Axel. Voor een talrijke schare die het kerkgebouw niet bevatten kon, sprak Zon dagavond ds. A. Doorn zijn afscheidsrede uit, naar aanleiding van Hebr. 13 20 en 21a. BEZWAARSCHRIFT. Ingezonden haar hulpgeschreeuw kw&men aansnellen, gelukken de vlammen meester te worden, echter* niet dan nadat naar hoofd zeer ernstig met brandwonden overdekt was. Te Tienhoven is een vijfjarig meisje by ongeluk te water geraakt en verdronken. Te Arnhem is Woensdagavond een geagreëerd klerk ten kantore van den ont vanger der registratie gearresteerd als ver dacht van verduistering van, naar men zegt, ruim f 23,000. Ns. Te Winschoten werden Zaterdagavond door de politie aangehouden twee jongens van 14 en 11 jaar. Een hunner was „ge deserteerd" uit Hamburg, de andere uit Leer (O.-Friesland). Beiden legden de reis te voet af. Thans werden ze weer over de grenzen gezet. Bij de wisseling des jaars kregen in een koffiehuis te Harlingen twee liefhebbers woorden om een meisje. Een der beiden trok zich de zaak in die mate aan, dat hij zich in do haven stortte. Dadelijk schoten van alle zijden redders toe, die naar den drenkeling met dreggen en haken gingen zoeken; dock doze was met den stroom afgedreven naar eene ondiepte in de voor haven en ging bedaard naar huis, de brave redders stil aan 't werk latende. Omtrent den moord te Vucht ver neemt men nader dat de vermoorde Van leien op 2 Jan. even na middernacht, met zijn vriend Yan Berkel huiswaarts keerde. Een oogenblik nadat zijn vriend hem ver laten had, en ieder zijns weegs ging, hoorde deze een voortdurend hulpgeroep, keerde terug en vond den ander ineen gezakt en badende in zijn bloed op den grond liggen. Op zijn vraagwat is er nu gebeurd bekwam hij geen autwoord. Hij droeg v. I. naar diens woning, omtrent tien minuten verder en riep geneeskundige hulp in, die echter niet meer mocht batsn. Een half uur daarna stierf v. I. De dader, zekere den Otter, is geboeid naar 's Hertogenbosch overgebracht. De verslagens was 27 jaar oud, de oppassende ongehuwde oudste zoon eener weduwe. Aanleiding tot den moord moet een oude liefdesgeschiedenis zijn ge west. Een jongeling te Coevorden die Nieuw jaarsavond met een meisje uit was welke vroeger met een ander verkeering had ge had, kreeg hierover met dien ander twist, welke zoo hoog liep dat deze hem met een paal een zoo hevigen slag op het hoofd toebracht dat hij na den geheelen nacht bewusteloos te hebben gelegen, overleed De dader is voortvluehtig naar Pruisen. Zooals gemeld, heeft een landbouwer te Gemert (N.B.) zijn vrouw, moeder van zeven kinderen, zoo mishandeld, dat zij onmiddellijk overleden is. In de Noord'ral. lezen wij over dit gruwelijke voorval nog de volgende bij zonderheden Uit den mond der kinderen moest de justitie zware beschuldigingen hooren tegen den vader. Zij hadden de ouders op den dorsch- vloer gezien, waar de moeder hevig schreide. Later zagen zij moeder in den stal, met bloed overdekt. Daarna hebben zij gezien, dat do ontaarde vader met een emmer water naar moeder ging, toen riep deze nog hulp. Door den vader werden de klei nen teruggezetzij mochten niet naar moeder gaan. Enkele oogenblikken daarna lag de moeder uitgestrekt op verschgesne- den stroo, waarschijnlijk toen reeds dood. Daarop is de vader de buren gaan roepen, om mede te deelen, dat zijne vrouw ge vallen was. duurt dit echter veel langer en nu is het wel waar, dat na enkele weken