NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
Jto. 51. 1897.
Doniferifag 28 ïanuaii.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
St 111
VERSCHIJNT
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Personeele Belasting.
Buitenlandsch Overzicht.
KLKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers
UITGAVE VAN
G. M. KLEMKERK, te Goes
EN
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Na de sluiting onzsr artikelenreeks over
deze aangelegenheid vonden wij in de groote
bladen nog de onderstaande inlichtingen
van regeeringswege, omtrent de toepassing
der wst. Wij lezen onder meer het vol
gende
„Wanneer in een winkel geregeld kan
toorwerkzaamheden worden verricht door
personen, die met de bediening van den
winkel niets te maken hebben, dient het
lokaal niet uitsluitend tot winkel en kan
de vermindering der huurwaarden evenmin
als de remissie worden genoten.
Ook vallen buiten de omschrijving der
wet de winkels, waar, zsoals in vele slij
terijen cd banketbakkerswinkels, geregeld
gelegenheid wordt gegeven het gekochte
te gebruiken. Dergelijke lokalen zijn niet
meer uitsluitend winkel.
De kantoren van agenten van buiten-
landsche huizen, waar op monsters wordt
verkocht, zyn reeds volgens het spraakge
bruik geen winkels.
Twee feiten moeten samengaan, zal er
in den zin der nieuwe wet eene haardstede
zijn: lo. het aanwezig zijn in een vertrek
van «en kachel; 2o. de mogelijkheid om
de kachel in dat vertrek te gebruiken zon
der eerst metsel- of pleisterwerk geheel of
gedeeltelik weg te «omen of althans te
beschadigen.
Ieder belastingplichtige kan vermijden
te worden aangeslagen voor een vertrek,
waar hij niet stookt of voornemens is te
stoken. Immers, staat ei geen kachel, dan
wordt er geen haardstede geteld, ook al
is er feitelijk eene opening in den schoor
steenmantel #f in den wand, waardoor do
rook van een kachel zou kunnen worden
weggeleid. Staat er wel een kachel, echter
niet tot gebruik bestemd, en ia er eene
opening als zooeven bedoeld, dan is het
slechts uosdig te zorgen, dat zij voor den
aanvang van het belastingjaar door metsel-
sf pleisterwerk w«rde gesloten (hat weg
nemen van de kachelpijp zou niet vol
doende zijn).
Worden één of mar gangen, portalen of
trappen van een perceel verwarmd, dan
wordt deswege het aantal haardsteden steeds
één hooger.
Indien een lokaal met eene haardstede
bij twee belastingplichtigen in gebruik is
(b.v. een zoogenaamde snuiver), is er geen
bezwaar tegsn dat ieder wegens de meer
dere belasting slechts voor de helft wordt
aangeslagen.
Ovens blij ven buiten aanmerking ;een oven
is noch een stookplaats noch een stooktoestel
of een warmteleider.
De toestellen, die gebruikt worden zonder
dat de verbrandingsproduoten opzettelijk
(door een afvoerbuis), uit het vertrek wor
den verwijderd, zijn vrij. Hieronder vallen
dus sommige petroleum- en g- skachels.
De beantwoording der vraag wat onder
«en rijtuig te verstaan, moet aan de praetijk
worden overgelaten, daar een voor het doel
bruikbaar algemeen kenmerk ontbreekt.
Karren en dergelijke voertuigen tot het
transport van goederen vallen vanzelf bui
ten de belasting. Als zoodanig voertuig
tij eene gelegenheid anders dan bij wijze
van beroepsuitoefening voor personenver
voer wordt gebezigd, wordt het daardoor
nog geen rytuig.
Aquarellen bebooren tot de schilderijen
m wet ^er uitzondert,
lot dergelijke voorwerpen als piano's,
e ooren ongetwijfeld huisorgels. Draag-
e muziekinstrumenten ziin door de laatste
..-Behangsel, of gobelins, die aan den muur
511 bevestigd, kunnen niet tot de stoffeering
worden gerekend, maar bebooren in aan-
merkiig te komen bij de bepaling der huur-
Wa,'jr. van het percesl.
