NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. ilen. CHRISTELIJK- sr HISTORISCH Ho. 151. 1896. Hinsdag 22 8epfem6er. Ofimife faargang. ienraantels. US, irijzen, voor het Ie STAAL necht, itbode [knecht iecht IUDSTER. ken; Gips; ezonden, VERSCHIJNT uitgave Van G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Een manifest. Co., en per fust. 1EN of KALF- ening einde Sep- [AN, Grijpskerke aankomende t liefst in persoon |ÜJS, Koudenhoek. vasch kan omgaan. 1. EIJK, Vlissingen. MEID, die mel- t. BOONE Seroos- te Yeere. Leon gevraagd een flinke tr genegen met Franco brieven F. ieuwe Vlissingsehe )E of Spoortijd. ,555), nm. 3,30, 6,2q P,25J), 4,6,5(j vm. 8,40. 9,10. n kunnen goederen vertraging trein :n hoogstens 15 min. Dinsdag en Vrijdag. |T,11,55 3,30 6,20 7, '0 12,15 3,50 6,40 7,2510,101,55 4,50 7,45 10,30 2.15 5,10 worden des Zondags aangelegd. Hoofplaat nm. 1.55 Breskens 2.25 Ylissingen 2.55 3.30 4.30 elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Uit de jongst afgeloopen we'gevende periode is onder meer het manifest der antirevolutionairen in de eerste kamer ons ter opneming en bespreking overgebleven. Plaatsgebrek belette ons bet nog in het vorige zittingjaar te doen. Schoon nu 't wel wat laat is mogen wij 't toch niet achter wege laten. Daartoe is het te belangrijk. Het woord voerde de heer Schimmel- penninck v. d. Oye. Hij sprak Mijne geachte vrienden en ik stellen er prijs op te verklaren, dat bij de overwe ging van de houding, door ons tegenover dit wetsontwerp aan te nemen, door ons is rekening gehouden, behaive met het geen de Grondwet eischt, met de politieke gebeurtenissen waarvan dit ontwerp het uitvloeisel is, met de beginselen der anti- revolutionnaire party, zooals die in haar programma van beginselen en in haar verkiezingsprogramma's zyn uitgesproken, en met de eigenaardige positie der Eerste kamer. Dit voorop stellende, erkennen wy lo. dat onder de tegenwoordige Grondwet de wenschen der anti-revolutionaire party, welke gericht zgn op een organisch kies recht, d. w. z. eene vertegenwoordiging der verscnillende maatschappelyke groepen, niet voor verwezenlyking vatbaar zgn; 2o. dat uit dien hoofde wy het liefst hadden gezien dat, hetzy dcor de regee ring, hetzy in de andere kamer het initi atief werd genomen tot een herziening van de grondwettige bepalingen het kies recht betreffende, waardoor eenerzgds de invoering van een organisch kiesrecht mo gelijk zou zijn geworden, en van den an deren kant een einde zon zgn gemaakt aan het verschil van meening omtrent de beteekenis van art. 80 der grondwet; 3o. dat echter, nu dit niet is geschied, wij als leden der kamer, welke het recht van initiatief mist, onze stem over dit wetsontwerp niet mogen laten beheerschen door hetgeen wg in beginsel voor wen- schelijk houden, dech onder de vigeerende grondwet niet verkrijgen kunnen. Lettende op hetgeen bij de behandeling van het vorig ontwerp en tijdens de ont binding in 1894 ter bestrijding van het voorstel van '«ministers voorganger is aangevoerd, en ook op de verklaringen, welke tijdens de verkiezingen toen zijn afgelegd, ontkennen wg voorts niet, dat de uitbreiding van het kiesrecht voor de Tweede Kamer der Slaten-Generaal, welke thans wordt voorgesteld, en waardoor aan art. 80 der grondwet geen geweld wordt aangedaan, in hoofdzaak overeenkomt met hetgeen was in uitzicht gesteld van de zijde van hen, die bij de verkiezingen van 1894 de meerderheid hebben verkre gen en uit wier midden deze regeering is voortgekomen. Wij zgn verder bereid toe te geven, dat, hoewel de. thans voorgestelde uitbrei ding van het kiesrecht, behalve ten aanzien van den leeftijd, tot de uiterste grens gaat van hetgeen eene gezonde uitlegging van de grondwet onzes inziens toelaat, die uitbreiding toch niet zoo ver schynt te gaan, dat ééne maatschappelijke klasse de andere zou kunnen overheerschen, en dat zij dus o. i. niet in strijd komt met het geen te dien aanzien van antirevolution- naire zijde bij de verkiezingen in 1891 werd voorop gezet en waaraan wij wen schen vast te houden. Om deze redenen zouden wg bereid zgn geweest de in dit ontwerp veorgestelde regeling van het kiesrecht, met name, met de in art. 1 voorkomende kenteekenen van welstand te aanvaarden, ware het niet dat daarin werd gemist het kenteeken van geschiktheidhetwelk wij, naast de door de Grondwet gevorderde kenteekenen van welstand, voor alles daarin hadden ge- wenscht aan te treffen, te weten de hoe danigheid van „hoofd van een huisgezin." Door het niet opnemen in dit wetsont werp van de hoedanigheid van gezinshoofd als kenteeken van geschiktheid, waartegen de Grondwet zich niet zon hebben verzet, is naar onze meening niet voldoende reke ning gehouden met de wenschen van èene der fractiën, welke by de stembus van 1894 samengingen, terwgl toch de wenschen der bedoelde fractie uit het door haar nimmer losgelaten verkiezingsprogramma van 1891 bekend