srloting NIEÜWSBLAD VOOR ZEELAND. 3 EKDQQB CHRISTELIJK- HISTORISCH Ho. 75. 1897. id Slagersknecht? SotuWag 25 fflkittt. PAARDENMARKT, 17 Juni 1897, !au de Cologne steeds uitstekend, uim Voorhanden 1 G, J. ADRIAANSË, Melkschaap, SPRINOBEEltl DPRUIMINC ie Sporthemden, OTSTROKKEN, Joh. Geensen MEEST BOB lil VERSCHIJNT F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN jgltonen. 1. SchwanenlieJ ïild der Rose, i. Wohl dein ■andelt im Rathe der Gottlosen, rabe, 5. Motete. 6. BlumenW ite Nacht du jnein herziges k Leierman spiel. 9. Sonatine Neerlandsch Boed en Wil'nw holde schone Jtgendzeit. W- chwalben heimwlrts ziehn. 1 De Ordinantiën Gods. Bij gelegenheid der te houden te Middelburg. erloting worden gebonden ran PAARDEN enz. TE BEKOMEN a f\.— pei Loten voor f IO.bij de C. W. ALTORFFER te urg en Wederverkoopers. ENA, op den Burg te Middelburg rdentand Maïs, buitengewoon lage mede Yoergerst, Kippenvoer, ionen, Platteboonen, Haver, ihe tarwe Eogge en puike Bak- jnmeel en Lijnstukken, bevat een an 38,2% Eiwit en 6% Yetstoi, Onder aanbeveling. lijk P. 105. Middelburg. T 3 KOOP: Lammers (2e dracht) bij C. .NSE Dz. te Zoutelande. ien bij L. P. BRASSER te Vro uwepolder. van een partij .Nf-, YROUWE- en KINDER KOUSEN AN LAGE PRIJZEN. GOES. >or ongesteldheid woi'dt terstoii aagd, bij timmerman PE :rstond een aancomende elkeN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN G. M. KLEMKERK, te Goes en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedore regel meer 10 cent. ete, heerlijk klinkende Orgelstukj ■amen voor 90 Centen! b'I lienand ooit gehoord en dat hM| bfstaan. Omdat Muziek voor Org'] :ooveel geld kost, hebben wij d°ef tellbn een Album dat 14 der i te stukken bevat, expresselij k vojl >rgel bewerkt cbor E. J. BOn NSCHER. Lees den inhoud na: 14. Eleurs d'Cranger. ze groote, kosttare Bundel k is verkrijgbar voor sleeu t bij D. BOLLE, Bazaar van«J Boeken, Hang no. 98, Rot 4 mding franco na ontvangst van n 1 ad. slechts f090, waarop 1 „Orgeltonen" PRINSES SOPHIE DER NEDERLANDEN. Gisterenavond te half 9 is de Groothertogin van Saksen Weimar, sn Prinses Wilbelmina Maria I Sophia Lonise van Oranje, te Wei- mar, plotseling aan een beroerte I overleden. Zij was de laatstovergeblevene I dochter van koning Willem II en ruster van Koning Willem III, tante derhalve van onze Koningin. Zij werd den 8en April 1824 I geboren en bereikte derhalve den leeftijd van circa 73 jaren. Zij had I den i8en October 1892 nog met I haren echtvriend die haar thans betreurt, de gouden bruiloft gevierd, waarbij ook onze Koninginnen tegen woordig waren. Ofschoon zij derhalve reeds meer dan vijftig jaren een „buitenlander" I geworden was, verloochende zij liefde voor haar oude volk I niet. Wie haar herhaalde malen in de hofstad en te Seheveningen zagen, waren daarvan getuige. Ook blonk zij uit door eenvoud en min- zamen omgang. Het Nederlandsche volk heeft I hacr liefgehad, zij 't- ook uit de I verte. En al ging zij van ons op be- I trekkelijk hoogen leeftijd, haar heen gaan stemt zoo weemoedig dewijl de oude Oranjestam, toch reeds zoo I gesnoeid, zoo weinig takken meer te missen haden voorzoover 't jongere geslacht aan 't oudere ver bonden was door het leven dezer Vorstinne, thans deze hand ligt doorgesneden. Dit smartelijk gevoel te vertolken van al wie nog met het drievoudig 1 snoer „God, Nederlanden Oranje", 1 wenscht te rekenen, achtten wij 1 een weemoedigen plicht die op lons rust. En voorts, God behoede Neder- Mul en Oranje JONG® Ook op staatkundig terrein belijdt zij de eeuwige beginse len van Gods Woordzoo evenwel, dat het staatsgezag nocb rechtstreeks noch dooi de uitspraak van eenige kerk, maar alleen in de consciëntie der overheidspersonen, aan de ordinantiën Gods gebonden zij. Artikel 3 van Ons Pro gram van 1878). zou het woord ordinantiën door Wen kunnen vertalen. Voor het engere PpP van menschelij ke hevelen bevel- C'!