bijvoegsel DE ZEEUW" ""rechtszaken. Van de Deputatenvergadcring. Concepl-Resolutien. Buitenlandsch Overzicht. KERKNIEUWS. SCHOOLNIEUWS. lerseke. Benoemd tot onderwijzer aan de Christelijke School alhier de heer W. Dieleman Fz. te Krabbendijke. GEMENGDE BERICHTEN. van Van Zaterdag 1 Mei 1897. Daar was groote geestdrift bij de hon- Jden die ter Landdag gingen en de h one ruime zaal van Tivoli vulden. Het aantal aanwezigen mogen wij veilig op 1500 schatten. Met goede orde, dank zij de flinke zorg r commissiën, gesteund door eenige onder- fficieren van de genie, werden de zitplaat- ineenomen. Het podium was niet flink bezet niet zoozeer dewijl mem er de oude •«nien miBte,als wel omdat bescheidenheid h' t waarschijnlijk den rechthebbenden verboden had een groene kaart aan te vragen. Met groote geestdriftige toejuichingen werd de voorzitter der deputatenvergade- gee* grooter naam voor hem op 't oogenblik denkbaar dan die van dr. Knvper, hoorden wij zijn ouden politieken tegenstander, thans geestverwant, den heer (Grashuis zeggen met daverend applaus werd hij begroet. Daarna was er orde en stilte om met liepen ernst de eerste woorden op te vangen. De voorzitter gaf op te zingen: Ps. 65 yi, 3 en 4. „O, onze God, o ons ver trouwen". En dan: ,,'t Gebrnisch der zee loet gij bedaren daar Gij haar golven stilt". Daarna las hij een gedeelte van Psalm 33, en opende hij deze vergadering met gebed, een gebed dat tegelijk inleiding en wijding gaf aan de beraadslagingen van den dag. ïr zouden gewichtige beslissingen moeten genomen worden. De voorzitter sprak hierop eene rede nit hij zelf noemde haar: openingswoord. Een woord te groot om 't heelemaal op te nemen, te schoon om het te laten liggen. Laten wij nu al vast een korte samen- vatting mogen geven, en op een enkel punt eenige zinnen er uit oversekrij ven. Spreker herinnerde in de eerste plaats aan de door de nieuwe kieswet nieuw in geluide periode. Al is het toch dat Van Houtens kieswet noch finaal noch van alle koppeling aan belasting vrij is, ze heeft niettemin aan de oligarchie van het pays ligal voor altoos een einde gemaakt. Wat de antirevolutionaire partij steeds beoogd heeft, is verkregende wettelijk geregelde volksinvloed op de staatsmacht niet meer 't privilegie van een stanl, maar gespreid over alle rangen en standen. Nu komt het aan op duidelijke uiteen zetting van 't calvinistisch beginsel dezer partij tegenover de sociale quaestie, welke in den eersten tijd aan de orde komt vijl onze partg als onafhankelijke, zelf- staatsparlij ook thans den strijd Niet alleen ons persoonlijk en huiselijk, ook ons nationale leren wordt beheerscht door Gods ordinantiën. „Vandaar in de Heilige Schrift ook voor ons politieke denken het uitgangspunt, en dies verworpen alle opsmelting van de autoriteit der Schrift in „het Evangelie" of in „de beginselen van het Evangelie" uitdrukkingen eertijds kostelijk, toen ze de kern en het begrip van heel het Woord Gods weergaven, maar thans schnl- geworden, nu ze de revolutionaire gedachte met Evangelisch goud verguld, Voor Gods Woord in de plaats schuiven. Met deze scherpe anti-these staat de anti revolutionaire partij tegenover elk en een ieder, die de volle, ongekrenkte autoriteit der Heilige Schrift verwatert of verwerpt." Evenwel den triomf van dat Woord 'raagt de echte Calvinist niet van dwang of geweld, maar alleen van