NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. €ffile Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH Jlo. 59. 1897. VERSCHIJNT F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Dinsdag 16 Jfeati. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p.0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN G. M. KLEMKERK, te Goes en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. VOORSTEL VAN WET van den heer Pyt- tersen, houdende bepalingen tot het tegengaan van overmatigen arbeid in brood-, beschuit-, koek en banketbakkerijen en broodfa brieken. Uittreksel uit de Memorie van Toelichting. Gebruik makende van het recht van initi atief, heeft de heer Pyttersen, lid van de Tweede Kamer, een ontwerp van wet ingediend houdende bepalingen tot het tegengaan van overmatigen arbeid in brood-, beschuit-, koek- en banketbakkergen en in broodfabrieken. Het gebruik van het recht van initiatief in deze wordt z. i. gewettigd door de al gemene overtuiging, dat er in 't bakkers bedrijf misstanden bestaan welke behooren te worden weggenomen, alsmede door de omstandigheid, dat van de zijde der Regee ring geene voorstellen in dien geest te verwachten zijn, nadat de minister van binnenlandsche zaken verklaarde het ver bieden van Zondags- en nachtarbeid in het bakkersbedrijf niet met zijne beginselen te kunnen overeenbrengen, ook al zou hij wel een» willen zien als de proef geno men werd. Bij zijne poging om de door den minis ter van binnenlandsche zaken bedoelde „proef te nemen, rekent de voorsteller op de welwillende medewerking der regee ring. Het ia de toestand van het bakkersbedrijf die eene regeling noodig maakt in aanmer king genomen, dat het de eischen er concur rentie zijn, niet de krachten van den werk- man,die tot maatstaf worden gesteld bij de re geling van den werktijd het onthouden van den rusttijd, van nacht- en Zondagsrust. Zij is noodig ook in het belang van het publiek, hetwelk eischt, dat,het brood, een der voornaamste voedingsmiddelen, zoo zuiver mogelijk worde bereid, waartoe noodig is dat de bakkerijen zindelijk ge houden worden en de gezellen tijd vinden a»n de reiniging van hun lichaam voldoen de zorg te besteden. De legeling strekt zich uit zoowel tot alle brood-, beschuit- en koekbakkergen en broodfabrieken, als tot de banketbakkerijen hoewel erkend wordt dat het verbod van Zondagsarbeid bij de gewoonte van een deel van bet publiek om juist den Zondag te gebruiken tot het geven van partijen, voor de banketbakkerijdn eenige moeielijk- heid kan opleveren. Nog wordt rekening gehouden met den eiscb van bet bedrijf dat in bijzondere ge vallen, bijv. met St. Nicolaas, gedurende de kermis, of bij feestelijkheden, de ar beidstijd kunne worden verlengd. De voorsteller heeft zich bepaald tot het overnemen van de strafbepalingen der ar beidswet voor dergelijke overtredingen. Veel wat 4e uitvoering dezer wet be treft, wordt geregeld door de bepalinf* der Arbeidswet. Hoewel bij de ontworpen regeling uit sluitend gelet is op de wenschen van vele patroons en gezellen, voorziet men toch eene herziening der wet binnen een niet te lang tijdsverloop, als wanneer de in stelling van Kamers van arbeid een feit zal zijn, en het komt hem mitsdien ge- wenscht voor aan den wetgever de ver plichting op te leggen, alvorens tot die herziening over te gaan, de voorlichting te vragen van de Kamers, waarin het bakkersbedrijf is vertegenwoordigd. De inhoud van het door den heer Pyt tersen ingediende wetsontwerp is als volgt Art. 1. Onder arbeid verstaat deze wet alle werkzaamheden in of voor het be drijf van brood-, beschuit-, koek- en