feuilleton!
kerknieuws.
Iets over het Gildeweezen
Zaterdag 5* nabij Harderwijk de trein
van Amsterdam naar het Noorden gede
railleerd. De pakmeester in den goederen
trein en een hoofdcondncteur werden gedood.
Nog een beambte werd zwaar gewond,
terwijl overige reizigers slechts liohte
kwetsuren bekwamen.
Zondagavond bij het snel paeseeren van
den exprestrein KeulenHoek van Holland
in het Centraal Station te Rotterdam,
werkte de luchtrem zich vast, zoodat de
locomotief den trein door het station heen-
sleepte. Alles was spoedig herteld.
Iemand die gedurende dertien jaar
een kling van een mes in het been der
wervelkolom draagt zonder het te weten,
kan zich met alle gerustheid ODder de
curiositeiten rangschikken. Het feit schijnt
ongeloofelijk, hoewel het geheel overeen
komstig de waarheid is, Veertien jaar ge
leden kreeg een werkman te Lyon bij een
nachtelijke vechtpartij een steek in den
rug. De wond gaf geen aanleiding tot be
zorgdheid en de man genas dan ook spoedig.
Ter terechtzitting had men hem een on
beschadigd mes vertoond, dat men op de
plaats des misdrijfs had gevonden. Hij
geloofde dat dit het mes was, waarmede
de verwonding werd toegebracht, en de
dokters deelden die meening. Verleden
jaar begon het litteeken der verwonding
den man pijn te doen, het vormde een
gezwel, dat zijn opname in het ziekenhuis
noodzakelijk maakte. Ditmaal kwam de
patient onder behandeling van kundiger
chirurgen. Daar het gezwel hoegenaamd
niet genas, kwamen zij tot de conclusie,
dat een vreemd voorwerp in de wond moest
zijn achtergebleven. Bij een onmiddellijk
daarop verrichte operatie vonden| zij een
mespunt, die stevig tusschen twee wervels
vastzat en eerst na groote moeite kon worden
verwijderd.
De sterkst gesnorde man der wereld
heet James Brown en woont te Ross-Fort
in Amerika. Zijn knevel, van eind tot eind
gemeten, heeft een lengte van twee meter,
twee en zeventig centimeter. Het haar
dezer buitengewone snor is bruin van kleur,
zijdeachtig en zeer dicht uitgegroeid. De
Indianen, welke nog in die landstreek wor
den aangetroffen, gevoelen diepe bewonde
ring voor dien haartooi, die door hen als
een kenteeken van buitengewone kracht
wordt beschouwd.
Onlangs wilde een beroemd Amerikaansch
haarverzorger, tevens uitvinder van een
wonderbaarlijk haargroeimiddel, James
Brown tegen een flinke bezoldiging als le-
TE CO ES.
Het is algemeen bekend dat het Bataaf-
sche tijdperk op het einde der vorige
eeuw eigenaardige rechten heeft vernietigd.
Een gedeelte er van willen wij bezien.
Het woord gilde beteekent broederschap
of genootschap hieruit laat hef zich ver
klaren dat de meest verschillende veree-
nigingen dezen naam droegen. Het waren
niet alleen de handwerkslieden die hunne
vereenigingen gilden heetten, maar ook de
genootschappen welker leden zich oefenden
in de letteren, in den wapenhandelRede
rijkers, schutters enz. enz. Het aantal
gilden was niet altijd even groot. Men
leest toch op bepaalde tijden namen van
gilden die later niet meer voorkomen.
In een rekeningboek der Hervormde Kerk
vindt men de navolgende genoemd het
schippersgilde, het Bakkersgilde, ,het sme-
dengilde, het kleermakersgilde, het timmer-
liedengilde, het brandewijnkoopersgilde,
het schoen- en gareelmakersgilde, het
chirurgijnsgilde, het beenhouwersgilde, het
wevers- en hoedenmakersgilde, het panne-
liedengilde, het bierdragersgilde, en het
nog bestaande gilde der arbeiders.