liggers de ontleding vermindert, maar toch gaat het verloren gaan aldoor voort, al is het ook in mindere mate. Wij kunnen dan ook gerust stellen, dat er op onze vaalt voor minstens f 100 ver loren gaat. Rekenen wij nu dit over het gansche land, dan komen wij gewis tot de verba zingwekkende som van millioenen guldens die jaarlijks verloren gaan. Ongelooflijk bijna maar toch wuar Een liefhebber van statistiek heeft be rekend, dat er in Duitschland jaarlijks 200 millioenen guldens verloren worden door eene ondoelmatige behandeling van den stalmest Maar nog op eene andere manier ver liest de stalmest een deel van zijne waarde Somtijds gebeurt het, dat de stalmest van de vaalt naar het land gebracht en daar niet dadelijk uitgespreid maar aaD hoopen gezet wordt. Doet men dat op zeer groote hoopen, dan kan dit nog eenigszins, hoewel ook dan nog verloren gaat. Maar erger is het, als men hem van den wagen aftrekt op kleine hoopjes en die eenige dagen laat liggen, dan gaat er veel verloren. Die kleine hoopjes drogen uit, er ver vluchtigt, al is het ook weinig, ammoniak en vele voedende bestanddeelen trekken in den bodem ter plaatse, waar de hoopjes liggen. Die plekken krijgen dus een overmaat van planten voedsel, terwijl het overige land den mest ontvangt, die nu een deel, een groot deel zelts, van zijn waarde kwijt is Een gevolg daarvan is, dat minstens een jaar de vruchten ongelijk groeien. De gewassen, die op de plekken, waar de mesthoopjes lagen, groeien, loopen groot gevaar van legeren of van te overvloedige bladontwikkeling, alles ten koste van een goede vracht, terwijl op de andereplaatsen Daar zitten nu zeven kinderen op de boerderij zonder ouders. Ontzettende toestand. De verdachte blijft alle schuld ontkennen. - Te Melen, bij Verviera, is in den Kerstnacht een moord gepleegd door een 14-jarigen knaap, Defooz genaamd, op een jongen van 15 jaren, Alexander Delfosse. De vermoorde, een vroegrijpe losbol, had met eenige makkers tot diep in den nacht herbergen bezocht en in de laatste, om half vier, Defooz ontmoet. Nadat de jongens een half uur samen kaart gespeeld hadden ging Defooz heen en een kwartier later Delfosse. Weinige oogenblikken daarna hoorden de achtergeblevenen in de herberg een woordenwisseling, en toen zij naar buiten snelden, vonden zij Del fosse met een gapende wond aan den hals op den grond liggen. Hij stierf wei nige minuten nadat men hem naar binnen had gedragen. Men hield terstond Defooz voor den moordenaar. Hij was gevlucht, maar den volgenden dag werd hij gevat. Hij bekende dat hij Delfosse heeft gedood, maar beweert, dat deze hem het eerst aanviel. De beide knapen waren sinds geruimen tijd op gespannen voet, omdat zij beiden te vergeefs dongen naar de gunst van een dertienjarige herbergiersdochter. Dit is zeker wel een van de treurigste kindergeschiedenissen die ooit werden verhaald en werpt een somber licht over de vroegrijpheid der Belgische jeugd. Te Groot-Lahou, een Fransche haven plaats aan de Ivoorkust, zijn door een kruitoiitploffing aan boord van een stooui- sloep twintig menschen om het leven gekomen. Deze stoomsloep voer de rivier op met een lading kruit aan boord. Nabij een plaats gekomen, die onder den naam Pierre Nobri bekend is, zag men een man, die bezig was, de rivier over te zwemmen. Het bleek een gewezen Senegaleesche tirailleur te zijn, die tijdens een expeditie gedeserteerd was om zich in het