NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Jto. 27. 1896.
J HDMag 1 Decemfiec.
iCftCe laatgao.0
Eerste Blad.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Suiker, Rekenkamer, Per
soneel.
mcKW-
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,02®.
UITGAVE VAN
EN
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Oil nommer bistaat uit twee bladen.
De Tweede kamer heeft, aaar zelden
in een paar dagen zoovele gewichtige of
gewichtig gemaakte besluiten genomen als
in de laatste drie zittingsdagen der vorige
week.
Woensdag benoeming Mackay no. 1 voor
de Rekenkamer.
Donderdag aanneming van 't suikerwetje.
Vrj'dag invoering van de nieuwe wet
op 't personeel.
Dit alles heeft vele pennen en gemoe
deren in beweging gebracht. Pennen van
dagbladschrijvers, gemoederen van teleur
gestelde sollicitanten en suikerfabrikanten,
pennen en gemoederen niet bet minst van
die ambtenaren van den Fiscus, voor wie
thans de grootste drukt» aan genoemde
invoering verbonden, aankomt.
Gaarne mengen ook wij ona in 't koor
der besprekersen laten d» aandacht gaan
over de drie, in volgorde als boven is
aangegeven.
Ons artikel Suiker, enz. dat wegens plaats
gebrek «enige malen bad over gestaan, kwam
bierdoor in ons vorig no. wel eenigszins als
mosterd na den maaltjjd. De beslissing
toch viel reeds Vrijdag. Onze voorspelling
dat de kans op aanneming der „suikerwet"
gering was, kwam aitmet een meerder
heid van slechts 2 stemmen werd artikel
1 aangenomen, terwijl de gebeele wet met
slechts 48 tegen 35 stemmen werd aange
nomen.
Principiëele bestrijding vond 't ontwerp
«igenlijk niet. Wij voor ons zouden als
principiëel bezwaar hebben doen gelden
dat met noodwetjes gelijk dit, de afschaf
fing van den accjjns op de snik»r nooit
verkregen wordt en eene radikale regeling
ook met 'toog op de suiker die uitlndië
meeat niet naar het moederland gaat,
nog altijd op zich laat wachten. Een rege
ling met name door nu wijlen mr. Keu-
cheniu» steeds aanbevolen.
De bestrijders lieten zich 't meest lei
den door eene overweging van recht. Er
had schending v«n verkregen rechten
plaats. De fabrikanten hadden gecontrac
teerd op de bepalingen der wet van 1894.
Doch de beer Tydeman, overigens ook
een tegenstander, toonde aan dat verbete
ring van een onjuist gebleken grondslag
van accijnsberekening geen schending van
verkregen rechten is. Hardheid is geen
rechtsschennis. Bovendien de minister
toonde het zeer juist aan de wet van
'94 erkende zelf de schendbaarheid der wet
van '67, door recht te geven op invoering
van den voorwaardelijken omslag bijaldien
de accijns te weinig opbrengt.
In ieder geval zullen, althans dit jaar,
de boeren van deze wet geen schade heb
ben. Wat het een volgend jaar zijn zal,
wanneer de fabrikanten hunne bedreiging
de mindere winst op den boer te zullen
verhalen ,ten uitvoer brengen moet
worden afgewacht.
Maar don landbouwers roepen wij toe:
Tracht te komen tot coöperatieve fabrieken
onder uw eigen beheer. Sluit u aan bij
mannen als dr. Bruinsma, dr. Swaving en
anderen, die dit ideaal trachten te be
reiken.
Men weet dat de vorige ministers
Godin de Beaufort en Pierson aan de
fabrikanten een accijnswinst van li/a miljoen
hadden toegedacht. Over de campagne
9596 bedroeg die winst twee miljoen
meer, en over die van 9697 dreigt zij
4 miljoen te zullen bedragen.
Een wettelijke voorziening was dus wel
hoodig.
