NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- sr HISTORISCH Ho. 121. 1897. Homferifao 15 ftift. fffife laatgang. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN De 19e Unie-collecte. DE THEOLOGISCHE SCHOOL te Kampen. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p.0,95. Enkele nummers0,02 5. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. l)e eerste week van Augustus is de her- inaeriugsweek aan de koninklijke bekrach tiging van de schoolwet, gelijk zij door de aangenomen voorstellen Mackay gewij zigd was geworden. Vroeger was de 17e Augustus de dag waarop alle voorstanders van Christelijk onderwijs herinnerd werden aan den fatalen datnm waarop de schoolwet Kappeijne, de wet van 17 Augustus 1878 werd ingevoerd. Maar èn de 17e, èn de 3e Augustus blijven in de geschiedenis des Volks en in de geschiedenis der Christelijke School hnne gewichtige beteekenis ontleenen aan de groote offervaardigheid op die dagen steeds aan den dag gelegd door de Neder- landsche Christenen ten behoeve der School met den Bijbel. Be laatstgehouden collecte was Grode zij dank weder iets beter dan haar voorgang ster. Het zou velen in den ladde tot blijd schap strekken wanneer zij op haar beurt weder door de eerstvolgende werd over troffen. Laten onze correspondenten en locale comité's dan ook nu weer hun best doen om dit goede resultaat te verkrijgen. Collectanten, aan het werk. Dit is de beteekenis der hnn gezonden circulaire van het bestuur der Unie, welke circulaire aldus luidt God laat Zijn werk voor ons niet los. Dit staat vast en is zelfs duidelijker dan ooit, want in weerwil van alle bezwa ren, in weerwil van de uitbreiding van ons Christelijk onderwijs, staan onze scho len nog steeds als getuigen van Zijn trouw. Wat echter niet vast staat, wat zelfs een ernstige vraag voor ons wordt, is of God ons ook wellicht loslaat voor Zijn werk. Heeft Hij ons wellicht als onnut uit FEUILLETON. Een der inrichtingen voor hooger on derwijs in ons land, staande naast onze Universiteiten en die daarmede op één hoogte, zoo niet hooger kan gesteld worden, is de Theologische School te Kampen en het daaraan verbonden Christelijk Gymna sium, samen in één gebouw vereenigd. Dit Gymnasium bestaat uit 5 klassen en wordt misschien later tot 6 klassen uitge breid. Beiden, zoowel de Sehool als het Gym nasium, dienen tot opleiding voor predi kant en zijn daartoe practiBch geheel ingericht. Zoo is op het Gymnasium het He- breeuwsch een hoofdvak, gelijkstaande met Grieksch en Latijn en wordtin de 2 hoogste klassen door een doctor in de semitiaehe talen onderwezen. Verder leeren de Gym nasiasten in alle klassen Bijbelsehe Ge schiedenis en de hoofdlijnen der dogmatiek en de Heidelbergsche Cathechismus, zoodat hij, die met goed gevolg de 5 klassen doorloopen heeft, zooveel afweet van He- breeuwseh en Bijbelsehe Geschiedenis, dat hij ongeveer gelijk kan gesteld worden met een student, die zijn propaedeutisch examen aan de Academie heeft afgelegd. En dit geeft zeer groote voordeelen. Immers het Hebreen wsch is geen vak waar men mee kan spotten. Dit .nder- vinden tot hun schade de studenten, die aan de hooge school komende, nog niets aan deze taal hebben gedaan. De beteeke nis van het Hebreeuwsch als studievak is bovendien in den laatsten tijd zoo toege nomen zelfs de Roomsche geestelijk heid legt er zich hier en daar op toe, naar ik meen dat men zich wel mag ver wonderen, dat hierin op onze Gymnasia nog niet heter is voorzien. Op een Gymnasium toch staat het He breeuwsch gelijk met een bijvak als gym nastiek of teekenen, en wordt