vrije persoon lijke overtuiging. Zoo verstaan wij onze verhouding tot de Staatsmacht. Deze heeft tot kenmerk dat zg heerscht door dwang, oo juist daarom komt haar de beschikking over het geestelijke in 't volksleven niet toe. En waar zij zich die bemoeiing aan matigde is zij teu slotte altijd geëindigd ®ot te dwingen tegen Gods Woord in. hu nu, schoon de staatsmacht op 't terrein den dwang eerende, verdedigen wij o Staateaanmatiging steeds de zelt- dige levensbeweging van het vrije volk. Calvinisme dat zulks vergat en om "'«gunst boeleerde, verloor 't stofgoud g/Cler vleugelen en eindigde met te ver- TeJe0' door wegslinking van persoonlijke n staan lijnrecht tegen de Sociaal kr \rie> n*e' onl ^aar gehrek aan denk an! v en ^udie, maar, behalve nu om haar rchistiachen hartstocht hoofdzakelijk t'jro®> wijl een inrichting van het natio- itA n f?aar e*B°h van Maar stelsel, de a svoogdij almachtig en daarmee het dpJtrweer van den vrij en burger on- e^baar zou maken. y behoeven niet te zeggen dat de na- at»,?,! ^lichting van der socialisten 'upunt hartelijk toegejuicht werd. onfaa 66 j ^rans?h carricatuurblad zag ik spot11? Passi0 van den automobiel be- tanwi Yan den wagen die, zonder slem Van ze^' lecpC Nu toch wilde Hen tn ^6er °D elgen beenen loopen, en *ich d6n ln deoperatiezaal te hoop, om htzett 6 0V6r'°iiig geworden heenen te laten tenant!1' eR Z0° was het rennen van romp- jcH, e,n. ,°P au tom°biel wagentjes aner maat- Nn w ideaal geworden. Welun de (WlenS- eenen hem langer weigeren gen, is onze werkman, en het is de Sociaal-democratie, die hem de vrije bur- gerbeenen nu ook maar af wil zetten, om hem rond te rijden op den automobielwa gen van den Staat. De man van het lais sez faire daarentegen bijt hem in het oor, dat hij met zijn machtelooze beenen toch maar aan den wedloop moet deelnemen, tot hij 't beproeft, en er bij neerslaat. Maar wat wij, Antirevolutionairen, beoogen, is, den verzwakten broeder onzen broederarm te bieden om hem te helpen loopen, en hem inmiddels geestelijk zoo inwendig te electriseeren, tot d» kracht om op eigen heenen te staanen op eigen beenen te gaan, onder den zegen Gods in hem terugkeere." Wij drukken ook af wat de spreker in betrekking tot en naar aanleiding van de dissentiëerende broederen op 't hart had. Nog slechts een kort woord ten slotte; eeist over onze dissentieerende broederen, en dan over onze positie in het land. In de De Geers, de Godins, de Lohmans, de Mackays, en wie er meer met ons plachten op te trekken, eer ik den moed van hnn optreden, de van God hun gegeven talenten, de verplichtende toewijding en voor wat ze ook ons ten goede volbrachten, gaat mijn dank naar hen uit. Hun verwijt, dat uw voorzitter samenwerking onmogelijk zon hebben gemaakt, beantwoord ik kalm, maar ernstig, met de tegenverklaring, dat samenwerking meer door mij, dan door hen is gezocht. Ook dat ik de mannen der droite zon hebben achtergesteld, om de mannen der gauohe onevenredig voor te trekken, wordt, zoo beweer ik, door de notoire feiten weersproken. Wat ik eens aan Jonkheer Rochussen schreef, blijft waarheid voor mijn consciëntie naar boven en naar beneden heb ik even ver de hand uitgestrekt, of ik in den naam van Chris tus den Chiisten-edelman en den Christen werkman mocht verzoenen. En even beslist stel ik er prijs op, hier nogmaals openlijk te constateeren, dat in '94 hier