NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK- sr
HISTORISCH
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Aan het werk.
Nansen's Pooltocht.
Ho. 48. 1897.
3aMaij 9 Sfanumi.
iffde Iq^fgaag.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
In een Roomsch blad werd dezer dagen
de vraag gedaan, waar de Roomsche Ka
merleden bleven. De schrijver bedoelde
met deze vraag de wenschelijkheid uit te
spreken dat deze heeren den boer op zou
den gaan om de nieuwe kiezers voor te
lichten in openbare vergaderingen.
Niet zonder grond voegde hij er aan
toe dat de doctor Sohaepman eene
uitzondering maakt op den regel dat zij
tot nog toe altemaal thuis bleven.
De heer Sohaepman gaat dan ook met
voorbeeldigen ijvvr te werk om zijn geest
verwanten her en der te verzamelen en op
hun plicht te wijzen. Hij geldt metter
daad voor tien. Herhaaldelijk ziet men
hem optreden. Nu eens in Groningen, dan
weder in Overijsel, dan in Holland, in
Limburg, in Friesland, ja overal vertoont
de geleerde redenaar zich om zijn licht
te doen schijnen en in een taal die elk
verstaat het gewicht van de nieuwe taak
en der nieuwe periode op de harten te
binden.
En dat hij hierin blaagt, getuigt wel
het daverend applaus, waarmede men hem
ontvangt.
Wjj nemen den hoed af voor zoo groo-
ten ijver bij zoo drukke bezetheid op me
nig gebied. En wij zijn jaloersch op eene
pariij die zoo machtig een redenaar onder
hare voorlichters telt. Want dat door zulk
optreden de kracht der Roomsche staats
party ongemeen versterkt wordt, behoeft
geen betoog.
Dat het Roomsche program, eigenlijk
een manifest, op gansch averechtsche wij
ze tot stand kwam, is duidelijk. Niet de
Kamerleden wij zeiden net reeds
maar de kiesvereenigingen hadden hunne
belangen in een program van actie beboo-
ren te formulieren. Daar ligt in het op
treden van de Roomsche kamerleden met
hun program iets dat het beeld van een
herder met zijne kudde schapen rijzen
doet. De herder doet zich hooren, hij gaat
voor en de schapen volgen hem. En dat
juist Schaapmande zielenherder van Rij
zenburg dit program komt toelichten, het
pasklaar maken komt voor de meeningen
van onzen democratisch gezinden tijd, geeft
aan dat optreden wel iets bijkomstig co
nisch.
Maar de hoofdzaak is dan toch dat de
Roomsche kiezers van Den Helder tot
Maastricht, van Groningen tot Hontenisse
langzaam maar zeker voor de aanstaande
campagne worden voorbereid.
Wij zouden wel wenschen dat iets van
Schaepmans vuur in den boezem ook van
onze staatslieden en volksvoorlichters gloor-
FEUILLETON.
Aan hetgeen de koene ontdekkingsreizi
ger Fritbjof Nansen in de Nederlander
van zijn reis mededeelde, ontleenen wij het
volgende
„Reeds in October warende yspersingen
zeer sterk geweest. Dat duurde den gehee-
len herfst en winter door. Wij ontdekten
spoedig, dat het ijs samenschoof en uiteen
dreef met eb en vloed, dus tweemaal in de
24 uren. Bij springtij was de druk zoo
sterk, dat het schip voeten hoog werd op
gelicht, maar de „Fram" weerstond aan de
persiigen. Het geraas van het tegen de
.vanden scharende ijs was soms zoo gewel-
ig, dat wij elkaar niet konden verstaan
wij in den salon zaten. Eerst kwam
net volk aan dek om naar het belangwek
kende schouwspel van het opschuivende ijs
Zlsni maar weldra raakte men er zoo
aan gewoon, dat men er niet meer op lette,
"ij gevoelden ons even veilig als in een
Vesting, en de „Fram" was een gezellig,
Warm nest, waar niets gevoeld werd van
de strengheid van den pool winter. De tem
peratuur daalde intusschen zeer sterk en
ie. Dat ook uit onze kringen de mannen
zich opmaakten, om het volk te komen
vertellen waar 't om gaat, beter nog dan
de pers dit vermag. Feitelijk hebben wij
maar een goede zes weken meer om deze
zaken rustig te bespreken of te overwegen.
