bijvoegsel
DE ZEEUW"
""rechtszaken.
Van de Deputatenvergadcring.
Concepl-Resolutien.
Buitenlandsch Overzicht.
KERKNIEUWS.
SCHOOLNIEUWS.
lerseke. Benoemd tot onderwijzer
aan de Christelijke School alhier de heer
W. Dieleman Fz. te Krabbendijke.
GEMENGDE BERICHTEN.
van
Van Zaterdag 1 Mei 1897.
Daar was groote geestdrift bij de hon-
Jden die ter Landdag gingen en de
h one ruime zaal van Tivoli vulden.
Het aantal aanwezigen mogen wij veilig op
1500 schatten.
Met goede orde, dank zij de flinke zorg
r commissiën, gesteund door eenige onder-
fficieren van de genie, werden de zitplaat-
ineenomen. Het podium was niet flink
bezet niet zoozeer dewijl mem er de oude
•«nien miBte,als wel omdat bescheidenheid
h' t waarschijnlijk den rechthebbenden
verboden had een groene kaart aan te vragen.
Met groote geestdriftige toejuichingen
werd de voorzitter der deputatenvergade-
gee* grooter naam voor hem op
't oogenblik denkbaar dan die van dr.
Knvper, hoorden wij zijn ouden politieken
tegenstander, thans geestverwant, den heer
(Grashuis zeggen met daverend applaus
werd hij begroet.
Daarna was er orde en stilte om met
liepen ernst de eerste woorden op te vangen.
De voorzitter gaf op te zingen: Ps. 65
yi, 3 en 4. „O, onze God, o ons ver
trouwen". En dan: ,,'t Gebrnisch der zee
loet gij bedaren daar Gij haar golven stilt".
Daarna las hij een gedeelte van Psalm 33,
en opende hij deze vergadering met gebed,
een gebed dat tegelijk inleiding en wijding
gaf aan de beraadslagingen van den dag.
ïr zouden gewichtige beslissingen moeten
genomen worden.
De voorzitter sprak hierop eene rede
nit hij zelf noemde haar: openingswoord.
Een woord te groot om 't heelemaal op
te nemen, te schoon om het te laten liggen.
Laten wij nu al vast een korte samen-
vatting mogen geven, en op een enkel
punt eenige zinnen er uit oversekrij ven.
Spreker herinnerde in de eerste plaats
aan de door de nieuwe kieswet nieuw in
geluide periode. Al is het toch dat Van
Houtens kieswet noch finaal noch van alle
koppeling aan belasting vrij is, ze heeft
niettemin aan de oligarchie van het pays
ligal voor altoos een einde gemaakt.
Wat de antirevolutionaire partij steeds
beoogd heeft, is verkregende wettelijk
geregelde volksinvloed op de staatsmacht
niet meer 't privilegie van een stanl,
maar gespreid over alle rangen en standen.
Nu komt het aan op duidelijke uiteen
zetting van 't calvinistisch beginsel dezer
partij tegenover de sociale quaestie, welke
in den eersten tijd aan de orde komt
vijl onze partg als onafhankelijke, zelf-
staatsparlij ook thans den strijd
Niet alleen ons persoonlijk en huiselijk,
ook ons nationale leren wordt beheerscht
door Gods ordinantiën.
„Vandaar in de Heilige Schrift ook voor
ons politieke denken het uitgangspunt,
en dies verworpen alle opsmelting van de
autoriteit der Schrift in „het Evangelie"
of in „de beginselen van het Evangelie"
uitdrukkingen eertijds kostelijk, toen ze
de kern en het begrip van heel het
Woord Gods weergaven, maar thans schnl-
geworden, nu ze de revolutionaire
gedachte met Evangelisch goud verguld,
Voor Gods Woord in de plaats schuiven.
Met deze scherpe anti-these staat de anti
revolutionaire partij tegenover elk en een
ieder, die de volle, ongekrenkte autoriteit
der Heilige Schrift verwatert of verwerpt."
