NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Ho. 98. 1897.
DomMag 20 ilet.
itfde Jaargang.
VERSCHIJNT
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
G. M. KLEMKERK, te Goes
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Op ons Program van Actie komt de per
soonlijke dienstplicht niet voor.
De Roomschen eischen zelfs dat wij on
ze liefde voor persoonlijken dienstplicht
rergeten zullen.
Een dwaze vraag, waarin zoo iets van
partijbelang boven landsbelang doorsche
mert.
Doch dit daargelaten op ons Program
komt ditmaal dit vraagstuk niet voor; niet om
den Roomschen een plezier te doen, maar
omdat in betrekking tot het legervraagstnk
zich nieuwe gezichtspunten geopend hebben
en de denkbeelden eerst moeten rijpen.
Liberale bladen hebben aeh en wee ge
roepen over dit antirevolutionaire blijk
van beginselloosheid.
Onzentwege werd hierop geantwoord
dat de liberalen van 1891 tot '97 meer
derheid waren en niets deden tot invoe
ring van den persoonlijken dienstplicht.
Wacht even, zei de Nieuwe Rotterd.Crt.
gij vergeet 't ontwerp Seyffardt.
Neen maar, dat ontwerp had geen kans,
antwoordt een Roomsch blad weder op zijn
beurt. Waart gij, liberalen, zelf een be
wonderaar of ook maar voorstander er van?
Hiertegen valt niet veel te zeggen.
Want Seyffarlt miste den stenn der libera
le partij.
En nu komen wij waar wij zijn wilden.
Weet gij, wat de Nieuwe Rotterd. Crt.
hierop repliceerde
„Dat men een voorstander kan zijn van
den persoonlijken dienstplicht, zonder daar
om elk ontwerp, waarin dit beginsel is
neergelegd, aannemelijk te achten". (IV.
S. C. no. 120. Eerste Blad C).
Met dit antwoord vereenigen wij ons
volkomen.
Maar is hiermee ook niet 't antwoord
gegeven op de vraag waarom nu de per
soonlijke dienstplicht niet op ons Program
staat
Nu, op dit oogenblik zouden wij niet
weten welk stelsel 't meest aannemelijk zou
zijn, ook al ligt daar 't beginsel van den
persoonlijken dienstplicht in.
En dan mes kan voor persoonlijken
dienstplicht zijn, zonder daarbij uit 't oog
te verliezen dat in de eerstvolgende wet
gevende periode aller aandacht en stadie
op de sociale quaestie zal moeten gericht
zijn en dus het vraagstuk van den per_
soonlijken dienstplicht zal moeten wachten
De N. R. C. zegt onbewimpeld dat man
irgens voor kan wezen, zonder zich daar
om met een wetsontwerp te vere enigen,
Waarin 'tgewensohte geregeld wordt.
Zal men dan nu aan die zijde begrijpen
waarom enkele antirevol utionairen in den loop
oer jaren o. a. tegen de wet Yan Houten
'n '74 en de wet Van Houten in 1896
stemmen konden terwijl zij toch eigenlijk
voor datgeen waren wat in beginsel in
genoemde wetten in zat.
Eene eenvoudige waarheid, waaraan de
verkiezingsapostelen gedachtig zullen zijn,
Wanneer zij straks die booze antirevolutio
nairen zullen aanwijzen als de tegenstan
ders van allerlei hervormingen.
Wanneer wij voor tijdelijke heffing van
graanrechten pleiten doen wij dit niet wijl
*8 tot het protectionisme bekeerd zijn.
Ook al weten wij dat de Bijbel ook wel
egelijk voor protectie (bescherming) van
oen verdrukte opkomt.
Maar wij zijn als antirevolutionairen in
"Oginsel voor vrijheid van handel en in-
arnationaal verkeer.
Waar wij nochtans een belangrijken stand,
««dan nog een andere stand vastzit,
v« Ür Ste^8e'- van den vrijen handel zien
r wijnen, daar achten wij 't onzen plicht,
die j0uwen4.e op zoovele mannen van stadie
den eiJ '•Üdelijken maatregel aanbevelen,
'dobten te steunen!'' inVOeri"g gra*n"
zouden niet in staat zijn alle be-
der vrijhandelaars te weerleggen.