^etli bijvoorbeeld om te betalen I® men het woord ordonnantiën. Spreekt echter van geboden, rechten en in- is>1Bgen Gods, dan vat men deze in het w°ord „ordinantiën" samen. overheid bepaalt in den staat wat I».,18 i doch ze gaat daarbij van de L!ir8tel.ling n*t dat het recht reeds Zij heeft derhalve slechts weer in de wetten wat naar eisch der n recht is. |l, r die beginselen nu zijn niet anders if, e?nen dan door studie van Gods "oori, Pstf*! re°^ onreclri is, wordt alleen g. 'lezen maatstaf getoetst, en niet naar Kerkhistorie, of der rechtswetenschap, --e meenen. De >odigd, GerefJjrodsd. Adres LE COINTRE M i d d e 1 b u n.,Philosophie, geluk sommigen ten D meenen. *#ik' ^sc]Gedenis toch doet wel de uit- EWe"1® ^er .beginselen zien, gelijk zij feto11 Wordt in de zeden en gewoonten 'eri T°lk, doch die rechtsbeginselen zeiven formuleeren vermag zij niet. De rechtswetenschap spoort wel den gang der rechtsbeginselen van een volk na, doch komt, voor den storenden invloed der zonde blind, tot geheel scheve conclusie. De philosophie heeft schoone theorieën uitgedacht en beginselen uitgeschreven de mannen der revolutie waren o, zoo goed van bedoeling, doch hun eigen droe vig uiteinde getuigt genoeg dat hunne gedecreteerde beginsele'n niet de beginselen zijn waarnaar het recht wordt gekend. Deze kennis van het recht hangt samen met 't geloof aan God. Is God werkelijk God dan heeft wie Hem als zoodanig eert, dan ook eerbiedig naar den weg te vragen langs welken hij komt tot kennis van wat die God, krachtens den aard van zijn wezen, tot recht ge stempeld heeft voor zijn schepsel, tot eeu wig recht voor alle creatuur. Mogen wij dit nu ordinantiën Gods noemen, dan volgt hieruit dat er ordinan tiën Gods zijn voor den bodem en het klimaat ja voor allerlei, ook voor ons leven voor de verhoudingen in 't huwe lijk, in 't gezin, in de maatschappij tegen over 'tdier, tuaschen meerderen en minderen, belangen van handel en verkeer, kortom alles waarover bij den mensch tweeërlei meening mogelijk is. Bij de opsporing dezer laatste ondervindt de mensch de grootste moeilijkheden. Gevolg van de zonde die hem verkeerd waarnemen en onjuiste gevolgtrekkingen maken doet, en afdolen van het spoor der gerechtigheid. Ook zoo blijft er dan nog wel een na tuurlijke Godskennis werken en een zede- wet in de consciëntiën spreken; doch tot juiste kennis van Gods hoogere openba ringen voeren zij niet. Dit hebben de heidensche volken, ook de beste, getoond. Bestond er nu geen openbaring dan zouden ook wij een dergelijken toestand als van de oude heidensche volken moeten aanvaarden. Doch Gode zij dank, er is zulk een Openbaring, door Gods Woord tot ons gekomen, en die belangrijk licht ontsteekt over de eeuwige rechtsbeginselen ook wat het burgerlijk leven aangaat. Zoodat wij ook op Staatkundig terrein de eeuwige beginselen van dat Woord hebben te belijden. Hoe komt nu de Souverein te weten welke die eeuwige beginselen zijn? Ware de zonde niet in de wereld ge komen, dan ware het antwoord gemakke lijk gevonden. Dan toch zon 't heeten: zie de dingen en gij kent ook de eeuwige wetten omtrent hun gang en loop gesteld. Zie 't leven en gij kent ook den rechten gang van dit leven, dat wil zeggen: de beginselen wanneer het recht loopt. Maar nu is de zonde er; zij is doorge gaan als een stroom en heeft alzoo dezen weg ter kennis van de ordinantiën Gods voor de overheid afgesloten. Een andere weg moet haar derhalve geopend. En die weg is Gods Woord. Maar dat Woord is geen wetboek waaruit men de ordinantiën Gods slechts heeft over