Axel. Voor een talrijke schare die het
kerkgebouw niet bevatten kon, sprak Zon
dagavond ds. A. Doorn zijn afscheidsrede
uit, naar aanleiding van Hebr. 13 20 en 21a.
BEZWAARSCHRIFT.
Ingezonden
haar hulpgeschreeuw kw&men aansnellen,
gelukken de vlammen meester te worden,
echter* niet dan nadat naar hoofd zeer
ernstig met brandwonden overdekt was.
Te Tienhoven is een vijfjarig meisje
by ongeluk te water geraakt en verdronken.
Te Arnhem is Woensdagavond een
geagreëerd klerk ten kantore van den ont
vanger der registratie gearresteerd als ver
dacht van verduistering van, naar men
zegt, ruim f 23,000. Ns.
Te Winschoten werden Zaterdagavond
door de politie aangehouden twee jongens
van 14 en 11 jaar. Een hunner was „ge
deserteerd" uit Hamburg, de andere uit
Leer (O.-Friesland). Beiden legden de reis
te voet af. Thans werden ze weer over
de grenzen gezet.
Bij de wisseling des jaars kregen in
een koffiehuis te Harlingen twee liefhebbers
woorden om een meisje. Een der beiden
trok zich de zaak in die mate aan, dat hij
zich in do haven stortte. Dadelijk schoten
van alle zijden redders toe, die naar den
drenkeling met dreggen en haken gingen
zoeken; dock doze was met den stroom
afgedreven naar eene ondiepte in de voor
haven en ging bedaard naar huis, de brave
redders stil aan 't werk latende.
Omtrent den moord te Vucht ver
neemt men nader dat de vermoorde Van
leien op 2 Jan. even na middernacht, met
zijn vriend Yan Berkel huiswaarts keerde.
Een oogenblik nadat zijn vriend hem ver
laten had, en ieder zijns weegs ging, hoorde
deze een voortdurend hulpgeroep, keerde
terug en vond den ander ineen gezakt en
badende in zijn bloed op den grond liggen.
Op zijn vraagwat is er nu gebeurd
bekwam hij geen autwoord. Hij droeg v.
I. naar diens woning, omtrent tien minuten
verder en riep geneeskundige hulp in, die
echter niet meer mocht batsn. Een half
uur daarna stierf v. I. De dader, zekere
den Otter, is geboeid naar 's Hertogenbosch
overgebracht. De verslagens was 27 jaar
oud, de oppassende ongehuwde oudste zoon
eener weduwe. Aanleiding tot den moord
moet een oude liefdesgeschiedenis zijn ge
west.
Een jongeling te Coevorden die Nieuw
jaarsavond met een meisje uit was welke
vroeger met een ander verkeering had ge
had, kreeg hierover met dien ander twist,
welke zoo hoog liep dat deze hem met een
paal een zoo hevigen slag op het hoofd
toebracht dat hij na den geheelen nacht
bewusteloos te hebben gelegen, overleed
De dader is voortvluehtig naar Pruisen.
Zooals gemeld, heeft een landbouwer
te Gemert (N.B.) zijn vrouw, moeder
van zeven kinderen, zoo mishandeld, dat
zij onmiddellijk overleden is.
In de Noord'ral. lezen wij over dit
gruwelijke voorval nog de volgende bij
zonderheden
Uit den mond der kinderen moest de
justitie zware beschuldigingen hooren tegen
den vader.
Zij hadden de ouders op den dorsch-
vloer gezien, waar de moeder hevig schreide.
Later zagen zij moeder in den stal, met
bloed overdekt. Daarna hebben zij gezien,
dat do ontaarde vader met een emmer
water naar moeder ging, toen riep deze
nog hulp. Door den vader werden de klei
nen teruggezetzij mochten niet naar
moeder gaan. Enkele oogenblikken daarna
lag de moeder uitgestrekt op verschgesne-
den stroo, waarschijnlijk toen reeds dood.
Daarop is de vader de buren gaan roepen,
om mede te deelen, dat zijne vrouw ge
vallen was.
duurt dit echter veel langer en nu is het
wel waar, dat na enkele weken liggers
de ontleding vermindert, maar toch gaat
het verloren gaan aldoor voort, al is het
ook in mindere mate.