Po bedoeling is nu om den aanslag van
het sap per H. L. weder 4i/o procent hooger
te maken dan in '94 voldoende werd ge
acht. De accijnswinst blijft dan nog onge
veer 3 miljoen voor de fabrikanten.
Toch zal ieder wel overtuigd zijn dat
't tijd wordt dat er eens eene afdoende
regeling komt.
De schatkist, de landbouw, de nationale
tijd en bet goed humeur der fabrikanten
maken dit wel noodig.
De tweede kamer heeft het recht van
interpellatie, van initiatief, van enquête,
en ook het recht van het opmaken eener
nominatie, onder anderen voor een lid van
den Hoogen Raad, en voor een lid van
de Rekenkamer.
De nominatie of voordracht voor
den Hoogen Raad maakt zij op, nadat de
Hooge Raad zelf een voordracht bij
wijze van aanbeveling heeft ingediend.
De voordracht ter benoeming van een
lid der Rekenkamer maakt de Tweede
Kamer op uit een lijst van bij haar inge
komen sollicitatiën.
De Koningin beno«mt uit deze voor
dracht. Zij is vrij wie zij in Hoogen
Raad of Rekenkamer benoemen wil, doch
zij is gebonden aan (de voordracht.
Zij benoemt in den regel no. 1, dit
deden ook hare voorgangers, Koning Willem
II en Koning Willem III.
Zij is echter vrij om no. 2 of no. 3 te
benoemen.
Deze inleiding achtten wij noodig, al
vorens te komen tot het eigenlijke onder
werp: de voordracht jl. Woensdag door de
Tweede Kamer gemaakt, ter benoeming
van een lid der Rekenkamer.
De Tweede Kamer plaatste met 46 tegen
45 stemmen den heer mr. Th. P. baron
Mackay, antirevolutionair lid der Tweede
Kamer voor het kiesdistrict Hilversum,
no. 1 op de voordracht.
De heerer. De Bloeme, secretaris der Re
kenkamer, en Van Os, lid van Gelderlands
Gedeputeerde Staten werden achtereen
volgens no. 2 en no. 3.
Mr. Mackay heeft derhalve kans benoemd
te worden; tenzij de Regentes, bezwijkend
voor persgeschrjjf of andere intimidatie
middelen, een der beide anderen aanwijst.
Wij voor ons juichen het toe dat, waar
de rechterzijde op den heer Mackay schjjnt
gestemd te hebben, nog enkele liberalen,
zonder te letten op de politieke kleur der
candidaten, tot deze waarschijnlijke benoe
ming van mr. Mackay hebben medegewerkt.
Maar nu is de liberale pers over dit
feit niet best te spreken.
Het Handelsblad insinueert van „hooge
politiek" en acht de benoeming in strijd
met 't „landsbelang"de Nieuwe Botterd.
Crt. is verwonderd, wijl anderen „eer dan
hij voor deze betrekking aangewezen sche
nen"; het Vaderland wraakt de „misken
ning van den verdienstelijken secretaris der
Rekenkamer" en dringt er zijdelings op
aan dat de Regeeriag no. 1 niet benoeme;
de Nieuwe Amsterdammer de bekende
initialen v. G. vermoedt „dat bekwame
ambtenaren zijn op zijde gedrongen" en
noemt de nominatie een „abnormaliteit"
de Midd. Crt., naar onder gewoonte razend,
scheldt voor farizeeërs, en stelt natuurlijk
met stalen gezicht haar partij als de recht
vaardige voor; de Haagsche Crt. is „ge
ërgerd" over dit „uiterst onstaatkundig
bedrijf" der „meerderheid" lieve ziel
er waren immers maar 35 stemmen ter
rechterzijde, en Mackay had er 46, waar
blijven dan de elf? „der meerderheid
om het begeerlijk ambt te verschaffen aan
een vriend, in wiens verleden geen enkele
aanwijzing van vermoedelijke kennis der
comptabiliteit is te vinden, met voorbijgaan
van twee mannen wier kennis van de comp
tabiliteit onbetwist is".