Deze lijst der hoofdgilden is niet vol
doende om u een denkbeeld te geven
van de verschillende takken van nijver
heid, die voorheen in de plaats onzer
inwoning werden gevonden. Tot voorbeeld
dient het timmerliedengilde, hetwelk be
stoni uit de navolgende handwerkslieden
timmerlieden, metselaars, kuipers, mande-
makers, stoeldraaiers, schrijnwerkers, wa
genmakers, leidekkers, scheepstimmerlieden,
blokmakers, steenhouwers, klompmakers,
wannemakers en stroodekkers.
Een vereischte voor hen, die in een
gilde wenschten opgenomen te worden
was het poorterschap. Dit scheen wel
eens overtreden te worden. Immers den
8 Oct. 1586 werd in den raad besloten
om de gilde-broeders te helpen, het gilde
te beteren. Er werd door den raad be
paald dat voortaan niemand eenig hand
werk onder een gilde „sorteerende binnen
dese stad of deszelfs vrijheid ende sal
mogen hoeffenen ofte hij sal eerst peorter
deser stede moeten sijn".
En het was den burgervaderen ernst
met deze bepaling, want zij stelden, een
boete voor de Dekens, zoo zij het ooglui
kend toestonden en het besluit van den
raad veronachtzaamden.
Niet mindei kwam de Godsdienstige be
lijdenis in aanmerking. Na de Hervorming
waren de belijders van den R. C. gods
dienst wel niet uitgesloten, maar toch had
den zij geen gelijk recht met de Hervormden.
"Wenschten zij opgenomen te worden in
het gilde, dan moesten zij inboorlingen
zijn. Men ziet dat duidelijk toen zekere
P. E. verzocht om na gedane proeve in de
smidse bij de 's-Heerhendrikskir.derenpoort
te mogen fungeeren als hoefsmid.
vend reclamemiddel voor de steden in het
westen in dienst nemen. De reuzensnor,
die een vrij aardig vermogen bezit, weigerde
evenwel. Hij laat zich slechts door zijn
vrienden bewonderen.
Oom en neef. Gedurende het verblijf
van den czaar te Balmoral, informeerde
de prins van Wales naar verschilende on
derwerpen, die aan de Russische ministeries
in behandeling zijn. Zijn keizerlijke neef
beantwoordde zijn vragen echter met sedert
vermaard geworden, niets-zeggende alge
meenheden en verwees hem overigens naar
den toekomstigeu Russische* kanselier. De
prins van Wales antwoordde hierop:
Mijn neef doet er zeer verkeerd
aan, dat hij zich niet zelf met zijn minis
terie van Buitealandsche Zaken belast. Hij
is de fijnste diplomaat, dien ik ooit ont
moette. Hij weet te zwijgen!
Het jubileum der huisnummers.
In deze maand is het juist 100 jaar gele.
den, dat Berlijn het eerst van alle steden
der wereld de huizen van iedere straat
doorloopeud begon te nummeren. Eerst in
1803 en 1805 werd dit veorbeeld respec
tievelijk door Weenen en Parys gevolgd.
Vroeger onderscheidde men de huizen naar
hun afstand van de straathoeken, of naar
de opschriften en uithangteekens, welke
zij dreegen.
De huid verkoopen vóór
Eene jonge Californisohe dame heeft haar
huid te koop aangeboden voor heelkundige
doeleinden. Deze dame stelde zich een paar
jaar geleden ongeveer, ter beschikking van
een vriend, die een ernstige brandwond
bekomen had, teneinde een stuk van hsar
huid op de ontvelde plek over te planten.
Bij die gelegenheid kwam zij tot de we
tenschap, dat zij sterk genoeg was om de
pijn dezer operatie te doorstaan en dat
haar huid zeer gezond was en spoedig
weer aangreeide. Thans heeft zjj aan alle
geneesheeren te San-Prancisco circulaires
gericht, waarin zij een hoeveelheid in goede
conditie verkeerende menschenhuid te koop
aanbiedt. Een groot aantal bestellingen
uit alle oorden des lands en „zoolang de
voorraad strekt" verkoopt zij haar huid
tegen 4 dollars (f 10) per cM'1.