Wij kunnen dan ook gerust stellen, dat
er op onze vaalt voor minstens f 100 ver
loren gaat.
Rekenen wij nu dit over het gansche
land, dan komen wij gewis tot de verba
zingwekkende som van millioenen guldens
die jaarlijks verloren gaan.
Ongelooflijk bijna maar toch wuar
Een liefhebber van statistiek heeft be
rekend, dat er in Duitschland jaarlijks
200 millioenen guldens verloren worden
door eene ondoelmatige behandeling van
den stalmest
Maar nog op eene andere manier ver
liest de stalmest een deel van zijne waarde
Somtijds gebeurt het, dat de stalmest
van de vaalt naar het land gebracht en
daar niet dadelijk uitgespreid maar aaD
hoopen gezet wordt.
Doet men dat op zeer groote hoopen,
dan kan dit nog eenigszins, hoewel ook dan
nog verloren gaat. Maar erger is het, als
men hem van den wagen aftrekt op kleine
hoopjes en die eenige dagen laat liggen,
dan gaat er veel verloren.
Die kleine hoopjes drogen uit, er ver
vluchtigt, al is het ook weinig, ammoniak
en vele voedende bestanddeelen trekken
in den bodem ter plaatse, waar de hoopjes
liggen.
Die plekken krijgen dus een overmaat
van planten voedsel, terwijl het overige
land den mest ontvangt, die nu een deel,
een groot deel zelts, van zijn waarde kwijt is
Een gevolg daarvan is, dat minstens
een jaar de vruchten ongelijk groeien.
De gewassen, die op de plekken, waar
de mesthoopjes lagen, groeien, loopen groot
gevaar van legeren of van te overvloedige
bladontwikkeling, alles ten koste van een
goede vracht, terwijl op de andereplaatsen
Daar zitten nu zeven kinderen op de
boerderij zonder ouders. Ontzettende toestand.
De verdachte blijft alle schuld ontkennen.
- Te Melen, bij Verviera, is in den
Kerstnacht een moord gepleegd door een
14-jarigen knaap, Defooz genaamd, op een
jongen van 15 jaren, Alexander Delfosse.
De vermoorde, een vroegrijpe losbol,
had met eenige makkers tot diep in den
nacht herbergen bezocht en in de laatste,
om half vier, Defooz ontmoet. Nadat de
jongens een half uur samen kaart gespeeld
hadden ging Defooz heen en een kwartier
later Delfosse. Weinige oogenblikken
daarna hoorden de achtergeblevenen in de
herberg een woordenwisseling, en toen
zij naar buiten snelden, vonden zij Del
fosse met een gapende wond aan den
hals op den grond liggen. Hij stierf wei
nige minuten nadat men hem naar binnen
had gedragen. Men hield terstond Defooz
voor den moordenaar. Hij was gevlucht,
maar den volgenden dag werd hij gevat.
Hij bekende dat hij Delfosse heeft gedood,
maar beweert, dat deze hem het eerst
aanviel.
De beide knapen waren sinds geruimen
tijd op gespannen voet, omdat zij beiden
te vergeefs dongen naar de gunst van een
dertienjarige herbergiersdochter.
Dit is zeker wel een van de treurigste
kindergeschiedenissen die ooit werden
verhaald en werpt een somber licht over
de vroegrijpheid der Belgische jeugd.
Te Groot-Lahou, een Fransche haven
plaats aan de Ivoorkust, zijn door een
kruitoiitploffing aan boord van een stooui-
sloep twintig menschen om het leven
gekomen. Deze stoomsloep voer de rivier
op met een lading kruit aan boord. Nabij
een plaats gekomen, die onder den naam
Pierre Nobri bekend is, zag men een man,
die bezig was, de rivier over te zwemmen.
Het bleek een gewezen Senegaleesche
tirailleur te zijn, die tijdens een expeditie
gedeserteerd was om zich in het binnen
land een tijdlang verscholen te houden.
Aan boord van het stoomvairtuigje be
vonden zich een Franschman, een neger
machinist en twintig zwarte werklieden.