Bewaart mijwat een storm
Zou men, al deze beschouwingen lezendei
niet meenen dat er onrecht gepleegd is en
dat de liberale partij op 't punt van her
vormingen zoo he»lemaal niets op haar
boekje heeft?
De regeering der liberal» partij, tot
zelfs onder 't zoo hoogelijk geprezen mi
nisterie-Tak is in zake benoemingen
één begunstiging van vrienden^ en achter
uitzetting van politieke tegenstanders |ge-
weest.
De bewijzen hiervoor liggen voor het
grijpen. Men ga maar eens na hoe veel,
of liever hoe weinig niet-liberalen in
verschillende colleges door of op voor
dracht van liberale ministers of door eene
liberale meerderheid benoemd zijn.
Twee feiten brengen wij hierbij nog
even in herinnering.
Tot de leden der Rekenkamer behoort
ook de heer S. de Savornin Lohman. Ver
gissen wij ons niet dan was deze in 't
oog van alle partpen een bekwaam man,
en secretaris der Rekenkamer. Hoe vaak
niet heeft hij, spijt deze bekende antece
denten, tevergeefs gesolliciteerd of zich met
een no. 3 op de voordracht moeten ver
genoegen
Was de politiek ook vreemd aan de be
noeming van den heer Eyssel tot lid van
den Hoogen Raad in 1886?
|De Hooge Raad zelf had d»n antirevo
lutionairen heer v. Swinderen uit Gronin
gen no. 1 op de voordracht g»plaatst. Deze
was dn» in 't oog van dit hooge Rechts
college de kundigste. En «ie de liberal»
meerderheid in de tweede kamer met ter
zijdestelling van dezen wensch, plaatste
den liberalen heer Eysiel no. 1.
Antirevolutionaire bladen hebben hierte
gen geprotesteerd, maar zij hebben niet
aangedurfd, wat thans door liberale bladen
wordt bestaan, zjj onthielden zich van
zijdelingsch advies aan den Koning.
Liberale bladen daarentegen hebben toen
gezwegen of de daad goedgekeurd. Het was
geen hooge politiek geweest, zoo beweerden
zij. Men had hensch uit overtuiging alzoo
gedaan, ,dan beste aangewezen
Maar nu dan
Moet den nu aan iets anders worden
gedacht en heet 't recht alleen geschonden
wanneer toevallig een liberaal weid gepas
seerd
Men ziet 't ook nu weerd« eigenwijs
heid van het denkend deel verloochent
zich nooit.
Intusschei [geven wij toe, dat aan de
tweede kamer dergelijke benoemingsbs-
voegdheid zich uitstrekkend over andere
Staat8-colleges, dieade te werden ontno
men. Vooral indien het waar is, wat met na
me Het I aderland royaal erkent,Jdat „geen
lichaam in ditj opzicht party diger is dan
de tweede kamer.
In zijn hoek „De praktijk onzer Grond
wet" schreef de oud-minister H»emskerk
De Tweede Kamer kan onmogelijk e»n
goed gebruik maken van haar recht tot
het opmaken van dergelijke namenlijst/
want persoonlijke voorkeur van invloedrijke
leden der Kamer geeft toch den doorslag
tusschen hen die in aanmerking komen."
Wel kwam hij later als minister op deze
meening terug, {/blijkens zijne verklaring
bij de debatten over de',Grondwetsherzie
ning: „Een langdurige ondervinding heeft
bewezen dat de Kamer tot ^behoorlijke
vervulling van die taak niet ongeschikt is".
Maar de ervaring heeft geleerd dat
de partijen in de Kamer zoo niet
onbetrouwbaar dan toch in voortdurend
gevaar van verdenking zijn.
Het ontwerp „tot invoering van de
nieuwe regeling der personeele belasting"
is aangenomen. Hierna werd zonder hoofde
lijke stemming aangenomen het noodwetje,
waarbij het Rijk voor èën jaar [aan de ge
meenten vergoeding geeft voor de mindere
opbrengst der getaeenteopoenten op het
Personeel.