Het feest der kachelpijp. Eesige
maanden geleden werd gemeld, dat er in
Engeland sprake van was, de hooge hoeden
af te schaffen en dat zich een anti
kachelpijp-bond heeft geconstitueerd, aan
het hoofd waarvan de prins van Wales
stond. Nietegenstaande dit alles, denkt
men thans het honderdjarig jubileum van
Onder belofte dat hij tot de Hervormden
zou overgaan, werd hem zulks toegestaan,
maar tevens een termijn van 6 maanden voor
zijn belijdenis vastgesteld. Later is er meer
redely kheid te bespeuren in deze. De R. C.
verzoeken aan de gildedekens gelijke rech
ten, waarop een gunstig advies volgt. Men
besloot toen dat zou betaald worden, voor
inkomst (lidmaatschap)
voor een geboren burger, een Vrijmees-
terszoon zijnde 2 10: O Ponden Vlaamsch.
Voor een geboren burger, geen Gilde-
broederszoon zijnde 4:3:4 Ponden VI.
Waaronder sorteeren al zoodanige die in
het Weeshuis alhier opgevoed zijn, 't zij
alhier geboren of niet.
Voor een vreemdeling 6 13 4 Ponden
Vlsamsch.
Een gilde bestond uit zes dekens en een
overdeken als bestuur. Het hoofdbestuur
over al de gilden was de raad der ge
meente. Deze wijzigde, handhaafde of ver
nietigde de Gildewetten, naar omstandig
heden. Hij stelde deze somtijds voor bij
zondere personen buiten werking, ook dan
wanneer dit in strijd was met den wensch
en het advies der Dekenen. De bezoldigde
beambten waren de Boekhouders en de
Gildeknaap. Om lid van een Gilde te zijn
moest men maken een proef. Deze werd
door het bestuur vastgesteld. Zoo leest
men bijv. omtrent de schoenmakers:
Een schoenmaker zal gehouden zijn te
snijden en te maken.
Een paar modeschoenen, een paar boere
muilen, een paar pollerij muilen. (Volgens
by het Gilde berustende modellen).
Een zadelmaker zal moeten snijden en
maken Een nieuwerwetsch zadel, volgens
daarvan zijnde model. Een gareel zonder
naad, lang 22 en wijd 8 duimen. Een
hoofdstel en een lange.
Het proefstuk voor een slotemaker be
stond in het maken van een voorhamer
van 10 pond zwaar, en het maken van
een dag- en nachtslot.
Een hoefsmid moest zijn bekwaamheid
toonen door het maken van een ploegschare.
Een zilversmid door het maken van een
hansje in den kelder, een toevouwende
lepel met een holle steel, enz. enz.
Dekeren moesten niemand toelaten tot
het maken en snijden hunner proef, dan
die een behoorlijk getuigschrift hadden
overgelegd, dat zij in [deze of een andere
stad twee volle jaren bij een vrijmeester
(lid van het gilde) waren in de leer
geweest.
Zoo een jongen een ambacht wilde leeren,
betaalde zijn meester voor hem aan het
gilde een schelling voor het aanteekenen
in 't gildeboek. Weeskinderen waren vry,
geen baas moest aan een jongen werk
geven, zoo hij geen handschrift van den
boekhouder ontvangen had, dat de jongen
in 't gildeboek aangeteekend was. Zoo
de meester het toch deed kostte het hem
een pond vlaamsch ten voordeele van zijn
gilde.
De nood dwong wel eens om een over
treding te doen. Zoo was het o. a. in
1763 toen men Antonie de Ridder al»
den hoogen hoed waardiglijk te vieren.
Hoewel niet met juistheid kan worden
geconstateerd, wanneer hij voor het eerst
zyn intrede deed in de beschaafde wereld,
heeft men met voldoende zekerheid kunnen
vaststellen, dat hij omstreeks den jare 1797
voor het eerst uitkwam. Gedurende 100
jaar dus heeft hij zijn voorname plaats
weten te behouden, alle aanslagen en be
schimpingen ten spijt.