Met Maart komen de werkzaamheden op
het veld wederom aan de orde, de avon
den worden korter, de gedachten vestigen
zich niet zoo gemakkelijk meer op zaken
die niet direct met de broodwinning in
verband staan.
Wij verliezen nochtans, deze opmerking
makende, niet uit het oog dat om een zaak
tot stand te brengen, er twee partijen noo-
dig zijn. Een spreker kan zich bereid
verklaren om te komen spreken zijn hoor
ders moeten er toch ook zijn. En nu is
't de taak der kiesvereenigingen deze twee
tot elkander te brengen. De kiesvereeni
gingen moeten het kanaal zijn, waarlangs
het woord des redenaars tot de nieuwe
kiezers komt. Zij hebben de sprekers uit
te noodigen en de hoorders op te roepen.
Geschiedt dit, ook in onze provincie, dan
zal men in een enkelen avond meer geest
drift voor het ideaal wekken, dan anders
de pers in een heele maand, lang dit in
tien krantartikelen vermag.
Intusschen, de pers doe airast haar plicht
en roeiende met de riemen die wij hebben
wenschen ook wij alvast met het geschre
ven woord te doen wat wij vermogen om
de nog niet ontwaakte vrienden wakker
te schudden.
Op Walcheren ontstond reeds eenige be
weging. Worde men ook spoedig op andere
punten der liaie wakker en houde men zich
allerwegen marschvaardig.
Men zai in dit voorjaar aan alle kanten
de getrouwen zien hijeen trommelen. En
het zon ons niets verwonderen, wanneer
wij binnenkort vernamen dat Sohaepman
ook in enkele plaatsen van Zeeland zich
deed hooren of dat de leiders der vroegere
Christelijke liberalen, thans gemakshalve
als Bronsveldparty aangeduid, in onze om
geving openhaar aan den arbeid togen.
Ons zon dit geenszins spijten. Wij zou
den het zelfs niet ongaarne zien. Het zou
een best middel zijn om ook de onzen
wakker te maken en wakende te doen blij
ven en de energie der vrienden, die op
zoo menig gebied leeft, ook op electoraal
gebied op te wekken.
Wanneer wy nn in dit verbond den
naam van dr. Sohaepman noemden, dan
deden wij dit opzettelijk ten einde de
aandacht te vestigen op hetgeen blijkens
het verslag zijner te Amsterdam in de
volle zaal van het Paleis voor Volksvlijt
gehouden rede, onder toejuiching zijner
bewonderaars door dezen democratisohen
priester is gezegd.
het kwikzilver bleef weken lang bevroren.
De laagste stand van den thermometer
was 63". In weerwil daarvan en ofschoon
die lage temperatuur dikwijls van hevigen
wind vergezeld ging, konden wij het ons
zeer behagelijk maken bij onze excursies
in de open lucht, in onze goede wollen
kleeren en met een overjas, die „wind-
proof" was. De „Fram" was zoo goed
tegen de koude beschermd, dat wij zelfs
bij zoo lage temperatuur geen vuur in
den salon behoefden aan te leggen voor
Nieuwjaar.
Het electrisch licht werd door den
windmolen voortgebracht en onze goede
verwachtingen zijn ook in dit opzicht
vervuld, maar er was niet altijd wind ge
noeg, om ons in staat te stellen, voort
durend over electrisch licht te kunnen
beschikkendan vergenoegden wij ons
met gewone petroleumlampen. Over het
geheel ging de tijd zoo prettig voorbij,
als in zulke omstandigheden mogelijk was.
Wij allen leefden in de beste harmonie
en ieder deed zijn plicht met opgewekt
heid. Natuurlijk werd er voor gezorgd,
dat er altijd bezigheid was, maar ook
zonder dat zou de tijd ons niet te lang
gevallen zijn, want er werd gespeeld,
muziek gemaakt, enz., en wij hadden een
Doel van zijn rede was om een organi
satie der Roomsche kiezers in het district
Amsterdam te bewerken.