te schrijven. Neen zij moeten worden nagespeurd. En daarom rijst we derom eene andere vraag, namelijk deze: op welke wijze zal de overheid te weten komen welke die eeuwige beginselen zijn die Gods Woord ons voorlegt. Rome zegtdit doet de kerk. De Kerk heeft zich de macht toegekend om haar beslissing, haar opvatting aan de overheid op te leggen. Het bindend gezag van Syllabus en Encycliek is bekend. Geen wetboek zegt de standaard an 8 Mei 1878 maar de gewaarmerkte oor konde van één machtige levensopenbaring die een geschiedenis van eeuwen omvaten waar de ordinantiën Gods, dat is zijn eeuwige en onveranderlijke beginselen, wel in zijn, maar meest in vermengden vorm of, wilt ge, als*gouderts verscholen in de mijn. Tegen deze opvatting staat de gerefor meerde opvatting van alle tijden, dat geen enkele kerk, ook niet de gereformeerde kerk, het recht heeft om op staatkundig gebied aan de Overheid in een land als het onze hare opvatting omtrent de ordi nantiën Gods naar luid van Gods Woord op te dringen. Wat voor den Staat zal gelden, mag de Kerk niet vaststellen. De Staat is haar sfeer niet en de kerk is niei de sfeer van den Staat. Haar gevoelen zeggen, haar klacht of aanklacht, tegen den Staat of haar raad of bede ook over politieke zaken, bij den Staat brengen, is haar recht, doch verder gaande, overschrijdt zij de haar van God gestelde grenzen. Onze natie is een gemengde natie, en daarom geen theocratie. Maar ook geen caesaropopie; dat is 't andere uiterste. Dit wil de Overheid zelf kerk laten spelen; gelijk in lnthersohe en grieksche landen de vorst, het hoofd van den Staat, tevens het hoofd is der kerk. Overheid en kerk in één persoon vereenigd. Deze positie verlaagt de kerk tot de slavin van den Staat, doet van haar in vloed niets meer dan den schijn overblijven, leidt tot haar geestelijk versterf en doet daardoor ook de geestelijke kennis van Gods Woord bij de overheid teloorgaan. Een poging van Koning Willem I in 1816, om dezen toestand, deze heerschappij van den koning over die kerk, ook in ons land in te voeren, is de oude gereformeerde kerk niet tot zegen geweest en heeft de consciëntie der overheid zeer afgestompt. Het optreden van verschillende ministe- riën der laatste jaren heeft dit getoond. De Roomsehe en de Caesaropapistische op vatting staan lijnrecht tegenover de Cal vinistische, de zuiver Protestantsche op vatting daarin, dat, schoon eerstgenoemden 't vraagstuk der zonde erkennen, zich dit vraagstuk hij de toepassing op politiek gebied van den hals schuiven. Van daar hunne leer dat de Kerk, of wel de Vorst zelf zoo hij zich aan haar hoofd stelt, de ordinantiën Godsnit Gods Woord vermogen op te diepen. De Calvinistische opvatting daarentegen rekent wel met dit vraagstuk der zonde ook hierin dat zij eerstgenoemde op vatting als onmogelijk verwerpt. Noch aan de kerk, noch aan den Vorst met zijn dienaren in regeering, rechtspraak of wet geving, en dat juist als der zonde vrucht, zoo leert zij, is 't gegeven ooit volkomen in de diepten zijner beginselen Gods Woord te verstaan. En daarom het Staatsgezag noch rechtstreeks, noch door de uitspraak van eenige kerk aan de ordinantiën Gods gebonden, doch alleen in de consciëntie der overheidspersonen. Maar wanneer nu hunne consciëntie voor alle invloeden van Gods Woord gesloten blijft Wanneer de Overheid zich vijandig tegen de Christelijke belijdenis keert? Wanneer zij ook onder een schijn van vroomheid, al wat Gods Woord ondermijnt bevordert, en al wie Gods Woord eert, vervolgt? (2) Maar dit bezwaar kan immers ook bij de beide vorige opvattingen bestaan. Schijneerbied bij de kerk, vijandschap bij de Overheid die zichzelf kerk maakt. Dit bezwaar wortelt dan ook niet in het stelsel, maar in