Een staaltje van hondenverstand. Een
kostelijk avontuur overkwam dezer dagen
te Straatsburg een heer, die van een kleine
pleizierreis terugkeerde. Terwijl hij aan
het station naar zyn dienstbode uitkeek,
die zijn bagage zou afhalen, kwam opeens
zijn trouwe hond in dolle vaart vroolijk
blaffend aanrennen, alsof hij wilde te
kennen geren, dat het meisje in aantocht
was. Nadat hij ouder groot vreugdebetoon
verscheidene malen tegen zyn meester was
opgesprongen, greep hij plotseling om
zich verdienstelij k te maken diens pa
rapluis, welke op zijn handkoffertje lag,
om er in enorme vaart mede naar buiten
te snellenin een verschrikkelijke
regenbui. Zoete broodjes noch bedreigingen
baattenin steeds grootere kringen rende
de hond om zijn meester, totdat het dier
ten laatste met de parapluis in een zijstraat
verdween. De eigenaar van den hond, die
drie dagen lang bij het prachtigste weer
van de wereld zijn parapluie als onnoodige
bagage had meegesjouwd, moest nu in een
plasregen naar huis, waar zijn trouwe hond,
voor de deur wachtend, hem weer in het
bezit van het onontbeerlijke voorwerp stelde.
Drietal te Ellewoudsdijk G. Visser cand.
te Nijmegen, D. Gerretsen cand. te Ooster-
bierum en C. Samplonius candidaat te
Lutjegast.
Bedankt voor 's Heerenhoek door dhr.
A. Bnrger, cand. te Leiden voor Bor-
sele door dhr. D. Gerritsen cand. te Ooster-
bierum.
Beroepen te Groningen ds. C. J. v.
Paassan te Meppelte Schermerhorn
Visser cand. te Nijmegen; te Ter Aar
Wanters te Rozenburgte De Wilp
Groenman cand te Groningen.
Aangenomen naar Ter Apel (toez.) door
Juursema, cand. te Grijpskerk.
Bedankt voor Nijega door Samplonius
cand. te Lutjegastvoor Urk door
Voors te Kuinre voor Gastel door
Janzen te Veessen.
glazenmaker toeliet, ofschoon hij geen twee
jaren leerling geweest was. Wat was dan
toch de oorzaak? Wel geen enkele meester
van het gilde had de reparatie der kerk
glazen aangenomen.
Geen vrijmeester, zoo min als een buiten
het gilde zal mogen eenig vreemd werk
te koopen, en zulks in hunne winkele
weder te verkoopen, als was het door leden
van een gilde in een andere plaats gemaakt.
Het werk werd verbeurd verklaard, en
de verkooper liep een boete op van 4
pond vlaamsch voor den eersten keer, en
zoo hij het ten tweede maal durfde doen,
o wee, dan wachtte hem „Snspensie van
Neering" 6 weken lang.
Geen lid van een gilde mocht op meer
dan eene plaats tegelijk winkel houden
en wei ken, of hij betaalde een boete van
20 schell. Niemand mocht voor een ander
winkel houden, mede op straffe van 20
schell. boete.
Verder lezen wy
Geen vrijmeester zal mogen een anders
meesters knecht of werkgast onttrekken
of doen onttrekken, onder belofte van
meerder loon, grooter of andere voordee-
len, op boete van 10 schell.
Geen knecht moest vertrekken by zijn
haas, en binnen deze stad blij ven werken,
of hij moest zijn baas veertien dagen te voren
behoorlijk waarschuwen. Een baas moest
zijn knecht niet gedaan geven, of hij was
verplicht hem acht dagen te voren te waar
schuwen. Zoo zij hier geen gevolg aan ga
ven was hun boete 10 schellingen.
Wanneer er een koopman in de stad
kwam met zijn waren was hij verplicht
zich bij den boekhouder van het gilde
aan te melden, met verzoek zijn waren aan
den vrijmeester te mogen aanbieden. (Deze
waren bestonden enkel uit grondstof, want
van gemaakt werk was er geen sprake
om aan te bieden buiten de vrije Jaar
markt). Hij kreeg vergunning voor 24
uren, ingaande na den tijd dat de Knaap
bij de Gildebroeders was wezen zeggen
dat seigneur A. uit de stede B. in de
stad was gekomen met een partij goederen
om den gildebroeders aan te bieden. Was
er een koopman die verzuimde bij den
boekhouder vergunning te vragen, en
dientengevolge niet door den Knaap was
aangezegd bij de meesters, dan mocht geen
enkele meester van hem koopenof zoo
hij het durfle wagen, liep hij een boete
op van een pond vis. tien schell.
