NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Iburg.
Ho. 66. 1897.
©ontfctifag 4 ilaatf.
iCfrfc ïftacgang.
i „Schelde I en II.»
Van Rotterdam*.
Stad Zierikzee
?eland.
IOTÏERMM
Van Rotterdam
22 11,
28 11,—
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Uit de Pers.
Ons Zonderegister.
lart.
rERDAM
tandag) 's morg. 6.30 n
VERPEN0
[Maandag) 's morg. 6 u.
iart.
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
Maandag
jDinsdag
W oensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
j Maandag
Dinsdag
'Woensdag
2 10,30
3 10,30
4 10,30
5 10.30
6 10,30
7 10,30
8 10,45
9 10,45
10 10,30
11 10,30
12 10,30
13 10.30
14 9,_
15 10,30
16 10.45
17 10,30
18 10,30
19 10.30
20 10,30
21 10.30
22 10.45
23 10,45
24 10,30
25 10,30
26 10.30
27 10,30
28 9,-
29 10,—
30 10,-
31 10.30
[legen plaats n.
tart.
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zond.
Maandag
Dinsdag
W oensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zond.
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag
2 11,-
3
4 10,30
5 10,30
6 10,30
7 10,30
8 11,
9 11,
10 10,30
11 10,30
12 40,30
13 10.30
14 10.30
15 11,
16 11.—
17 10.30
18 10,30
19 10,30
20 11.—
21 11,-
23 11,
24 11,—
25 11,—
26 11,—
27 11,—
29 11,—
30 11,
31 11,—
Dins. 2
Woen 3
Dond. 4
Vrijd. 5
Zater. 6
Zond. 7
Maan. 8
Dins. 9
WoenlO
Dond.ll
Vrijd 12
Zater.13
Zond. 14
Maan.15
Dins. 16
Woenl7
Dond.18
Vrijd.19
Zater.20
Zon. 21
Maan.22
Dins. 23
Woen24
Dond.25
Vrijd.26
Zater.27
Zon. 28
Maan.29
Dins. 30
Woen31
6-
7-
6.30
7.50
7,50
7.50
6-
7,50
7,50
6,30
7,50
7,50
7,50
7.50
7,50
7,50
6,30
7,50
7,50
7,50
7.50
7,50
7.50
6,30
7,50
7,50
7.50
7,50
7,50
7,50
)OTDIENST
burg en Zierikzee.
•ikzee Spoorweg Goei
[aart.
Van Zierikzee:
ld 'smorg. s mii
3,30
3,30
3.30
3,30
3,30
3,30
3,30
3,30
3,30
3,30
3,30
3,30
3,30
3.30
3,30
3,30
3,30
3.30
3,30
3,30
3,30
3,30
3,30
2,30
3,30
3,30
IEN-OP ZOOM-THOLEN
>om naar Tholen, 5r
iltatief), 11,—,
Bergen-op-Zoom 6,0&
K 9,35, 12,40, 2,10
len-op-Zoom n. Halster®®
ren naar Tooien 16 B*1-.
ELK2N MAANDAG-, WOENSDAG- cn VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,02'.
UITGAVE VAN
EN
v» 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
In een slotartikel constateert de Ned. met
genoegen, dat het Handelsblad geen enkele
gelegenheid heeft kunnen aanwijzen, waar
hij zou gebleken zijn, „dat de antirevol.
partij en ook de Roomsehe hier te
lande de overmacht van de kerk heeft
voorgestaan en niet de volkomen gelijk
stelling der kerken en de onaf hankeiy kheid
van het staatsgezag heeft erkend". Immers
wanneer zijover het tijdperk van bijna
een heele eeuw, geen enkele gelegenheid
kan aanwijzen, die van eene andere op
vatting getuigde, dan mag men veilig zeg
gen dat het blad de eerst door haar bestre
den stelling heeft toegegeven.