Bij verkoop onder normale omstandig
heden ter plaatse daartoe geschikt. De
aanwezigheid van het mobilair op min of
Weer afg«leg#n plaatsen is dus geen reden
tot lage taxatie.
Bedienden in logementen, koffiehuizen
enz., die uitsluitend in het bedrijf werk
zaam zijn, vallen buiten de belasting, omdat
de persoonlijke diensten welke zjj prestoeren,
niet aan hun meester of diens gezin worden
bewezen.
De wet spreekt uitdrukkelijk van hoofd
bewoner, en als zoodanig vait o.a. niet te
beschouwen bot bestuur eener inrichting
van onderwijs. Deze bepaling ziet dus niet
op de gedeelten vau dergelijke inrichting,
die door leeraren en beambten werden
bewoond. Deswsge zijn die personen zei ven
belastingplichtig en wel ieder afzonderlijk
voor de bjj hen in gebruik zijnde ver
trekken.
De Eerste Kamer heeft, na een vry lange
discussie, al de begrootingen goedgekeurd,
en de vestingwet aangenomen met ,23 tegen
16 stemmen. Tegen stemden liberalen uit
het Noorden en vijf Roomschen.
Ook wij hebben eenige weken geleden
„Vragensmoede" het beroemde boek
van freulë De Savornin Lohman, de doch
ter van den oud-gouverneur, gelezen; dat
boek dat, nauw verschenen, reeds een twee
den druk beleeft en gesierd wordt met het
portret dezer pasbeginnende schrijfster.
Doch ook wy hebben het boek na de
lezing, geheel onbevredigd terzijde gelegd.
Wie «enigszins van nabij do zaken en
personen, ook in de antirevolutionaire
party kent, zal dit kunnen verklaren.
De schrijfster gunt ons een kijk op den
leider der antirevolutionaire partij, op den
leider in het „anti-liberale" kabinet, op den
„losgelaten" geestverwant, met wien wel
een bepaald persoon, doch geen minister
schijnt bedoeld, op den godsdienst van zeker
aristocratisch soort Calvinisme, en op zoo veel
dat ons denken doet aan tot passie ge
worden tegenzin, bij velerlei kwellende
onrust over 't gemis van dien Eenige die
't weggeworpen ritualistisch geloof dezer
fijngevoelige en scherp wondende sohrijf-
ster moest vervangen.
Dat al dadelijk de Nederlander alle
geestverwantschap met dat boek afsneed,
en de Standaard zich niet al te zeer de
speldeprikken dezer talentvolle roman
schrijfster aantrok, was ons dan ook een oor-
saak van genoegen.
Noch de antirevolutionaire partij, noch
het deege Calvinisme, gelijk dit voortleeft
in zoo menig gezin, waar wij de schrjjfster
zoo gaarne hadden zien verkeeren om wat
beter op do hoogte te komen, behoeft zich
iets van hare voorstelling aan te trekken.
Zij mist den kijk op beide die tot juist
oordselen in staat stelt.
En met Netscher Holl. Revue
zeggen wy „deze plaats, door de kunst
geheiligd, behoorde vrij te zyn gebleven
van dsn walm der kleine hartstocht".
En met Zaalberg Hervorming „is
het Calvinisme dat zij beschrijft het
Haagsche, dan is dat er een van den kou
den grond."
En wat, naar het schijnt, de geestelijke
mo'ieven van dezen roman betreft.
Het verhaal eindigt met de beschrij ving
eener weenende weduwe op den grafsteen
van haar man. Het is derhalve een ver
haal zonder slot. Kome de schrijfster nog
eenmaal tot het schrijven van dit laatste
hoofdstuk uit eene rijk gezegende ervaring.
Het antwoord, de oplossing, de verzoening,
de volle vrede, het ligt alles in den Ge-
kruisten Christusin Hem alleen Moge
dit moe geweende oog eens Hem zien, dit
„vragensmoede" hart spoedig Hem vinden,
en den zegen bezitten van zijn woord
„Komt herwaarts tot mij, allen die ver
moeid en belast zijt, en ik zal u rust
geven.