Voor deze aanzegging dat er een koop
man kwam ontving de gildekas 3 schell.
en de Knaap 2 schell.
WTas men genegen bij gelegenheid van de
jaarmarkt, met esn kraam te staan, dan com
pareerde men op een bepaalden tijd voor het
huis van den boekhouder om te loten. Eerst
lootten de ingezetenen en daarna de vreem
delingen.
Zes weken voor de jaarmarkt verscheen
er een publicatie, waarin stond wat niet
mocht worden te koop gebracht. Zie hier
de publicatie van het schoen- en gareel-
Schorsing.
Namens de Algemeene Synodale Com
missie der Ned. Herv. Kerk wordt in het
officieele gedeelte der „Kerkelijke Courant"
het volgende medegedeeld
„De aanneming en bevestiging van Hare
Majesteit de Koningin tot lidmaat der
Nederlandsche Hervormde Kerk zijn be
paald op 23 en 24 October e. k.
De Algemeene Synodale Commissie noo-
digt bij deze de predikanten in de Nederl.
Hervormde Kerk uit, bij de door hen te
leiden godsdienstoefeningen op 25 October
e. k. deze plechtigheid te herdenken op
de wijze, als hun 't beste voorkomen zal."
Door den bij zonderen kerkeraad van
de Ned. Herv. gemeente te 's Gravenhage
zijn de heeren T. Ph. baron Mackay en
L. J. Wijsman, ouderlingen, „aangewezen
om dienst te doen" bij de aanneming,
bevestiging en deelneming aan het heilig
avondmaal van H. M. de Koningin.
Ds. J. W. Gunning Jr. te Eerbeek,
is benoemd tot directeur van het zendeling
huis te Rotterdam, tevens tot. secretaris
van het Nederl. Zend. Genootschap.
Nederlandsche Zendingsschool-Veree-
niging. De 30e algemeene vergadering
der Ned. Zondagsschoolvereeniging" werd
Vrijdag te Amsterdam in het
gebouw (Bloemgracht; der \ereeniging,
door ds J. Moulijn uit Nijmegen, die den
aanwezigen een woord van welkom toe
riep geopend. Daarna werd door den
secretaris verslag uitgebracht, waaruit bleek
dat het Zondagschoolwerk hier te lande
thans 60 jaar oud is. Het aantal leden
verminderde gedurende het afgeloopen
jaar met 19, maar toch is de toestand
der vereeniging gunstig, zij ontvangt ge-
noegzamen steun en de afdeelingen konden
alle in stand blijven. Vele geschriften
zyn in het afgeloopen jaar deor de ver
eeniging verspreid.
Er zijn op dit oogenblik in 't geheel
ongeveer 1600 scholen met 4300 onder
wijzers en onderwijzeressen en 150.000
leerlingen.
Op voorstel van den secretaris wordt na
zeer lange discussie door de vergadering
besloten een brief van sympathie aan de
„English Sundayschool te zenden, welke
vereeniging gedurende 25 jaar elk jaar
f 1000.als subsidie naar hier zendt.
Tot bestuursleden werden gekozen de
heeren dr. E. Barger te Amsterdam en
ds. A. J. A. Vermeer te 's Gravenhage
bij eerste en de heer P. de Haan Az. van
Weesp by herstemming.
Uit het jaarverslag van den penning
makers gilde.
Op de jaermarkt mag niet te koop worden
gebracht eenig werk, dit gilde subject,
buiten de besloote Zeeuwsche «teeden ge-
maekt; en vooral niet 't zoogenaemde
langstraetswerk; op verbeurte van al het
aangebrachte werk en boven dien een boete
van vierj zilver Ducatons zullende het
den bazen in de besloote steeden deezer
provincie alleenig vrüstaen geduurende de
vrijheid der jaermarkt, hun eige gemsekt
werk in te brengen en te verkoopen mits
daaraan geen verder bezaan of paardeleer
verwerkt zij als het gilde permitteert. Op
verbeurte van zoodanig werk en boven
dien een boete van vier zilvere ducatons.
