NIEUWSBLAD DE ZEEUW. VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- BULLETIN HISTORISCH 8 118. 1897. n des morgens ït zwarte vakje urende twee op gaan stemmen ERK, te Goes e Middelburg. Donderdag 8 Juli 1897. PRIJS DER ADVERTENTIËN ede te arbeiden aan geweestzoodat bi] s door paarden- of 30 goed als geheel renstaande de slechte ïoes wie hart heeft uw buurman en uw irsdenkendensleurt n strijd bij de stem- getuigen Met eere a handel en wandel nst hun. ant middellijk de anti- stelling: LABRIJN. VAN E VAN r Bij de heden gehouden verkiezing van vier leden voor den Gemeenteraad zijn uitgebracht 692 stemmen. Van onwaarde 8, volstrekte meerderheid 343J stemmen. Hiervan bekwamen de heeren J. J. OCHTMAN510 M. DE JONGE Jz449 mr. W. DICKE421 J. BUIJSE310 K. J. LABRIJN291 C. E. v. KOETSVELD262 H. LEIJGRAAEE261 zoodat gekozen zijn de heeren OCHTMAN (aftr.), DE JONGE (aftr.) en DICKE. En heistemming tusschen J. BUIJSE en K. J. LABRIJN. De heeren Dioke, Oehtman en Leijgraaff waren candidaten van de „meeting"ook waren zij met den heer Labrijn candidaat gesteld door het bestuur der «verkliedenvereeniging „Eigen Hulp" en door den „Katholieken Kring" terwijl de heeren de Jonge, Buijse en Van Koetsveld de candidaten waren der antirevolutio naire kiesvereenigingen. Gebleken is dat gestemd is op de 3 antirevolutionaire candidaten alleen door 98 kiezers. En op de 3 candidaten van de meeting zonder Labrijn door 13 kiezers. Voorts stemden op Buijse, de Jonge v. Koetsveld en Oehtman 105 Op Dicke, Labrijn, Leijgraaff en Oehtman 167. Op Dicke, de Jonge, Leijgraaf en Oehtman 38. Op Dicke, de Jonge, Labrijn en Oehtman 56. Terwijl 190 stemmen waren uitgebracht opjverspreide combinaties. Snelpersdruk G. M. Klemkerk Goes. Vv/uX Hou v krachtig wapen tot steun vooV'de kerk Vraag dat aan predikanten die vroeger „gestaan" hebben in eene gemeente zonder en die nu „staau" in eene gemeente met eene christelijke school. Of die ook onderscheid gezien hebben? Of die den steun der christelijke school ook merken kunnen? „Geef mij de jeugd", zei Luther, „en ik heb de toekomst". Welnu de ouder wijzer zal die jeugd vormen, voedea, voor gaan door woord en wandelaan die vor ming der jengd zijn beste gaven wijden, zich verslijten in dezen schoonen drenst dor toekomst. Is dat niet mooi Maar is 't dan mooi dat zoo iemand zijn Werk al zuchtende doet Dat de gemeente des Heeren, veelal op zoo in het oog loopende wijze den arbeid dezer mannen miskent? En dan is de voorstelling wel juist dat bp wél slagen van 't onderwijs het hoofd der school al de eer, al den dank, al de voordeelen geniet, van du dankbaarheid en wederom den goeden niet te na ge sproken aan den hulponderwijzer nist gedacht wordt? De hulponderwijzer die God vreest, en mjn plicht verstaat, zijn „leerlingen" lief- Er zijn er die dit rijks-subsidie beschou wen als een middel om zichzelf of anderen te ontlasten in plaat» van het uitslnitend of grootendeels aan te wenden tot verbe tering der school, tot verbetering van de positie der werkkrachten aan die school en tot vaststelling van een fonds waaruit deze op hun ouden dag worden gepensio neerd. Zie, wanneer wij met den Heidelberg- schen Catechismus erkennen dat de onder houding der scholen ook tot de van God ons gestelde roeping behoort die Hij in het vierde der tien geboden heeft inge legd, dan hebben wij toch ook, een iegelij n naar vermogen, mede te werken aan het onderhoud der onderwijzers en de waar schuwing gedachtig te zijn dat wij een dorschenden os niet zullen muilbanden. Een derde grief hebben wij tegen sommige jongelingen van Christelijken huize, dat de drijfkracht van 't beginsel zoo ten eenemale by velen hunner wordt gemist om hunne van God hun verleende gaven te wyden aan den dienst der Christeiyke school. En dit niet alleen, maar dat by enkelen hunner het zoo bitter slecht gesteld schynt met hunne kennis van den by bel die vereischt wordt aaide acheol met den by bel. Het is mede esn der redenen die ons erwijs. ook tegen de openbare onderwyzers it krachtige element mde onderwyzers, 't Dtaal miskennen, de den eisoh der neutra- egeeren. van deze normaaHss- eisje van christelyken voor 't Christelijk on- markt Hoevelen zyn sen, niet zoozeer door erd, als wel door 't or altijd voor 'tchris- oren geweest 1 jj gg lit kwaad in de oogen elijke huisvader ver door zyn jongen, den vyzer, het voedsel te hij groeien moet in