Evenwel den triomf van dat Woord
'raagt de echte Calvinist niet van dwang
of geweld, maar alleen van vrije persoon
lijke overtuiging. Zoo verstaan wij onze
verhouding tot de Staatsmacht. Deze heeft
tot kenmerk dat zg heerscht door dwang,
oo juist daarom komt haar de beschikking
over het geestelijke in 't volksleven niet
toe. En waar zij zich die bemoeiing aan
matigde is zij teu slotte altijd geëindigd
®ot te dwingen tegen Gods Woord in.
hu nu, schoon de staatsmacht op 't terrein
den dwang eerende, verdedigen wij
o Staateaanmatiging steeds de zelt-
dige levensbeweging van het vrije volk.
Calvinisme dat zulks vergat en om
"'«gunst boeleerde, verloor 't stofgoud
g/Cler vleugelen en eindigde met te ver-
TeJe0' door wegslinking van persoonlijke
n staan lijnrecht tegen de Sociaal
kr \rie> n*e' onl ^aar gehrek aan denk
an! v en ^udie, maar, behalve nu om haar
rchistiachen hartstocht hoofdzakelijk
t'jro®> wijl een inrichting van het natio-
itA n f?aar e*B°h van Maar stelsel, de
a svoogdij almachtig en daarmee het
dpJtrweer van den vrij en burger on-
e^baar zou maken.
y behoeven niet te zeggen dat de na-
at»,?,! ^lichting van der socialisten
'upunt hartelijk toegejuicht werd.
onfaa 66 j ^rans?h carricatuurblad zag ik
spot11? Passi0 van den automobiel be-
tanwi Yan den wagen die, zonder
slem Van ze^' lecpC Nu toch wilde
Hen tn ^6er °D elgen beenen loopen, en
*ich d6n ln deoperatiezaal te hoop, om
htzett 6 0V6r'°iiig geworden heenen te laten
tenant!1' eR Z0° was het rennen van romp-
jcH, e,n. ,°P au tom°biel wagentjes aner maat-
Nn w ideaal geworden. Welun de
(WlenS- eenen hem langer weigeren
gen, is onze werkman, en het is de
Sociaal-democratie, die hem de vrije bur-
gerbeenen nu ook maar af wil zetten, om
hem rond te rijden op den automobielwa
gen van den Staat. De man van het lais
sez faire daarentegen bijt hem in het oor,
dat hij met zijn machtelooze beenen toch
maar aan den wedloop moet deelnemen, tot
hij 't beproeft, en er bij neerslaat. Maar
wat wij, Antirevolutionairen, beoogen, is,
den verzwakten broeder onzen broederarm
te bieden om hem te helpen loopen, en
hem inmiddels geestelijk zoo inwendig te
electriseeren, tot d» kracht om op eigen
heenen te staanen op eigen beenen te gaan,
onder den zegen Gods in hem terugkeere."
Wij drukken ook af wat de spreker in
betrekking tot en naar aanleiding van de
dissentiëerende broederen op 't hart had.
Nog slechts een kort woord ten slotte;
eeist over onze dissentieerende broederen,
en dan over onze positie in het land. In
de De Geers, de Godins, de Lohmans, de
Mackays, en wie er meer met ons plachten
op te trekken, eer ik den moed van hnn
optreden, de van God hun gegeven talenten,
de verplichtende toewijding en voor wat
ze ook ons ten goede volbrachten, gaat
mijn dank naar hen uit. Hun verwijt, dat
uw voorzitter samenwerking onmogelijk
zon hebben gemaakt, beantwoord ik kalm,
maar ernstig, met de tegenverklaring, dat
samenwerking meer door mij, dan door
hen is gezocht. Ook dat ik de mannen der
droite zon hebben achtergesteld, om de
mannen der gauohe onevenredig voor te
trekken, wordt, zoo beweer ik, door de
notoire feiten weersproken. Wat ik eens
aan Jonkheer Rochussen schreef, blijft
waarheid voor mijn consciëntie naar boven
en naar beneden heb ik even ver de hand