Dezen bevonden zich op de voorpleeht der
sloep. Zij grepen den deserteur en wier
pen hem in het overdekte voorkajuitje,
waar vijftien vaatjes kruit lagen, nadat
zij den gevangene hadden meegedeeld, dat
men hem te Lahou aan de Fransche
autoriteiten zou overleveren. De sloep
kwam juist nabij de plaats van bestem
ming ten anker, toen de machinist zag,
dat de gevangene een stuk smeulend poets-
katoen opraapte. Hij hechtte aan dit feit
geen waarde, daar hij meende, dat de
man zijn pijp wilde aansteken. Men kan
zich zijn ontzetting voorstellen, toen hij
kort daarop zag, dat hij de brandende
lont met een vlugge beweging in een der
kruitvaatjes wierp. De machinist snelde
onmiddellijk naar den Franschman, die bij
hst roer zat, doch nauwelijks had bij
eenige schreden gedaan, of de ontploffing
volgde.
Het geheele voorschip vloog met het
kajuitje, waarop de twintig werklieden
zaten, met een ontzettenden knal in de
lucht, terwijl de verscheurde overblijf
selen der ongelukkigen naar alle rich
tingen geslingerd werden om op groote
afstanden in het water en aan den wal
neer te ploffen. Behalve de Franschman
en de machinist werden slechts twee der
opvarenden gered.
Te Devonport is een stoomschip, bezig
met werken tot verbetering van de haven
vernield door ontploffen van dynamiet
waarmee men een klip liet springen. Drie
de gewassen niet tot hun recht komen.
Hebben wij nu gezien, dat door eene
ondoelmatige behandeling de stalmest zeer
in waarde verliest, thans rest ons nog de
vraag of er middelen bestaan, om deze
vermindering zoo gering mogelijk te maken.
Gelukkig, dat wij op deze vraag een
bevestigend antwoord kunnen geven.
Het stikstofverlies begint reeds in den
stal en daar moet dus reeds een aanvang
genomen worden met het nemen van waar-
borgmaatregelen.
Een eerste maatregel is goed strooien.
Een matig strooisel van tarwestroo ver
mindert reeds het verlies aan stikstof met
de helft, terwijl eene rijkelijke strooiing
de vermindering terugbrengt tot 40 pCt.
Zoodoende wordt dus door eene rijkelijke
strooiing de hoeveelheid en ook de hoe
danigheid van den stalmest verhoogd.
In plaats van stroo der halmgewassen
kan men ook turfstrooisel nemen, welk
strooisel ook zeer gunstig werkt. Maar
beter dan deze strooisels werkt aarde, die
het verlies vermindert tot op 25%.
In zandstreken wordt ook wel zand
daarvoor gebezigd doeh hoe humusrijker
de aarde is, hoe beter.
Yerder kan men ook in den stal ge
bruik maken van superphosphaatgips en
kaïniet door dit in de groep te strooien.
Dient alzoo het aanwenden van ge
paste middelen reeds te beginnen in den
stal, nog noodzakelijker is het, dit voort
te zetten op de mestvaalt.
Over de beste inrichting der vaalt zou
heel wat te zeggen zijn, doch wij zullen
dit niet doen, aangezien de meeste land
bouwers in dit opzicht niets kunnen doen.
Liever willen wij wijzen op hetgeen
zij wel kunnen doen. Laat men de mest
vaalt aan haar lot over, dan verloopt de
ontbinding zeer snel en gaat er veel ver
loren; derhalve dient er in de eerste
plaats voor gezorgd te worden, dat de
ontbinding langzamer geschiedt. Laat men
man gedood. Het schip zonk onmiddellijk.
Te Puteaux, aan de Seine, is in den
nacht van Maandag op Dinsdag een huis,
bewoond door een werkmansgezin van vijf
personen, ingestort. De vroaw des huizes
en een kind van 2 jaren kwamen daarbij
om het leven. De twee andere kinderen,
van 10 en 5 jaar, werden gewond. De
man en vader was van huis, aan het werk
in zijn fabriek. De twee kinderen, die ge
red werden, zijn ernstig ziek, want zij zijn
den geheelen nacht aan de koude blootge
steld geweest, daar het ongeluk eerst in
den morgen werd ontdekt.