sren. Menigeen ver- bel in handen te ge- waarmede toegerust, ivens voeren kan. Van hunner, van wie men mrte en opvoeding het n veronderstellen, een liefde voor dien bij- looi met den bijbel. Zij thuiszy kennen ze 't ook anders kunnen rij dat de groote toe- ers, waarop dit jaar en nen valt, de Christe- oed zal doen. len aldus redeneeren: aaar verschillende open- arna, als dit niet lukt, le christelijke school n zy daar eindelijk ïer zij geroepen worden en, dan blijkt hun die 1 zij de eenvoudigste t of althans nooit goed, Hiervan bestaan voor- •reezen dat zy zullen onze Christelijke «chool- arschuwen, dat zy er rage aan geven, dan yerkkrschten aan hunne, e verbinden, en kan, het Christelijk insel te zullen dienen kan dat hij althans in ielte der Schrift machtig Voord de liefde heeft f wie zich aanmeldt, ;ingen om by 't open- laatst te worden, laat nieten in 't laatste onvoorwaardelijk aan- t er, by 't onderricht van 't Christelyk on- kinderen, van de toe komst worden. En ten slotte ook dit is een grief die wij moeten uitspreken, dcch een grief die eigenlijk slechts de afwezigen geldt. Van liberale zijde wordt ons nog en niet zonder recht toegevoegd dat wy zeiven ook nog onderwijzers aan de Chr. school hebben die blootstaan aan de ver leiding der zonde, waarvoor volgens een liberaal bladde Nieuwe Amsterdam mer van een der jongste weken aan de openbare school zoo menigeen reeds bezweken is, en waaraan kort achtereen drie openbare onderwijzers zich ten val brachten. Men legt ons van die zyde het zwygen op met het verwijtook by u waren er tot op heden, en naar verhoading even veel. Over dit „evenveel" wenschen wij niet te twisten. Doch de gevallen kwamen voor en daarom zwygen wy ook 't liefst en hebben wy van de misschien gewettigde klacht van bovengenoemd liberaal blad over de onzedelijkheid van openbare on derwyzers in verband met de richting van 't openhaar onderwijs dan ook geen notitie genomen. Maar hierom dan ook des te meer dringen wij er op aan, zoo dit kwaad onder ons gevonden wordt, dat van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. 'tworde uitgeroeid. Onze Christelyke on derwijzers moeten zijn en blijven mannen van groote zedelijke kracht, die zich stalen laat door 't gebed, zich leiden laat door de zedelijke wetten van het Koninkrijk der hemelen zich spenen laat aan al wat de zonde der gedachte, des woords en der daad te voorschijn roept. Mannen van in vloed, die vertrouwen winnen zonder ver trouwelijk te zyn, en liefde zonder ook maar één oogenblik de regelen der kiesch- heid en der kuischheid uit het oog te verliezen. Van „onderwijzer aan eene Christelijke school" tot Christelijk onderwijzer ligt een lange weg van zelfverloochening, van be sliste overgave aan den Heere. Wie voor deze taak terugdeinst, blijve liever van de C nristelij ke school ver. Onze oude chris- telijke onderwijzers onze Meijers en Fe- ringa's, onze Van Noorts en hoe zy meer heeten -mogen, zy zijn door hun godzaligen wandel, door hunne groote zelfverlooche ning in de school en buiten de school, door hunne daden des geloofs, honderden ten zegen geweest, toen hun getal klein was. Heeft nu 't Christelijkonderwijs in de diepte evenveel gewonnen als in de breedte, dan hebben wij geen woord van 't bovenstaande geschreven. En een blaam leggen op de nog zeer vele Christenmannen die om Christus' wil, gelijk 't behoort, het Christe lijk onderwijs dienen, willen wij ook niet. Maar wel waarschuwen wij voor verflau wing der grenzenvoor verslapping aan de zyde der schoolbesturen, in de keuze van den onderwijzer en in de bepaling van 't salaris. Dit toch mag wel van hen worden ge- eischt, dat zij aan de school met den bij bel ook een onderwijzer met den bijbel benoemen. En dewijl zy immers ook zeiven zullen toegeven dat arbeid geen koopwaar is, mogen wij immers ook bij ben aandringen op goede bezoldiging van den onderwijzer naar den eisch des tijds, overeenkomstig verdiensten, in verband met zijn dienstja ren, en overeenkomstig zyn behoeften in verband met zijn roeping als huisvader. Bij de verkiezing op 15 Juni 11. werden in het district Hontenisse uitgebracht op Pompe v. Meerdervoort 1421 stemmen v. Deinse 1530 Walter2265 Totaal 5216 Op 25 Juni bedroeg het totaal der uit gebrachte stemmen slechts 5122 dus 94 minder. In die getallen heeft het „Weekblad voor Zeeuwsch Vlaanderen w. d." iets uiterst merkwaardigs