de ellende onzer toe standen en is dan ook van tweeën een öf voor de natie die afviel de natuurlijke kastijding tot terugkeeróf voor de minder heid, ingeval de meerderheid afviel, een prikkel om te trachten haar zedelijken (a) Een voorbeeld van een overheidsper soon die ondanks zfjn Christelijke belijdenis, daden pleegde tegen deze indruischende is de minister Six, een liberaal, die op de meest fanatieke wijze de voorstanders der Christelijke school vervolgde en Kappeyne's schoolwet uitvoerdeen toch o. a. in een li- berale-kiezersvergadering te Vlaardingen, 17 Maart 1888, gewaagde van zijn liefde voor „het Evangelie des Kruises" invloed, haar invloed op de Overheid en op de meerderheid te versterken. En daar wij, gelijk wij reeds opmerk ten, door de overheid den vorst en al zijn landsdienaren ministers, professoren, rech ters, enz. verstaan, veronderstellen wij daarbij ook allerlei mogelijkheid dat ook een vorst met de meest verstompte cons ciëntie eenige dier ordinantiën Gods door zijn dienaren in de staatswetten doet schrij ven; dat 'theele stel overheidspersonen, dank zij de Christelijke traditie, voor deze ordinantiën propaganda maakt, ook voor volgende geslachten. De zwaarste taak berust echter bij de hoogleeraren, die de toekomstige staats lieden hebben te vormen. Voorts de staats lieden, volksvoorlichters, onderwijzers. Niet het minst de volksvertegenwoor digers hebben rusteloos bij de regeering die eeuwige beginselen van Gods Woord te bepleiten. En de ambtenaren, voorzoover zij van ohristelijken huize zijn, hebben te zorgen dat deze beginselen in 't staatsleven hun invloed behouden. Ten slotte. Op welke wijze gaat deze werking van Gods Woord op de consciëntie der overheidspersonen Rechtstreeksvoorzoover zij zelf, ieder voor zich, door biddend onderzoek, uit Gods Woord putten wat zij straks in de school, in de rechtszaal, in het Kabinet, als stelsel van regeerkunst zullen be pleiten. Maar ook indirect geschiedt deze wer king, door de kerk, de pers, den volksgeest en den geest in Europa. De kerk heeft den grootsten invloed; door leer en tucht en vermaan, in één woord door het Evangelie te brengen en te bewaren ook in de kringen der over heidspersonen. De pers kan door de gezonde beginse len in allerlei kring te brengen, en haar protest te doen hooren hij afwijking van die beginselen een machtigen invloed oefenen op den geest die van de staatshu- reaux uitgaat. De volksgeest heslist in den regel over de beginselen der overheid. Is 'tvolk wuft, lichtzinnig, wereldsch, eigenzinnig, de Overheid zal van dien geest de spiegel tobnen. Het Fransohe volk en zijn regee ring kan ten voorbeeld strakkenhet Transvaalsche volk en zijn regeering, is, zoolang als 't duurt, exempel van het te gendeel. En eindelijk de geest van Europa. De modegeest der wereldsteden verspreidt zijn macht ook in de kleinere, kent geen grensscheiding betaalt geen invoerrecht, is internationaal in den slechten zinsteekt de volken aan en zet hen in geestdrift, ten goede of ten kwade. Zoo ooit dan geldt hier het bekende spreekwoord dat, als Parijs vorkouden is, geheel Europa niest. Zoodra deze machten van Kerk en Pers, van Volksgeest en Wereldgeest, die de gezindheid der overheid heheerschen, hare plichten verstaan, om op de cons ciëntie der overheid te werken bij 't licht van Gods ordinantiën, zal het duidelijk worden dat niet alleen dit artikel 3 van Ons Program nog zoo kwaad niet is, maar dat het een standpunt blootlegt, waarvoor nog geen beter in de plaats te stellen was. Wederom is aan de tweede kamer een medelid ontvallen. De heer mr. A. P. de Lange, liberaal lid voor Alkmaar is na een langdurig lijden en een niet geslaagde operatie, op betrekkelijk jeugdigen leeftijd