De millioanair Pierce, «nlangs te
Boston overleden, heeft aan de nabestaanden
van den dichter Aldrich, van wien hij een
vurig bewonderaar was, een som van
f 1,250,000 vermaakt. Verder liet hij ruim
12l/2inillioen aan zijne bedienden en ver
schillende gestichten na.
Onder de passagiers van het in den
nacht van 7 op 8 December vergane stoom
schip Salter waren ook 113 Roomsoke
Duitsch-Russen, die uit broodgebrek en
om godsdienstige redenen besloten ludden
hun geboorteland te verlaten en in Argen
tinië eene nieuwe Daitscke Kolonie, onder
leiding der Missionarissen van St. Michael,
te Steyl (Limburg), te vestigen. De paters
dier Missie zijn belast met de herderlijke
zorgen der Duitsch-Russen in Znid-Amenka.
Zekere Heer Konrad, die reeds 10 jaren
in Buenos-Ayres gewoond had, was de
gids der Duitsch-Russische landverhuizers.
Het „toeval" heeft gewild, dat de land
verhuizers verongelukt zijn, daar zij be
stemd waren om den 14 November met
het stoomschip Wutekind te vertrekken,
toen zij onderweg werden opgehouden en
het slechts aan 5 families gelukte tijdig
het stoomschip te bereiken, dat de reis
gelukkig volbracht heeft. De verongeluk
ten hadden zich voor het aan boord gaan
op bijzondere godsdienstige wijze voor de
groote reis voorbereid. De St. Raphaels-
vereeniging, welke in alle Hansesteden
zich belast zoowel met de geestelijke als
stoffelijke belangen der landverhuizers, had
hiervoor gezorgd.
Prof. Rudolf Falb, de weerprofeet
heeft een groot ongeluk getroffen. De be
jaarde man, die toch al door een langdurige
ziekte was uitgeput, is nu aan beide voeten
verlamd, zoodat hij in een stoel voortge
rold moet worden, en met zijn vrouw en
vijf kinderen van 414 jaren in behoeftige
oms'andigheden verkeert.
Wie vrouwelijke beroepen opsomt
zal zeker niet licht het beroep van „speel-
goedprobeerster" noemen. Toch is te Pa
rijs een geheele klasse van vrouwen, wier
eenig beroep is, de beweegbare stukken
speelgoed, welke vooral in deze dagen zoo
druk verkocht worden, \te probeeren. Zij
onderzoeken iederen dag een ongelooflijk
gioot aantal stukken en laten er maar zelden
een doorgaan, waaraan iets hapert.
Yolgens het nieuwe landverhuizers
wetsontwerp zooals dit door den Senaat der
Yereenigde Staten is aangenomen, moeten
alle landverhuizers boven de 16 jaren, om
aan land toegelaten te worden, proeven
van bekwaamheid in lezen en schrijven
in hunne eigen taal afleggen. Of dit van
invloed zou zijn op de landverhuizing uit
de verschillende landen, blijkt uit de vol
gende statistiek.
Onder de landverhuizers die in het jaar
1895-'96 uit Zwitserland naar de Yereenig
de Staten kwamen, waren 0.79 percent,
die niet konden lezen of schrijven. Van
de landverhuizers uit Denemarken waren
0.95 percent „analphsbeten" van die uit
vee op de mestvaalt loopen dan wordt de
mest goed vastgetrapt, dientengevolge kan
de lucht minder goed toetreden en de
ontbinding of verrotting wordt vertraagd.
Een ander middel is de besproeiing met
gier.
De aanwending van dit middel verdient
alle aanbeveling en wij aarzelen dan ook
niet, om het uit te spreken, dat de aan
wending van de gier tot- verbetering van
den stalmest heel wat voordeeliger werkt
dan haar gebruik als weidebemesting.
De plaats van de gier is de mestvaalt.
Wordt door deze middelen op eene zeer
goedkoope wijze de ontleding van den
stalmest vertraagd en daardoor verlies
voorkomen nog andere middelen staan den
landbouwer ten diente, om dit doel te
bereiken.