besloten is, beide schakeeringen, niet buiten, maar binnen onzen kring vrij te laten. Van uit werpen was alzoo geen sprake. Dat onze strijd opspraak in Askelon gaf en Gaza deed juichen, kan niemand dieper betreuren, dan ik deed. Dat er beiderzijds in woor den gestruikeld is, erken ik, voor mijn aandeel, zonder terughouding. Maar, gelijk vanzelf spreekt, we hadden ook op politiek gebied ieders vrijheid van handelen te eer biedigen en ws konden niemand dwingen bij ons te blijven tegen zijn wil. Al wat we doen konden, en wat dan nu ook gedaan is, bestond hierin, dat wij onzerzijds elk struikelblok, dat op den weg naar hereeni- ging lag, wegruimden, en op broederlijken toon den broeder terugriepen, of hij weer met ons in één gelid mocht optrekken, opdat aller eendrachtige weerstand zich weer tegen den gemeenschappelijken vijand -mocht keeren. Met het oog daarop heeft uw Centraal-Comité deze drie jaren lang met opzet gezwegen, en, nu spreken einde lijk plicht werd, gesproken in aan alle verwijt gespeenden, vrede ademenden, ver zoening zoekenden geest. Aldus is gesproken uit plichtsbesef, niet nit zwakheid. Sloegen toch de dissenti eerende broederen, wat God verhoede, de hnn aangeboden broederhand af, God weet het, dan zal ons hart er bij schreien, maar er zal geen oogenblik aarzeling in onze gelederen zijn. Dan gaan we alleen door; en hoe ook parlementair gekortwiekt, wij zullen niet vertsagen, maar in het volk onze wortelen te breeder inslaan, om daarna weer te hooger nit te schieten aan den stam. Dat heroïsch vuur zat ons steeds in het bloed, en heeft ons nog nimmer in de uitkomst bedrogen. Maar ook met dat heroïsch vuur spelen wij niet. Christen plicht schrijft ons hier den weg voor, en die Christenplicht gebiedt, dat we het onzerzijds op politiek terrein met niemand tot breuke laten komen, zoolang niet duidelij k geoonstateerde tegenstelling in beginsel op verder saamgaan het stempel van oneerlijk heid voor God zou drukken. Dat bleek in 1894 niet, en kon toen niet blijken; want wat toen in geschil was, gold een voorbijgaand probleem. En alleen indien nadere rondbor stige verklaring van gevoelens toonde, dat beiderzijds onze voet niet op hetzelfde fun dament rustte, zou scheiding, maar dan ook geheel en duurzaam, gerechtvaardigd en plichtmatig wezen. Wij blijven daarom roepen: Broeders, komt weder tot ons! Per soonlijke gevoeligheid bestraft elk Christen als ze in hem opkomt. Yergeven valt, wienzelf veel door zijn God vergeven is, licht "Verzoening is de triomf der zoekende liefde. Zoo is dan ons aanbod eerlijk, ons roepen om terugkeeren broederlijk, onze bedoeling om aan een iegelijk zgn eereen zijn invloed te gunnen, gansoh oprecht. Maar, natuurlijk, daarom moeten we dan ook, nu reeds, de verantwoordelijkheid voor de gevolgen op henzelven terugwerpen, indien men, wat mijne ziele afbidt, door een afslaand woord, of, erger nog, door een daad van vijandschap, ons bedoelen mis kende of ons broederlijk aanbod afwees. En hiermede stap ik van dit uiterst kiesche onderwerp af, om met nog een kort woord over onze positie in het land te besluiten. Over wie met den kerkelijken karabijn wild stroopt, zwijg ik daarbij. Wie op de hoogte is, en eerlijk wil zgn, weet dat de antirevolutionaire partij nimmer voor „schei ding van Kerk en Str at" in revolutionairen zin heeft gepleit, veeleer omgekeerd steeds op het