Wij weten echter dat de grootste en beste
«economen in Nederland en in 't Buitenland
zoowel onder de voorstanders als onder
de tegenstanders der protectie te vinden zijn.
En 't vraagstuk staat buiten de politiek.
Het is geen politieke quaestie, het is een
sociale quaestie.
Van Assendelft de Coningh, een voor
uitstrevend liberaal, is, met radicalen als
Tydens, en liberalen als Zijlma en Van
Kerkwijk voor graanrechten.
In 't Catechismusje van de vereeniging
„Het Vrije Ruilverkeer" staat dat wanneer
wij weinig invoeren, wij op den duur ook
weinig kunnen uitvoeren.
Het staat er, maar 't wordt niet bewezen.
Slechts een profetische geest, dunkt ons,
kan zoo iets ingeven. En wie bewijst ons dat
de heeren van „Het vrije ruilverkeer"
dien bezitten?
Een' profeet die brood eet behoeft men
niet altijd dadelijk te gelooven.
Daarom nemen wij nog maar niet zoo
grif aan dat minder invoer gevolgd wordt
door minder uitvoer.
Waarom kan 't omgekeerde niet net zoo
goed waar zijn?
Zoo ergens, dan was hier het doctri-
nairisme aan 't woord.
Nog een staaltje.
In de 10de vraag' van bovenbedoelde
„Vragen en antwoorden" staat:
Bloeit niet elders de Nijverheid ten ge
volge van bescherming
Nu zou ons antwoord hierop luiden
Ja zekerzie 't maar aan Duitschland.
Maar en ziedaar nu 't ongelukkige
wanneer de vrager zelf het antwoord
geven moet.
Zijn antwoord luidt:
In Nederland gaat de Nij verheid sterk
vooruit, dank zij ons stelsel van vrij ruil
verkeer.
Men zou zoo zeggen: dit moet nog be
wezen worien en 't is ook geen ant
woord op de vraag.
Maar de vrager zegt er nog wat bjj
„Zoo elders geen bescherming bestond,
zondaar de Nijverheid nog meer bloeien".
Zeg zelf lezer, heeft znlk een antwoord
nu eenige waarde?
Lij kt het niet op waarzeggerij
Wie kan dat nu bewijzen, dat bijv. in
Duitschland, waar de nijverheid ontegen
zeggelijk bloeit, deze nog meer zou bloeien,
wanneer daar geen bescherming bestond
Kamer-candidaten hebben tegenwoordig
geen gemakkelijk leven. Zij worden van
alle kanten aan hun jas getrokken. In
allerlei perikelen geleid. Niet 't minst in
't perikel van 't met zoowat iedereen eens
te zijn.
„Patrimonium" te Vlissingen begon reeds
met te dreigen dat zij geen candidaat steunt
die 't niet eens is met haar programzoo
dat, wanneer de heer Lucasse 't daarmede
niet eens in alles eens was, en de heer
Fokker wel, de mannen van Patrimonium
dezen laatste zouden moeten steunen tegen
over den antirevolutionair, schoon die vol
komen instemt met de resolutiëa der depu-
tatenvergadering.
Maar van de candidaten wordt nog meer
gevergd.
De Vrouwenbond gaf een circulaire in
't licht en de Suikerfabrikantenbond deed
er een bij en Marnix een wie weet of
„Vrouwenkiesrecht" en „Geheelonthouding"
en „Maatschappelijk Belang" ook niet vol
gen zullen om van den candidaat te eischen
instemmiiig met hunne programs op straffe
van uit de parlementaire synagoge te worden
geworpen.
Zoo kou Van der Aa's parodie „Zoo
wordt men lid der Tweede kamer" voor
deze of die wel eens werkelijkheid worden.
