NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. 3)ttisdag 19 fanuatt. C-ffiCc laacgang CHRISTELIJK- HISTORISCH flu. 47. 1897. VERSCHIJNT F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN ONZE LANDBOUW. ÉtKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p- 0,95. Enkele nummers0,02 s. UITGAVE VAN G. M. KLEMKERK, te Goes F.N van I 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. „Naar men verluidt zijn enkele heeren bezig om voor de aanstaande verkiezingen eens bjjzonder het oog te vestigen op den landbouw. Krijgen zij hun zin, dan zal aan de candidaten niet worden gevraagd, we.ke staatkundige beginselen zij belijden, maar alleen„Hoe denkt gij over den landbouw We zouden dit betreuren, want op die mar.ier zou de Tweede Kamer geheel ont aarden in eene Kamer van belangen en hoe gaarne we ook onze Eerste Kamer daarin zoulen omzetten, met ons eigenlijk Parle ment, onze Tweede Kamer, moet dit liefst niet gebeuren. Toch is er veel kans op, dat b. v. in onze provincie ten .slotte voor of tegen Piotectie den doorslag geeft. We kunnen dit, zooals we zeiden niet goedkeuren, maar zeer wel verklaren. Letten we op het leit, dat onze landbouw jaren achter een letterlijk niet meetelde, als er sprake was van de volksbelangendat er wel Kamers van Koophandel, doch niet van landbouw werden opgerichtdat er milli- oenen werden besteed voor de groote koopsteden Amsterdam en Rotterdam, ter wijl de landbouw zuchtteletten we op dit alles, dan kunnen we zeer goed be grijpen, dat dit stiefkind nu eens voor den dag komt en zegt: ,,'tls mijn beurt." Dat onze landbouw geholpen moet wor den, staat dan oek vrij wel als een paal boven water, 't Is toch een [misstand, wanneer men door te gaan rentenieren verder komt dan door te werken. En zoo is het met vele landbouwers. Er zijn er, die met flink werken heel wat achteruit geboerd hebben, terwijl hun kameraads in 'teen of ander dorp rustig zijn gaan wonen en hun kapitaal zagen aangroeien. Heeft men wel eens gezocht naar een ant woord op de vraag, waarom er in onze andbonwdorpen zoo betrekkelijk veel jeug dige renteniers worden gevonden En heeft men ook wel eens nagegaan hoe schadelij k dit werkt voor de maat schappij Welnu, als men hierin veran dering wil brengen, dan moet eerst de toestand voor den landbouw veranderd en verbeterd worden. Eene allereerste schrede op dezen weg zal zijn de erkenning, dat de grond van geheel andere natuur is dan andere zaken, waarmede de wetgeving zich heeft te be moeien. Ook onder Israël waren er afzan- drrlijke wetten voor den gronden als dit wordt ingezien, zal men, wat de hoofd strekking aangaat het wel eens zijn met artikel zestien van het Sociaal Program, dat aldus luidt Overmits krachtens de natuur der zaak de beschikking over den bodem niet aan hetzelfde recht mag onderworpen worden als de beschikking over roerend goed, zoo vraagt Patrimonium: le, dat in de wetgeving van ons land de mogelijkheid geboren worde, dat door onteigening van den bodem binneD zekeren kring om elke gemeente, aan de inwoners de gelegenheid geopend worde om bij erlpacht een plek voor woning en een ak'-er ter bebouwing of ook gelegenheid voor de uitoefening van een ander bedryl te vinden2e, dat voor het pachtcontract binoendo bepalingen worden vastgesteld, die oen landbouwer dan eerst tot betaling verplichten, als er werkelijke winst door hem behaald is, (zie Art. 1628 en 1629 Burg. "We'b.); die hem tevens vergoeding toe zeggen voor aangebrachte verbetering in alles wat land ot hoeve betrefthem, zoo hij anders geen reden tot klachten geeft klrrr ver^f °P hoeve verze kerenden by versterf hem zeker recht van opvo.ging voor een zijner zonen waarboreen