Immers Noteer even wat de Socialist u over God, den Koning, de Geschiedenis, het Gezag, de Kerk, de Regeering, den Godsdienst, de Landsverdediging, de Diplomatie, den Oorlog, de Justitie en het Huwelijk zegt. Onderzoek thuis gekomen, wat reeds voor jaren zijn grootvader Liberalist en zijn vader Eadicalist daarvan gezegd hebben; en gij neemt de meest treffende overeen komst waar. Wat thans door vele Ongeleerden wordt gezegd, is reeds sinds langer dan een kwart eeuw door verschillende Hooggeleerden in den katheder geleeraard en door allerlei schijngeleerden in de sociëteit vastgesteld zoodat 'tniemands bewondering meer wekt. En daarom beweren wijwilt gij weten hoe het Liberalisme, officieren en enkele anderen uitgezonderd, bijvoorbeeld over de Landsdefensie denkt, beluister dan even het Socialisme, en gij zijter achter. Hoort gij hen, o, dan is er aan een goede landsverdediging zoo weinig vast. Velen stellen achter de toonbank of in de soos bij hun cognacje vast, hoe de in richting wezen moet. Opruimen dit en opruimen dat. Allemaal dienen of alle maal naar huis. Afschaffen al die gepluim de en gevederde heeren en geen geld meer voor geweren of vloot. Komt er oorlog dan ons maar overgeven, 'tis toch eender Wat natie wij zijn of ook den boel onder water zetten en den vijand, als hij ten minste zoo lang wachten wil, maar laten Verdrinken. Maar al die ijdele, lichtzinnige opmer kingen hebben een achtergrond, en die ach tergrond ia het ongeloof, de revolutie. Het ongeloof dat lachen doet met de bid- en dankdagen der vaderen. De revo- «tie die in 't gezag een menschelijke aan matiging, in het recht een recht van den Sterkste, in de Overheid een stel praats makers zietdie haar vaderlandsohen grond veracht dewiji zij ;er niet rijk op kan wordenen dientengevolge ook er niet om geeft of dat vaderland er is of er aan gaat. En ziedaar zonder het te noemen, 't oordeel over de Landsverdediging gezegd, gelijk dit door Ongeloof en Revolutie wordt ingegeven. Naar de antirevolutionaire opvatting strekt de Landsverdediging tot handhaving der nationaliteit, eu kan er geen zorg ge noeg aan besteed worden. Ook het vaderland is een instelling Gods, en de vaderlandsliefde Zijn gave, waarvoor wij metterdaad hebben te danken. Voor haardstee en altaren desnoods die haardstee eenigen tijd te verlaten om deu vijand te weerstaan aan de frontieren of te sneuvelen op de wallen, was voorjaren der vaderen diep gevoelde plicht 't moet ook die van hun nakroost worden, en wij antirevolutionairen hebben deze leer on zen kinderen in te prenten. En langs dien weg te streven naar: verster king van burgerzin en rechtsbesefhistorie kennis en diplomatie (dat is de moreel» defensie)en dan vragen om wettelij ke rege ling der levende en der doode strijd krachten verbetering van het scheepe en kazerneleven; invoering van persoon lijken dienstplichten verhooging van het zedelijk peil van den soldaat, (dat alles is de militaire defensie). Wij zijn een volk, in organisch ver band, ook met het voorgeslacht en 't geslacht dat na ons komt. Wij en zij maken de historie des lands. En die zuiver te leeren is de taak der school. Wij treden in geen critiek over de openbare school. Wij hebben altijd beweerd dat de openbare school de geschiedenis des vader lands niet naar den wil Gods onder wij zen kan. Wij zijn ten allen tijde bereid en in staat dit aan te toonen. Yoor het oogenblik echter laten wij 't den lezer over uit te maken of het onderwijl dat zijn goede openbare hoofdonderwijzer hem gegeven heeft, in de landsgeschiedenis, hem God in de geschiedenis, als den belooner dergenen die Hem zoeken, als den tuchtiger van zijn volk, als den wreker der zonde, als den Koning der Koningen, heeft doen vinden, en hem ook geopenbaard heeft wat het geloof vermag en tot welke ellende 't ongeloof voert. Wie 't anders onderwijst, of deze facto ren er uit weglaat, die