onderwezen door den een of anderen Joodschen onder wijzer, terwijl het maar zelden voorkomt arbeid weggezonden, of als onbruikbaar door traagheid niet meer opgeroepen Wanneer de eerste geestdrift voorbijgaat; wanneer samenkomsten en vergaderingen, vroeger druk bezocht, slechts weinig ge trouwen zien overblijven, dan verbeelden zich soms de wegblijvers, dat God Zijn hand van het werk aftrekt, terwijl zij geen oogenblik zich afvragen, of God soms de hand van hen af; rekt. Houden wij die gedachte vast tot onzen troost en tot onze beschaming. Tot onzen troost. Al zijn de schoone dagen van het volkspetitionnement in 1878 reeds lang voorbij, al heeft de wet van 1889 verademiug gebracht, de scholen heb ben veel, veel steun van noode en het is de Heere zelf, die daarin voorziet. Hij stemt nog steeds de harten tot geven. Hij stemt Zijn dienaren om jaar aan jaar de taak weer te aanvaarden om gaven in te zamelen, al valt dit hun menigmaal zwaar. Hij laat Zijn werk niet los. Wel moeten wij met smart erkennen, dat Hij velen losliet voor Zijn werk; niet dat wij daarom bevreesd zijn, dat dit werk er schade onder lijden zal, want Hij zal wel wegen vinden om Zijn bestek uit te voeren en Zijn plannen te voltooien; maar het smart ons omdat deze wegblijvers zelve schade lijden, terwijl zij dit niet eens inzien noch gelooven. Als Gods kinderen bespeuren, dat som migen verflauwen, laat hen toch vooral niet jaloersch worden op de tragen of zuchten onder hun eigen zware taak. Veeleer is er reden van dank, dat de Heere God, die ons niet noodig heeft, ons toch nog altijd beschouwt als bruikbare werktuigen voor Zijn arbeid. Met dat al, er is ook reden tot schaamte. God laat mij niet los voor Zijn werk. Was daar niet vaak reden tot vreezen, dat Hij dit doen zou dat men (hiervoor een meer bevoegd per soon heeft. Ook al omdat deze, uit den aard der zaak, dun gezaaid -zijn; in ons heele land zijn, naar ik meen, niet meer dan 2 of 3 doctoren in de Semitische letteren. Het is dan ook een treurig gevolg van dezen toestand, dat het meerendeel der gymnasiasten (ik bedoel natuurlijk de theologen) wanneer zij aan de Akademie komen niets of zeer luttel van het He breeuwsch afweten en de vorderingen, die zij er dan door twee jaren studie in ma ken, kunnen uit den aard der zaak niet zoo heel groot zijn. Het is vooral verderfelijk, dat het He breeuwsch geen verplicht vak is voor de a. s. theologen, zoodat het nu van de spontane opwelling van het oogenblik - de meer of mindere strengheid van den rector afhangt, of zij er aan deelnemen of niet. Zoo is het dan ook een bekend feit, dat het meerendeel van onze oudere pre dikanten niets van deze schoone taal af weten, terwijl het met de jongere gene ratie evenzoo dreigt te gaan. Hieruit ziet meu hoe ondoelmatig en hoe weinig practisch de opleiding voor den a. s. predikant ten onzent is ingericht. Uit den aard der zaak kan zulk een opleiding veel beter geschieden en meer vruchte» afwerpen aan een speciale inrichting, zoo als de Theologische School met het Chris telijk Gymnasium samen vormen. De Theologische School heeft zelfs het bepaald uitgesproken doel om predikanten te vormen, met het oog op hun latere practische werkzaamheid. Wat aan de Universiteit geheel ontbreekt, of ter nau- wernood onderwezen wordt, is hier hoofd zaak, ik bedoel de ambtelijke vakken: cathegetiek, kybernethiek poemeniek (2) enz., waarvoor zij een afzonderlijken leeraar hebben. En zoo draagt het gansehe on derwijs den stempel van op de praetijk in het leven aangelegd te zijn. Wij mogen met de Gereformeerden ver schillen in