Toch houdt zij die stelling volWaar
om? Omdat de „kerkelyke partyen" als
richtsnoer ook in het staatsbestuur niet
anders erkennen dan Gods Woord. Dat wil
zeggen: de theologie, de geestelijkheid
verheffen de kerkelijke partijen tot leids
vrouw en all beslissende macht in alle
handelingen tusschen de menschen onder
ling.
Nu latin wij de R. kerk buiten do
qnaostie. Van haar kan men zeggen, dat
zij op geestelijk gebied erkent eene men
sehelijke macht buiten den individneelen
mensch staande, waaraan deze gedwongen
mag worden zich in sommige gevallen te
onderwerpen. Hadden de R. er de macht
toe, dan zouden zij zich verplicht zien
sommige beginselen ia te voeren, ook al
waren zij individueel daartegen gekant.
Het is daarom zeer merkwaardig, dat de
liberalen veelal de Roomschen niet durven
voorbijgaanen dezen veel meer ontzien dan
de antirevolutionairen.
Maar het Handelsblad doet eigenlijk zelf
wat het anderen verwijt.
De Antirevolutionairen erkennen den
Bijbel als richtsnoer in alles maar alleen
voor zieh zeiven en na .r eigen uitlegging.
Hun gevoelen bindt dus een ander nooit.
Alleen eigen consciëntie beslist. Wat doen
zij, uit Btaatkundig oogpunt bezien, anders
dan een liberaal die in Hegel of Sohopen-
hauer gelooft Natuurlijk stellen wij niet
de H. Scbrift met eenigerlei mensehelijke
philosofie op ééne lijnmaar wij erkennen
toch uitdrukkelijk, in art. 3 van ons Pro
gram, dat „het staatsgezag noch recht
streeks noch door de uitspraak van eeuige
kerk, maar alleen in de consciëntie der
overheidspersonen, aan de ordinantiën Gods
gebonden is". De ordinantie Gods bindt
op staatsrechtelijk terrein of in rechtskun
digen zin, eerst, als zij in een mensehelijke
wet, met toestemming der Staten-Generaal
dus, is omgezet. Precies zoo als het met een
ethisch voorschrift van Hegel of eenig ander
denker het geval zou zijn. Al gelooven
wij b.v. dat God den rustdag bevolen heeft,
toch geldt dat gebod in rechtskundigen zin
eerst nadat het in een Zondagswet, is be
lichaamd.
Nu zegt wel het Handelsblad „dat wil
z«ggen: de theologie, de geestelijkheid ver
heffen zij" enz. Maar beteekent dan theologie
en geestelijkheid hetzelfde? En weet het
Handelsblad niet, dat onze hedendaagsche
antirevolutionairen juist daarin van de Cal
vinisten van ouds verschillen, dat zij der
geestelijkheid niet de beslissing willen laten,
direct noch indirect Kan het blad weer
leggen wat wij nog onlangs ook op gezag
Tan Dr. Jellinek beweerden, dat de volko
men vrijheid, vnn consciëntie aan de Bijbel
vaste christenen te danken is Dat juist
het zijn, die, hoewel voor zich het
gezag der Schrift erkennende, toch den
godsdienst enkel tot eene zaak van het
111 vut geweten verklaard hebben?
Ui °o ,0n?en begrijpen en eerbiedigen wij
j liberalen, die voor zieh aan
'i Bijbel geen goddelijk gezag toekennen,
«geren zich aan te sluiten bij kringen,
re ti' We' ^oen" *8 volkomen cor-
i Maar als zij nu daarom de antirevo-
'onairen om hnn geloof overal uitslui
ten, en de meening ingang doen vinden
dat deze menschen ongeschikt zijn om den
staat te besturen of de vrijheid belagen,
bewijzen zij o. i. daardoor dat in ons land
h et liberalisme in zijn wezen even exclu-
sivistisck (uitsluitend) is als het kerkisme
dat zij bestrijden, en dat zich nog steeds
hij zoo vele protestanten van allerlei rieh-
ting openbaart. Slechts wie zijn godsdienst
opvatting huldigt en het gezag verwerpt
van Jezus, van de Apostelen en Profeten
is bevoegd en gerechtigd in het publiek
leven zich te doen gelden. De andeven
worden geduld; men kan ze niet verdrii-
ven maar zij behooren te zijn een stille
partij.