Maar of de breede rug van den candi
daat dit alles zal kunnen dragen
In Amsterdam VI heeft mr. de Beau
fort als een andere Curtius zich opgeofferd
om de klove tusschen old- en unie-liberalen
te dempen. Met Cremer candidaat gesteld,
trok hij zich terug, dewijl hij de overwin
ning der anti-clericalen niet in gevaar wilde
brengen.
Dat „anti-clericalen" doet 't vermoeden
ontstaan dat de oude-elericale hoed nog niet
versleten is.
Anti-clericalen 1 dat heeft Van Houten
ook gezegd. Maar die deed er ook nog
Anti-protectionist bij.
Van dit laatste wenscht men echter geen
gebruik te maken, wanneer de protectionist
ook maar anti-clericaal is.
Adres van Kerkwijk te Zierikzee.
Men zal hem wel niet steunen, maar
De liberalen of rewel anticlericalen in
't kiesdistrict Rotterdam hebben de zetels
verdeeld, en wel zoo dat aan de oud-libe
ralen twee en aan de voornitstrevenden
ook twee zetels ten deel vallen.
Zij zijn leeper dan de antirevolutionairen,
die in verscheidene districten die samen
werking van de hand wezen, waardoor
rechter- en linker antirevolutionairen af
zonderlijk nu zullen optrekken.
Gezwegen nog van den christelijk histo-
rischen Kiezersbond die door haar apart
optreden het liberalisme weer voor vier
jaar dreigt te zullen bestendigen.
De liberale kiesvereenigingen te Amster
dam hebben voor de 9 districten waarin
de stad is verdeeld, candidaat gesteld: I Mr.
A. Kerdijk, II H. F. Groen van Waarder;
III Mr A. F. K. Hartogh, IV Mr J. G.
Gleichman, V Tb. M. Ketelaar, VI J. T.
Cremer, VII B. H. Heldt, VIII P. Nolting
(werkman- lid van den gemeenteraad) IX
Mr J. P. R. Tak van Poortvliet.
Drie nieuwe leden dus, ter vervanging
van de oud-liberalen Rutgers, de Beaufort
en Pijnappel, die tijdelijk van 't parle
mentair tooneel schijnen te moeten
verdwijnen of vrijwillig wenschen te
eclipseeren.
Zoo hier als te Rotterdam en 's Graven-
hage werd de confederatieve samenwerking
tusschen oud- en nieuw- liberalen verkregen,
echter meteen ietwatfusionistisch karakter;
want de verbondenen noemen zich anti-
cltricalen.
Het oudje liedje!
Cijfers en feiten!
Voor eenige jaren bloeiden in ons land
talrijke leerlooierijen, die aan duizenden
een behoorlijk bestaan verschaften.
Nu zijn ze zoo goed als verdwenen.
In 1875, toen op zoolleder en tuig-
of zaalleder bij invoer nog een recht van
4 pCt. der waarde werd geheven, werden
hier ingevoerd 149,824 kilo.
En in 1895, toen deze artikelen van
invoerrecht waren vrijgesteld, en dit
zijn ze nu nog bedroeg de invoer niet
minder dan 427,745 kilogram.
In 1875 werden, bij heffing van een
invoerrecht van 2 pCt. der waarde, in
Nederland ingevoerd aan bereide huiden
en vellen van alle soorten en van ver
lakt en zeemleder samen 1,072,022 kilo.
Maar ook deze artikelen werden sinds
dien vrij van invoerrecht verklaard, en
nu bedroeg iu 1895 hun totale invoer
hier te lande het respectable cijfer van
5,208,174 kilo.
Wie vertelt ons dat Is dat een
praatje Neen, dat zegt ons de offtciëele
statistiek
Is het dan te verwonderen, dat de werk
loosheid in de laatste jaien schrikbarend
is toegenomen Is het vreemd, dat de
bevolking meer en meer achteruit gaat
Aau horens, huiden, leder enz. waarop
wij 10 pCt. der waarde als accijns moeten
betalen, werd in 1895 samen voor meer
dan twintig millioen gulden geheel vrij
in Nederland ingevoerd
Is dat nu niet de dwaasheid in optima
forma
-Waarlijk de antirevolutionaire partij
heeft geen ongelijk, om in haar program
van actie wijziging van het tarief van in
voerrechten te vragen.