onderwijst geen historie, die wekt niet de ware liefde voor de geloofshelden onder zijn voorge slacht, en kweekt niet de gemeenschap der zielen, het saamhorigheidsgevoel, den band aan hen die even dierbaar geloof deelachtig waren. Zullen wij onze Oranjes eeren en waar- deeren, dan moeten zij in dat licht voor ons gebracht worden, niet als heiligen, maar als zondarenmaar als zondaren door wie de Heere iets groots wrocht in Nederland, en voor zijne kerk. Zoo kweekt men ware vaderlandsliefde en rechtsbesef. Dat rechtsbesef hebben wij in ons te versterken en bij anderen te wekken. Dat opkomen voor ons erf, voor ons belang, dat de borst ontgloeien doet, moet ook een opkomen zijn voor onzen geboortegrond, voor onze Oranjes, voor onze Martelaren, voor onze kerk, voor onze vorstinnen. En, gelijk Keuchenius, toen Fransen v. d. Putte den Atjeh-oorlog uitlokte, den moed had om in naam van 't volken recht daartegen te protesteeren, zoo hebben ook wij eiken oorlog te laken, die ondernomen wordt, teneinde een volk als volk om koud te helpen, of van zijn wettig erfdeel te berooven. Daarom blijven wij ook protesteeren tegen den oorlog met Atjeh, ook al had de Atjehnees zich door menschenroof eene afstraffing op den hals gehaald. Ook de burgerzin moet versterkt. Dit is de taak der regeering. Of zij het doet, latfen wij in het midden. Maar hare roeping is''t. Daarbij is ook noodig een corps goede diplomaten, buiteulandsche gezanten en consuls die de belangen der onderdanen in 't buitenland behartigen, goede ver standhouding bewaren met de vorsten, waakzaam zijn dat dé eere van hun land en koningin wordt opgehouden en wijs heid en wilskracht bezitten om dreigend gevaar te keeren of de regeering hier te waarschuwen. yAan zulk een stel mannen is veel gele gen; en wij zeggen ook nu niet of wij ze hebben maar noodig zijn ze metterdaad. Wat de militaire landsverdediging aan gaat, de antirevolutionair verdiept zich niet in eenig legerstelsel of vestingstelsel of stelsel van aanval of verdediging. Hij volstaat slechts met te erkennen dat ei een goede landsverdediging zij. De belas tingen noodig om de vestingen in goeden staat van tegenweer te stellen, offert hij gaarne de levende strijdkrachten dat moe ten de zonen zijns volks zijnhij zelf gaat desgevorderd ook mee. Hij wil per soonlijken dienstplichtalgemeenen oefen plicht, hetzij bij de militie of de schut terij. Het erf der vaderen, den vaderland sohen grond, door Gods eeuwig raadsbesluit ook hem ter woonstede toegevallen, zal hij met zijn bloed verdedigen. Zijne zonen gaan gewillig in dienst wanneer 't lot hen aanwijst. Alleen, hij verwacht dat de Re geering voor de vele miljoenen die de natie voor een goede landsverdediging jaarlijks ten offer brengt, ook een goede landsver dediging uitdenkten of wij zulk een landsverdediging rijk zijn, dat waagt hij wel eens te betwijfelen, ook al teekent hij achter zijn schaafbank geen plannen, en levert hij in volksvergaderingen geen scherpe critiek. Yooral op 't moreel van den soldaat wil hij gelet zien. Verheffing van het zedelijk peil van den milicien, door onderwijs en evangelie door betere inrichting der kamers door nauwkeuriger toezicht op den wandel door strenge strafoefening voor vloeken of misbruik van sterkendrank. Dat verlangt hij en wanneer dit weder verkregen is, en de moreele middelen ter landsverdediging zijn algemeen in gebruik gekomen, dan zal men zien hoe de schromelijke uitgaven voor leger en vloot verminderen zullen. En dat dit hard noodig schijnt wie zal 't ontkennen Doch geen vermindering wanneer niet in dezelfde mate de andere verdedigings middelen hun weg vonden. De Middelb. Crt. nam met groote be langstelling een artikel over van ds. Wisse uit de Wekker en van ds. Bronsveld uit de Stemmen. In 't eerste wordt critiek ge oefend opdr. Kuyper en de gereformeerde kerkenin 't laatste op dr. Schaepman