Deze middelen hebben ten doel, belang
rijke stoffen zooals ammoniak, phosphorzuur
en kali vaster te binden en alzoo ver
vluchtigen en uitspoelen tegen te werken.
Ze zijn aardekaïniet en superphos
phaatgips. Bedekt men den stalmest met
aarde dan gaat men de vermindering van
humus vormende bestanddeelen niet tegen
doch de belangrijkste stof, de stikstof,
wordt bijna geheel behouden, terwijl boven
dien een deel der stikstof' wordt omgezet
in salpeterzuur.
In dezen vorm komt de stikstof ook
voor in chilisalpeter, zoodat de aldus be
handelde stalmest aanvankelijk dezelfde
werking uitoefent als de chilisalpeter, ter
wijl de nawerking gelijk is aan die van
niet bedekten stalmest.
Gebruikt men tot bedekking superphos
phaatgips dan gaat er iets minder aan
humnsvormende stoffen verloren dan bij de
aardebedekking, terwijl de stikstof geheel
behouden blijft.
In dit geval wordt er maar 10 pCt.
der stikstof omgezet in salpeterzuur, zoo
dat aldm behandelde mest langzamer werkt
dan de met aarde bedekte.
Zweden 1.16; uit Noorwegen 1.18; uit
Duitschland 2.98uit Nederland 4.16
uit Frankrijk 4.86; uit Engeland 5.44;
uit Sokotland 5.70uit Ierland 7 uit
Bohemon en Moravië 11.47uit Fin
land 11.82 uit Wales 12.54 uit België
16.46; uit Spanje 15.81; uit Rumanië
21.03; uit Griekenland 26.21 uit Turkije
31.43; uit Oostenrijk 36.38; uit Rusland
41.14uit Hongarije 46.51uit Polen
47.78; uit Italië 54.59; uit Galicië-Bakowina
60.37 en uit Portugal 77.69 percent.
KERKNIEUWS.
Ned. Ilerv. Kerk.
Beroepen te Ritthem ds. A. J. Seuleijn te
Foudgum.
Bedankt voor Renesse door ds. R. G.
Oldeman te Ouwerkerk.
Beroepen te Knollendam Van Roggen
cand. te Sloten te Marum Van Es
te Boornbergumte Standdaarbuitan
Leenmans te Oosterwijk bij Gorinchem.
Aangenomen naar Lopik door ds. B.
Zoete te Augustinusga naar Lar.gerak
door Faber cand. te Doetinchem.
Bedankt voor Yelzen door Ruijs te Oegst-
geestvoor Odij k door Roth te Bezooien
voor Exmorra (toez.), Geervliet, en
Akkerwoude en Murmerwoude door Faber
cand. te Doetinchem voor Neerlang
broek door Yan Toorenenbergen te Geue-
muiden.
Geref. Kerk en.
Tweetal te Barendrecht ds. G. J. Barger
te Driebergen en ds. J. D. v. d. Munnik
te Zaandam.
Beroepen te Velp ds. L. v. d. Valk te
Scheveningen.
Namens gemeente un kerkeraad sprak ds.
A. Steijling den scheidenden predikant
een afscheidswoord toe, waarna de gemeente
hem Psalm 1214 toezong.
SCHOOLNIEUWS.
Bij het Bestuur der Unie is het volgende
Bezwaarschrift tegen het Unie-Rapport voor
Schoolwetwijziging ingekomen
Hooggeachte Ileeren en Broederen
Nu blijkens de te Groningen en te Arn
hem gehonden Uniedagen de propaganda
voor het dus genaamde Unie-rapport, dat
op 16 April des vorigen jaars door de ver
gadering der Unie werd aangenomen, een
aanvang nam, gevoelen ondergeteekenden
zich gedrongen Uw Bestuur hun ernstige
overtuiging kenbaar te maken, dat de wijze
waarop het Unie-Rapport het ook door hen
beoogde doel poogt te verwezenlijken, in
botsing komt met de beginselen, die ons
steeds bij onzen sehoolstrijd geleid hebben,
en ook thans niet mogen verzaakt worden.