banket bakker en in broodfabrieken verricht. Art. 2. Onder werkplaats en fabriek "verstaat deze wet elke zoowel open als besloten ruimte, waarin voor het in art. 1 genoemd bedrijf wordt gearbeid. Keukens en soortgelijke inrichtingen, Vaarin alleen voor eigen gebruik gebakken wordt, worden daaronder niet begrepen. Art. 3. Deze wet is niet van toepassing op gestichten, hotels, restauratiën, eet huizen en gaarkeukens, noch op het be drijf van kok, voor zoover alleen gebakken wordt voor eigen gebruik. De uitzondering in het 1ste lid van dit artikel gemaakt, vervalt zoodra men door levering van waren buiten den kring van het eigen verbruik, in concurrentie treedt met de bakkerijen. Deze wet is niet toepasselijk op werk plaatsen en fabrieken staande onder beheer en toezicht van het rijk. Art. 4. Het is verboden personen die den veertienjarigen leeftijd niet hebben bereikt, arbeid te doen verrichten. Art. 5. Het is verboden gedurende de laatste vijf werkdagen der week den arbeid te doen aanvangen voor zes uur v.m. Op den eersten werkdag der week mag met den arbeid worden aangevangen om drie uur v.m. Vereischt de herstelling of reiniging van gereedschappen, stoomketels of machines een vroeger aanvangsuur, dan kan door den burgemeester daartoe schriftelijke ver gunning worden verleend. Art. 6. Het is verboden tusschen Zaterdag des nachts twaalf en Maandag des voor middags drie uur arbeid te verrichten of te doen verrichten in fabrieken en werk plaatsen. Art. 7. Het aantal uren, gedurende welke dagelijks arbeid mag worden verricht be draagt voor personen beneden den leeftijd van achttien jaren, gedurende de eerste vgf werkdagen der week, niet meer dan tien. Deze werktijd mag op den zesden werkdag met niet meer dan vier uren worden verlengd. Voor personen boven den leeftijd van achttien jaren bedraagt het dagelijksche aantal werkuren, gedurende de eerste vgf werkdagen der week, niet meer dan twaalf. Deze werktijd mag op den zesden werk dag met niet meer dan zes uren worden verlengd. Hieronder is begrepen het buiten de werkplaats of fabriek verrichte loopwerk. Art. 8. De dagelijksche werktijd moet worden afgewisseld door rust- en schaft tijden, welke gezamelijk niet minder dan twee uren mogen bedragen. Deze rust- en schafttijden komen in mindering van den in art. 7 bepaalden werktijd. Art. 9. Voor hen, die den wekeljjkschen rustdag niet op Zondag vieren, geldt het bepaalde in art. 6 voor den dag Vooraf gaande aan dien waarop de rustdag is vastgesteld, onder dien verstande, dat de arbeid steeds eenmaal 's weeks, gedurende het in art. 6 bepaalde aantal uren, moet worden gestaakt. Art. 10. In bijzondere gevallen kandoor den burgemeester schriftelijk vergunning worden verleend om den werktijd voor de eerste vijf werkdagen bepaald, met twee uren te verlengen. Deze vergunning kan slecnts twee malen 'sjaars en voor ten hoogste tweemaal vgf werkdagen worden verleend. Art. 11. Overtreding van deze wet wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste vijf dagen of zeventig gulden boete. Art. 12. Voorschriften omtrent de uit voering van de bepalingen dezer wet worden door Ons bij algemeenen maatregel van bestuur gegeven. Art. Deze wet treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip. Zij moeten worden herzien binnen vijf jaren na den dag harer inwerkidgtreding, de Kamers van Arbeid, waarin het bakkers bedrijf is vertegenwoordigd, gehoord. Art. 14. Deze wet kan worden aange haald als „Bakkerswet". De regeling strekt zich niet uit tot het loopwerk, buiten fabrieken en werkplaat- op grond dat dit loopwerk het rond brengen