Dit goede woord moest immers reeds
dadelijk een goede plaats vinden. Wat
toch anders wordt met het optreden der
Volksvertegenwoordigers voor ons Volk
bedoeld dan organisatie te bewerken, wie
van verre staan nader te brengen, wie
gescheiden waren te vereenigen, of van
elkander afraakten tot elkander terug te
voeren.
Dit moet ook het doel zijn by de voor
lichting der antirevolutionaire kiezers.
De spreker wees ook op de schijnbaar
geringe doch inderdaad groote beteekenis
van het kiesrecht waartoe wij geroepen zijn.
Ook dit is een gulden woord.
Het kiesrecht is daarom van zoo groot
gewicht, omdat het gezamenlijk wordt uit
geoefend.
Klein is de zandkorrel en gering de
waterdroppelmaar de kleine zandkorrels
vormen het strand der zee, en de droppels
vormen den oceaan. Een stem op zichzelf
oefent geen invloed uitdoch die eene
stem gevoegd bij de honderden bezorgt
de meerderheid aan den candidaat onzer
richting; versterkt in de Volksvertegen
woordiging de partij van hen die het
groote beginsel boog houden dat de Heere
groot is, wiens eere ook in 's lands hoogste
raadszaal moet gezocht.
Zoo ergens dan ligt hier de kracht der
kiezers in het gemeenschappelijk, het ka
meraadschappelijk, het eendrachtig op
treden.
Zulk optreden kan den overmoed van
den tegenstander nederslaan en tot de
overwinning voeren.
Toen kwam spreker op den eisch van
behoorlijke taakverdeeling. Dat is het.
Ieder moet zijn plaats weten in 't gelid,
ieder de richting die hij heeft te volgen,
ieder moet vertrouwen bezitten in de deugde
lijkheid der zaak waarvoor hij strijdt
en in de geloofwaardigheid van de leiders.
Zoo ergens dan hier moet alle ikheid
of wilt ge het vreemde woord, alle indi
vidualisme op zij gezet. Niet dat beter
willen weten dat schijnvroom bedillen
van de werkzaamheid der broederen dat
zuchten en klagen over de slechtigheid
der wereld, dat wantrouwen in de bedoe
lingen dergenen die eigenlijk onze geest
verwanten zijn, dat alles, in dat leelijke
woord ikheid samengevat, dient uit onze
christelijke historische kringen geweerd.
Het heeft al zooveel kwaad berok
kend.
Ten slotte heeft dr. Sohaepman nog
een goeden raad gegeven, namely kom het
verledene te vergeten.
Zie wanneer dit ook in onze kringen
goede bibliotheek tot onze beschikking.
Ik geloof niet, dat een onzer erg beklemd
geweest is door de eentonigheid van het
leven, waarover in alle poolexpedities zoo
zeer geklaagd is. Wat ons zelf betreft,
die het wetenschappelijke werk te bezorgen
hadden, wij kwamen tijd te kort".
In het voorjaar gingen Nansen en
luitenant Johansen van boord, om met sle
den verder naar het Noorden te gaan. Het
bevel over de „Fram" werd opgedragen
aan kapitein Sverdrup. Het gelukte Nan
sen niet de Noordpool te bereiken, en we
gens de moeilijkbeden, die het ijs oplever
de, zag hij zich genoodzaakt terug te keeien.
De leeftocht begon op te raken en van de
honden, die waren meegenomen, moesten
de zwakste geslacht worden, om voor de
andere tot voedsel te dienen. Op hun terug
tocht naar het Zuiden werden de twee
mannen herhaaldelijk door het ijs inge
sloten, zoo ook weer den 18n Augustus 1895.
Omtrent de overwintering schrijft Nansen
o. a. het volgende
„Eindelijk kwam de lente, met zonne
schijn en vogels. Hoe goed herinner ik
mij dien eersten avond, toen plotseling een
kleine vlucht vetganzen ons voorhij zagen
zeilen, langs de bergen, in noordelijke
richting. Het was voor ons de eerste
eens geschieden kon, hoe zouden wij als
één man weder kunnen optrekken.