uitgestrekt, of ik in den naam van Chris
tus den Chiisten-edelman en den Christen
werkman mocht verzoenen. En even beslist
stel ik er prijs op, hier nogmaals openlijk
te constateeren, dat in '94 hier besloten
is, beide schakeeringen, niet buiten, maar
binnen onzen kring vrij te laten. Van uit
werpen was alzoo geen sprake. Dat onze
strijd opspraak in Askelon gaf en Gaza
deed juichen, kan niemand dieper betreuren,
dan ik deed. Dat er beiderzijds in woor
den gestruikeld is, erken ik, voor mijn
aandeel, zonder terughouding. Maar, gelijk
vanzelf spreekt, we hadden ook op politiek
gebied ieders vrijheid van handelen te eer
biedigen en ws konden niemand dwingen
bij ons te blijven tegen zijn wil. Al wat
we doen konden, en wat dan nu ook gedaan
is, bestond hierin, dat wij onzerzijds elk
struikelblok, dat op den weg naar hereeni-
ging lag, wegruimden, en op broederlijken
toon den broeder terugriepen, of hij weer
met ons in één gelid mocht optrekken,
opdat aller eendrachtige weerstand zich
weer tegen den gemeenschappelijken vijand
-mocht keeren. Met het oog daarop heeft
uw Centraal-Comité deze drie jaren lang
met opzet gezwegen, en, nu spreken einde
lijk plicht werd, gesproken in aan alle
verwijt gespeenden, vrede ademenden, ver
zoening zoekenden geest.
Aldus is gesproken uit plichtsbesef, niet
nit zwakheid. Sloegen toch de dissenti
eerende broederen, wat God verhoede, de
hnn aangeboden broederhand af, God weet
het, dan zal ons hart er bij schreien, maar
er zal geen oogenblik aarzeling in onze
gelederen zijn. Dan gaan we alleen door;
en hoe ook parlementair gekortwiekt, wij
zullen niet vertsagen, maar in het volk
onze wortelen te breeder inslaan, om daarna
weer te hooger nit te schieten aan den
stam. Dat heroïsch vuur zat ons steeds
in het bloed, en heeft ons nog nimmer in
de uitkomst bedrogen. Maar ook met dat
heroïsch vuur spelen wij niet. Christen
plicht schrijft ons hier den weg voor, en
die Christenplicht gebiedt, dat we het
onzerzijds op politiek terrein met niemand
tot breuke laten komen, zoolang niet duidelij k
geoonstateerde tegenstelling in beginsel op
verder saamgaan het stempel van oneerlijk
heid voor God zou drukken. Dat bleek in
1894 niet, en kon toen niet blijken; want wat
toen in geschil was, gold een voorbijgaand
probleem. En alleen indien nadere rondbor
stige verklaring van gevoelens toonde, dat
beiderzijds onze voet niet op hetzelfde fun
dament rustte, zou scheiding, maar dan ook
geheel en duurzaam, gerechtvaardigd en
plichtmatig wezen. Wij blijven daarom
roepen: Broeders, komt weder tot ons! Per
soonlijke gevoeligheid bestraft elk Christen
als ze in hem opkomt. Yergeven valt,
wienzelf veel door zijn God vergeven is,
licht "Verzoening is de triomf der zoekende
liefde. Zoo is dan ons aanbod eerlijk, ons
roepen om terugkeeren broederlijk, onze
bedoeling om aan een iegelijk zgn eereen
zijn invloed te gunnen, gansoh oprecht.
Maar, natuurlijk, daarom moeten we dan
ook, nu reeds, de verantwoordelijkheid voor
de gevolgen op henzelven terugwerpen,
indien men, wat mijne ziele afbidt, door
een afslaand woord, of, erger nog, door een
daad van vijandschap, ons bedoelen mis
kende of ons broederlijk aanbod afwees.
En hiermede stap ik van dit uiterst
kiesche onderwerp af, om met nog een
kort woord over onze positie in het land
te besluiten.