Voorts, dat de hoeveelheid grond, die iemand bezitten mag, beperkt worde, én voofden eigengeërfden landbouwer de nadeelige ee- volgen van deeling van zijn goed bij versterf voorkomen worde. En eindelijk dat een Rdkecredietbank en Rükshypotheekbank voor den landbouw worden opgericht. Nu is 't waar, dat onze Antirevolutie- Onaire party dit program nog niet voor hare rekening genomen heeft als staatkundig program maar toch zal men in 't algemeem onder ons wel willen toegeven, dat het in de natuur der zaak ligt om den bodem niet aan het zelfde recht te onder werpen als b. v. de beschikking over roe rend goed en dat het goed zal zijn, wanneer ook hier het Romeinsche Recht moet wij ken voor het Schriftuurlijk Recht. Zien we dus om naar middelen»ter ver betering, dan wordt o. a. het pachtcontract genoemd, maar deze zaak is nog niet ge heel in staat van wijzen. Hoort men daar over de mannen van 'tvak beraadslagen, dan bemerkt men dadelijk, dat er nog heel wat studie noodig is, eer dit punt kan af gedaan worden. Doch intnsschen gaat de landbouw achternit en moet er dus hulp verschaft worden. Wat dan? Landbouw onderwijs, hooren we ons toeroepen. Heel bestook wij gelooven, dat onze landbou wers er goed aan zullen doen, wanneer ze zeoveel mogelijk proflteeren van de gelegenheid om onderwezen te worden. Het gaat in den landbouw zooals in ande re vakken „als het tij verloopt, moet men de bakens verzetten." Dat ondervindt menig fabrikant, die zijne zaak geheel zon zie* verloopen, als hij geen gebruik maakte van de verbeteringen, die door nieuwere uitvindingen mogelijk zijn. Wanneer de branders in Schiedam en omstreken met schade werken op de oude manier, dan laten ze branderijen en mouterijen veran deren, om volgens het Weener systeem te kunnen mouten. En komt het dan nog niet uit, dan beproeven ze om door de nevenproducten de schade weer goed te masen. Zoo zijn er, die het gistperoentage reeds van 12 op 20 gebracht hebben. We halen dit slechts aan, om aan te toonen dat ook onze landbouwers zich aan die algemeene wet niet kunnen onttrekken, maar moeten trachten om door allerlei middelen de productiviteit van den bodem te verhoogen. Daartoe kan zeker goed landbouwonderwijs hun den weg wijzen. Wanneer theorie en praktij k hand aan hand gaan, zal er in die richting nog wel meer gedaan kunnen worden, dan er reeds geschied is. Toch zijn we er ook zoo nog niet. Wanneer landbouwers, die zoowel praktisch als theoretisch goed ontwikkeld zijn, ons ver zekeren, dat het meerdere arbeidsloon, dat hiervoor uitgegeven moet worden, niet wordt vergoed bij den tegenwoordigen stand dsr graanprijzen, dan blijft er o. i. slechts één redmiddsl over e* dat is: Pro tectie. Al zijn wij van huis uit vrijhan delaars, al weten wij zeer goed, dat hst Christendom de onderlinge gemeenschap der volkeren bedoelt en niet hnnne af sluiting, zoo weten wij ook, dat op ons de plioht der zelfverdediging rust, zoodra we door andere volken worden aangeval len. En waar men nu, overal om ons heen, de grenzen afsluit, achten wij het noodig om ons te verdedigen en den land bouw op de been te houden dosr een ma tig recht te heffen op de ingevoerde gra nen. Liefst zagen we dit gesehieden naar vaste schaal, die verband houdt met den wereldoogst. Mochten hieraan te vesl bezwaren verbonden zijn en wilde men de landbouwers ook te hulp komen door een premie te stellen op de hier ver bouwde granen, dan zouden we daar ook geen groot bezwaar tegen hebben. Doch dit geldt de uitvoering en daar zijn we nog niet aan toe. Veel, zeer veel zou er reeds gewonnen zijn, als men maar alge meen toestemde, dat onze landbouw hoe eer hoe beter geholpen moet worden." Wanneer