binnen land een tijdlang verscholen te houden. Aan boord van het stoomvairtuigje be vonden zich een Franschman, een neger machinist en twintig zwarte werklieden. Dezen bevonden zich op de voorpleeht der sloep. Zij grepen den deserteur en wier pen hem in het overdekte voorkajuitje, waar vijftien vaatjes kruit lagen, nadat zij den gevangene hadden meegedeeld, dat men hem te Lahou aan de Fransche autoriteiten zou overleveren. De sloep kwam juist nabij de plaats van bestem ming ten anker, toen de machinist zag, dat de gevangene een stuk smeulend poets- katoen opraapte. Hij hechtte aan dit feit geen waarde, daar hij meende, dat de man zijn pijp wilde aansteken. Men kan zich zijn ontzetting voorstellen, toen hij kort daarop zag, dat hij de brandende lont met een vlugge beweging in een der kruitvaatjes wierp. De machinist snelde onmiddellijk naar den Franschman, die bij hst roer zat, doch nauwelijks had bij eenige schreden gedaan, of de ontploffing volgde. Het geheele voorschip vloog met het kajuitje, waarop de twintig werklieden zaten, met een ontzettenden knal in de lucht, terwijl de verscheurde overblijf selen der ongelukkigen naar alle rich tingen geslingerd werden om op groote afstanden in het water en aan den wal neer te ploffen. Behalve de Franschman en de machinist werden slechts twee der opvarenden gered. Te Devonport is een stoomschip, bezig met werken tot verbetering van de haven vernield door ontploffen van dynamiet waarmee men een klip liet springen. Drie de gewassen niet tot hun recht komen. Hebben wij nu gezien, dat door eene ondoelmatige behandeling de stalmest zeer in waarde verliest, thans rest ons nog de vraag of er middelen bestaan, om deze vermindering zoo gering mogelijk te maken. Gelukkig, dat wij op deze vraag een bevestigend antwoord kunnen geven. Het stikstofverlies begint reeds in den stal en daar moet dus reeds een aanvang genomen worden met het nemen van waar- borgmaatregelen. Een eerste maatregel is goed strooien. Een matig strooisel van tarwestroo ver mindert reeds het verlies aan stikstof met de helft, terwijl eene rijkelijke strooiing de vermindering terugbrengt tot 40 pCt. Zoodoende wordt dus door eene rijkelijke strooiing de hoeveelheid en ook de hoe danigheid van den stalmest verhoogd. In plaats van stroo der halmgewassen kan men ook turfstrooisel nemen, welk strooisel ook zeer gunstig werkt. Maar beter dan deze strooisels werkt aarde, die het verlies vermindert tot op 25%. In zandstreken wordt ook wel zand daarvoor gebezigd doeh hoe humusrijker de aarde is, hoe beter. Yerder kan men ook in den stal ge bruik maken van superphosphaatgips en kaïniet door dit in de groep te strooien. Dient alzoo het aanwenden van ge paste middelen reeds te beginnen in den stal, nog noodzakelijker is het, dit voort te zetten op de mestvaalt. Over de beste inrichting der vaalt zou heel wat te zeggen zijn, doch wij zullen dit niet doen, aangezien de meeste land bouwers in dit opzicht niets kunnen doen. Liever willen wij wijzen op hetgeen zij wel kunnen doen. Laat men de mest vaalt aan haar lot over, dan verloopt de ontbinding zeer snel en gaat er veel ver loren; derhalve dient er in de eerste plaats voor gezorgd te worden, dat de ontbinding langzamer geschiedt. Laat men man gedood. Het schip zonk onmiddellijk. Te Puteaux, aan de Seine, is in den nacht van Maandag op Dinsdag een huis, bewoond door een werkmansgezin van vijf