Men ziet uit dit voorgaande dat de vrije
uitoefening van een handwerk niet zoo ge
makkelijk ging als thans. Men had geen con
currentie als van zijn gildebroeders.
Men krijgt echter lichtelijk den indruk, dat
de ingezetenen, tegen hooge prijzen, slechts
middelmatig zoo geen slecht werk ont
vingen. Maar wanneer de begunstigers
niet tevreden waren over werk of prijzen,
beklaagden ze zich bij de dekens die met
denOverdeken uitspraak deden in hetgeschil.
Voor de Hervorming rustte nog de plicht
op de gildebroeders om op den H. Sacre-
mentsdag de processie ter eere der lieve
Vrouw en des H. Sacrements door hunne
tegenwoordigheid op te luisteren.
Nog lang na de Hervorming, ik meen
zelfs tot 1796 toe,leverden de gilden een jaar
lij ksche bijdrage voor het onderhoud der gla
zen aan het kerkgebouw derNed.Herv.kerk.
Vroeger hadden de meeste kerken ge
schilderdeglazen; het eene gilde wijdde een
raam aan dezen heilige, het andere gilde
weer aan een andere; op deze v? ij ze onder
hielden de gilden de kerkglazen.
Wanneer een gildebroeder „de laatste
tol betaalde" (spreekwoord der gilde
broeders) ging de zaak op zijne weduwe
over, als gildezusterals gildeznster aan
genomen moest zij knechts en leerlingen
hebben en het handwerk voortzetten. Her
trouwde zij, met iemand buiten 't Gilde, dan
hield haar zaak op te bestaan. Werd een
gildebroeder of zuster door gebrek, ouder
dom of achteruitgang ongeschikt, dan werd
hij uit de gildekas ondersteund.
Ook na het overlijden van een broeder
werd zyn weduwe niet aan haar lot over
gelaten. Moest een broeder of de vrouw
van een broeder ten grave gedragen worden,
dan zag men al de broeders voor het huis
van den boekhouder „compareeren"Door
den Knaap werden de namen afgeroepen.
Was het een behoeftige broeder dan zag
men alleen de acht jongste broeders die
gehouden waren een onvermogende om
Gods wille te dragen. De fondsen beston
den deels uit bijdragen, deels uit boeten.
Uit deze betaalde men het tractement van
den Boekhouder en den Gildenknaap, de
uitkeering aan behoeftige Gildebroeders, de
vertering bij maaltijden, 'de speelreizen
en de sieraden voor het gilde.
Men ziet hier in Goes nog een kleine
f2,50.
meester blijkt, dat ontvangen zyn f 1554.67
terwijl de uitgaven bedragen f 1786.68s,
zoodat er een nadeelig saldo is van f 232.01
dat uit de kas van het gebouw is kunnen
gedekt worden.
Tot plaats van bijeenkomst voor de vol
gende algemeene vergadering in het jaar
1897 werd Rotterdam aangewezen met
verwerping van een voorstel van het
bestuur, om de volgende algemeene ver
gadering in het Noorden des lands te doen
houden.
Na de pauze werd door den heer A. J.
Hoogenbirk de vraag ingeleid„Waar
blijven onze leerlingen als zij de zondags
school verlaten Bij 't debat werd aange
drongen op het oprichten van z.g. Knapen-
vereenigingen. Aanbevolen werd per
soonlijk huisbezoek door de leden der Zon-
dagsschoolvereenigingen, opdat men wete,
waar de leerlingen blij ven. Ook achtte men
de oprichting vnn kinderkerken wensche-
lijk. Door dr. M. Göpner werd ingeleid
„Hoe de kinderen uit den hoogen stand
met het Evangelie te bereiken Uit de
inleiding en uit het debat bleek dat deze
vraag moeilijk te beantwoorden is. De
inleider wil de gewone evangelisatiemidde
len meer uitbreiden onder alle standen.
Bereikt men de ouders, dan bereikt men
't kind, zegt spreker.