„Neemt mijn juk op u en leert van mij
dat ik zachtmoedig ben en nederig van
harten gij zult ruste vinden voor uwe
zielen.
„Want mijn juk is zacht en mijn last
is licht. (Matth. 1128, 29)."
K
In de bladen kon men deze weekiezen
dat hevige stormen de Spaansche kust
teisterden, zelfs zoo dat 24 visschersschui-
ten met man en muis moeten zijn vergaan.
Van dien storm hebben wij hier in den
nacht van Maandag op Dinsdag een staartje
gehad.
Nog werd gemeld van sneeuw en storm
in Frankrijk. Sommige plaatsen waar het
erg was, worden met name genoemd. Te
Havre bijv. kwam er zulk een heftige
sneeuwjacht uit het Oosten, dat in som
mige wijken de tram den dienst moest
staken buiten de stad lag de sneeuw 50
cM. hoog.
Te Constance werd het Zaterdagmiddag
plotseling zoo donker, dat met zich midden
in den nacht had kunnen wanen.
Te Reims lag in een oogenblik 14 cen
timeter sneeuw. St. Etienne kan slechts
met groote moeite de gemeenschap met
de omliggende dorpen onderhoudende
treinen ondergaan groote vertragingen.
Ook van deze sneeuwjachten hadden wij
hier deze week een staartje.
Uitgezonderd het stranden van de Gel
derland vernamen wy gelukkig niet van
onheilen.
Het Zwarte Werelddeel vraagt in den
laatsten tijd de meeste aandaoht en be
langstelling. Dit komt veoral wel daar
van daan, dat de zonen van Jalet op
veel te tastbare wijze zich kennen doen
als begeerig »aar de tenten van Cham,
hetwelk by de bewoners van Afrika
natuurlijk niet zoo vriendschappelijk werdt
opgenomen.
En nu zijn 't wel niet alleen kinderen
van Cham, die zich in Afrika tegen de
heerschappij van het Europeesch element
verzetten. Maar de jreactie tegen tyrannie
en statonroof op groote schaal doet zich
overal gelden. De staatkunde der drie
h.'s, door Engeland en Frankrijk, door
België en Italië, in Tunis, in Egypte,
in Abessynië, in het Kongo-gebied, in
den Transvaal, in het Kafferland, en waar
niet, sinds jaren toegepast, wordt terecht
door de rechthebbenden weerstaan, en
wie zou hun niet van harte toewensehen
dat de aanslag op [hun privaat bezit, de
inbreuk op hun eigendomsrecht moge mis
lukken.
Zoo heeft Italië het nog altijd met
Abessynië te kwaad de Derwishen hou
den de Engelsch-Egyptische garnizoenen
in beweging; negers aan den Niger brengen
de Europeesche factorijen in gevaar nog
is de Zuid Afrikaner in beroering over
Jamesons verraad en voortdurend houdt hij
den Engelschen indringer in het oog.
Overal hoort men geruchten van oorlo
gen. Overal onrust en spanning.
Enkele bijzonderheden brengen wij onder
de aandacht.
Wat Erythrea aangaat, het Abessynisch
grensgebied aan de Schelfzee, hier is de
stemming tegen Italië, met name in Aloela
aan de zuidelijke grens, tamelyk oorlogs
zuchtig.
De regeering van Italië houdt, zij 't
ook met vreeze en tegenzin, een troepen
macht op de been, om die, zoo 't gerucht
waarheid bleek, terstond te kunnen in
schepen. De dweepzieke Derwishen schrij
den voort, gewapend als zy zijn, met
hunne scherp gepunte lansen, die zy han
dig en den tegenstander doodelijk weten
te hanteeren.
Gelukkig hebben de Italianen in Agordat
een goed verdedigbare vesting, maar het
meer afgelegen (Vassala zullen zij waar
schijnlijk moeten verlaten. Het bezit
dezer stad schijnt trouwens hun ook
niet nut.
Vau een optrekking met de Engelschen
een Engelsch - Egyptisch - Italiaansch
triotegen de Derwishen zal dan
ook wel niets komen.