Over wie met den kerkelijken karabijn
wild stroopt, zwijg ik daarbij. Wie op de
hoogte is, en eerlijk wil zgn, weet dat de
antirevolutionaire partij nimmer voor „schei
ding van Kerk en Str at" in revolutionairen
zin heeft gepleit, veeleer omgekeerd steeds
op het publiek-rechtelijk karakter der Kerk
van Christus heeft aangedrongen, en in |haar
art. 20 geen ander beginsel belijdt, dan
dat de onafhankelijkheid van ChristusKerk
een volstrekte moet wezen. Niet scheiding
alzoo, ik herhaal het met nadruk, maar
onafhankelijkheid van de Kerk van Christus
in ons bedoelen; en laat nn de man op
staan, die zeggen durft, dat een parij, die
zulk een eisch stelt, zich aan de eere der
Kerken vergrijpt."
Vermelden wij thans nog voorloopig
dat ter voorziening in de vacatures (8)en|voor
periodiek aftredenden (7), of liever dat in de
vacatures voor 't geheele Centraal Comité
zijn gekozen of herkozen de heeren
dr. A. Kuyper met 668, M. Noordtzij met
661, mr. Th. Heemskerk met 659J. van
Alphen met 652 A. Brummelkamp met
644; dr. H. Bavinck met 644; Jhr. mr.
T. A. J. van Asch v. Wijck met 623;
mr. D. P. D. Fabius met 620 ds. A. S.
Talma met 607H. Seret met 588C.
M. E. v. Löben Seis met 585 K. Kater
met 562; mr. A. W. van Beeck Calkoen
met 560J. A. Wormser met 526 en dr.
J. P. Hania met 511 van de 714 geldige
stemmen.
Uit deze kozen de stemgerechtigde depu-
taten met algemeene stemmen min 1 (654)
dr. Kuyper tot voorzitter en tot assessoren
de heeren dr. H. Bavinck met 584 en J.
van Alphen met 577 stemmenterwijl
uitgebracht waren 50 stemmen op mr.
Heemskerk, 13 op jhr. mr. v.Asch v. Wijck
en 11 op dr. Talma.
De navolgende
„De Antirevolutionaire Partij, Op den
29sten April 1897 in vaste Deputen ver
gadering saamgekomen, besluit
10. dat harerzijds aan het werk der
verkiezing voor de keuzen van Juni aan
staande dit navolgende Program van Actie
ten grondslag zal worden gelegd
I. In zake de Sociale quaestie.
A. Voor Arbeid en Landbouw beide
1. Ministerie van Arbeid eu Landbouw
(met Handel en Nij verheid).
B. Voor wat den Arbeid aangaat:
1. Verplichte pensioenregeling voor
loontrekkende personen met aauvankelij ke
ondersteuning nit 'sRijks schatkist.
2. Regeling van het Arbeidscontract.
2bis. Verzekering van Zondagsrust.
3. Maatregelen ter verbetering van den
woningtoestand.
4. Wet regelende de onteigening in het
belang der Gemeenten ten behoeve harer
bevolking.
5. Uitbreiding en wijziging van het
tarief van invoerrechten op bewerkte ar
tikelen.
G. Voor wat den Landbouw aangaat
1. Oprichting van Kamers van Landbouw
alsmede vvn een Raad van Landbouw, door
de landbouwers zeiven gekozen.
2. Nadere regeling van het Pachtcontract.
3. Afschaffing van den accijns op het
Geslacht.
4. Tijdelijke tegemoetkoming aan den
graanbouw door premieverleening in ver
band met heffing van invoerrechten.
11. In zake Onderwijs.
A. Lager Onderwijs.
1. Verhooging van de Rijksuitkeering
aan de Gemeentebesturen en Schoolbestu
ren.
2. Regeling van Jaarwedden en Pensi
oenen.
3. Examen-Commissiën van Overheids
wege, onderscheiden naar de opvoedkun
dige beginselen, waarvan de onderscheide
ne groepen van Scholen uitgaan.
4. Losmakiug van het Vaccine-vraagstuk
van de School.
5. Bevordering van hct| Ambachtsonder-
wijs in verband met de invoering van het
leerlingenstelsel.
B. Middelbaar Onderwijs
A. Herziening van de wet op het Mid
delbaar Onderwijs o. ns. leidende tot
a. Gelijkstelling van de diploma's der
O verheids- en der Vrije Scholen.
b. Rijksuitkeering aan de Vrije Scholen
op voet van die aan Gemeentescholen.