Zij mogen niet aannemen, dat het besluit
van eene veigadering gelijk die van 16
April des vorigen jaars, waar uit heel ons
land slechts drie en veertig (uit 13 steden
en 26 dorpen) opgekomen stemgerechtigden
tegenwoordig waren, in dien zin voor eene
uitspraak van de algemeene overtuiging
onzer geestverwanten zou mogen gelden,
dat nadere toetsing van het Rapport aan
die beginselen overbodig zou zijn te achten.
Natuurlijk zullen zij bereid worden be-
Gebruikt men kaïniet dan verliest de
stalmest heel weinig organische bestand
deelen, behoudt zijn gehalte aan stikstof
en vertoont in het geheel zeer veel over
eenkomst met verschen mest.
Maakt men gebruik van kaïniet dan zal
men bemerken dat de dampontwikkeiing
op de mestvaalt dadelijk opbeudt.
Wil men dus een snelwerkenden mest
hebben en dat zal het geval zijn voor be-
mosting van zwaren,humusrij ken kleigrond,
dan moet men aarde gebruiken, superphos
phaatgips wende men aan op stalmest voor
lichte klei- en zavelgronden en kaïniet op
lichtere gronden.
Hangt alzoo de keuze yan de bedek-
kingsmiddelen grootendeels af van de
grondsoort, waarop men den stalmest
brengen wil, voor een ander deel dient
men ook rekening te houden met het
gehalte van den grond aan opneembaar
plantenvoeder.
Heeft de grond bijv. gebrek aan phos
phorzuur en moet men in het tekort voor
zien door kunstmest, dan doet men wijs
door den mesthoop te bestrooien met su
perphosphaatgips.
De opmerkzame lezer zal nu wel snappen,
dat bij het bedekken met superphosphaat
gips of met kaïniet het mesje aan twee
kanten snijdt.
In de eerste plaats verhindert men de
ontsnapping van waardevolle bestanddeelen
en in de tweede plaats verrijkt men den
grond met plantenvoedsel, dat men anders
toch moet aankoopen in kunstmeststoffen.
Hieruit volgt, dat het bedekken met
superphosphaatgips of kaïniet in den
grond der zaak den landbouwer niets
kost.
Dee hoeveelheid, welke men gebruinen
moet, is betrekkelijk gering 1 K. G. per
dag en per stuk vee is voldoende, de
bekende landbouwkundige Wolff, acht
zelfs de helft dezer hoeveelheid reeds meer
dan voldoende.
vonden, hunne overtuiging toe te lichten.
Voorshands meenen zij er zich toe té
moeten bepalen, om duidelijk uit te spreksn
dat hun besliste overtuiging hun verbieden
zou, het overigens zoo schoone Rapport
indien het onveranderd bleef, te steunen'
en Uen verplichten zou den eisch van het
beginsel tegenover dit Rapport te handhaven.
Overtuigd dat het ook U ongewenscht
zal voorkomen, dat in den strijd voor de
vrije school verdeeldheid onze kracht zon
breken, verzoeken zij U met broederlijken
aandrang dit hun schrijven niet ter ziide
te leggen.
Was geteekend:
,.rJ\)VoltJer' H" B9leveld. P- van Son,
W. Hovy, Kuyper, F. L. Rutgers, D. K
Wielenga, D. F. D. Fabius, H. Bavinck
P. Biesterveld, W. Geesink, J. van Alphen
T. A. J. van Asck van Wyck, S. M. l!
van Löben Seis.
Amsterdam, Nov. '96.
In eene buitengewone Bestuursvergade
ring der Unie, gehouden op 28 December
1896, is besloten het volgende antwoord
te zenden aan de Heeren Prof. Dr. J.
Wultjer c.s. op hun Bezwaarschrift tegen
het Unie-Rapport voor Schoolwetwijziging.
Aan de Heeren Piof. Dr. J. Woltjer c.s.
te Amsterdam.
Hooggeachte Heeren!
Wij hadden de eer te ontvangen uw
schrijven d.d. November 1896, betreffende
het linie-Rapport van 16 April 1895.