Reeds wapenen zich de Engelschen tot
een veldtocht in Soedan. Men vermoedt
dat de Engelsch-Egyptische troepen nog
dit jaar 't beleg zullen slaan voor Khar
toem, de bijna onneembare bergvesting
welke aan den edelen geloovige, aan gene
raal Gordon herinnert, die daar verrader
lijk vermoord werd.
Daarna zal men Berber nemen en een
onderzoek instellen naar de bevaarbaar
heid van de vierde Nijl-eataract om te
zien of bij het rijzen der rivier kanon-
neerbooten aldaar kunnen passeeren. Valt
dit onderzoek goed uit, dan blijft de ge
meenschap met Kairo op goedkoope en ge
makkelijke mauier onderhouden. Doch
zoo niet, dan schijnt de bedoeling te
zijn een spoorweg van Soeakim naar
Berber aan te leggen. Maar deze ruim
900 mijlen lange weg ongeveer 66
ure» gaans! loopt door een woestyn,
met onvoldoend water. Toch zijn de moei
lijkheden niet onoverkomelijk, en de
bevolking zal wel helpen.
Nog zyn de oproerige bewegingen niet
gestuit, welke de vrucht zijn van het
verraad van Rhodes en de zijnen. Ach
tereenvolgens hebben alle kafferstammen
bezuiden de Transvaal zich tegen de En
gelschen verzet.
Matabeleland, Maihonaland, Bechuana-
land, Griqualand, Basoetoland, zyn zoovele
namen die aan een bloedig, moordend
treffen herinneren, of daarn ar heen wij
zen. Laatssgenoemd land is sedert 1851
Engelsch gsbied, toen de Engelsche be
velhebber Cathcant den ouden Kafferhoofd
man Moshesh onderwierp. Onder 't be
stuur van dezen laatste» hebben de
Basoeto's zich tot een krachtig schrikbaar
bergvolk ontwikkeld.
De Griqua's aan de oostgrens van
Natal, afstammelingen van Hollanders en
inboorlingen, zijn insgelijks een gevaarlijk
volk dat geen blanken sparen zou, wauneer
het mocht zegevieren.
Inmiddels heeft Cecil Rhodes, de stoke
brand die van al deze onlusten de schuld
is, Kaapland verlaten en is in Engeland
aangekomen, om zoogenaamd in staat
van beschuldiging gesteld te worden,
wegens schending van het Volkenrecht.
Transvaalsche bladen spreken - - en met
reden met groote minachting van dezen
„politieken dobbelaar". En wie zou niet
met hen weigeren te gelooven dat het
trouweloos Albion dezen gelukzoeker, aan
wiens staatkunde stroomen b'.oeds kleven
zyn ongenade zal doen gevoelen?
Het eerste bezoek van Cecil Rhodes te
Londen, heeft Dr. Jameson gegolden. Beide
mannen hadden elkander sedert den Raid
niet gezien. Rhodes vond Dr. Jim erg
afgevallen en toonde hem veel deelneming.
Inderdaad evenwel is Jameson al veel beter
dan hij geweest is.
Rhodes heeft vervolgens een langdurig
onderhoud gehad met den Hertog van
Abercorn, voorzitter van de Chartered
Company.
Het blykt dat President Kruger toch niet
geheel gezwegen heeft op de bekende
Nieuwjaars-toespraak van Dr. Jorissen,
waarin deze Rhodes en zijne aanhangers
zoo geducht den mantel uitveegde. De
President hield wel geen redevoering, maar
zeide eenvoudig, dat hoe waar ook was
wat Dr. Jorissen zeide, een man van zoo
lange rechterlijke positie zijne in het open
baar te spreken woorden heter diende te
wegen, daar hartstochtelijke uitingen op
dit oogenblik tot niets dienden.
26 Jan. '97.
Verbinding van Schouwen en Duivelann
met den vasten wal.
Vond, bij het sectie-onderzoek in de
Tweede Kamer van het wetsontwerp tot
toekenning van rentelooze voorschotten
voor den aanleg van een stoomtram van
Brouwershaven naar Steenbergen en van
tram wegwerken tot aansluiting aan den
stoomtramweg Zuid-BevelandRotterdam,
de strekking om Schouwen en Duiveland
met den vasten wal te verbinden, alge.
meene instemming, omtrent het thans ont
worpen plan liepen de gevoelens uiteen.