ontdekt, dat de Goesche Crt. „nog wei der vermelding waard" acht. Telt men by het totaalcijfer van 25 Juni zijnde 5122 weder op de thuisgeblevene kiezers van 15 Juni zijnde 94, dan krijgt men weder het totaal getal van 15 Juni, n.m.l. 5216. En als men nu van dat totaal getal van 16 Juni, dus van 5216, aftrekt de stemmencijfers op v. Deinse (1530) en op Walter (2265), dan krijgt men waarlijk weder het stemmencijfer op Pompe (1421). Aardig he 1 Maar, zoo vraagt missohien een onnooze- le broeder, wat is daar nu voor bijzon ders aan (Pompe v. Deinse Walter) (v. Deinse Walter) is immers altijd Pompe? Als men van 5216 aftrekt 3795, houdt men immers altyd 1421 over Dat is toeh zoo natuurlijk als het maar kan Weineen mijn goede vriend, dat is volstrekt niet natuurlijk, het Weekblad voor Z.-Vlaanderen w. d. en de Goesche Crt. noemen dat „curieus" Dat" 5216— 3795 1421 is, o neen 1 dat is niets bijzonders; maar dat dan later 5216 3795 alweder 1421 is kijk, dat is toch „curieus" En als gij, mijn onnoozele broeder, dat „curieuse" nu nog niet duidelijk inziet, dan ligt dat natuurlijk aan uwe onnoo- zelheid en kunt gy niet beter doen dan even te loopen naar het bureau van de Goesche Crt. De redactie van dat blad, behoorend tot het denkend deel der natieu, zal het u ongetwijfeld glashelder maken hoe het feit dat tweemaal dezelfde aftrek king ook tweemaal dezelfde uitkomst geeft, buitengewoon „curieus" en „der vermelding waard" is. Wij ontvingen het 15e jaarverslag van de Chr. Vereeniging voor de verpleging van lijders aan vallende ziekte, te Haarlem. Voorzitter dr. Muller, directeur J. L. Zegers. Wij vestigen op deze stichting de aandacht. Het verslag meldt van groote behoefte aan uitbreiding. Een stuk gronds, vroeger om des voordeels wil verhuurd, moest daartoe in gebrnik genomendoch hiermede ii men er nog niet. Er is geen plaats voor openbare godsdienstoefening. Daartoe dient de waschinrichting welke daartoe telkens moet worden ontruimd. De eetzaal is te klein, de zusterkamer is te benauwd. Een geschikte ziekenzaal ontbreekt, benevens een kamer waar de nachtwaakBters by dag kunnen rusten en een zaal voor afzonde ring van lijders aan besmettelijke ziekten. Ook is er geen ontvangkamer, voor per sonen die de verpleegden komen spreken. Van het in gebruik te nemen terrein werd nog geen gebrnik gemaakt, wijl de noodige gelden tot de uitvoering f30000 ontbreken. De stichting telt 140 verpleegden, en voorziet in eene dringendebehoefte. Waarom zou zij haar werk al zuchtende verrichten Een leuke broeder onder de heeren van de pers is de redacteur van de Nieuwsbode. Hij juist is 't geweest die in zyn blad den populairen voornaam van den Zierik- zeeschen afgevaardigde Van Kerkwijk ge" debiteerd heeft, en zie, nu komt hij zich quasi ergeren aan onze mededeeling dat zijn „Koo" een maat gekregen heeft in den heer Nolting. Wij hebben er natuurlijk geen aantee- kening van gehouden hoeveel malen de Nieuwsbodevan zyn afgevaardigde spre kende, diens voornaam genoemd heeft. Toch brengen wij gaarne de onderstaande politieke vermaning van haar dichterlijken medewerker nit haar no. van 4 of 6 Juni 1891 onder de aandacht. Toen toch schreef de Nieuwsbode het volgende Op, Schouwenaars! toont wat gij zjjt, Uw vrijheid raakt gij anders kwijt, Op mannen op als eenen man, Zorgc dat men u niet zeggen kan: Het liberalisme is daar een lijk Want men verzaakte Kerkwijk. Reeds een kwarteeuw was hij uw man, Een kerel die niet draaien kan. Die nimmer buigt voor arm of rijk Zoo is onz' Koo, ons Kerkwijk. Verslaat de lui die driest en dom Weer roeren ultra's grooten trom, Verslaat de leiders van 't complot, Die biddend opzien tot „hun" God, En met een taal aan nonsens rijk, Verguizen uwen Kerkwijk. Nog eens, pakt aan 1 toont wat je kunt, Het is op ons, op „Koo" gemunt. Verder schrijven wij maar niet over. De lezer zal in 't 3e couplet wel een en ander vinden dat hem vragen doet of dat dezelfde Nieuwsbode is die nu vromelijk klaagt dat wij geen personen van begin selen weten te scheiden. Natuurlyk ge zwegen van de humane zeggensmanier die uit zijne rijmelarij over „Koo" u tegenlacht. Misschien brengt de Nieuwsbode ons antwoord ook onder 't oog barer lezers, Ons land telde J Januari jl. 4.928,658 bewoners, waarvtta Ïuid-Holland 1.082.678, Noord-Holland 933)693, Gelderland 983.692,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1897 | | pagina 9