geloofszaken of hun tegenstan ders zijn, het verdient toeh onze aandacht, Waren wij altijd zoo bruikbaar, zoo tronw, zoo ijverig als ons betaamde De den wij ons werk blijmoedig of vaak zuchtend? Bovendien: waren zij, die Hij losliet of niet weer opriep, zooveel slech ter dan wii Wij weten beter. Daarom schaam u deswege en dank er uwen God voor, dat Hii u niet losliet voor Zijn werk. Gij zult u dan niet be klagen, als gij opnieuw geroepen wordt om dienst te doen in Zjjn wijngaard, maar veeleer hen beklagen, die, ledig staande op de markt, misschien nog te laat zullen komen, als de heer des wijngaards niet nog ter elfder ure hen komt oproepen. Veiheug u met ootmoed en schaamte, a'.s de Heere u jaar aan jaar prest tot dienst. Laat des Konings bode menigeen voor bijgaan, als hij bij u aanklopt, zij het u een eere, een voorrecht, een zalige blijd schap. Zie er het teeken in, dat de Koning u nog niet heeft verworpen, maar op u rekent, u in staat stelt en u dus in staat acht om Zijn medearbeider te zijn. Heb goeden moed. Wacht op den Heere, wees sterk en Hij zal uw harte versterken, je wacht op den Heere. Zeg nietik moet meewerken. Zeg veeleer: ik mag meewerken. Zoo zij het bij deze Jaarcollecte voor de Scholen met den Bijbel! Aan dit goede opwekkingswoord hebben wij niets toe te voegen. Onze vrienden die gewoon zijn in onze steden of dorpen de gaven voor hunne of andere Christelijke scholen op te halen, zullen ongetwijfeld weder doen naar ver mogen de gevers en geefsters, dat geslacht hetwelk nimmer uitsterftzullen zich ook ditmaal weder niet onttrekken. Niet onttrekken, tot instandhouding der dat het onderwijs hier werkelijk volgens een zeer doelmatig systeem gegeven wordt. In moderne kringen hoorde men er vroeger vaak met minachting van spreken, evenals b.v. van de vanDijkian n uit Doetinchem. En nu is het zeker: „onbekend maakt onbemind", terwijl het jus promovendi in de oogen van bet volk, aan de Universiteiten een hooger aanzien geeft, wat toch eigenlijk, op den keper beschouwd, niets beteekent. De Kamper studenten hebben een kennis van de critiek van bet O. en N. T. |en van hare principia, die menig Akademie- burger hun zou benijden, al weerleggen zij die critiek ook en verfoeien haar met hart en ziel, niettegenstaande men weet, dat voor de uitlegging en inleiding van het O. T. een man van naam werkzaam is, die op dit gebied zijn sporen verdiend heeft; ik bedoel den heer M. Noordtzij. Wanneer men verder weet, dat het on derwijs in de dogmatiek aan een der be kwaamste mannen van ons land, dr. Ba- vinck, is toevertrouwd, die zelf een dog matiek in het licht geeft, welke, voorzoover mij bekend is, de eenige Gereformeerde dogmatiek is en ook de eenige Holland- sche dogmatiek van den nieuwen tijd en die ook in het Engelsch vertaald in Midden-Afrika zijn weg heeft gevonden en aldaar op de theologische scholen van Schotsch-Puriteinsche afkomst ge bruikt wordt, dan zal men toeh niet meer zoo laag kunnen neerzien op dit theologisch onderwijs, of, zooals tot nu too geschied is, het volkomen negeeren. Men heeft hiertoe des te minder recht, als men bedenkt, dat, wat hier onderwezen wordt, zij het dan ook op Calvinistischen grondslag, toch een bij uitstek nationaal karakter draagt. De Theologische School te Kampen is de eenige instelling in Neder land, waar alléén zuiver Hollandsch wordt gesproken en alleen zuiver Hollaudsch wordt gesproken en alleen uit Holland- sche leerboeken onderwijs wordt gegeven. Aan de Universiteit is het onderwijs meestal van Duitsch origine of in handen van de Duitsche professoren. Het is