Sommige sprekers drongen aan op 't
verspreiden van volkspreeken, ook onder
de rijken; anderen wilden Zondagsscholen
oprichten voor kinderen uit den gegoeden
stand. Ook werd een concept-circulaire
voorgelezen, die men aan de ouders van
deze kinderen kan richten, teneinde hen
te wijzen op hun plichten tegenover het
Evangelie. Wegens het vergevordard uur
werd het laatste punt„Op welke wijze
kan de Zondagsschool het Christelijk onder
wijs in de hand werken"? van de agenda
afgevoerd. Nadat nog de heer Fruyt Jr.
gesproken had over; „Zondagsschoolva-
cantie, een middel tot achteruitgang" en
als reizend agent der vereeniging verslag
had gedaan van 't een en ander, werd de
vergadering met gezang en dankzegging ge
sloten.
Geref. Kerken.
Drietal te Yeere ds. W. Bosch te Yry-
hoeve-Capelle, ds. F. Meet te Opperdoe»
en ds. A. L. Ruijs te Serooskerke.
Beroepen te Oppenhuizen ds. G. H. v.
Kasteel te 's Gravenhage te Veen en
Aalst ds. Joh. S. Langen te Oldebroek
te Ooltgensplaat (Flakkee) ds. H. Buur
man te Meliskerke.
Ds. E. J. de Groot hoopt Zondag
afschaduwing van het Gilde, in de bekende
„Werkliedenvereeniging" welke nog steeds
onder den naam van het Gi.de voortleeft.
Zij bezat twee commissarissen (Dekens),
een hoofdcommissaris (Overdeken) en éen
lid der Magistraat als hoofdpersoon.
Nog voor enkele jaren zag men de leden
door het werpen met dobbelsfeenen, niet
op „de blauwe steen", maar toch dicht by
„de blauwe steen", uitmaken wie er werken
moest die week en wie niet. Wy wen-
schen deze vereeniging als laatste over
blijfsel van het Gilde nog vele jaren van
profijtelijk bestaan toe.
Nog rest ons te zien wat er vroeger
wel gebruikt werd op e6n maaltijd der
dekens, en wat men voor een speelreis door
een gedeelte van Zuid-Beveland inkocht.
Den 26 December 1725 verteerd te*
huize van Jan de Fouw, door de Deke
nen van het Smedengilde
pd. sch. Ct.
Yoor een schotel bloemkool met
worst 0 2 8
Een Kalfsribbe 0 5 6
6 hoenders en de mesting 0 8 4
Frikkedil 0 3 0
2 schotels salade en haring 0 2 8
Brood, boter, kaas, koekjes,
bonschuit 0 9 4
Collombyntjes en castanjes 0 6 0
Kruidolie, azijn, mosterd, zout
en komkommertjes 0 2 6
Wijn, bier, pijpen, tabak, vier
licht enz. enz. 3 19 6
Thee en suiker 0 3 4
't Braden van 't vleesch 0 3 8
't Klaarmaken van het eten en
'tvier er voor 0 8 0
Tafelgoed 0 12 0
Een Cabbeljou 7 7 6
en verschot er op 13 4
Voorschot van een speelreis door Zuid
Bevelandpd. sch. Ct.
3 pond boter 0 3 0
2 kleingoed 0 3 0
2 strooisuiker 0 2 4
Vs thee 0 2 0
Olij O 2 2V»
V» pond Koffie 0 8 0
Moster 0 0 3
Vsor 't thuis brengen der wijn O 1 3
Suiker, Candij, prinsjesazijn 0 18
20 kroppen salade 0 14
Voor 't braden van 't vleesch 0 10
Kaa# 0 3 6
Voor de poort 0 8 0
Aan vleesch 2 5 8
Aan brood 1 3 lll/r
betaald aan 3 wagens 3 19 6
nog voor een wagen aan Kor-
stanje. Voor pijpen en tabak
aan J. Snoep. F. Zifters voor
droogevisch, saam O 6 61/»
betaald san den heer Hep voor
geleverde wijn 4 12 6
Het blij kt hieruit wel een weinig dat
men vroeger ook van „veel" en „lekker"
hield 1
G. Kj