personen, ingestort. De vroaw des huizes en een kind van 2 jaren kwamen daarbij om het leven. De twee andere kinderen, van 10 en 5 jaar, werden gewond. De man en vader was van huis, aan het werk in zijn fabriek. De twee kinderen, die ge red werden, zijn ernstig ziek, want zij zijn den geheelen nacht aan de koude blootge steld geweest, daar het ongeluk eerst in den morgen werd ontdekt. De millioanair Pierce, «nlangs te Boston overleden, heeft aan de nabestaanden van den dichter Aldrich, van wien hij een vurig bewonderaar was, een som van f 1,250,000 vermaakt. Verder liet hij ruim 12l/2inillioen aan zijne bedienden en ver schillende gestichten na. Onder de passagiers van het in den nacht van 7 op 8 December vergane stoom schip Salter waren ook 113 Roomsoke Duitsch-Russen, die uit broodgebrek en om godsdienstige redenen besloten ludden hun geboorteland te verlaten en in Argen tinië eene nieuwe Daitscke Kolonie, onder leiding der Missionarissen van St. Michael, te Steyl (Limburg), te vestigen. De paters dier Missie zijn belast met de herderlijke zorgen der Duitsch-Russen in Znid-Amenka. Zekere Heer Konrad, die reeds 10 jaren in Buenos-Ayres gewoond had, was de gids der Duitsch-Russische landverhuizers. Het „toeval" heeft gewild, dat de land verhuizers verongelukt zijn, daar zij be stemd waren om den 14 November met het stoomschip Wutekind te vertrekken, toen zij onderweg werden opgehouden en het slechts aan 5 families gelukte tijdig het stoomschip te bereiken, dat de reis gelukkig volbracht heeft. De verongeluk ten hadden zich voor het aan boord gaan op bijzondere godsdienstige wijze voor de groote reis voorbereid. De St. Raphaels- vereeniging, welke in alle Hansesteden zich belast zoowel met de geestelijke als stoffelijke belangen der landverhuizers, had hiervoor gezorgd. Prof. Rudolf Falb, de weerprofeet heeft een groot ongeluk getroffen. De be jaarde man, die toch al door een langdurige ziekte was uitgeput, is nu aan beide voeten verlamd, zoodat hij in een stoel voortge rold moet worden, en met zijn vrouw en vijf kinderen van 414 jaren in behoeftige oms'andigheden verkeert. Wie vrouwelijke beroepen opsomt zal zeker niet licht het beroep van „speel- goedprobeerster" noemen. Toch is te Pa rijs een geheele klasse van vrouwen, wier eenig beroep is, de beweegbare stukken speelgoed, welke vooral in deze dagen zoo druk verkocht worden, \te probeeren. Zij onderzoeken iederen dag een ongelooflijk gioot aantal stukken en laten er maar zelden een doorgaan, waaraan iets hapert. Yolgens het nieuwe landverhuizers wetsontwerp zooals dit door den Senaat der Yereenigde Staten is aangenomen, moeten alle landverhuizers boven de 16 jaren, om aan land toegelaten te worden, proeven van bekwaamheid in lezen en schrijven in hunne eigen taal afleggen. Of dit van invloed zou zijn op de landverhuizing uit de verschillende landen, blijkt uit de vol gende statistiek. Onder de landverhuizers die in het jaar 1895-'96 uit Zwitserland naar de Yereenig de Staten kwamen, waren 0.79 percent, die niet konden lezen of schrijven. Van de landverhuizers uit Denemarken waren 0.95 percent „analphsbeten" van die uit vee op de mestvaalt loopen dan wordt de mest goed vastgetrapt, dientengevolge kan de lucht minder goed toetreden en de ontbinding of verrotting wordt vertraagd. Een ander middel is de besproeiing met gier. De aanwending van dit middel verdient alle aanbeveling en