Er zijn ook door de onzen in '94 van
weerszijden groote fouten gemaakt. De
kamerleden, de leider, de pers, de kies
vereenigingen, zij allen hebben in vele ge
struikeld. Er zijn in 't openbaar verwij
tingen gericht, er zijn oude vrienden ver
dacht gemaakt, menig oog is boos ge
weest.
Het is waar. Maar nu wij een nieuwe
aere zijn ingetreden, behoore* wij het
verleden te vergeten. Dit is een krachtige
voorwaarde tot organisatie.
En dan voorts heeft dr. Sohaepman
een zuiver constitutioneel puntje aange
roerd. Hij heeft herinnerd dat de Kamer
leden, schoon door de kiezers gekozen, te
zamen het gansche Nederlandsche volk ver
tegenwoordigen.
Nu, dit is van antirevolutionaire zijde,
ook door ons nog in ons jongste no., in
herinnering gebracht. Niet zekere groepen
of klassen, maar 't gansche volk moet
zich vertegenwoordigd weten. De antire
volutionaire partij heeft bij haar optreden
in de Kamer steeds met dit groote belang
gerekend. Nederland bestaat slecbts uit
drie vijfden, was metterdaad de leer der
liberale partij geweest.
Uit dien zoeten waan kwam een barer
eigen zonen, een harer edelste telken, de
groote Modderman, helaas reeds en dat
zoo vroegontslapen, haar wakker
schrikken, toen hij er eerlijk voor uit
kwam dat het Nederlandsche volk niet
uit drie vijfden, maar uit vijf vijfden
bestaat. En de antirevolutionaire party
heeft dit bij monde van Groen en Elout,
van Lohman en Keuchenius, en van zoo
vele anderen, herhaaldelijk betoogd. Leven
en laten leven is het groote beginsel
waarvoor zij hebben pal gestaan. Daarom
is de antirevolutionaire party dan ook een
partij in den goeden zin. Zij kan in zeke
ren zin het schoone woord der Poolsehe
vrijheidshelden: „Voor ons maar ook voor
u", op ziehzelve toepassen.
Daarom waarschuwen wij tegen elke
poging om ons Christenvolk te verdeelen
in rijken en armen, in kapitalisten ea pro
letariërs, in aristocraten en demoeraten, in
mannen met een- en met twee namen.
Terwijl een deel onzer pers den keer
Lohman verwijt zich aan een groepje jonk-
heeren en baronnen) te hebben vastge
klonken, kiest de Haagsche kiesvereeniging
een jonkheer tot haar voorzitter en stelt
het district Hilversum een baron candidaat.
Wel een bewijs dat het kwaad niet
schuilt in de jonkheeren en baronnen 't
argument wint dan ook [door deze twee
feiten niet aan kracht.
Maar 't is ook een bewijs voor de trouw
mxxisséaun i i i uir- if. w
groet van het leven en de lente. Een
donkere hemel in het zuidwesten en het
zuiden scheen aan te duiden, dat daar
open water was, dat tegen de lucht weer
kaatste. Wij koesterdsn dus de verwach
ting een gemakkelijken overtocht te hebben
naar Spitsbergen, en begonnen toebereidse
len te maken voor die reis.
Er was veel te doen. Wij maakten
nieuwe onderkleeren van een paar lakens,
want de oude waren onbruikbaar. Nooit
hadden wij geweten wat het zegt, te leven
zonder zeep. Het was al moeielijk genoeg,
zichzelf eenigszins rein te honden, maar
zoo goed en kwaad als 't ging deden wij
dit, door ons met berenbloed en vet in te
wrijven en dan met mos af te wisschen.
Met de kleederen ging dat echter niet. Na
het op allerlei wijzen beproefd te hebben,
vonden wij niets beters dan ze uit te koken,
en daarna met een mes af te schappen. Na
onze provisie, uit berenvleesch, vet en traan
bestaande, ingepakt te hebben, waren wij
den 19en Mei gereed en dienzelfden dag
trokken wij zuidwaarts".