Eerstgenoemd ontwerp werd aangenomen
met groots meerderheid: 68 tegen 22.
Onder de voorstemmers troffen wij aan
a. Al de leden nitZeeland: Hennequin,
v. Deinse, v. Kerkwijk,jLohman en Lucasse.
b. Antirevolutionairen van alle drie de
«chakeeringen: Mackay, 't Hooft, Staalman.
c. Bijna alle Liberalen naar elke op
vatting, met de helft der radicale partij
de Boer.
d. Enkele Roomschen.
Schijnbaar een nationale w«t dus
Moge zij de natie niet tegenvallen.
Wij voor ons hebben van den beginne
een goeden indruk van deze wet ontvangen,
verbeterd als zij nog een weinig is door
het amendement Donnerdie echter nu
met de overige niet genoemde en voor
zooveel aanwezige antirevolutionairen der
groep Van Alphen tegen de wet stemde.
Zeer zeker wel om het verband van
deze wet met de gemeente-financiën.
Waar tegenover echter vele verbeterin
gen dienen geconstateerd, die ons bij ver
werping der wet zouden ontsnapt zjjn.
Gezwegen nog van 't feit, waarover men
denken mag zoo men wil, maar waarin
men ook berusten mag, dat deze wet vast
zit aan nog andere belastingwetten, die
minister Pierson ons bezorgde, en die ons
geen voordeel, wel groote verzwaring van
belastingdruk hebben gebracht, waarmede
de nu aangenomen wet een weinig kan
comp»nse«ren.
Welke de voordeelen zjjn van het nieuwe
„personeel"
Voortaan zijn deuren en vensters, een
schoorsteentwe» schoorsteenen in een
huis met bepaalde huur waai de lokalen
uitsluitend voor kostschool, militair tehuis,
enz. kamers welke men verhnurt doch
tijdelijk ledig staanhaardsteden die men
niet gebruiktinwonende dienstboden van
landbouwers en winkeliers; dienstboden
beneden de 18 jaarpaarden uitsluitend
in gebruik voor goederenvervoervrij.
Voor ieder der paarden in gemengd ge
bruik (dat wil zeggen paarden voor beroep
en bedrijf evengoed als voor gemak en
genoegen in gebruik) zal voortaan slechts
f6 belasting gevorderd worden; terwijl de
landbonwer geen belasting meer behoeft
te betalen voor den arbeider die dergelijk
paard verzorgt.
Winkels worden voor twee derden vrij ge-
gesteld. Groote aftrek wordt toegestaan
voor kinderen. Als iemand een huis be
woont beneden, en zijn buurman woont
boven bij éenzelfde voordeur dan
wordt niet meer éen voor 't heele huis
maar dan worden beide afzonderlijk aan
geslagen waardoor de progressie voor
schoorsteenen vervalt en 't heel wat zal
verschillen in de belasting. Natuurlijk kan
de fiscus 't vinden op huurwaarde en meu
bilair doch dit is af te wachten.
In ieder geval zijn wij met deze nienwe
manier in betere conditie.
Wij komen er nog wel op terug, eer
't zoo ver is.
Daar de nieuwe wet met 1 Januari,
a. s. in werking treedt, al zal men aan
de belastingkantoren wel niet voor 1 Mei
klaar kunnen zijn, spreekt het van zelf dat
wij onzen aanslag in het Personeel nu
maar voor twee derden moeten betalen.
Men lette hierop wel.
Vroeger toch liep 't „Personeel" van
Mei tot Mei. Nu zal 't voortaan loopen
van Januari tot Jannari. Het dienstjaar
96/97 is hierdoor onverwachts gebroken
en behoeft 't dus ook niet geheel te worden
betaald.
De Telegraaf vertelt nog meer lezens
waardigs omtrent Krupp.
Deze firma vatte de woningquaestie
breed op. In 't leven geroepen werden o.a.
Kolonies of gemeenten.
Fonds voor eigen woningen.