wij aarzelen dan ook niet, om het uit te spreken, dat de aan wending van de gier tot- verbetering van den stalmest heel wat voordeeliger werkt dan haar gebruik als weidebemesting. De plaats van de gier is de mestvaalt. Wordt door deze middelen op eene zeer goedkoope wijze de ontleding van den stalmest vertraagd en daardoor verlies voorkomen nog andere middelen staan den landbouwer ten diente, om dit doel te bereiken. Deze middelen hebben ten doel, belang rijke stoffen zooals ammoniak, phosphorzuur en kali vaster te binden en alzoo ver vluchtigen en uitspoelen tegen te werken. Ze zijn aardekaïniet en superphos phaatgips. Bedekt men den stalmest met aarde dan gaat men de vermindering van humus vormende bestanddeelen niet tegen doch de belangrijkste stof, de stikstof, wordt bijna geheel behouden, terwijl boven dien een deel der stikstof' wordt omgezet in salpeterzuur. In dezen vorm komt de stikstof ook voor in chilisalpeter, zoodat de aldus be handelde stalmest aanvankelijk dezelfde werking uitoefent als de chilisalpeter, ter wijl de nawerking gelijk is aan die van niet bedekten stalmest. Gebruikt men tot bedekking superphos phaatgips dan gaat er iets minder aan humnsvormende stoffen verloren dan bij de aardebedekking, terwijl de stikstof geheel behouden blijft. In dit geval wordt er maar 10 pCt. der stikstof omgezet in salpeterzuur, zoo dat aldm behandelde mest langzamer werkt dan de met aarde bedekte. Zweden 1.16; uit Noorwegen 1.18; uit Duitschland 2.98uit Nederland 4.16 uit Frankrijk 4.86; uit Engeland 5.44; uit Sokotland 5.70uit Ierland 7 uit Bohemon en Moravië 11.47uit Fin land 11.82 uit Wales 12.54 uit België 16.46; uit Spanje 15.81; uit Rumanië 21.03; uit Griekenland 26.21 uit Turkije 31.43; uit Oostenrijk 36.38; uit Rusland 41.14uit Hongarije 46.51uit Polen 47.78; uit Italië 54.59; uit Galicië-Bakowina 60.37 en uit Portugal 77.69 percent. KERKNIEUWS. Ned. Ilerv. Kerk. Beroepen te Ritthem ds. A. J. Seuleijn te Foudgum. Bedankt voor Renesse door ds. R. G. Oldeman te Ouwerkerk. Beroepen te Knollendam Van Roggen cand. te Sloten te Marum Van Es te Boornbergumte Standdaarbuitan Leenmans te Oosterwijk bij Gorinchem. Aangenomen naar Lopik door ds. B. Zoete te Augustinusga naar Lar.gerak door Faber cand. te Doetinchem. Bedankt voor Yelzen door Ruijs te Oegst- geestvoor Odij k door Roth te Bezooien voor Exmorra (toez.), Geervliet, en Akkerwoude en Murmerwoude door Faber cand. te Doetinchem voor Neerlang broek door Yan Toorenenbergen te Geue- muiden. Geref. Kerk en. Tweetal te Barendrecht ds. G. J. Barger te Driebergen en ds. J. D. v. d. Munnik te Zaandam. Beroepen te Velp ds. L. v. d. Valk te Scheveningen. Namens gemeente un kerkeraad sprak ds. A. Steijling den scheidenden predikant een afscheidswoord toe, waarna de gemeente hem Psalm 1214 toezong. SCHOOLNIEUWS. Bij het Bestuur der Unie is het volgende Bezwaarschrift tegen het Unie-Rapport voor Schoolwetwijziging ingekomen Hooggeachte Ileeren en Broederen Nu blijkens de te Groningen en te Arn hem gehonden Uniedagen de propaganda voor het dus genaamde Unie-rapport, dat op 16 April des vorigen jaars door de ver gadering der Unie werd aangenomen, een aanvang nam, gevoelen ondergeteekenden zich gedrongen Uw Bestuur hun ernstige overtuiging kenbaar te maken, dat de wijze waarop het Unie-Rapport het ook door hen beoogde doel poogt te verwezenlijken, in botsing komt met de beginselen, die ons