van het brood enz. bij de klan ten geheel afhankelijk is van den ar beid in de bakkerijen, Ook het wetsvoorstel verklaart de ver bodsbepalingen niet toepasselijk op instel lingen, gestichten, inrichtingen enz. waar gebakken wordt voor eigen gebruik alleen, b.v. groote hotels, restaurants enz., die zich speciaal zouden inrichten voor het bakken van het benoodigde brood enz. Indien echter restaurateurs, koks en dergelijke, in concurrentie tredend met bakkergen, hunne waren ook buiten den kring hunner gewone verbruikers leveren, kunnen zij zich niet langer op de uitzon dering teu hunnen behoeve beroepen. De voorgestelde regeling wordt evenmin uitgestrekt tot de werkplaatsen staande on der beheer of teezioht van het Rijk. Het ontwerp bevat voorts het verbod van den arbeid van jongelieden beneden den veertienjarigen leeftijd. De nachtarbeid wordt afgeschaft, en voor gesteld wordt den arbeid om 6 u. des v. m. te doen aanvangen, en de voorstel ler meent dat het bezwaar dat het publiek dan 's morgens verstoken zal zijn van versch brood, voldoende wordt opgewogen door de voordeelen welke deze regeling afwerpt voor patroons en gezellen beiden. Slechts wordt eene uitzondering gemaakt voor den eersten werkdag, daar tengevolge van het verbruik en het niet bakken op Kondag de voorraad alsdan is uitgeput. Aangezien de verwezenlijking van het denkbeeld em den arbeid op Zaterdag te beperken tot des n. m. 6 uur, bleek af te stuiten op moeilijkheden aan het bedrijf eigen, wordt eene regeling voorgesteld, welke zoowel door patroons als gezellen wordt gewenscht en uitvoerbaar wordt geacht, en waardoor de zoo gewenschte Zondagsrust wordt verkregen. Eene afzonderlijke regeling te maken voor den arbeid van jongelieden tusschen 14 en 16 jaar, zou voorsteller strijdig vin den met het belang der ^betrokken perso nen zoowel als met de eiscben van bet bedrijf. Daarentegen bestaat er geen bezwaar, hun arbeidstijd met twee uren te verkor ten, en dien, met inbegrip van het loop werk, te stellen op tien uren. Het vaststellen van den normalen ar beidstijd voor de gezellen op twaalf uren is zoowel door patroons als gezellen wen- schelijk geoordeeld. Alleen wordt eene uitzondering gemaakt voor den Zaterdag, wanneer de meerdere behoefte voor den Zondag verlenging van arbeidsduur noodig maakt. Eveneens wordt het voldoende geoordeeld het verschaffen van rusturen voor te schrij ven. Onbillijk beschouwt voorsteller't het verbod van zondagsarbeid uit te breiden tot de Israëlitische bakkers, en voor hen wordt eene regeling op gelijken voet in het leven geroepen, en tevens mogelijk misbruik gekeerd. w Hoe is de toestand op Creta Letten wij eerst op den toestand in Griekenland. Daar is het gansche volk in groote geestdrift om de broeders op Creta te hulp te komen. Het ministerie en ket koninklijk huis wordan met de beweging meegesleept, gelijk het wel eens meer gaat, dat gevoel bet wint van gezond verstand en laatst genoemde ondanks zichzelf met eerstge noemde mede moet. In de Kamer van Afgevaardigden werd de mededeeling van den eersten minister dat twee Grieksche stoomschepen naar de Cretenzer wateren gezonden waren, met buitengewoon enthousiasme ontvangen. De zaal weergalmde enkele minuten van zulk een eenstemmig hoera, als nog nimmer gehoord was. Zelfs de oppositie deed mee wat meer zegt zij ging voor om de regee ring te machtigen alle noodige verdere maatregelen te nemen. Eenj voorstel der oppositie in dien geest werd met algemeene stemmen aangenomen. En toch wie doordenkt en nadenkt, is niet gerust dat dit zoo big ven zal. Aan die geestdrift zal de breidel