In 't begin van Augustus kwam Nansen
te Vardö en een week later, den 20en,
liep de „Fram" de kleine haven van Skjarvö
binnen. Kapitein Sverdrup wist toen nog
niets van Nansen's terugkomst in Noor
van ons volk, dat zich bij voorkeur aan
de mannen van adel en hoogen rang hecht
en hun zijn vertrouwen schenkt, op voor
waarde dat zij het volk verstaan en he
grijpen willen, en wanneer het volk zich
uitspreekt in woord of daad, daar niet
altijd iets achter zoeken, :alsof 't plegen
van aanslagen in 't volks bedoeling lag.
Wij keuren uitdrukkingen als „jonk
heeren en baronnen" af.
Wanneer wij ze lezen krijgen wij altijd
een indruk van „schurftige schapen" of
iets dergelijks.
Maar nog meer hindert het ons, wanneer
onze adel dat volk met minachting of wan
trouwen bejegent.
Wij bopen dat niet alleen mannen als
Yan Asch v. Wijck en v. d. Borch, maar
ook de anderen, aan wie het volk groote
verplichtingen heeft en die ook door en
met het volk voor een groot deel geworden
zijn, wat zij waren, zich weldra weder aan
de spits der beweging mogen stellen voor
de eere Gods, het gezag van Oranje,
de rechten der natie en de vrijheid van
het christenvolk in engeren zin.
In dien strijd hebben wij allen elkaar
noodig.
Wij noemen slechts den Vaccinedwang,
tegen welken de heer Lohman kort geleden
zich nog zoo krachtig in 's Lands ver
gaderzaal deed hooren.
Maar dan moeten ook de christelijke
historische arbeiders, de mannen van Pa
trimonium, niet met een eigen party of
kiesvereeniging optreden maar zich voegen
in de kiesvereeniging hunner woonplaats,
of zich tot eene kiesvereeniging met geest
verwanten van welken stand ook vereenigen.
De geestelijke belangen, en op deze komt
't meer nog dan op de stoffelijke belangen
aan, hebben armen en rijken gemeen; en
die kunnen in de Tweede Kamer evengoed
door een man met een adellijken als door een
met een burgërlijken naam worden gediend.
Op dat punt is scheiding ongeoorloofd.
Nog veel minder mogen onze christen
werklieden zich aansluiten bij een werk
lieden-kies vereeniging. In eene zoodanige
kiesvereeniging geldt de leer van het ma
terialisme, dat de Yolksvertegenwoordiging
slechts stoffelijke belangen te bevorderen
beeft. En ook dat de arbeiders, als in aantal
de sterksten, het meest te zeggen hebben.
Bovendien zegeviert in zoodanige ver
eeniging toch het liberalisme; de ervaring
leert dat neutraal zij n in de politiek koren
is op den molen der revolutie.
Wij hebben hieromtrent nog wel een
en ander op het hait, doch bewaren dit
voor een volgend nommer.
wegen, en liet zich dadelijk naar wal
roeien, om telegrammen af te zenden.
Nadat hij een tijd lang tevergeefs op
verjehillende deuren van het telegraaf
kantoor gerammeld had, werd een raam
opengeschoven en een knorrige stem vroeg
„Kunnen ze een menseh zelfs 's nachts niet
met rust laten 1 Wat moet je en wie ben
je „Ik heet Sverdrup, en ik ben de
kapitein van de „Fram"", was het lakonieke
antwoord.
Onmiddellijk schreeuwde de telegrafist,
op heel andere* toon „Ik kom en het
venster sloeg dicht en toen Sverdrup om
het huis heen was naar de voordeur, vond
hij daar tot zijn verbazing den man reeds
gekleed staan, en zijn verbazing veranderde
in verrukking, toen de eerste woorden van
den telegrafist nu waren „Nansen en Jo
hansen zijn terug".
Sverdrup gaf zich de moeite niet hem te
antwoorden, maar rende den kant af naar de
haven en schreeuwde het groote nieuws aan
zijn metgezellen toe, en in het bootje vielen
die elkaar om den hals, dol van blijdschap.
Toen werd de verdere bemanning van
de „Fram" op de hoogte gebracht, en
weldra klonk van het poolschip het saluut:
twee doffe kanonschoten, die ver weer-
haatsten in den stillen zomernacht,