Velen konden zich er mede vereenigen.
Verscheidene anderen bestreden het, omdat,
tengevolge vau den veerdienst Brouwers-
haveZypeNumansdorp, het te voorzien
is, dat van die route dikwijls geen gebruik
zal kunnen worden gemaakt en het geheele
venoer zal moeten plaats hebben via
Steenbergen. Dit zal de hoofdverkeersweg
zijn en daarom moet de veerdienst tusschen
Zijpe en Anna-Jacobapolder, in stede van
met een kleinere stoomboot, op rnime
schaal worden uitgeoefend en moet de
haven van den Anna Jacobapolder groot ere
•uitgebreidheid krijgen.
Het ontworpen plan doet dus den stoom
tramweg naar Steenbergen niet tot zyn
recht komen, terwijl volgens sommigen
aan die lijn reeds terstond concurrentie
zal worden aangedaan door de verbinding
ZypeNumansdorp, welke uitsluitend de
belangen van de Rotterdamsche Tramweg-
maatschappij zal haten. Slechts dan zouden
deze leden genegen zyn gelden daarvoor
beschikbaar te stellen, wanneer het stoom-
veer ZijpeNumansdorp dienstbaar werd
gemaakt aan de verbetering der gemeen
schap tussohen Goeree en Cverflakkee en
den vasten wal, door een aanlegsteiger
met toegang te maken by den grooten
Adriana-Theodorapolder op Overflakkee.
Voorziening in den geisoleerden toestand
van die eilanden achtten deze leden zoo
overwegend, dat zij reeds daarom tegen
dit wetsontwerp zouden stemmen.
Omtrent het aandeel van den Staat in
de aanlegkosten bestond ook verschil van
gevoelen.
De Staatscourant van Zaterdag 23
dezer maand bevat een staat van nalaten
schappen berustende bij de weeskamer» in
Ned.-Indië, waarop 0. a. voorkomt Corne
lls Nieuwenhuize, Fz., geboren te Ierseke,
den 27 Sept. 1873 als soldaat naar Indië
vertrokken e.i den 13 Jnli 1895 te Band-
jermasin overleden. Hei zuiver geldelyk
bedrag der nalatenschap bedraagt 132.62,
hetwelk bij het ministerie van koloniën
te 's-Hage door de rechthebbenden kan
worden opgevraagd.
In verband met de invoering van de
karabijn van 6.5 m. M. bij het wapen der
maréchaus^ée zullen de onderofficieren van
dat wapen onderricht ontvangen by de
korpsen infanterie. Zoo zullen 0. a. de 16
onderofficieren der maréchaussee uit Zeeland
worden onderwezen te Middelburg ofVlia-
singen.
Croede. De heer W. F. Dhont, sur-
marair der Posterijen en Telegrafie te
Breskens, wordt wegens vertrek van den
Brievengaarder I. Boone, belast met de
tijdelijke waarneming van de werkzaam
heden op het hulpkantoor alhier.
ATJEH.
Aan het departement van Koloniën zijn
van den gouverneur-generaal van Ned.-
Indië ontvangen twee telegrammen, waar
van het eerste luidt
„Toeankoe Haschim overleden; ook zou
zyn broeder, Radjah Hitam gestorven
zijn".
Het tweede telegram luidt: „Vervol
ging van benden in het gebergte hervat.
Bij twee tochten sneuvelden 13 vijanden,
waaronder 4 bendehoofden en onzerzijds
één Ambonees".
Toeankoe Hashim en Radjah Hitam,
van wie in het telegram sprake is, zijn
leden van het geslacht des voormaligen
sultans van Atjeh. In 1865 door ons uit
Langkat verdreven, waar zij tot verzet
tegen ons gezag aanspoorden, zyn zy ons
steeds zeer vijandig gebleven.
De eerstgenoemde was voogd en op
voeder van den tegenwoordigeu pretendent
sultan Toeankoe Mokamed Daoed en op
het voortduren van den strijd in Groot-
Atjeh heeft bij veel invloed uitgeoefend.