moeten worded aangedaan. Vooreerst doordat de Christenen, zij 't dan ook uit wraak na jarenlange mishan delingen, al eren schuldig staan aan den opstand als de Muzelmannen. Hoe kan hier dus sprake zijn van bevrijding? Het zal derhalve noodig zijn dat Griekenland zijne band aftrekt en de mogendheden de rust herstellen. Het is wel jammer dat deze derde po- ping van het Grieksche volk, na ds pogin gen van '86 en '89, om Creta met Grie kenland te vereenigen, weder schipbreuk lijdt. Immers in elk geval beeft Creta nu reeds jaren lang tegen zijn zin het juk der Muzelmannen gedragen. Deze ongereehtige toestand moest niet worden bestendigd. En al de inspanning der verdrukten en al de genegenheid der Grieksche vrijwilligers zal niet kunnen beletten dat Christen-mogendheden de Chris tenen op Creta zullen dwingen om de macht van den Turk te sterken of den rug te krommen onder het juk van den Mohamedaan. De laatste berichten melden inmiddels dat de toestand meer gespannen wordt. De christenen hebben het fort van Canea beschoten. Toen het vuren begon verliet de gouverneur bet eiland en begaf zich aan boord van een Russisch oorlogsschip. Te Athene is bericht ontvangen over de fusillade van Haleppa. De reservelichtingen van 1893 en '94 zgn opgeroepen. Na de revue heeft de troonopvolger zich met drie regementen op drie stoomschepen in gescheept naar Piraeus. De vertegenwoordigers der verschillende mogendheden hebben hun bezwaren inge diend bij de Grieksche regeering, welke antwoordde dat zij zich den toestand en haar verantwoordelijkheid zeer goed be wust is. Ingevolge dit antwoord besloten de mo gendheden tot bezetting der meest bedreig de punten Rethymo en Canea tot bescherming der Muzelmannen. Een verbitterde strijd wordt inmiddels voortgezet. De Engelsche admiraal heeft in last elke botsing tusschen Turken en Grieken te beletten. Prins Nicolaas begaf zich met Russisohe troepen naarj het too- neel van den strgd. In het paleis te Athene heerscht groote bedrijvigheid. De koning zelf nam de lei ding der zaken, op Creta betreffende, in handen. Een aantal stoomschepen zijn ter be scherming der christenen op Creta aange komen. Troepen zgn geland. 15 Febr. '97. Bij Kon. Besluit is benoemd tot burge meester der gemeente Wolphaartsdijk C. Koert, secretaris dier gemeente. MIDDELBURG. Woensdag 17 Februari te 2Vs uuri openbare zitting van den gemeen teraad ter behandeling van onderstaande zaken Ingekomen stukken. Benoeming lid be stuur godshuizen. Wijziging reglement Ka mer van Koophandel en fabrieken en ver ordening algemeen plaatselijke politie. Aan vraag concessie tot tolheffing op den Veer- schen straatweg. Instructie klokkenist Ab dijtoren. Af- en overschrijvingen begrooting schutterij 1896.2e suppletoir kohier inkom sten-belasting 1896. Adres J. Kamermans, betreffende ligplaats van zijn schip. Voorstel van burg. en weth. naar aanleiding adres C. D. Nagtplas Versteeg, betreffende het geven van vergunning tot aanleg van elec- trische geleidingen boven of onder gemeente wegen. Rekening Kamer van Koophandel en fabrieken over 1896. Voorstel van burg. en weth. naar aanleiding van het verzoek van bewoners van den Veerschen Singel, om eene brug over de vest lialverwoge de brug bij de Koepoort en de Veersche brug. Af- en oveischiijving gemeen te-begrooting 1897. Af- en overschrijving begrooting bur gerlijk armbestuur 1896. Goes. Vrijdagavond vergaderde de gemeenteraad onder voorzitterschap van den burgemeester. Tegenwoordig al de leden. Medegedeeld wordt onder meer dat enkele aanbestedingen hebben plaats gehad dat mej. H. Emanuel hare betrekking aau