Met een gevoel van verademing zal de
tijding in Europa vernomen zijn dat de
Porte aan den bevelhebber in Thessalië
Edhem-pacha bericht heeft gedaan
dat bij de vijandelijkheden kon staken.
Dit „ophouden met vuren" zal wel het
dagen van den vrede zijn.
Tevoren was nog een hardnekkig ge
vecht geleverd bij Domokos waar de Tur
ken een dapperen weerstand vonden en op
twee punten werden teruggeslagen. Hun
overmacht echter deed ten slotte de Grie
ken wijken, en Domokos prijsgeven.
Van weerszijden sneuvelden velen zoo
dat de Grieken in hun stuiptrekking den
vijand nog een groot verlies berokkenden.
Gelijk men weet heeft de Fransch-
Duitsche oorlog een dito gebeurtenis ge
boekt.
Zeer kort vóór den vrede widen de
Fanscheu, door de wanhopige verdedigin g
van Belfort den Duitschers ontzaglijke
verliezen toe te brengen.
En in den oorlog van '64 deden het de
Denen aan de Pruisen bij de verdediging
der Duppeler schansen.
19 Mei 1897.
Bij Kon. Besluit is ingetrokken de be
noeming van 6 April 1897 van P. Lucieer
tot ontvanger der directe belastingen te
Kollum, met bevestiging in zijne betrekking
als zoodanig te Vlissingen.
De bij het 3e regiment infanterie
benoemde luitenant kolonel A. Evenwel
komt te Bergen op Zoom in garnizoen.
De Centrale Antirevolutionaire kies-
vereeniging „Vreest God, eert den Koning",
district Hontenisse, heeft in hare vergade
ring op 18 Mei definitief tot candidaat
voor de 2e Kamer gesteld den heer jhr. mr.
J. J. Pompe van Meerdervoort.
Goes- De centrale antirevolutionaire
kiesvereeniging voor het kiesdistrict Goes
heeft met algemeene f17) stemmen tot
candidaat voor de tweede kamer geprocla
meerd den heer Jhr. mr. A. F. de Savornin
Lohman, oud-minister, aftredend lid.
Tholen. De antirevolutionaire kies
vereeniging „Voor Nederland en Oranje"
alhier stelde met algemeene stemmen tot
candidaat voor de tweede kamer den heer
jhr. mr. A. F. de Savornin Lohman, af
tredend lid.
Colijnsplaat. De antirevolutionaire
kiesvereeniging „Voor Nederland en
Oranje" alhier stelde met algemeene stem
men tot candidaat voor de tweede kamer
den heer jhr. mr. A. F. de Savornin Loüman,
aftredend lid.
Wemsldinge. De antirevolutionaire
kiesvereeniging „Vreejt God, eert ,den
koning" alhier stelde met algemeene stem
men tot candidaat voor de tweede kamer
den heer jhr. mr. A. F. de Savornin Lohman
aftredend lid.
Middelburg. De cen+rale liberale
kiesvereeniging in 't kiesdistrict Middel
burg stelde met groote meerderheid (133
stemmen) tot candidaat voor de tweede
kamer den heer mr. E. Fokker, oud-lid
der eerBte kamer.
Goes. De centrale liberale kiesver
eeniging alhier stelde voor de tweede
kamer den heer J. H. C. Heijse, oud-lid
vau gedeputeerde staten.
Achtereenvolgens zijn bij het depar
tement van koloniën ontvangen de navol
gende telegrammen van den gouverneur-
generaal van Ned.Indië, betreffende de
krijgsverrichtingen in Atjeh
Buffenzorg, 15 Mei. Gisteren eene benting
in het gebergte bij Lamlilot genomen,
waarbij de vijand vijf dooden achterliet
daarna hqd een vrij hevig vuurgevecht
met een talrijken vijand plaats.
Onzerzijds gesneuveld Een militair en
gewond zes militairen beneden den rang
van officier.
Kroeng Raja tijdelijk bezet.