wij bovenstaand artikel met instemming in hoofdzaak uit de Nieuwe Prov. Groninger Crt. overnemen daar voe gen wij er nog eanige opmerkingen aan toe uiten naar aanleiding van een schrij ven in De Telegraaf van 16 Jan. In 1833 op een bevolking van 3 milj oen bevatte ons land 906 duizend Hectaren woests gronden, 756 duizend Hectaren bouwland en 1093 Hectaren groenland. De gemiddelde prijs van de tarwe op de we- ïeldmarkt bedroeg 46 shilling per quarter. In 1872 op een bevolking van ruim l/2 miljoen meer, had men iu Nederland maar 666 duizend Hectaren woeste gron den tegen 874000 H. Bouw- en 1188 duizend H. groenland. De gemiddelde prijs als boven bedroeg 57. Na 1872 begint de daling. In 1888 op ean bevolking van 4y2 mil joen was het aantal Hectaren woeste rond 712 duizend, het bouwland in 1000 Hec taren bedroeg 858, groenland 1135. Zoo ongeveer schijnt de verhouding nog meer te zijn achteruitgegaan. En de tarweprijs daalde van 58,8 tot 20 en 23 shilling per quarter op de wereldmarkt. Voor 1872 dus hij toenemende bevolking met 20 procent en bij stijgenden prijs der landbouwproducten vermeerderde ie hoe veelheid bouwland met 118000 Hectaren en groenland met 95000 Hectaren, terwijl de oppervlakte der woeste gronden met niet minder dan 240000 Hectaren verminderde. Van 1872 tot 1888, en waarschijnlijk wel tot op heden, hij aanhoudende daling der graanprijzen, vermeerderde de oppervlakte woeste gronden met 46000 Hectaren, ter wijl de bevolking met meer dan 20 proeent toenam. Van 1833 tot 1872 stegen de loonen der werklieden belangrijk, er was groot gebrek aan werkkrachten, het loon van een boerenarbeider in de 70er jaren be droeg van f 350 tot f 400 per jaar. Nu daarentegen overal werkloosheid en daling der loonen, zoodat het loon van een boerenarbeider thans niet meer dan ca. f250 per jaar bedraagt. Waardoor deze daling der loonen Door toeneming der oppervlakte woeste gronden, waarop geen werkloon meer verdiend kan worden. Wanneer de oppervlakte woeste grond verminderd was, evenals van 18331872, met 6000 hectare per jaar, terwijl het nu vermeerderde (18721894) met circa 2000 hectare per jaar, dan zon er van 1872 tot 1894 8000 X 22 dus 176.000 hectare land meer in cultuur gekomen zijn. Met de cul tuur van die oppervlakte bouw- en wei land ton dooreen minstens f 50 per hectare dus 9 millioen gulden, verdiend zijn ge worden. Met dsn invoer van de hoeveelheid graan die daarop geteeld kon worden, zou hoogstens twee millioen gulden werkloon en winst voor de kooplieden per jaar ver diend zijn. De 9 millioen op het platte landde twee millioen in de groote steden. Door meer intensieve bewerking des bo dems, die het gevolg zal zijn van hooger prijzen der landbouwproducten, zou op de cirea twee millioen hectares groen- en bouw land, die er in Nederland liggen, minstens 10 gulden per hectare, dus 20 millioen gul den per jaar, meer op het platteland ver diend worden. Ook den stedsn zou dit ten goede komen. Behoeft men langer te vragen waardoor er werkloosheid is? En wii ar is het eind» wanneer de granen niet duurzaam hooger in prijs worden De schrijver toont verder aan wat op een recht van f3 per H. L. op tarwe en in evenredigheid op andere granen volgen zon. Toeneming der graancultuur, minder concurrentie voor den graanbouw van de zuivelproduetieeen pensioen kon uit de graanrechten worden gevonden voor werk lieden van 65-jarigen leeftijd. Meer vraag naar arbeiders. Meer ontginning. Meer werk aan 'tland. Hooger loon. Minder werkloosheid. Minimumwerkleon voor den boerenarbeider. Afneming van den graan- invoer. En wat zou de verhooging van f 3 per mud (of 4 cent per kilogram) den ar beider kosten Per hoofd gebruikt de