Het eenige vereenigingspunt van jket
liberalisme ten onzent is dan ook het anti-
clerioalisme waarmee bedoelt wordttegen
stand tegen het historisch geloof der chris
tenheid. Het anti is zijn eenige band; ge
lijk hij zoovele protestanten, die alleen
in het anti-synodaal, anti-doleerend, anti-
Kuyperiaansch, anti-ethiseh of anti-roomsch
hun eenheid gevoelen.
Nog éen punt, wil de Ned. bespreken.
De liberale party, zegt het Handelsblad
heeft het grootsohe denkbeeld in toepassing
willen brengen van éene school voor alle
burgers. De ver wezenlij king van dat denk
beeld is mislukt door toedoen van hen, die
het kind liever willen inprenten wat ver
deelt dan wat vereenigt.
Wij gevoelen veel voor dat grootsche
denkbeeld. Inderdaad ware eene algemeene,
waarlijk nationale volksschool een zegen
geweest voor ons volk. Maar om die te
scheppen had een geheel andere weg moe
ten worden ingeslagen. Dan had men ons
volk niet een onmogelijk neutraal onder
wijs moeten opdringen, maar, zooals dit
b. v. in Schotland, en ook gedurende de
republiek ten onzent geschied is, aan den
Bijbel eene plaats in de school moeten
gunnen aan de predikanten den invloed
op de school niet moeten onthouden; wat
de inrichting van het onderwijs aangaat
zich moeten voegen naar de omgeving;
den onderwijzer moeten toestaan godsdien
stig onderwijs te geven, en daarnevens aan
de ouders de gelegenheid moeten waarbor
gen om hun kinderen dit laatste onderwijs
niet te doen bijwonen. In éen woord, men
had jegens allen tolerant moeten zijn, maar
niet een eigen schoolgodsdienst in de plaats
van de algemeen erkende christelijke reli
gie moeten schuiven.
Het tegendeel is geschied. Niet wij, niet
wij alleen ten minste, hebben beweerd en
aangetoond, dat de openbare school was
en moest worden „de secteschool der mo
dernen". Dat is, zoo kras en duidelijk
mogelijk, beweerd door denkers als Allard
Pierson, Prof. Rauwenhof en tal van ande
ren. Onze schoolgodsdienst had de strek
king de orthodoxe „opvatting" van het
christendom, zoowel als het geloof aan de
feiten die daaraan ten grondslag liggen
uit te roeien bij het volk.
Had men de school ontwikkeld zooals
in 1806 werd bedoeld, toen de school nog
vrijwel geleek op wat later de Vereeni-
ging van Christelijk nationaal Schoolon
derwijs bedoelde, had men met tact, met
vertrouwen, met liefde ook voor de
christelijke kerk gehandeld, dan ware het
„grootsche denkbeeld" wellicht werkelijk
heid geworden.
Geen onpartijdig beoordeelaar van onze
historie zal ontkennen, dat 4zelf verdediging
ons gedwongen heeft den strijd te aan-
paarden op het terrein waarop die ons
aangeboden werd. Wie de literatuur van
die dagen nagaat moet toegeven, dat een
geloovig christen zich niet kon neerleggen
hij een schoolstelsel, als ons hier te lande
werd opgedrongen.
In Engeland en Schotland kent men
toch ook wel „den modernen staat" Toch
kent men daar, vooral in Schotland, ook
een nationale volksschool, waarvan do
Bijbel niet wordt geweerdook daar
eerbiedigt men elkanders gevoelen maar
daar heeft men nimmer gepoogd in de
school een christendom in te voeren zonder
Christus en zonder Pijbel.