een heuglijk feit, dat hier te Kampen Neder. school, die, ook bij 't in verhouding tot de Staatsschool zeer geringe Bij kssubsidie, nog zeer groote behoeften heeften niet minder tot sterking van den hand des vredês en der liefde, die alle zonen van hetzelfde huis verbindt. Maar ook om te moger. mede werken aan de groote taak der Christenen hun door den Christus op de hand gezet, de kinderkens te brengen onder de bear beiding van zijn Woord. Iedere Augustus-eollecte behoorde eigen lijk onder ons te worden ingeluid met dit schoone woord van den Heiland „Laat de kinderkens tot mij komen, en verhindert ze nietwant derzulken is het Koninkrijk dei hemelen." Dit woord 's Ideeren eigen woord beziele onze collectanten, onze locale comi té's, onze kerkvaders, onze geestverwanten in steden en dorpsn, tot zegen voor 't op komend geslacht en daardoor voor Kerk en Maatschappij Een zeer belangrijke briefwisseling is geopend tusschen dr. Kuyper en Boissevain (hoofdredacteur van het Handelsblad welke laatste tijdens de jongste Kamer verkiezingen de candidaten der antirev. o. a. bestreed met de schijnbaar onschul dige herinnering aan het gebeurde in de Nieuwe Kerk te Amsterdam Dr. Kuyper roept hierover zijn „geachten confrère" ter verantwoording en zegt „Gij spreekt als uw oordeel uit, dat in deze aangelegenheid, nu elf jaren geleden, zeer afkeurenswaardig door mij gehan deld is. Dit nu laat ik mij niet langer zeggen, noch aanleunen. Ik toch kom van u als eerlijk man vorderen, dat gij thans zonder verwijl uwe beschuldigingen tegen mij in zulk een vorm zult formuleeren, dat ik het oordeel landsehe theologie wordt geloceerd uit Nederlandsche studieboeken, waarvan het meerendeel door de leeraars zelf is samen gesteld. Dat dit nog niet zoo heel gemakkelijk is, kan hieruit blijken dat naast de vele buitenlandsche Encyclopaedieën, die van dr. Kuyper in Holland een eereplaats be kleedt en een unicum is op dit gebied, evenals de dogmatiek van Bavinck. De studenten hebben natuurlijk hun eigen vertegenwoordiging als het noodig is, bestaande uit praetor en abactis van het corps: „Fides quaerit intellectual", (3) met zijn eigen vaandel. Bovendien hebben zij hun eigen almanak en dagblad. Helaas is hier ook weer scheiding, zoodat maar ongeveer 30 studenten lid zijn. Behalve dit, hebben zij een studenten scherm- en gymnastiekclub, een Friesehe club en verschillende andere vereeningen, gelijk aan de andere Universiteiten. Hun studie duurt 4 jaar, met, het Gymnasium mede 5 jaren. Nog vermei ling verdient, dat zij zich voor het candidaats-examen vooral toeleggen op de Reformatie in Zwitserland en de Puriteinen in Schotland en Engeland (Knox). Bovendien bestudee- ren zij voor het propaedeutisch tx .men het kerkelijkLatijn en Grieksch van Oy- prianus, Augustinus, Thomas a Kempis, Hennas en Diogenetus. Ook hieraan doet men aan de Akademie niets of wordt ver ondersteld, dat men daarmee op de hoogte is. Ik had het voorrecht eenige colleges van dr. Bavinck in de Ethiek te mogen bij wonen, die door ongeveer een 50 studen ten werden bezocht en mij trof niet alleen de gastvrije hartelijke toon, die er heerscht, de vrijmoedige omgang van professor en student, die op de Academie gewoonlijk koel beleefd of zeer vormelijk en op een afstand is, maar ook het college zelf maakte op mij den aangenaamsten indruk en kan, qualitatief, zeker wedijveren met het beste, wat ik ooit gehoord heb. De colleges van Pierson mochten uit munten door keurigheid van stijl en boei ende voordracht; van professor De Groot door zakelijke argumenteering, de theolo- van den