en de Roomsche kiezers. Slot der zaak is dat 't staatkundige blad van Middelburg uit de kerkelijke beschou wingen van ds. Wisse munt slaat, en zich de beschouwingen van dr. Bronsveld be nut, om de „chr. gereformeerden" en de „Roomschen" om hunne zelfstandigheid te prijzen en verdeeldheid te brengen onder de kiezers van aanstaanden Vrijdag. Een leepe tactiek, „voor een eenvoudig menschenverstand zoo duidelijk mogelijk". De centrale liberale kiesvereeniging in het kiesdistrict Enschedé heeft candidaat gesteld voor de herstemming voor een lid der Tweede Kamer, den heer H. Yan Kol, socialist, „opdat 't district voor de vrijzin nigen behouden blijve", gelijk in De Te legraaf te lezen stond. Reeds hadden enkele liberale kiesver- eenigingen de candidatunr Troelstra ge- stound m Weststellingwerf; en heeft dus feitelijk de overstap plaats gebad; en de (oude) Gron. Crt. zei er van„In ieder geval in de familie". Wij hebben er natuurlijk vrede mee; wat van de familie is, moet malkaar helpen. Maar dan is ook uitgekomen, wat wij in 1888 reeds hadden voorspeld dat vader Liberalist zijne preutschheid en schuchter heid jegens den minder geciviliseerden kleinzoon Socialist, als 'ter op aankwam, wel zou afleggen. In '88 heeft slechts ééne kleine kiesver eeniging der onzen te Heerenveen bij her stemming de candidatunr Domela Nieu- wenhuis gesteunden daar heeft nu negen jaar lang het land van gewaagd; dit feit is in alle bladen en door alle liberale par tijsprekers, dito kamerleden en kiesvere nigingen, bij elke nieuwe verkiezing, tel kens weer, ons voor de voeten geworpen. Dit was ons natuurlijk eene eere, want hierin lag eene zijdelingsch verwijt dat wij door deze daad op hun terrein geko men, in hunne rechten getreden waren de erkenning tegelijk dat wij en de socia listen niet van de familie zijn. Maar krijgt nu dat ach en wee roepen over 't stemmen van den socialist nog niet een comischen kant, nu men zelf doet wat men eenige jaren geleden quasi o zoo ijselijk vond? In de Telegraaf wordt met zeer veel waardeering het feit gereleveerd dat in het district Enschedé, bij eerste stemming zoovele Christelijk-historischen ep den li beralen candidaat hebben gestemd. Gaan wij de geschiedenis van 't optreden van den christelijk-historischen kiezersbond na, dan big kt ons dat zij behoudens een enkele uitzondering niets anders is dan een verkapte liberale partij. Men her- innere zich maar hoe het dagblad van dien bond o. a. den liberaal mr. Henne- quin aanbeval, een man die 't zich toch zeker wel niet tot een smaad zal aanreke nen, wanneer wij van hem zeggen dat hij en zijne geestverwanten aan den gods dienst geen behoefte hebben, eu niets voe len voor ehristelijk-historische beginselen. De ehristelijk-historische kiezersbond leeft van negatieshij is wel tegen, tegen, tegen; maar waar hij voor is zegt hij niet. Het is zooals in 't bekende puntdicht van de Graafschapper staatZie hoe in ons pro gram de negatie op het kookpunt staat. En het positieve deel met nul naar huis toe gaat. De heeren van de Middelburgsche Cou rant vergissen zich dan ook zeer met hunne bewering in 'tr.o. van heden, dat wij bij de Christelijk historischen in ons gewest in het gevlei willen komen, en dergelijke hatelijkheden waarom heeten zij dat „hatelijkheden" willen doen vergeten. Dat is een aanval op ons karakter, te meer ongepast, dewijl deze heeren zeiven, tot walgens toe, bezig zijn, te trachten, niet alleen verdeeldheid te zaaien in ons kamp, maar om juist deze zelfde Christelijk historischeu met notabene Lohraannianen en Christelijk Gereformeerden en Roomschen incluis, op hunnen kant te halen. Juist dezelfde tactiek als bij de verkie zing in '95, welke door een voor het libera lisme smadelijke nederlaag werd gevolgd. ■x x "Wij wenschen ook bij deze verkiezing het zoo duidelijk mogelijk uit te spreken, dat wij geen behoefte gevoelen om aan