be volking jaarlijks 56 kilo Tarwe en Rogge, makende voor een gezin van vijf personen 280 K.G. en naar 4 cent is f 11.20 per jaar. Reken echter een arbeidersgezin op het drievoud, dan zou hij nog belangrijk voordeel hebben. Mechten de werklieden eindelijk inzien, dat werkloon de voornaamste factor is in de prijsvorming van alle producten en dat lage prijzen tengevolge hebben lage loonen en werkloosheid, en hooge prijzen hooge loonen. rfj;Ook deze opmerkingen en berekeningen verdienen ernstige overweging van onze staathuishoudkundigen en staatslieden. Mocht het nieuwe verkiezingsjaar ook hen nader bijeenbrengen om te zamen de uitkomsten van hun studie en onderzoek tot een uitkomst uit de malaise voor den boerenstand en voor de natie te maken. Want het is en blijft waargaat 't den boer goed, dan gaat het allen goed. De laatste lijst der 18e Augustus- of Unie-Collecte is thans gepubliceerd. Er blijkt uit dat de totale opbrengst an 378 Loc. Comité's bedraagt 77.941 gulden en 54V2 cent, dat is f 2008,82 hooger dan ten vorigen jare. Een verblijdende mededeeling waarmede wij den ijverigen secretaris Derk- sen, de Unie, de voorstanders der scholen mei den Bjbel en de Nederlandsehe regee ring de laatste met het oog op haar schatkist hartelijk gelukwenschen. fjLaten toch onze vrienden dringend toe zien of wel alle ingezetenen in hunne woon plaats op behoorlijke wijze de aanvrage doen om voor de uitoefening van het kies recht in aanmerking te komen. Er is groote belangstelling op Walcheren en in het 4e district. Yan Zuid-Beveland en Tholen vernemen wij echter weinig. In 't district Oostburg wordt met name door Axel en Ter Neuzen hard gewerkt. Laten Zaamslag en Hoek niet achterblij ven. Daar vernemen wij nog niet van de zoo noodzakelijke medewerking. Nu en in de eerste dagen van Eebruari moeten onze vrienden werkzaam en waak zaam zijn, opdat niemand bij vergissing of nit onkunde straks verhinderd worde deel te nemen aan de gewichtige ver kiezingen. Gaarne nemen wij nota van onderstaand antwoord van de Nederlander aan ons adres „Tegen de organisatie der antirevolutio naire partij is onzerzijds nimmer strijd ge voerd. Wel tegen een leiderschap „jure suo" juist omdat daarvoor in onze orga nisatie geen plaats is. „Daarom ook voeren wij strijd tegen de nieuwe ontworpen organisatie, juist omdat daarin voor „den leider jure suo" plaats wordt bereid. Dit in antwoord aan de Zeeuw." Uit het belangrijk tijdschrift Timotheus, dat bij Voorhoeve^ Dunne Bierkade Den Haag verschijnt, en waarop wij bij dezen de aandacht vestigen, nemen wij onder staande waarschuwing van dr. Y. over: Kouvatten en hoesten. In deze dagen van afwisselende weers gesteldheid, van mist en vochtigheid, vat ten een groot aantal menschen koude, zoo wel onder de jongen als onder de ouden. De een krijgt de koorts, de ander hals ontsteking, een derde begint te hoesten en kan dien hoest maar niet kwijt raken. En de influenza of griep heeft menigeen te pakken, eer hij weet hoe. Al deze ver- koudheidsziekten zouden vermeden of al thans in hevigheid beperkt kunnen worden als men voorzichtiger wilde zijn. Hoe schadelijk het b. v. is met natte voeten in warme kamers te zitten, moest aan een ieder bekend zijn. Kinderen lo'o- pen in den regen rond, of plassen met de voeten in het water, komen met natte schoenen thuis of in de school. Nu begint een uiterst schadelijk verdampingsproces, dat aan het lichaam, dat nu daarenboven in de rust is en dus minder warmte voort brengt, een groote hoeveelheid warmte onttrekt. Geen wonder dan ook, zoo de ouders in den nacht opgeschrikt worden door den zoozeer gevreesden blaffenden kroephoest der kleinen. Of wel een hals