publiek-rechtelijk karakter der Kerk van Christus heeft aangedrongen, en in |haar art. 20 geen ander beginsel belijdt, dan dat de onafhankelijkheid van ChristusKerk een volstrekte moet wezen. Niet scheiding alzoo, ik herhaal het met nadruk, maar onafhankelijkheid van de Kerk van Christus in ons bedoelen; en laat nn de man op staan, die zeggen durft, dat een parij, die zulk een eisch stelt, zich aan de eere der Kerken vergrijpt." Vermelden wij thans nog voorloopig dat ter voorziening in de vacatures (8)en|voor periodiek aftredenden (7), of liever dat in de vacatures voor 't geheele Centraal Comité zijn gekozen of herkozen de heeren dr. A. Kuyper met 668, M. Noordtzij met 661, mr. Th. Heemskerk met 659J. van Alphen met 652 A. Brummelkamp met 644; dr. H. Bavinck met 644; Jhr. mr. T. A. J. van Asch v. Wijck met 623; mr. D. P. D. Fabius met 620 ds. A. S. Talma met 607H. Seret met 588C. M. E. v. Löben Seis met 585 K. Kater met 562; mr. A. W. van Beeck Calkoen met 560J. A. Wormser met 526 en dr. J. P. Hania met 511 van de 714 geldige stemmen. Uit deze kozen de stemgerechtigde depu- taten met algemeene stemmen min 1 (654) dr. Kuyper tot voorzitter en tot assessoren de heeren dr. H. Bavinck met 584 en J. van Alphen met 577 stemmenterwijl uitgebracht waren 50 stemmen op mr. Heemskerk, 13 op jhr. mr. v.Asch v. Wijck en 11 op dr. Talma. De navolgende „De Antirevolutionaire Partij, Op den 29sten April 1897 in vaste Deputen ver gadering saamgekomen, besluit 10. dat harerzijds aan het werk der verkiezing voor de keuzen van Juni aan staande dit navolgende Program van Actie ten grondslag zal worden gelegd I. In zake de Sociale quaestie. A. Voor Arbeid en Landbouw beide 1. Ministerie van Arbeid eu Landbouw (met Handel en Nij verheid). B. Voor wat den Arbeid aangaat: 1. Verplichte pensioenregeling voor loontrekkende personen met aauvankelij ke ondersteuning nit 'sRijks schatkist. 2. Regeling van het Arbeidscontract. 2bis. Verzekering van Zondagsrust. 3. Maatregelen ter verbetering van den woningtoestand. 4. Wet regelende de onteigening in het belang der Gemeenten ten behoeve harer bevolking. 5. Uitbreiding en wijziging van het tarief van invoerrechten op bewerkte ar tikelen. G. Voor wat den Landbouw aangaat 1. Oprichting van Kamers van Landbouw alsmede vvn een Raad van Landbouw, door de landbouwers zeiven gekozen. 2. Nadere regeling van het Pachtcontract. 3. Afschaffing van den accijns op het Geslacht. 4. Tijdelijke tegemoetkoming aan den graanbouw door premieverleening in ver band met heffing van invoerrechten. 11. In zake Onderwijs. A. Lager Onderwijs. 1. Verhooging van de Rijksuitkeering aan de Gemeentebesturen en Schoolbestu ren. 2. Regeling van Jaarwedden en Pensi oenen. 3. Examen-Commissiën van Overheids wege, onderscheiden naar de opvoedkun dige beginselen, waarvan de onderscheide ne groepen van Scholen uitgaan. 4. Losmakiug van het Vaccine-vraagstuk van de School. 5. Bevordering van hct| Ambachtsonder- wijs in verband met de invoering van het leerlingenstelsel. B. Middelbaar Onderwijs A. Herziening van de wet op het Mid delbaar Onderwijs o. ns. leidende tot a. Gelijkstelling van de diploma's der O verheids- en der Vrije Scholen. b. Rijksuitkeering aan de Vrije Scholen op voet van die aan Gemeentescholen. C. Hooger onderwijs. 1. Atschaffing van het privilegie, toe gekend aan de diploma's der Overheids- scholen. 