steeds bij onzen sehoolstrijd geleid hebben, en ook thans niet mogen verzaakt worden. Zij mogen niet aannemen, dat het besluit van eene veigadering gelijk die van 16 April des vorigen jaars, waar uit heel ons land slechts drie en veertig (uit 13 steden en 26 dorpen) opgekomen stemgerechtigden tegenwoordig waren, in dien zin voor eene uitspraak van de algemeene overtuiging onzer geestverwanten zou mogen gelden, dat nadere toetsing van het Rapport aan die beginselen overbodig zou zijn te achten. Natuurlijk zullen zij bereid worden be- Gebruikt men kaïniet dan verliest de stalmest heel weinig organische bestand deelen, behoudt zijn gehalte aan stikstof en vertoont in het geheel zeer veel over eenkomst met verschen mest. Maakt men gebruik van kaïniet dan zal men bemerken dat de dampontwikkeiing op de mestvaalt dadelijk opbeudt. Wil men dus een snelwerkenden mest hebben en dat zal het geval zijn voor be- mosting van zwaren,humusrij ken kleigrond, dan moet men aarde gebruiken, superphos phaatgips wende men aan op stalmest voor lichte klei- en zavelgronden en kaïniet op lichtere gronden. Hangt alzoo de keuze yan de bedek- kingsmiddelen grootendeels af van de grondsoort, waarop men den stalmest brengen wil, voor een ander deel dient men ook rekening te houden met het gehalte van den grond aan opneembaar plantenvoeder. Heeft de grond bijv. gebrek aan phos phorzuur en moet men in het tekort voor zien door kunstmest, dan doet men wijs door den mesthoop te bestrooien met su perphosphaatgips. De opmerkzame lezer zal nu wel snappen, dat bij het bedekken met superphosphaat gips of met kaïniet het mesje aan twee kanten snijdt. In de eerste plaats verhindert men de ontsnapping van waardevolle bestanddeelen en in de tweede plaats verrijkt men den grond met plantenvoedsel, dat men anders toch moet aankoopen in kunstmeststoffen. Hieruit volgt, dat het bedekken met superphosphaatgips of kaïniet in den grond der zaak den landbouwer niets kost. Dee hoeveelheid, welke men gebruinen moet, is betrekkelijk gering 1 K. G. per dag en per stuk vee is voldoende, de bekende landbouwkundige Wolff, acht zelfs de helft dezer hoeveelheid reeds meer dan voldoende. vonden, hunne overtuiging toe te lichten. Voorshands meenen zij er zich toe té moeten bepalen, om duidelijk uit te spreksn dat hun besliste overtuiging hun verbieden zou, het overigens zoo schoone Rapport indien het onveranderd bleef, te steunen' en Uen verplichten zou den eisch van het beginsel tegenover dit Rapport te handhaven. Overtuigd dat het ook U ongewenscht zal voorkomen, dat in den strijd voor de vrije school verdeeldheid onze kracht zon breken, verzoeken zij U met broederlijken aandrang dit hun schrijven niet ter ziide te leggen. Was geteekend: ,.rJ\)VoltJer' H" B9leveld. P- van Son, W. Hovy, Kuyper, F. L. Rutgers, D. K Wielenga, D. F. D. Fabius, H. Bavinck P. Biesterveld, W. Geesink, J. van Alphen T. A. J. van Asck van Wyck, S. M. l! van Löben Seis. Amsterdam, Nov. '96. In eene buitengewone Bestuursvergade ring der Unie, gehouden op 28 December 1896, is besloten het volgende antwoord te zenden aan de Heeren Prof. Dr. J. Wultjer c.s. op hun Bezwaarschrift tegen het Unie-Rapport voor Schoolwetwijziging. Aan de Heeren Piof. Dr. J. Woltjer c.s. te Amsterdam. Hooggeachte Heeren! Wij hadden de eer te ontvangen uw schrijven d.d. November 1896, betreffende het linie-Rapport van 16 April 1895. Wij kunnen