Wij kunnen niet ontkennen, dat van ge
noemd schrijven door ons met eenige ver
wondering werd kennis genomen. Waar
toch een veertiental achtbare mannen als
de onderteekenaars tegen het geruimen tijd
van te voren gepubliceerde en algemeen
bekende Rapport der Commissie voor
Schoolwetwijziging bezwaren hadden, van
zoodanig ernstigen aard, dat hun besliste
overtuiging hen verhinderen zoude het
Rapport te 6teunen, had men mogen ver
wachten, dat zij daarvan vóór de Jaarver
gadering der Unie van 1895, duidelijk
zouden hebben doen blijken.
Met U oordeel en wij het echter onge
wenscht, dat in den strijd voor de Vrije
Schoolverdeeldbeid onze kracht zou breken,
en wiileu wij alsnog ernstige aandacht
schenken aan de bezwaren, die by de
onderteekenaers tegen het Unie-rapport
mochten bestaan. Te meer, omdat die be
zwaren, volgens U, verband houden met
de beginselen, die de Anti-revolutionnaire
partij steeds bij den schoolstrijd geleid
hebben en ook thans niet mogen verzaakt
worden.
Daar het ons echter niet duidelijk is
in welk opzicht het Rapport in botsing
zoude komen met die beginselen, en de
mogelijkheid altijd blijft bestaan deze, ten
aanzien van de schoolquaestie, in de toe
passing nog beter te formuleeren dan ge
schied is, terwijl het al of niet bestaan
van principiëele bezwaren het best uitkomt,
wanneer ieder aan zyne denkbeelden een
vasten vorm geeft, zoudt g;j ons zeer ver
plichten uwe bedenkingen te ontwikkelen
en de daarvoor door U gewenschte op
lossing neer te leggen, hetzij ia een voor
stel tot wijziging van het Unie-Rapport
hetzij in een nieuw voorstel tot School
wetwijziging. In dat geval verklaren wij
ons bereid zoodanig voorstel in overweging
te nemen, mits het tijdig en wel uiterlijk
op 1 Maart a. bij den Secretaris der Unie
worde ingediend, opdat het in onze eerst
volgende Bestuursvergadering en zoo mo
gelijk op de aanstaande Jaarvergadering
Maar men kan gerust ook meer ge
bruiken, vooral in het geval, dat men
toch kunstmeststoffen moet aanschaffen tot
completeering van den stalmest.
Misschien vraagt een lezer of de praktijk
in dezen reeds uitspraak gedaan heeft
dan wel of dit nog enkel theorie is.
Hierop kan geantwoord worden, dat
reeds tal van vergelijkende proeven ge
nomen zijn, ook door praktische landbou
wers, en dat deze allen hebben aangetoond,
dat goed behandelde stalmest heel wat
meer opbrengst geeft, dan andere.
Maar ook hier geldt het, dat de land
bouwer zelf proeven moet nemen.
Bewaar eens een deel van uw stalmest
op een der aangewezen wijzen en neem
dan eens een vergelijkende proef en tien
tegen een, dat gij voortaan al uw stalmest
zorgvuldig behandelt.
Ook hier zal bewaarheid worden, wat
de sigarenhandelaar zei n. 1. „proeven is
behoeven" en uw beurs zal er wel bij
varen.
Boven hebben wij reeds aangestipt, dat
ook op liet land de stalmest veel van
zijne waarde kan verliezen, namelyk wan
neer men hem aan hoopjes laat liggen.
Het is veel beter dat men hem dadelijk
uitspreidt. Doet men dit, dan behoeft men
niet bang te zijn, dat de stalmest werke
lijke verliezen zal ondergaan, vooral niet
in den herfst, daar alsdan ten gevolge van
de lage temperatuur de ontleding van
den mest zeer langzaam geschiedt.
Wil men, dat de stalmest snel zal wer
ken, dan moet men den mest niet dadelijk
onderploegen, maar dan mist men ook de
gelijkmatige nawerking de volle kracht
van den mest komt dan alleen het eerste
gewas ten goede.
Wil men eene gelijkmatige werking
voor drie vier op elkaar volgende oog
sten, dan moet men den mest dadelijk on
derploegen iets wat voor de meeste onzer
gronden trouwens toch het beste is,
der Unie in behandeling
bracht.