C. Hooger onderwijs.
1. Atschaffing van het privilegie, toe
gekend aan de diploma's der Overheids-
scholen.
2. Rijksuitkeering aan de Vrije Gym
nasia op den voet van die aan de Gemeen
te Gymnasia.
III. In zake Justitie.
1. Herstel van het recht der Overheid
om den moordenaar aan het leven te straffen.
2. Opheffing van het verbod van on
derzoek naar het vaderschap.
3. Bescherming van het verwaarloosde
kind.
3 bis. Verbod tegen het houden van
openbare huizen van ontucht.
3 ter. Strafbepaling op de openbare aan
beveling van het gebruik der neo-Malthusi-
aansche middelen.
3 quater. Tegengaan van de vergiftiging
der bevolking door den sterken drank.
4. Herziening van de militaire rechts-
bedeeling.
5. Nadere voorziening tegen de ver-
valsching van waren en oneerlijke concur
rentie.
IV. In zake De Koloniën.
1. Onttrekking van inlandsche Christe
nen aan het Mohammedaansehe recht.
2. Bevordering van de Kerstening van
Indië
a. door het beschikbaarstellen van vaste
nitkeering aan de Bijzoidere Scholen, en
b. door het steunen van de Medische
Zending.
3. Tegengaan van de vergiftiging der
bevolking door den Opium.
V. In zake de Defensie.
1. Bezuiniging op het beheer.
2. Organisatie bij de wet van onze le
vende strijdkrachten, overeenkomstig art.
17 van ons Program van Beginselen en
in afwachting hiervan voorziening in de
behoefte aan bezettingstroepen.
3. Voortgaande verbetering van het
kazerne- en scheep sleven.
2o. dat zij in alle districten, waarin zij
georgani eeid is, hij de verkiezing bij de
eerste stemming met een eigen candidaat
zal optreden.
3o. dat te candideeren zijn zoodanige
eandidaten, als voor het lidmaatschap der
Kamer geschikt worden geoordeeld, en van
hunne instemming behalve met het geheele
Program van Beginselen ook met het Pro
gram van Actie voldoende zullen hebben
doen blijken, om een eenparig optreden
der gekozenen in de Kamer moelijk te
maken.
4o. dat bijaldien iemand, die voor can-
didatuur in aanmerking komt, tegen het
Program van Actie op eenig punt beden
kingen heeft, de Kiesvereeniging hem om
schriftelijke verklaring van zijn gevoelen
op dit punt zal verzoeken, en deze verkla
ring tijdig openbaar zal makne.
5o. dat, voor zoover aan het sub 3 en
4 genoemde voldaan is, noch het gebeurde
bij de stembus van 1894, noch ook min
gewenschte persoonlijke verhouding, belet
sel is te achten tegen iemands candidatunr.
en 6o. dat bij herstemming gemeenlijk
diegene der beide eandidaten zal te sten_
nen zgn, die ons Program van Actie het
meest in ket gevlei komt,"
werden met algemeene stemmen aange
nomen.
Griekenland begint helaas een toestand
te doorleven niet ongelijk aan dien van
1672 door onze vaderen en dien van 1871
door Frankrijks zonen meegemaakt.
Het land reddeloos, de regeering radeloos,
het volk redeloos, dat is ook thans de
ervaring. Dagelijks kwamen deze week
gansche troepen vluchtelingen van het noor
den het eigenlijke Griekenland en Athene
binnenstroomen.
De leider der oppositie in de Grieksche
Kamer, Ralli, hield oproerige redevoerin
gen en 't volk snauwde tegen den Koning
alsof niet juist zij hem in plaats van hij
hen in deze engte gedreven had.
Ten einde raad heeft nu de koning zijn
minister Delyannis gelast zijn ontslag te
nemen, en aan den leider der oppositie op
gedragen een kabinet nit de oppositie sa
men te stellen.
Daar Delyannis weigert af te treden zal
hem zgn ontslag wel thuis gestuurd moe
ten worden. En wat zal dan de eind-con
clusie zgn in dit groote drama Dit, dat
wie, op volksgunst prat, zich en zijn volk
op een voetstuk plaatst, met dit volk Valt.