school B heeft aanvaard dat de kweeke- lingen Windhorst en Dagevos op hun verzoek eervol ontslagen zijn en in hun plaats zgn benoemd N. Zandee en P. v. d. Male, dat mej. Marie v. Heel hare benoe ming tot regentes van het Gasthuis niet heeft aangenomen,; dat de overige dames en heeren in de vorige vergadering be noemd zich eene herbenoeming hebben laten welgevallendat de heeran Adam en mr. Dicke zijn herbenoemd resp. als voorzitter en secretaris der openbare ge- zondheidscommitsie De Voorzitter zegt dat de stukben be trekkelijk de verzamoling van faecale stoffen, met praeadvies van B. en W. ter visie liggen ea voor deze zaak een speciale raadsvergadering zal worden belegd. De Voorzitter zegt dat bij B. en W. zich is komen beklagen de vorige pachter Dirkse, over eene clausule in 't voorstel van B. en W". luidende „De onder vinding met den vorigen pachter opgedaan, geeft B. en W. geen vrijheid om de zaak opnieuw aan zijne leiding toe te vertrou wen". Hiervan was door sommigen ge maakt dat Dirkse zgn eer wa» ontnomen, dat zgne eerlijkheid was aangetast, en een smet op zgn naam was geworpen. B. en W. hebben echter Dirkse verklaard dat znlks in hunne bedoeling niet gelegen had. Bedoeld was de vele klachten van het publiek over ongeregeld leegan der putten, en van de afnemers over on voldoend sorteeren der mestspecie. Spr. meent door deze mededeeling Dirkse te hebben tevreden gesteld. Na mededeeling van verschillende inge komen stukken zegt de voorzitter de Nieuw jaarscommissie dank voor haar optreden. Het verzoek van F. D. Chamuleau om eervol ontslag als onderwijzer aan school B wordt ingewilligd en 't ontslag bepaald in te gaan op 1 Maart, a. De heer Van der Leeuw zegt dat de vele mutatiën aan genoemde school doen ver moeden dat er daar iets niet in den haak is. En Spr. weet dat wel zeker ook. Er wordt namelijk op die school avond school gegeven en aan de andere scholen niet. Daarvoor moest eenige vergoeding worden gegeven. Dan zouden zij niet zoo spoedig heengaan. Nu toch is er kans dat met 1 Maart een heele klasse naar huis gezonden wordt bij gebrek aan een onderwijzer. Hier lijdt het onderwijs onder. Spr. wenscht dat B. en W. iets zullen doen om in dien toestand verbete ring te brengen. De Voorzitter zegt dat er honderden scholen in hetzelfde geval verkeeren, dat er gebrek aan onderwijzers is. B. en W. hebben dan ook juist eene nieuwe tracte- mentsregeling ontworpen waardoor men hoopt de onderwijzers meer te kunnen behouden. Namelijk door na verloop van een dienstjaar het salaris eenigszins te verhoogen. Voorts zegt Spr. dat in April weer eenige honderden nieuwe onderwijzers zullen komen, wijl een bijzonder groot getal dit jaar examen doen. De heer Ramondt zegt dat een toelage voor het avondschoolouderwijs aan enkele onderwijzers niet mag verleend worden, dewijl de verplichting om avondschool te houden op allen rust. Trouwens aan de scholen A en C is een avondschool verbonden, de eerste tot voorbereiding voor de meisjesschool, de laatste voor her halingsonder wijs. Er zgn echter geen leerlingen voor. Doch de order is zoodra er zich ecu leerling voordoet, dat dan terstond de avondschool weder gehouden wordt. Het bestuur der Roomsche School vraagt om f 50 toelage tot belooning voor trouw schoolbezoek der leerlingen aan genoemde inrichting. B. en W. stellen voor, nu dat der Chr. School met 223 leerlingen f100 geniet, aan dat der Roomsche School met 119 leerlingen f50 toe te kennen. De heer Van der Leeuw is in principe tegen subsidie wijl er een Comité bestaat

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1897 | | pagina 1