Het Bestuur der
met den Bijl
SCHIMMELPENNING
v. hoevel!
R. DERKSEN, Secretcj
Uteecht, 28 December
Buiten verantwoordelij khi
Stukken worden in. geen ge J
Mijnheer de Redd
Ik las in uw blad reef
over de gebeurtenissen,
thans het onderwerp ziji
ken. Terecht merkt uw
zeer treurig, doch niet tel
Reeds voor langen tijd I
dat de losbandigheid en
tot op eene bedenkelijke hod
om nog niet te spreken
hand toenemende zedelol
het voor niemand een gej
hier tempels in overvloed
priesteressen van Venus dl
hoogtij vieren, waarbij F
Bacchus rijkelijk wordt gl
Wie b. v. des Zondagsa|
straten loopt, ziet gansche
geschoten jongens en mei
vele Belgen, zich opmake|
zoeken van kroegen van
allooi, welke hier zeer ri|
tegenwoordigd, om zich
wijze ts vermaken He
zijn natuurlijk vechtpartl
aankleve van dien, wat v|
beschonken personen dan
te verwachten is. Nien
ook nog van dergelijke
notitie, uitgezonderd de bd
en been klagen over den
gsdaan. Slechts wanneer z|
afloop hebben, zooals nu,
aan geschonken. Muziek eil
sommige plaatsen iedere
voor, en schoon de gang
wordt onderste boven geza
stuur dezer gemeente hiel
Doof zijn is lastig, vooralT
wat toch zeker wel geen
schijnsel is. Tot laat in
dit gewoel voortgezet,
om door te tappen na slua
gemakkelijk te verkrijgen.
Het is daarom dan o<f
vreemdelingen des Zondagi
want zeggen zij„nergens j.
Oostburg, daar mag men
men maar wil".
En al is nu een harde|
ontvangen, ik vrees dat
zult zien, dat ook dit niet wc
Ik vernam tenminste we
er gerust mag worden ve
weder dej gewone tooneeï
aanschouwen.
Klacht op klacht wordljj
gezinden vernomen, doch
bestaat, althans vooreerst,!
Velen zijn met mij van o<f
ergens, dan vooral hier
aan een gemeenteraad dï
maatregelen ontziet, om dt;
zaken te doen keeren, en
zorg draagt voor de ru«t dl
Evenwel van onze libersf
niet te verwachten, want
ze erger dan doof, zoodaf
hoorende leden volstrekt
mag worden geheeten.
De stelselmatige vervree
en zijnen dienst, welke hier s
toegepast, begint reeds vru
doch ze zijn zeer wrang.
Doch hoe kan het ook am
des Heeren Woord verwor
heid zouden zij dau hebbe:
Maar ook mogen diegene
hebben geleerd, zich niet ver
onschuldig te zijn, want o|
nede de schuld van de ve:
irod, welke de geheele nat:
dit gewest in het bijzoade:
sunnen zich niet op hunn
beroemen, doch veel meer i
vernederen en voor den E
„Ten ware dat Gij mijne ha
ik ware niet beter dan de
En het geneesmiddel hiert
Wet en tot de getuigenis. I
*eg waar langs nog behorn
loge aan velen worden gege
dit Woord te leeren sprek
tiet, ze zullen geen dagera
l Of ik denk dat mijn gesel
Ju het minst niet. Mijne
jlleen er op te wijzen dat
kier zoo zijn. Aan andere
het misschien beter toevertr
het gaarne gelooven. Doch hi
Kj Aanvaard intusschen bij
dank voor de opneming de
-peschouw mij steeds als uw
I GETROUI
I ü°stlurg, 31 Dec. '96.
Mijnheer de Redai
unt u dit nog plaatsen
E ^^Uegfirine- van „w ond
tnt ,U nof? plaatsen
weerlegging van uw ond
^Bffn "'gezonden stukske h«
-een, ik liet de partieul,
mede rn8len- Daar be
parties te zeS«en» dat ik
nea een'Herv"01/08, d°01
en Vormde aangedi
"wil zou kunnen
u niet'.'' de ^ed-mijne
deze (wat ik