niet ontkennen, dat van ge noemd schrijven door ons met eenige ver wondering werd kennis genomen. Waar toch een veertiental achtbare mannen als de onderteekenaars tegen het geruimen tijd van te voren gepubliceerde en algemeen bekende Rapport der Commissie voor Schoolwetwijziging bezwaren hadden, van zoodanig ernstigen aard, dat hun besliste overtuiging hen verhinderen zoude het Rapport te 6teunen, had men mogen ver wachten, dat zij daarvan vóór de Jaarver gadering der Unie van 1895, duidelijk zouden hebben doen blijken. Met U oordeel en wij het echter onge wenscht, dat in den strijd voor de Vrije Schoolverdeeldbeid onze kracht zou breken, en wiileu wij alsnog ernstige aandacht schenken aan de bezwaren, die by de onderteekenaers tegen het Unie-rapport mochten bestaan. Te meer, omdat die be zwaren, volgens U, verband houden met de beginselen, die de Anti-revolutionnaire partij steeds bij den schoolstrijd geleid hebben en ook thans niet mogen verzaakt worden. Daar het ons echter niet duidelijk is in welk opzicht het Rapport in botsing zoude komen met die beginselen, en de mogelijkheid altijd blijft bestaan deze, ten aanzien van de schoolquaestie, in de toe passing nog beter te formuleeren dan ge schied is, terwijl het al of niet bestaan van principiëele bezwaren het best uitkomt, wanneer ieder aan zyne denkbeelden een vasten vorm geeft, zoudt g;j ons zeer ver plichten uwe bedenkingen te ontwikkelen en de daarvoor door U gewenschte op lossing neer te leggen, hetzij ia een voor stel tot wijziging van het Unie-Rapport hetzij in een nieuw voorstel tot School wetwijziging. In dat geval verklaren wij ons bereid zoodanig voorstel in overweging te nemen, mits het tijdig en wel uiterlijk op 1 Maart a. bij den Secretaris der Unie worde ingediend, opdat het in onze eerst volgende Bestuursvergadering en zoo mo gelijk op de aanstaande Jaarvergadering Maar men kan gerust ook meer ge bruiken, vooral in het geval, dat men toch kunstmeststoffen moet aanschaffen tot completeering van den stalmest. Misschien vraagt een lezer of de praktijk in dezen reeds uitspraak gedaan heeft dan wel of dit nog enkel theorie is. Hierop kan geantwoord worden, dat reeds tal van vergelijkende proeven ge nomen zijn, ook door praktische landbou wers, en dat deze allen hebben aangetoond, dat goed behandelde stalmest heel wat meer opbrengst geeft, dan andere. Maar ook hier geldt het, dat de land bouwer zelf proeven moet nemen. Bewaar eens een deel van uw stalmest op een der aangewezen wijzen en neem dan eens een vergelijkende proef en tien tegen een, dat gij voortaan al uw stalmest zorgvuldig behandelt. Ook hier zal bewaarheid worden, wat de sigarenhandelaar zei n. 1. „proeven is behoeven" en uw beurs zal er wel bij varen. Boven hebben wij reeds aangestipt, dat ook op liet land de stalmest veel van zijne waarde kan verliezen, namelyk wan neer men hem aan hoopjes laat liggen. Het is veel beter dat men hem dadelijk uitspreidt. Doet men dit, dan behoeft men niet bang te zijn, dat de stalmest werke lijke verliezen zal ondergaan, vooral niet in den herfst, daar alsdan ten gevolge van de lage temperatuur de ontleding van den mest zeer langzaam geschiedt. Wil men, dat de stalmest snel zal wer ken, dan moet men den mest niet dadelijk onderploegen, maar dan mist men ook de gelijkmatige nawerking de volle kracht van den mest komt dan alleen het eerste gewas ten goede. Wil men eene