rechter er over kan inroepen. Schrijf publiek in uw blad „Ik, Charles Boissevain, hoofdredacteur van het „Handelsblad", wonende te Am sterdam, beschuldig hiermede openlijk dr. A. Kuyper, mede aldaar woonachtig, dat hij in het jaar zoo en zooveel, op dien en dien dag, door sluwheid en met geweld, is binnengedrongen in het hoofdgebouw of in de nevengebouwen van de Nieuwe Kerk, staande aan den Damvoorts dat hij in de kosterij en kerkeraadskamer last heeft gegeven tot het plegen van weder rechtelijke handelingen, als daar zijn deuren te hebben laten uitzagen, sloten te hebben doen openbreken en versperringen te hebben doen plaatsen daarna dat hij in diezelfde kosterij wachten heeft geplaatst, om aan de wettige bestuurders of wie van hun nentwege zich aanmelden, den toegang tot die gebouwen te beletten en eindelijk dat hij gelden heeft geïnd of doen innen, waarvan de inning alleen aan de wettige bestuurders toekwam, kortom ik beschul dig hem zich gedragen te hebben gelijk alleen een wettig bewindvoerder of beheer der zich zou mogen doenen al zulks zonder eenig geldig recht of bevoegheid te bezitten, om bij eene der genoemde handelingen als wettig bewindvoerder of lastgever te mogen optreden". Zoo meent gij het. Welnu, zeg het dan ook zoo. De heer Boissevain heeft dit verzoek van dr. Kuyper laffelijk, niet loffelijk afgewezen. Men zou anders zoo zeggen wat was nu eenvoudiger dan deze revolu tionaire inbrekers Kuyper en Lohman nu eens principalijk aan te klagen en te straffen. Gelijk men weet heeft de heer Lohman reeds in 1890, toen hem hetzelfde ver wijt door de heer Domela Nieuwenhuia gedaan werd, een actie tot strafvervolging gische te Amsterdam in het algemeen door helderheid en beknoptheid, prof. Bavinck overtrof ze m. i. alle, vooral, waar hij zuiver godsdienstige quaesties op zijn standpunt behandelt. En als wij eerlijk zijn, zullen wij moe ten erkennen, dat het neutrale Staatson derwijs niet anders kan zjn. Immers het wil den naam van wetenschappelijk en nog eens wetenschappelijk dragon, zonder eenig Christelijk cachet (behoudens de uitzonderin gen) en als zoodanig geeft het wel iets voor verstand en hoofd, in zooverre het methodisch werkt, maar het hart en het ge moed blijft hieronder koud en het Staats onderwijs kan en mag ook niet anders en kent ook geen andere roeping of eisch, dan da zuivere wetenschap. En toch dient men niet uit het oog te verliezen, dat de aanstaande predikant niet is, of behoeft te zijn een man van wetenschap alléén, maar in de eerste plaats een goed Christen, die met positieve over tuiging en gezonde beginselen in staat is het volk te leiden. En hoe zal dit moge lijk zijn, wanneer elke kiem van ge loof ontbreekt. Wij mogen dan ook de vruchten van het Staats-onderwijs niet te hoog schatten, m. i. is die vrucht vaak zeer gering, omdat bij alle kennis en geleerdheid, bij alle vernuft en scherpzinnigheid ,een hooger beginsel ontbreekt, d. i. het beginsel, dat er een levende God is, omdat het Staats onderwijs als wetenschappelijk systeem wel een onbekende X kent, maar niets weet van Gods liefde in Christus. Zoo wil deze Theologische sehool, waar Kampen met recht trotsch op mag zijn, en het dan ook inderdaad is, een kweekschool zijn voor predikanten. En het is een feit, dat er goed gevormde, bekwame mannen vandaan komen. Heeft een student deii graad van eandidaat bereikt, dan gaat hij een 25-maal eersc in de verschillende ge meenten optreden. 1) regeerkunst in de kerk. 2) herderlijk werk. 3) Geloof zoekt Wetenschap,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1897 | | pagina 1