zoodanige tactiek mede te doen. Bij ons staat vast dat de Heere regeert, en dat buiten zijn alleen wijzen wil en raad niets geschiedt, dat ook het drijven en schelden onzer staatkundige tegenstan ders geen grooter kwaad sticht dan zijne goedheid toelaat, dat Hg zelfs wat ons kwaad toeschijnt, ons ten goede keeren kan. Bij ons staat vast dat de Heere God is, die zelfs de harten van koningen in Zijne hand heeft als waterbeken, en ze neigt tot al wat Hij wil; en dat het Hem niet te veel is om de harten der kiezers te neigen om zijn raad uit te voeren. De heeren van de Middelburg sche Courant missen helaas dit geloof, en dit doet hun zeo jammerlijk scharrelen, met woorden en beginselen, dit maakt hen zoo gejaagd en doet hen loopen van den een naar den ander, van den christelijk gereformeerde naar den Lohmanniaan, van den christelijk historische naar den Schaapmanniaan om hun stem te bedelen, voorvoor hun godsdienstigen candidaat, alsof het de liberale partij op Walcheren om 't belang der kerk te doen ware. En zoo doet de liberale, de radicale, de vooruitstrevende, de zoo democratische Middelburg sche Courant Heeft zij dan in 1892 en 1895, met dat zelfde bedrijf, zelfs aan hare eigene geest- verwantenniet genoegzaam leergeld betaald Is dit een houding voor een staatkundig blad Kan zij vertrouwen wekken, die ver dediging van de kerk door hen die op andere tijden die kerk zelfs met den nek niet aanzien Van de kerk gesproken. Wij zijn geen kerkelijk blad, en laten ons niet uit over kerkelijke zaken, wij gaan de twisten van kerkelijke bladen stil voorbijniet omdat zij ons geen belang inboezemen, maar omdat wij geen kerkelg k blad zijn. Anders toch zouden wij naar aanleiding van hetgeen ds. Wisse c. s. schrij ven, en ook aan 't adres der Nedexl. her vormde synode, die dezer dagen den doop facultatief stelde, nog wel een en ander hebben op te merken. Maar wij wenschen „de kerk de kerk te laten", niet zij, de staat, de staatkunde, het belang van ons volk en gewest is ons terrein. En daarom spijt het ons dat wij de be schuldiging van de Midd. Crt. moeten onweersproken laten, als zouden wij zij noemt ons kerkelijkenden toestand in de kerk „in en in bedorven" hebben. „In en in bedorven" Gij zijt de beroerder Israëls; sprak Achab tot Elia. Maar Elia had er alle reden toe om 't om te keeren. Wat antwoordde hij Wij lezen 'tinl Koningen 18:18. „Toen zeide hijIk heb Israel niet be roerd, maar gij en uws vaders huis, daar mede dat gijlieden de geboden des Heeren verlaten hebt en de Baals nagevolgd zijt." En zoo ook antwoorden wij aan de man nen van de Middelburg sche Crt. Niet de „kerkelijken" maar de modernen, de vrij metsel aars, de mannen van het Tooneelverbond, die allen en huns vaders huis hebben „den toestand in kerken staat in en in bedorven". In kerk en staat. In den staat door op alle staatsinstel lingen het stempel te drukken der valsche neutraliteit, wat met vijandschap tegen den Christus, het geopenbaarde Woord gelijkstaat. In de kerk, door zich te nestelen in het hoogste rechtsprekend college de Synode der Nederl. hervormde kerk en van daar uit hare meest stuitende besluiten in zake leer vrij heil en tuchtoefening en doops- formule en aanneming tot lidmaten over die kerk uit te stortenen ten slotte den rechtzinnigen in die kerk de maat vol te meten met hnn afschaffing van den doop, gelijk die door den Heere in Matth. 28: 19 als sacrament ingesteld en als taak opge legd werd aan zijne gemeente. De modernen, die hebben den toestand, niet bedorven, maar verdorven, naar het oordeel van duizenden dergenen op wier steun de Middelburg sche Crt. zoo gesteld is. Of wij dit nu zeggen om deze menschen in het gevlei te komen Dat zij verre. Die menschen moeten zelf weten wal hunné consciëntie toelaat; wat 't belang van Landen Volk vordert;

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1897 | | pagina 1