overleden. Hij was eën bekwaam man, een flink redenaar en een wakker pleitbe zorger voor den landbouw. In nog geen maand tijds is hij de derde, in nog geen half jaar tijds de zesde; en nog geen jaar tijds de zevende uit dit col lege die door den dood wordt weggenomen. Haffmans, Farneombe Sanders, Beelaerts, de Lange zijn de mannen van zeer groote beteekenis, die met v. d. Schrieck, Lam- brechts en Rooyaardsv.dHam door hun ster ven aan hunne collega's volksvertegen woordigers en aan de kiezers het memento mori in herinnering brachten. Kiezerslijsten. Den 22 Maart is de kiezerslijst in uwe gemeente vastgesteld. Wilt gij weten of gij of uw buurman er op staat, gaat dan even zien op het secretarie. Zoo gij er niet op staat, of zoo er iemand op staat die er niet op behoort kunt gij tot 15 April daartegen bij het gemeentebestuur protesteeren. Uiterlijk 23 April kunnen de belang hebbenden die men van de kiezerslijst wil schrappen, aan 't secretarie zich hier- tegen komen verzetten, natuurlijk moeten zij goede gronden hebben. Voor 15 Mei beslist het gemeentebestuur; en wie met deze beslissing niet tevreden is, kan, binnen vijf dagen na de beslissing, de zaak voor bet kantongerecht brengen. Doch zoo iets zal men wel niet doen zonder voorafgaande rechtskundige raad pleging. De commissie „Landbouwcrediet" door 't Landbouw-comitó benoemd, heeft na on derzoek omtrent den toestand van het land bouwcrediet de navolgende besluiten in overw eging gegeven Bevordering van instelling van districts- comité's voor het landbouwcrediet, omvat tende een provincie of deelen er van welke comité's hebben te zoeken oprich ting en daarna onderlinge samenwerking van coöperatieve vereenigiugen. Genoemde vereenigingen moeten zich belasten met aankoop van land- bouwbenoodigdheden voor hare leden binnen een beperkten kring werken kunnen en blijkens bet bedrag van ieder aandeel ook willen voorzien in de behoefte aan persoonlijk crediet van landbouwers beperkte doch verder dan het nominaal bedrag van ieders deelneming reikende, aansprakelijkheid der leden vorderen hare winsten, na toekenning van 4 pro cent aan het gestorte kapitaal en een ruim percentage der overwinst aan de reserve zoo verdeelen dat de helft aan de leden komt; door het nemen en volstorten van aan- deelen aan te moedigen een kapitaal trach ten te vormen dat in gunstige verhou ding staat tot de som der voorschotten. In de commissie hadden zitting mr. N. G. Pierson (oud-minister) voorzitter, Bult man, Waldeck, Slotemaker, Löhnis, Sassen, Westerdijk, 's Jacob, W. H. de Savornin Lohman en Ferf, Secretaris. Uitspruitsels. Wij herinneren er aan .dat de bleeke nitloopers, de „spruiten" «m de aardap pelen in onze kelders een zeer vergiftige stof, solanine geheeten, bevatten. Gevallen hebben zich reeds voorgedaan dat varkens er wat veel van aten en daarna ziek wer den en stierven. Men zij dus voorzichtig en geve die uitspruitsels ook niet aan de kippen. Het ïs ten eenenmale ongeschikt voedsel. Gemeentefinanciën. Aangenomen is met groote meerderheid een nieuw artikel 3bis, voorgesteld door de commissie van rapporteurs, strekkende om te bepalen dat geen vergoeding voor kosten van armenzorg wordt verleend aan gemeenten die minder dan f 0,80 per hoofd aan armenzorg uitgeven. Die 80 cent is't gemiddelde van de 3 laatste jaren. Bedraagt dit bijv. voor Ierseke een plaats van 5000 inwoners f 4000 dan wordt geen vergoeding voor armenzorg verleend. Door deze wijziging wordt 7 ton aan het Rijk bespaard. Nog werd aangenomen het artikel be helzende tractementsverhooging voor bur gemeesters, in den vorm van rijks-toelage voor vermeerderde werkzaamheden in 's Rijks dienst.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1897 | | pagina 1