2. Rijksuitkeering aan de Vrije Gym nasia op den voet van die aan de Gemeen te Gymnasia. III. In zake Justitie. 1. Herstel van het recht der Overheid om den moordenaar aan het leven te straffen. 2. Opheffing van het verbod van on derzoek naar het vaderschap. 3. Bescherming van het verwaarloosde kind. 3 bis. Verbod tegen het houden van openbare huizen van ontucht. 3 ter. Strafbepaling op de openbare aan beveling van het gebruik der neo-Malthusi- aansche middelen. 3 quater. Tegengaan van de vergiftiging der bevolking door den sterken drank. 4. Herziening van de militaire rechts- bedeeling. 5. Nadere voorziening tegen de ver- valsching van waren en oneerlijke concur rentie. IV. In zake De Koloniën. 1. Onttrekking van inlandsche Christe nen aan het Mohammedaansehe recht. 2. Bevordering van de Kerstening van Indië a. door het beschikbaarstellen van vaste nitkeering aan de Bijzoidere Scholen, en b. door het steunen van de Medische Zending. 3. Tegengaan van de vergiftiging der bevolking door den Opium. V. In zake de Defensie. 1. Bezuiniging op het beheer. 2. Organisatie bij de wet van onze le vende strijdkrachten, overeenkomstig art. 17 van ons Program van Beginselen en in afwachting hiervan voorziening in de behoefte aan bezettingstroepen. 3. Voortgaande verbetering van het kazerne- en scheep sleven. 2o. dat zij in alle districten, waarin zij georgani eeid is, hij de verkiezing bij de eerste stemming met een eigen candidaat zal optreden. 3o. dat te candideeren zijn zoodanige eandidaten, als voor het lidmaatschap der Kamer geschikt worden geoordeeld, en van hunne instemming behalve met het geheele Program van Beginselen ook met het Pro gram van Actie voldoende zullen hebben doen blijken, om een eenparig optreden der gekozenen in de Kamer moelijk te maken. 4o. dat bijaldien iemand, die voor can- didatuur in aanmerking komt, tegen het Program van Actie op eenig punt beden kingen heeft, de Kiesvereeniging hem om schriftelijke verklaring van zijn gevoelen op dit punt zal verzoeken, en deze verkla ring tijdig openbaar zal makne. 5o. dat, voor zoover aan het sub 3 en 4 genoemde voldaan is, noch het gebeurde bij de stembus van 1894, noch ook min gewenschte persoonlijke verhouding, belet sel is te achten tegen iemands candidatunr. en 6o. dat bij herstemming gemeenlijk diegene der beide eandidaten zal te sten_ nen zgn, die ons Program van Actie het meest in ket gevlei komt," werden met algemeene stemmen aange nomen. Griekenland begint helaas een toestand te doorleven niet ongelijk aan dien van 1672 door onze vaderen en dien van 1871 door Frankrijks zonen meegemaakt. Het land reddeloos, de regeering radeloos, het volk redeloos, dat is ook thans de ervaring. Dagelijks kwamen deze week gansche troepen vluchtelingen van het noor den het eigenlijke Griekenland en Athene binnenstroomen. De leider der oppositie in de Grieksche Kamer, Ralli, hield oproerige redevoerin gen en 't volk snauwde tegen den Koning alsof niet juist zij hem in plaats van hij hen in deze engte gedreven had. Ten einde raad heeft nu de koning zijn minister Delyannis gelast zijn ontslag te nemen, en aan den leider der oppositie op gedragen een kabinet nit de oppositie sa men te stellen. Daar Delyannis weigert af te treden zal hem zgn ontslag wel thuis gestuurd moe ten worden. En wat zal dan de eind-con clusie zgn in dit groote drama Dit, dat