Huishoudingen of pension voor onge-
huwden.
Coöperatieve huishoudingen voor kleine
groepen van werklieden.
De eerste woningen met taintjes ver
rezen in 1861de eerste kolonie in 1863
deze laatste bestond uit huizen van twee
verdiepingen, tevattende 16 woningen elk
met 4 kamersen 8 blokken elk met 3
of 4 kamers.
De grootste kolonie wordt bewoond door
8000 personen en bestaat uit 1437 wonin
gen, met van 2 tot 6 kamers. Huurprijs
f 36 tot f 196 per jaar.
Wie een eigen woning wil hebben, kan
van de firma het geld leenen, op voor
waarde van jaarlijksohe aflossing.
Het eerste logement voor ongehuwden
verrees in 1856, voor 200 personen.
Thans is er ruimte voor 600. Logies
met pension, en vleesch bij middag- en
avondeten kost 84 pf. daags. In die loge
menten is ook een leeszaal en een biljartzaal.
Thans zijn er ook gebouwen gezet van
drie verdiepingen.
In 1893 werd het coöperatieve stelsel
en een pensioenstelsel voor werklieden in
gesteld.
In 1853 richtte Krnpp de „Kranken und
Sterbekasse" op voer zijn personeel. De
wet van '91 bracht eenige wijziging in de
samenstelling, er werd van gemaakt «een
ziekenfonds en pensioen-, weduwen- en
weezenfonds. Bij de liquidatie der oude kas
bleef er een som over van lVs miljoen
Mark. Er werd 10000 Mark uitgenomen
voor het ondersteuningsfonds. Wat er over
blijft gaat in pensioenfondsen.
Elk beambte van 2000 mark per jaar
en minder is verplicht lid te zijn van de
ondersteuningskas, en stort 2 procent van
zijn salaris, de h»lft van dat bedrag wordt
voor elk door de firma bijgebracht. Er wordt
echter 0.3 procent in het pedsioenfonds ge
stort. Er is een reservefonds gemaakt dat
niet minder kan zijn dan het gemiddelde
der gedurende de laatste drie jaren verleende
ondersteuning.
Door den minister van oorlog is de
voorgestelde verbouwing der kaeerne te
Middelburg uitgesteld en zullen alzoo de
geraamde kosten ad f 50000 worden ge
bracht op de begrooting van 1898.
- Vischveiling aan het postkantoor.
Publieke vischverkooping aan het post
kantoor mag zeker als iet» ongewoons be
schouwd worden. D»zerdagen kwam van den
Helder te Boskoop aan een verrekenpakket
inhoudende versche visch. Door onduide
lijkheid van het adres kon het niet wor
den bezorgd en doordat de inhoud aan be
derf onderhevig was besloot de postdirec
teur deze aldaar publiek te verkoopen, na
vooraf verschillende personen hiermede in
kennis te hebben gesteld. Bij opening
bleek het pakket te bevatten een krimp
gesneden kabeljauw, welke niet meer dan
50 ets. opbracht. Dit was een buitenkansje
voor den kooper, maar zeker was het eene
teleurstelling voor diegene, die deze wach
tende was.
Een boer in de Alblasserwaard, en
minstens over eea ton gouds kunnende be
schikken, ontving onlangs een haas present.
De jongen die het beestje bij de vronw
des huizes bracht, toen de man afwezig
was, ontving een fooi van een gulden. De
jongen die waarschijnlijk nog nooit zoo'n
schat bezeten had, gaat opgetogen huis
waarts en ontmoet op zijn weg den boer.
Yol van geluk roept hij dezen toe
Ik heb je een haas gebracht.
Zoo dat is goed, is 't antwoord, en heeft
mijn vronw je een fooi gegeven?
Ja zegt de jongen, ik heb eén gulden
gehad, kijk eens hier.
Daarop zegt de boer tot den jongen dat
hij even mede moet gaan. De jongen doet
het, de hoer ontneemt hem den gulden en
geeft er zeven stuivers voor in dq
1