gelijkmatige werking voor drie vier op elkaar volgende oog sten, dan moet men den mest dadelijk on derploegen iets wat voor de meeste onzer gronden trouwens toch het beste is, der Unie in behandeling bracht. Het Bestuur der met den Bijl SCHIMMELPENNING v. hoevel! R. DERKSEN, Secretcj Uteecht, 28 December Buiten verantwoordelij khi Stukken worden in. geen ge J Mijnheer de Redd Ik las in uw blad reef over de gebeurtenissen, thans het onderwerp ziji ken. Terecht merkt uw zeer treurig, doch niet tel Reeds voor langen tijd I dat de losbandigheid en tot op eene bedenkelijke hod om nog niet te spreken hand toenemende zedelol het voor niemand een gej hier tempels in overvloed priesteressen van Venus dl hoogtij vieren, waarbij F Bacchus rijkelijk wordt gl Wie b. v. des Zondagsa| straten loopt, ziet gansche geschoten jongens en mei vele Belgen, zich opmake| zoeken van kroegen van allooi, welke hier zeer ri| tegenwoordigd, om zich wijze ts vermaken He zijn natuurlijk vechtpartl aankleve van dien, wat v| beschonken personen dan te verwachten is. Nien ook nog van dergelijke notitie, uitgezonderd de bd en been klagen over den gsdaan. Slechts wanneer z| afloop hebben, zooals nu, aan geschonken. Muziek eil sommige plaatsen iedere voor, en schoon de gang wordt onderste boven geza stuur dezer gemeente hiel Doof zijn is lastig, vooralT wat toch zeker wel geen schijnsel is. Tot laat in dit gewoel voortgezet, om door te tappen na slua gemakkelijk te verkrijgen. Het is daarom dan o<f vreemdelingen des Zondagi want zeggen zij„nergens j. Oostburg, daar mag men men maar wil". En al is nu een harde| ontvangen, ik vrees dat zult zien, dat ook dit niet wc Ik vernam tenminste we er gerust mag worden ve weder dej gewone tooneeï aanschouwen. Klacht op klacht wordljj gezinden vernomen, doch bestaat, althans vooreerst,! Velen zijn met mij van o<f ergens, dan vooral hier aan een gemeenteraad dï maatregelen ontziet, om dt; zaken te doen keeren, en zorg draagt voor de ru«t dl Evenwel van onze libersf niet te verwachten, want ze erger dan doof, zoodaf hoorende leden volstrekt mag worden geheeten. De stelselmatige vervree en zijnen dienst, welke hier s toegepast, begint reeds vru doch ze zijn zeer wrang. Doch hoe kan het ook am des Heeren Woord verwor heid zouden zij dau hebbe: Maar ook mogen diegene hebben geleerd, zich niet ver onschuldig te zijn, want o| nede de schuld van de ve: irod, welke de geheele nat: dit gewest in het bijzoade: sunnen zich niet op hunn beroemen, doch veel meer i vernederen en voor den E „Ten ware dat Gij mijne ha ik ware niet beter dan de En het geneesmiddel hiert Wet en tot de getuigenis. I *eg waar langs nog behorn loge aan velen worden gege dit Woord te leeren sprek tiet, ze zullen geen dagera l Of ik denk dat mijn gesel Ju het minst niet. Mijne jlleen er op te wijzen dat kier zoo zijn. Aan andere het misschien beter toevertr het gaarne gelooven. Doch hi Kj Aanvaard intusschen bij dank voor de opneming de -peschouw mij steeds als uw I GETROUI I ü°stlurg, 31 Dec. '96. Mijnheer de Redai unt u dit nog plaatsen E ^^Uegfirine- van „w ond tnt ,U nof? plaatsen weerlegging van uw ond ^Bffn "'gezonden stukske h« -een, ik liet de partieul, mede rn8len- Daar be parties te zeS«en» dat ik nea een'Herv"01/08, d°01 en Vormde aangedi "wil zou kunnen u niet'.'' de ^ed-mijne deze (wat ik

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1897 | | pagina 2