En ook dat zelfs de schranderste staats
man, nu nog, gelijk eens in Themistocles'
tijd, zgn roem overleeft en den smaad te
dragen heeft zoodra hij wandelt op den
weg van den tegenspoed.
Had Griekenland in dezen oorlog, ook
ondanks de grootste fouten, gezegepraald,
men zon den volksman Delyannis op de
hauden gedragen hebben.
Na, terwijl Griekenland, misschien zon
der fouten te maken, in de nederlaag is,
moet de groote man als een zoenoffer val
len, en wordt ook dit Hosannaeen Kruis hem.
En nu blijft de Turk voorwaarts schrijden,
al meer Athene naderen, naarmate de par
tijen te Athene elkander te harder in 't
haar vliegen. Welk een tooneelBinnen-
landsche twisten terwijl de vijand staat
voor de poorte. Heeft Athene dan niet
reeds leergeld genoeg betaald? Waar
schuwde haar dan niet de stem harer eigene
geschiedenis?
En intnsschen is de Oostersche Quaestie
weer voor wie weet hoe lange verlengd,
en dreigt het arme Creta het kind van de
rekening te worden.
De Turk is thans onhandelbaarder dan
ooit en wil Europa tooneu dat hij er is.
Een optreden dat met name onder anderen
de Keizer van Duitschland eens zal hebben
te verantwoorden. Want deze dingen, de
nederlagen der Grieken, de verdeeldheid
der Grieken zeiven, de satanisehe lakoniek-
heid der mogendheden, die allen te zamen
doen meer schade aan de belangen der
Christenen en Armeniërs, op Creta en in
Armenië, en waar al niet in het Turksch
gebied, dan de Tnrken zelveii kunen ver
oorzaken.
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen te Renesse o. a. ds. J. ten
Bruggencate Lz. te Lobithte Zuid-
zande de heer A. G. H. van Hoogenhuyze,
cand. te Nijmegen.
Beroepen te Made (toez.) ds. A. M.
Bloem te Dussen te Wezep ds. C. W.
A. Nonhebei te Harmeien.
Bedankt voor Bnrgwerd door ds. J.
Schokking te Wezep voor Warnsveld
door ds. W. J. Meiners te Eibergen.
In verband met het vertrek van ds.
J. Wieten naar Amsterdam, heeft H. M.
de Koningin aan den kerkersad der Ned.
Herv. Gemeente te Apeldoorn doen weten,
dat Zij van Haar recht gebruik zal maken
om een voordracht van een 6-tal predikanten
aan te bieden, ten einde daaruit een
keuze te doen.
Geref. Kerken.
Beroepen te Hantum ds. M. Meindertsma
te Oldekerk.
Bedankt voor Anna Jacobapolder door
ds. R. Smeding te Yselmonde.
Naar men ons meldt zal op Dinsdag
18 Mei van wege de classe Middelburg
der Ger. kerken, te Middelburg een Zen
dingsdag worden gehouden. Als sprekers
znlieu in de Geref. Kerk (Lange Delft)
optreden: de predikanten J. H. Feringa
te Klundert, openingswoord, L. van der
Valk te Scheveningen, H. Dijkstra te
Smiide, L. Bonma te Emlenkamp (vroeger
te Neuzen) en B. Veenstra te Vlissingen,
slotwoord.
Colijnsplaat. Door Mej. A. Meulen
bergde Looff is, wegens haar vertrek
naar elders, tegen 1 Mei ontslag aange-
vra agd als onderwijzeres in de handwerken
aan de lagere school alhier. Sedert October
1889 was zij alhier als zoodanig werkzaam
Benoemd tot onderwijzeres aan de
Bgz. School te Wissekerke mej. J. H. de
Groot te Goes die de benoeming heeft aan
genomen.
Acte-examens.
Geslaagd voor de onderwijzers-acte de
heeren M. Nieuwenhuijse, J. Ossewaarde,
S. Beenhakker, W. v. Wijngen, D. v.
Maris en E. Trijselaar, allen te Middelburg;
en voor de vrije- en ordeoefeningen slaag
den de heeren B. Klooster, A. Kok, J. P.