Buitenzorg, 17 Mei. Gisteren werd de
sterkste benting van Panglima Polim iu
Glieëng stormenderhand genomen.
Gesneuveld één officier en 16 militairen
beneden dien rang gewond 5 officieren en
44 militairen beneden dien rang.
Vijand liet 36 dooden achter waaronder
een vroeger gedeserteerd militair.
Verzekering tegen werkloosheid
Inzake verzekering tegen werkloosheid
wendde de redactie van het maandschrift
„De Mentor" zich met volgend 4-tal vra
gen tot eenige terzake bevoegde mannen
lo. Is verzekering tegen werkloosheid
wenschelijk
2o. Zoo ja, acht u deze verzekering in
ons land nu reeds practisch uitvoerbaar
3o. Wak is uwe meening omtrent de
crisis in verband met een eveutueele ver
zekering tegen werkloosheid
4o. Zou een betrouwbare en volledige
werkloozen-statistiek nu reeds kunnen
worden opgemaakt
Punt 1 werd als zeer wenschelijk door
allen toestemmend beantwoord, ofschoon
de heer K. Kater den tijd nog niet ge
komen acht, nu de verzekering van
oude en invalide werklieden op de dag
order staat.
Punt 2 acht de heer J. C. Van Marken
onuitvoerbaar door gebrek aan statistische
gegevens. De heer B. H. Heldt gaf een
toestemmend antwoord, maar meent, dat
zij aanvankelijk niet op juiste gegeven»
zal kunnen berusten en dus door de er
varing op wetenschappelijke bedding zal
geleid worden, terwijl de heer Kater do
uitvoering onuitvoerbaar acht, zoolang
de arbeid zoo weinig is georganiseerd en
het individualisme nog hoogtij viert.
Punt 3 wordt door den heer Van Mar
ken niet beantwoord, omdat hij daarvan
weinig studie heeft gemaaktde heer
Heldt meent, dat het euvel der werkloos
heid door de verzekering zal afnemen,
daar zij den omvang van het kwaad in
verschillende bedrijven zal doen kennen,
terwijl de heer Kater vreest, dat het wan
trouwen tusschen werkgevers en werkne
mers in de verzekering tegen de gevolgen
van werkloosheid zou lezen vergemakke
lijking om bij slapte arbeiders te ontslaan.
Punt 4. De heer Van Marken zoude
het wenschelijk vinden er een aanvang
mede te maken en is van meening, be
houdens uitzonderingen, dat op de mede
werking van gemeentebesturen niet te
rekenen valt, maar een lichaam als 1het Nut"
daarvoor aangewezen is om het initiatief
te nemen.
De heet Heldt acht een uitvoerige sta
tistiek ondoenlijk, omdat de beroepsstati
stiek het eenige wat we op dit gebied
hebben, weinig betrouwbaar is.
De heer Kater is van oordeel, dat geen
uitvoerige statistiek kan worden opgemaakt.
Dan alleen, wanneer patroons en arbeiders
goed zijn georganiseerd, en de middelen aan
wezig zijn om elkander te controleeren, zal
er van een betrouwbare statistiek sprake
kunnen zijn."
Uit Chili:
De arbeider H. Koniag, die den jongsten
herfst uit het Oldambt (Groningen) naar
Chili emigreerde, schrijft o. a. van daar
het volgende: De Chileensche regeering
doet meer dan ze, volgens contract, ver
schuldigd was. Hij ontvangt toch in plaats
van f 18, een maandgeld van f 30. Alle»
is bosch, maar voor den kolonist, wordt
ongeveer 10 Are open terrein gemaakt
voor woning en tuin, terwijl een H.A.
bosch geveld ligt, daaronder hoornen van
1 a lVs M. in doorsnee en 20 tot 30 M.
hoog, waarvan het hout rood is. De ko
lonist moet deze, twee aan twee naar elkaar
toe rollen en verbranden. De wortels blijven
in den grond, maar rotten Sj oedig door
de vele regens. Van regeeringswege krijgt
men twee ossen of een koe, een kalf en