wie, op volksgunst prat, zich en zijn volk op een voetstuk plaatst, met dit volk Valt. En ook dat zelfs de schranderste staats man, nu nog, gelijk eens in Themistocles' tijd, zgn roem overleeft en den smaad te dragen heeft zoodra hij wandelt op den weg van den tegenspoed. Had Griekenland in dezen oorlog, ook ondanks de grootste fouten, gezegepraald, men zon den volksman Delyannis op de hauden gedragen hebben. Na, terwijl Griekenland, misschien zon der fouten te maken, in de nederlaag is, moet de groote man als een zoenoffer val len, en wordt ook dit Hosannaeen Kruis hem. En nu blijft de Turk voorwaarts schrijden, al meer Athene naderen, naarmate de par tijen te Athene elkander te harder in 't haar vliegen. Welk een tooneelBinnen- landsche twisten terwijl de vijand staat voor de poorte. Heeft Athene dan niet reeds leergeld genoeg betaald? Waar schuwde haar dan niet de stem harer eigene geschiedenis? En intnsschen is de Oostersche Quaestie weer voor wie weet hoe lange verlengd, en dreigt het arme Creta het kind van de rekening te worden. De Turk is thans onhandelbaarder dan ooit en wil Europa tooneu dat hij er is. Een optreden dat met name onder anderen de Keizer van Duitschland eens zal hebben te verantwoorden. Want deze dingen, de nederlagen der Grieken, de verdeeldheid der Grieken zeiven, de satanisehe lakoniek- heid der mogendheden, die allen te zamen doen meer schade aan de belangen der Christenen en Armeniërs, op Creta en in Armenië, en waar al niet in het Turksch gebied, dan de Tnrken zelveii kunen ver oorzaken. Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Renesse o. a. ds. J. ten Bruggencate Lz. te Lobithte Zuid- zande de heer A. G. H. van Hoogenhuyze, cand. te Nijmegen. Beroepen te Made (toez.) ds. A. M. Bloem te Dussen te Wezep ds. C. W. A. Nonhebei te Harmeien. Bedankt voor Bnrgwerd door ds. J. Schokking te Wezep voor Warnsveld door ds. W. J. Meiners te Eibergen. In verband met het vertrek van ds. J. Wieten naar Amsterdam, heeft H. M. de Koningin aan den kerkersad der Ned. Herv. Gemeente te Apeldoorn doen weten, dat Zij van Haar recht gebruik zal maken om een voordracht van een 6-tal predikanten aan te bieden, ten einde daaruit een keuze te doen. Geref. Kerken. Beroepen te Hantum ds. M. Meindertsma te Oldekerk. Bedankt voor Anna Jacobapolder door ds. R. Smeding te Yselmonde. Naar men ons meldt zal op Dinsdag 18 Mei van wege de classe Middelburg der Ger. kerken, te Middelburg een Zen dingsdag worden gehouden. Als sprekers znlieu in de Geref. Kerk (Lange Delft) optreden: de predikanten J. H. Feringa te Klundert, openingswoord, L. van der Valk te Scheveningen, H. Dijkstra te Smiide, L. Bonma te Emlenkamp (vroeger te Neuzen) en B. Veenstra te Vlissingen, slotwoord. Colijnsplaat. Door Mej. A. Meulen bergde Looff is, wegens haar vertrek naar elders, tegen 1 Mei ontslag aange- vra agd als onderwijzeres in de handwerken aan de lagere school alhier. Sedert October 1889 was zij alhier als zoodanig werkzaam Benoemd tot onderwijzeres aan de Bgz. School te Wissekerke mej. J. H. de Groot te Goes die de benoeming heeft aan genomen. Acte-examens. Geslaagd voor de onderwijzers-acte de heeren M. Nieuwenhuijse, J. Ossewaarde, S. Beenhakker, W. v. Wijngen, D. v. Maris en E. Trijselaar, allen te Middelburg; en voor de vrije- en ordeoefeningen slaag den de heeren B. Klooster, A. Kok, J. P. J. Kruijs