J. Kruijs Voorherge, R. Oomkens en H.
A. v. Ravenstegn, allen van Middelburg.
Middelburg. Heden Vrijdag werden
voor de acte onderwijzer, geëxamineerd
6 eandidaten en slaagden de heeren M.
B. Scharm te Westcapelle (België), M. M.
Verbrugge te Hoek, A. Willeboordse te
Souburg, A. Wisse te Serooskerke en P.
Groen te Middelburg.
Voor de vrije- en ordeoefeningen slaag
den de heeren M. Nieuwenhuijze, J. Osse
waarde, S. Beenhakker, W. v. Wijngen,
D. v. Maris en E. .Trijselaar, voornoemd.
In de Woensdag gehouden zitting van
den Raad van State, afdeeling voor de ge
schillen van bestuur, was ingekomen het
kon. besluit, waarbij A. Priester en A.
van der Maas te Wiseekerke niet-ontvan-
kelijk worden verklaard in hun beroep
tegen een besluit van Gedeputeerde Sta
ten van Zeeland, waarbij deze zich onbe
voegd verklaard hebben om te voldoen
aan het door apellanten gedaan verzoek,
tot vernietiging van een besluit tot de
onteigening van land in dien polder.
Biezelinge. Wegens het zich uitbrei*
den der mazelen is de school voor onbe"
paalden tijd gesloten. Ook te Kapelle
waar de ziekte overigens zeer goedaardig
is, zgn de scholen gesloten.
Hansweert. De visehsloep „Presto 2"
schipper Zwartveld komende van Antwer
pen, voer hier nabij de haven aan den
grond. Door de sleepboot „Hansweert" is
de sloep afgetrokken en hier binnen ge
sleept.
Te Berlijn is een magnetiseur di®
door de hypnose geneest. Onlangs kwam
een jonge dame hem raadplegen over haar
hoofdpijn. De dokter laat haar zitten in een
fauteuil naast een half dozijn andere ge-
hypnotiseerden, strijkt een paar maal met
de hand over haar gelaat en doet haar in
slaap geraken.
De jonge dame die slapen moest, gevoe
lende dat zij in 't geheel niet sliep, opent
zoodra de mngnetisenr zich verwijderd had,
de oogen en richt tot de dame die naast
haar zit, de vraag; „Mevrouw, slaapt u!"
„Neen", zeide deze, „ik slaap niet. Maar de
dokter heeft mij bevolen te slapen, ea ik
houd mij dus stil". Hierop keerde zich de
jonge dame tot een ander die naast haar
zat, met de vraag: „Mijnheer, slaapt n 1"
„Neen" antwoordt de gehypnotiseerde en
slaat ook zijne oogen op.
Van de zes gehypnotiseerden sliep geen
enkele, maar allen deden om den magne
tiseur niet ongehoorzaam te zgn, alsof ze
sliepen. En zij betaalden telkens om op
deze wijze in slaap gebracht te worden,
en de magnetiseur leeft sedert lange jaren
van dit verbazingwekkend beroep. Hij be
zit zelfs naam inde wetenschappelijke we
reld.
Vóór de stemming in het Kaapeche
parlement over de vrede-motie van den
heer du Toit, sprak de heer Merriman
een krachtig woord ten gunste van de
Transvaal. Hij zeide o. a. het volgende
„Niet de nederlaag hg Majuba-heuvel
heeft schar.de gebracht over de Britten
maar de poging om de Boeren van hun
vrijheid te berooven. Het is geen schande
dat een bende ongeoefende mannen, aan
gevoerd door officieren, bij Doornkop werd
verslagen, maar schandelijk is het lage
verraad en bedrog, dat deze poging moest
verbergen. Ik geloof dat Transvaal en
Oranje-Vrijstaat een slagboom zgn tegen
bastaard-imperialisme en bastaard-kapita-
lisme, die de vrijheid zouden verdrinken
in een zee van bederf".
De katholi kos aller ArmeniëersMkrtitsji
I is aangekomen in Eriwan en heeft daar
in eene Armenische kerk een preek ge-
honden, waarin bij de Armeniërs aanspoorde