Het is inderdaad te bejammeren, dat
het liberalisme ten onzent zich niet tot
ware vrij zinnigheid kan verheffen, en zijn
dogma, zijn eenheid van stelsel, hoven de
natuurlijke vrijheid van opvatting en ver
schil van inzicht verkiest. Het zou zulk
een voorrecht geweest zijn, als nu eindelijk
in ons land gebeurde, wat in Engeland
reeds zoo lang geschiedt, n.l. dat men
niemand om zijn geloof onbekwaam', onge
schikt of onwaardig acht mede te werken
aan de publieke zaak. Als ook hier libe
rale staatslieden het echt vrijzinnige stelsel
op schoolgebied huldigden, dat b. v. in
Engeland steeds heeft bestaan. Als in één
woord de liberale politici zich uitsluiteud
met de maatschappelijke zijde der vraag
stukken hadden bezig gehouden, aan de
natie zelve overlatende te beslissen in
welke richting deze zich verkoos te ont
wikkelen. Na de optreding van het Ka-
binet-Mackay had men mogen verwachten
dat hun de oogen zouden zijn opengegaan.
Maar het heeft niet mogen zijn. Met
van Houten wordt weer langs geheel de
liberale linie geroepenhet clericalisme
is de vijand. Maar dat clericalisme is
niets anders dan wat wij noemen het
geloof in het oude Evangeliehet vast
houden aan de Heilige Schrift.
Gij wilt op dat gebied den strijd. Wel
nu Wij nemen den handschoen op. Met
Willem den Zwijger zeggen ook wy „Om
u de waarheid te zeggen, wij zien dat gy
ons wilt uitroeien, en wy willen niet wor
den uitgeroeid
Vrees voor Rome
De strijd door Dr. Kuyper in zijn He
raut gavoerd tegen het Katholicisme wordt
door den Heer M. A. Thompson besproken
in De Katholieken door dezen toegeschre
ven niet aan haat, maar aan vrees.
Tegen die meening verzet zich Dr. K.
en schrijft, wat dit betreft, ten antwoord
in zijn Herant
Vreeze voor Rome is ons ten eenemale
vreemd. We zouden die ongetwijfeld ken
nen, als we uitsluitend het oog gevestigd
hielden op de methodische concentrische
restauratie, waartoe de IR. kerk op aller
lei terrein de laatste halve eeuw gekomen
is. Maar die vreeze kan niet in ons sluipen,
als we rekenen met het feit, dat de aan
was in bevolking en politieke machtsbe-
teekenis van de protestantsche en Grieksche
Staten eenerzijds, en die van de Roomsehe
Staten anderzijds, zoo in Europa als Ame
rika, er onverbiddelijk toe leiden moet,
om èn proportioneel èn absoluut de we-
reldbeteekenis van de Roomsehe hiërarchie
te doen dalen.
Dit feit is zoo notoir, dat wie de ont
wikkeling der wereldhistorie nagaat, geen
vrees voor hiërarchische oppermacht van
Rome's zijde meer kan voelen opkomen.
Een feit daarom nog te éclatanter, omdat
zelfs in de speeifie» Roomsehe landen het
Staatsbeleid niet meer naar de beginselen
van Filips en Alva, maar, zij het ook met
zekere beperkingen, naar de grondstellin
gen van Willem den Zwijger wordt gevoerd.
Het lolerari posse van de gewetensvrij-
heid in specifiek Roomsehe Staten houdt
eene veelzeggende bekentenis van machte
loosheid in.
En waar aldus voor vveeze ten aanzien
van Rome geen sprake is, verheugen we
ons veeleer in tweeërlei. Vooreerst in den
steun, dien Rome, in den strijd met het
atheïsme en materialisme, aan de christelijke
belijdenis biedt. Ook ten onzent ware
zonder dien steun aan een schoolwet, als
de Min. Mackay ons schonk, van verre
niet te denken geweest. En ten tweede,
wijst de methode, waarlangs de Roomsehe
kerk tot restauratie kwam, ook ons Cal
vinisten den weg, om tot,nieuwe vastheid
vau formatie en tot het voeren van een
methodischen etryd te geraken.