Voorherge, R. Oomkens en H. A. v. Ravenstegn, allen van Middelburg. Middelburg. Heden Vrijdag werden voor de acte onderwijzer, geëxamineerd 6 eandidaten en slaagden de heeren M. B. Scharm te Westcapelle (België), M. M. Verbrugge te Hoek, A. Willeboordse te Souburg, A. Wisse te Serooskerke en P. Groen te Middelburg. Voor de vrije- en ordeoefeningen slaag den de heeren M. Nieuwenhuijze, J. Osse waarde, S. Beenhakker, W. v. Wijngen, D. v. Maris en E. .Trijselaar, voornoemd. In de Woensdag gehouden zitting van den Raad van State, afdeeling voor de ge schillen van bestuur, was ingekomen het kon. besluit, waarbij A. Priester en A. van der Maas te Wiseekerke niet-ontvan- kelijk worden verklaard in hun beroep tegen een besluit van Gedeputeerde Sta ten van Zeeland, waarbij deze zich onbe voegd verklaard hebben om te voldoen aan het door apellanten gedaan verzoek, tot vernietiging van een besluit tot de onteigening van land in dien polder. Biezelinge. Wegens het zich uitbrei* den der mazelen is de school voor onbe" paalden tijd gesloten. Ook te Kapelle waar de ziekte overigens zeer goedaardig is, zgn de scholen gesloten. Hansweert. De visehsloep „Presto 2" schipper Zwartveld komende van Antwer pen, voer hier nabij de haven aan den grond. Door de sleepboot „Hansweert" is de sloep afgetrokken en hier binnen ge sleept. Te Berlijn is een magnetiseur di® door de hypnose geneest. Onlangs kwam een jonge dame hem raadplegen over haar hoofdpijn. De dokter laat haar zitten in een fauteuil naast een half dozijn andere ge- hypnotiseerden, strijkt een paar maal met de hand over haar gelaat en doet haar in slaap geraken. De jonge dame die slapen moest, gevoe lende dat zij in 't geheel niet sliep, opent zoodra de mngnetisenr zich verwijderd had, de oogen en richt tot de dame die naast haar zit, de vraag; „Mevrouw, slaapt u!" „Neen", zeide deze, „ik slaap niet. Maar de dokter heeft mij bevolen te slapen, ea ik houd mij dus stil". Hierop keerde zich de jonge dame tot een ander die naast haar zat, met de vraag: „Mijnheer, slaapt n 1" „Neen" antwoordt de gehypnotiseerde en slaat ook zijne oogen op. Van de zes gehypnotiseerden sliep geen enkele, maar allen deden om den magne tiseur niet ongehoorzaam te zgn, alsof ze sliepen. En zij betaalden telkens om op deze wijze in slaap gebracht te worden, en de magnetiseur leeft sedert lange jaren van dit verbazingwekkend beroep. Hij be zit zelfs naam inde wetenschappelijke we reld. Vóór de stemming in het Kaapeche parlement over de vrede-motie van den heer du Toit, sprak de heer Merriman een krachtig woord ten gunste van de Transvaal. Hij zeide o. a. het volgende „Niet de nederlaag hg Majuba-heuvel heeft schar.de gebracht over de Britten maar de poging om de Boeren van hun vrijheid te berooven. Het is geen schande dat een bende ongeoefende mannen, aan gevoerd door officieren, bij Doornkop werd verslagen, maar schandelijk is het lage verraad en bedrog, dat deze poging moest verbergen. Ik geloof dat Transvaal en Oranje-Vrijstaat een slagboom zgn tegen bastaard-imperialisme en bastaard-kapita- lisme, die de vrijheid zouden verdrinken in een zee van bederf". De katholi kos aller ArmeniëersMkrtitsji I is aangekomen in Eriwan en heeft daar in eene Armenische kerk een preek ge- honden, waarin bij de Armeniërs aanspoorde

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1897 | | pagina 5