ontsteking en gezwollen amandelen zijn het gevolg. Professor Pettenkofer heeft hieromtrent belangrijke onderzoekingen gedaan. Zoo dra wij met natte voeten in een warme kamer komen, begint het water in de schoenen en kousen te verdampen. Als er ook maar 3 lood wol van de kousen nat geworden is, heeft het water, om te kun nen verdampen, reeds zooveel warmte noodig, als vereischt is, om een half pond water tot het kookpunt te brengen of een half pond ijs te doen smelten. Hoe onver schillig vele menschen ook zijn tegen natte voeten, zouden zij er waarschijnlijk toch voor bedanken, hunne voeten te leenen tot het smelten van een hoeveelheid ijs, die overeenkomt met de koude, door de verdamping van het water in de kousen veroorzaakt, en toch doen zij per slot van rekening hetzelfdeals zij het wisselen van natte schoenen en kousen tegen droge ver- znimen. Zoo men zich derhalve wil vrijwaren tegen verkoudheidsziekten, die zoo dikwijls het voorspel van ernstiger ziekten zijn, moet men tegen de kleine moeite van het uittrekken van natte en aantrekken van droge kousen niet opzien. Nog beter is het, door het aandoen van overschoenen het krijgen van natte voeten te voorkomen. Vooral voor kinderen en he*, die een lan gen weg over slijkerige en natte straten hebben af te leggen, om dan uren lang op school of bureau met natte voeten te zitten, is het van 't grootste belang, hierop te let ten, en de ouders zullen er geen berouw van hebben, de kleine uitgave voor een paar guttapercha overschoenen gedaan to hebben. Zij halen dit weer uit op de reke ning van dokter en apotheker. Heeft men nu eenmaal door het zitten met natte voeten of natte kleeren of op de eene of andere manier koude gevat, ge voelt men zich niet plezierig, rillerig en wat dies meer zij, dan is het 't beste, de bloote voeten een tien minuten lang in heet water te steken, dan flink af te drogen, naar bed te gaan, wat warme melk of heete thee te drinken en elk uur 5 droppels kamfer-spiritus op een klontje suiker in te nemen. In vele gevallen kan men hierdoor de verkoudheidsziekte in haar begin stuiten en aile nadeelige gevolgen verhinderen. Wat na het haesten betreft, dat dikwijls het gevolg van kouvatten is, doch ook veelal oorziakin ziekten en ontstekingen van keel en longen heeft, zoo is het zaak, eiken eenigszins langdurigen hoest den dok ter te raadplegen, die alleen kan nitmaken of er gevaar voor aandoening van een edel orgaan bestaat. Vooral bij jongelieden van beiderlei ge slacht, die zicli in de ontwikkelingsjaren bevinden, is het van het grootste belang, den hoest niet te verwaarloozen. De droge kuch, die soms weken en maanden aanhoudt, is dikwijls het eerste begin van de gevreesde longtering, die jaarlijks een groot aantal mensehen iu den bloei hunner jeugd ten grave sleept. Doch ook hij ouderen mag de hoest niet veronachtzaamd worden, daar elke hoest, zoo hij lang duurt, het weefsel der longen verandert en eindelijk chronisch geworden, moeilijk te genezen is en het leven verkort. Het aantal huismiddelen dat tegen den hoest gebruikt wordt, is legio hoestbon- bons, cattarrh-pillen, kruidenstroop en hoe dat dure en nuttelooze goedje nog verder heet. Men koopt het, georuikt het, en meent nu genoeg tegen zijn hoost gedaan te hebben, terwijl men toch het voornaamste veronachtzaamt, namelijk een verstandige levenswijze te voeren. Of is het geen on verstand, als hoestende en proestende men schen uren lang in tabaksrook zitten praten of op koude en vochtige plaatsen drinken en rooken of met natte voeten in dunne laarsjes van de konde bibberen Hoestende mensehen moeten de volgende

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1897 | | pagina 1