Pas heeft het kiesdistrict Hilversum
den last en de kosten eener tusschentijd-
sche kamerverkiezing achter den rug, of
de beurt is aan 't daar vlak aangrenzeode
kiesdistrict Breukelen, om zich nog eens
voor eene kamerverkiezing druk te maken.
De heer mr. W. J. Rooyaards van den
Ham, lid der tweede kamer voor Breuke
len, overleed gisteren.
Hij behoorde tot de oud-liberale paitij.
Bij de nieuwe indeeling der kiesdis
tricten werd de heer Rooyaards (1888)
gekozen in 't district Breukelen, en zulks
niettegenstaande de liberale partij daar
slechts over een derde der stemmen be
schikt. Bij herstemming tusschen hem en
den Roomschen candidaat Van Wyck vie
len de antirevolutionaire stemmen hem by,
en dit geschiedde andermaal bij zijne af
treding in '91. Ook in '94 werd hij her
kozen, doch toen gaven de Roomschen
den doorslag. Van hunne houding zal 't
ook nu wel weer afhangen of een Antire
volutionair dan wel een Liberaal zal wor
den afgevaardigd.
Zelden is een minister door een Kamer
lid de Biliton-quaostie, waarbij Keu-
chenius zoo schoone triomfen behaalde
op den toenmaligen minister van koloniën,
uitgezonderd zoo schaakmat gezet als
de minister Van Houten bij de interpellatie
Bredius door den heer Lobman.
Een zeer lange niets ter zake dienende
rede van den minister bevatte aanhalingen
uit allerlei kattebelletjes van Franken en
Bredius zelf en anderen, die hij in zijn
voordeel meende te kunnen gebruiken.
En zie, punt voor punt werd door den
Goeschen afgevaardigde weerlegd en met
de stukken de onjuistheid van 's ministers
beweringen aangetoondzelfs brieven van
genoemde heeren Franken en Bredius voor
gelezen om juist het tegengestelde te be
wijzen.
In de zaak van dr. Bredius heeft de
minister dit is dan ook de algemeene
indruk 1 het afgelegd.
En zie nu verschijnt in de bladen
nog een mededeeling dat de minister zelfs
't schrijven van dr. Bredius waaruit hy aan
leiding tot de benoeming van den heer
Waller vond, verkeerd heeft begrepen of
weergegeven.
De heer Bredius had nl. aan den minis
ter geschreven „ik moet uit de stad en
verzoek u voor dien tijd weder op de eene
of andere wijze voor een plaatsvervanger
te zorgen".
Dat weder staat niet in de Handelingen
en daar kwam 't toch op aan; want be
doeld werd een plaatsvervanger zooals
meer werd aangesteld (voor brandgevaar,
enz.) als de heeren Bredius en Hofstede
de Groot afwezig waren.
Intusschen heeft de jKoningin Regentes
op zijn aanvrage om omslag geantwoord
dat deze buiten beschikking blijft. Dit
heeft de interpellatie waarschijnlijk uitge
werkt en de kans sch^nt gebleven dat dr.
Bredius voor de kunst en voor 's lands
dienst behouden wordt.
In de tweede kamer heef* zich j.
Donderdag, by de benoeming van een
lid der Gemengde Commissie voor de
Stenographie het aangename geval voor
gedaan, dat van de 80 aanwezigen 74
hunne stem hebben uitgebracht op een
antirevolutionair.
Er werden toch uitgebracht op elk der
heerenLobman 50, Seret 10, Kuyper
5, Mackay 3, Van Alphen 3, van Limburg
Stirum 1, Lucasse 1 en Beelaerts 1.
Indien de conservatieve en liberale
partijen buiten de Kamer even weinig
uitsluitend waren als zij zich in de
Kamer openbaren, zou de verkiezingstrijd
heel anders gevoerd worden. Doch zoo
ver hebben deze partyen het nog niet
gebracht.
De Belgische oud-minister De Burlet,
laatst gezant te Lissabon, is op 53 jarigen
leeftijd gestorven. Als burgemeester van
Nyvel werd hij in 1884 tot lid der
Kamer gekozen in 1888 werd hij niet
herkozen, doch hij werd opgenomen in
het ministerie Beernart. In 1895 moest
hij wegens conflict met den leider
der Belgische clericalen, Woeste, en om
gezondheidsredenen zijn ambt neerleggen.
Hij was geen populair man, doch laat den
roem na van een man uit één stuk ge
weest te zijn. En dat wil in dezen tijd
van karakterschaarste nog wel wat zeggen.
Een- en andermaal ;wezen wij op het
schandaal der opiumpacht op Java. Thans
vernemen wij uit een der Javasche bladen
eenige staaltjes over „de wijze waarop
de opiumpacht, met behulp van onze amb
tenaren haar spel dryft", ditmaal uit Joana
(residentie Japara)
Den 29en December werd door de poli
tie aldaar huiszoeking gedaan bij een Chi-
neeschen kleinhandelaar, die verdacht
werd clandestien opium in huis te hebben.
By die huiszoeking waren aanwezig de
wedono, de opiummantri, Chineesche
wijkmeester en nog vele mindere politie
dienaren, .waaronder zekere Soerowarno,
spion van den wedono en van den opium-
prchter tefens.
De Chinees, wetende dat de „spion" van
de pacht ook smokkelaars weet te maken,
eischte, voordat de huiszoeking begon, dat
de mindere beambten der politie aan den
lijve werden onderzocht. Het resultaat was
dat uit Soerowarno's buiuband een darm
met opium te voorschijn kwam. Bij de
huiszoeking weid eohter niets gevonden;
voor de zooveelste maal had de pachter
zijn 'macht en politie misbruikt, om te
trachten een onschuldige in het verderf
te storten.
Het onderschuiven van opium tij huis
zoekingen is te Joana de meest alledaag-
sche gebeurtenis. Tal van inlanders en
Chineezen worden op die wyze in het
verderf gestort. Inlanders, die hunne vrou
wen of dochters niet willen afgeven aan
het pachters8chuim, Cbineezen, die zich
op de eene of andere wyze den haat of de
vijandschap van den pachter of diens be
dienden op den hals gehaald heb
ben, talloos velen zijn door een valsche
aanklacht van den pachter ongelukkig ge
maakt. Een enkele huiszoeking, en de man
dien men treffen wil, is er bij.Soerowar
no's telt de opiumpacht bij tientallen in
haar schandelijk gevolg. En slechts zeer
weinigen, inlanders zoo goed als nooit,
hebben den moed vooraf een onderzoek
aan den lijve te eischen, wel wetende dat
hun ondergang reeds besloten is, maar te
gedwee, te bevreesd om zich zelf maar te
trachten te verdedigen. Ontloopen zij den
pachter nn, zij stellen immers hun noodlot
slechts uit
Wanneer zal Nederland zich laten ver
lossen van dezen opium-vloek
De toestand op Creta.
De vertegenwoordigers der zes groote
mogendheden hebben een gelijkluidende
nota aan de Grieksche regeering overhan
digd welke nota de verklaring behelst dat
Kreta zal worden verheven tot een onaf-
hankelyken staat met zelfregeering doch
onder suzereiniteit van den Sultan en den
eisch stelt dat binnen zes dagen de Griek
sche oorlogsschepen en troepen naar Grie
kenland moeten teruggekeerd zijn.
Inmiddels verkeert de Sultan in een
moeilijk parket. Vele Turksche soldaten
toch weigeren verder dienst wanneer hun
de soldij niet wordt uitbetaald. De gen
darmerie is reeds vijftien maanden ten
achter. Zij sloeg gisteren aan het muiten,
en dreigde de stad (Kania) met verwoes
ting. De Europeesche troepen dempten het