waren. Bg deze grief voegt zich voor ons nog eene andere. Naar onze meening had niet alleen het kiesrecht van de Provinciale staten en de gemeenteraden voor elk dezer colleges in een afzonderlyk wetsontwerp behooren te zgn geregeld, maar hadden ook voor het kiesrecht voor die colleges andere voorwaarden behooren te worden gesteld. Door de regeling van het kiesrecht voor Staten-generaal, Provinciale staten en ge meenteraden in éen wetsontwerp samen te vatten is de Eerste kamer der Staten- generaal, naar oas oordeel, ten onrechte belemmerd in het uitspreken van haar oordeel over bet kiesrecht voor Provinciale staten en gemeenteraden. En wat het fond der zaak betreft, zgn wg van meening dat bg de regeling van het kiesrecht voor de beide genoemde col leges niet genoegzaam rekening is gehouden met hun werkkring en bevoegdheden, welke zoo geheel verschillen van die der Staten- Generaal. Wg achten het eene staatkundi ge fout het kiesrecht voor Staten-generaal, Provinciale staten en gemeenteraden tege- lyker tgd, naar byna geheel hetzelfde mo del te demoeratiseeren, waartoe te minder aanleiding bestond, omdat bij de verkiezin gen van 1894, ten gevolge van den loop der omstandigheden, de kiezers niet in de gelegenheid zgn geweest zich ook over het kiesrecht voor Provinciale staten en gemeenteraden uit te spreken, zoodat de regeering (gelyk door haar zelve, althans ten aanzien van h8t kiesrecht voor de gemeenteraden, is erkend) met betrekking tot dit punt voor eene opene kwestie stond. Op grond voornamelyk van deze bezwa ren, welke wellicht nog met andere van minder overwegend belang zouden kunnen vermeeiderd worden; achten wg ons niet alleen gerechtigd, maar ook verplicht om, hoezeer ten volle bereid in den geest der uitspraak van de stembus van 1894 tot eene ruimere uitbreiding van het kiesrecht mede te werken, nochtans onze stem aan dit wetsontwerp te onthouden." De inhoud dezer rede komt hierop neer. Wg laten ons hier leiden door den eisch der grondwet, der antiiev. beginselen, der gebeurtenissen, der positie. Bij deze grondwet is een antirev. kies wet onmogelijk grondwetsherziening ware dus 't beste geweestdoch ook deze kies wet is niet ©ngrondwettig, gaat zelfs zoo ver als de grondwet toelaat en wekt te vens geen standenoverheersching opwg zouden er dus voor kunnen stemmen maar het huismanskiesrecht ontbreekt, en dit hadden toch de antirev. in '91 ge- wenscht. Eu dan regelt gy tegelgk kies recht voor Kamer, Staten en Gemeenteraad, dat zgn geheel verschillende colleges en bovendien de kiezers hebben zich alleen uitgesproken over 't kiesrecht voor de tweede kamer. Daarom moeten wg tegen uwe wet stemmen, minister Van Houten Onnoodig hierby te voegen dat de hee- ren Schimmelpenninck, v. Lynden, Engel- berts en Godin de Beaufort tegen de wet stemden. Of zy 't ook zouden gedaan hebben, in dien 't op éene stem hadde aangekomen, valt te betwyfelen. Hunne rede heeft op ons den indruk gemaakt dat zg wilden doen uitkomen dat zij los van de beide groepen in de tweede kamer een eigen ^standpunt wenschen in te nemen. Of zg nu dichter bg de groep Van Al phen dan bg de groep Lobman wenschen te wonen, valt uit de speech van den heer Schimmelpenninck niet af te leiden. De speech heeft wel iets dat aan een toer op 't balanceerkoord doet denken. In ieder geval hebben zg met de groep Van Alphen het bezwaar tegen degelyktijdi- ge regeling van 't kiesrecht voor de ge meenteraden gemeen en staan ze wat dit punt betreft op de lgnder georganiseerde partij. De antirevolutionaire groep in de eerste kamer heeft stellig den indruk willen ves tigen dat zg een afwachtende, niet onwel willende houding wensclt aan te nemen, bg den komenden strgd en zoo 'timmer kan het verband der georganiseerde partg wil bewaren. Zoo kan haar optreden een middel tot hereeniging worden. Het zou een oorzaak van vreugde zgn wanneer de vier groepen waarin feitelyk de onde antirev. partg bg de behandeling der kieswet heeft uiteen- geloopen, de groepen Van Alphen, Lohman, Beelaerts en Schimmelpenninck weder een werden. Maar wg geven gaarne toe dat de klove zeer diep is, niet zoo zeer buiten dan wel in de Kamer. Ons volk eert en vertrouwt gaarne zijne vertegenwoordigers, mits zg het eens zgn op het stuk van De aanneming van het amendement Kolkman-Vermeulen om de wet op het Personeel niet in te voeren, voor de aan neming der kieswet of voor de wet rege lende de gemeantefinanoiën er zal wezen, bezorgt aan de belastingschuldigen die vroeger geen patent betaalden, doch nu in de bedryfsbelasting zgn aangeslagen, een groot ongerief. Zg worden daardoor verplicht getrouw mee te betalen, en ook zg die volgens 't oude Personeel mee be talen hebben er de schade van. Er is ontlasting op 't personeel toegezegd, en die komt nu maar niet. De ambtenaars znllen hij invoering den last hebben, dat zij geroepen zullen worden het een derde van de betaalde volle be lastingsom op 't, oude personeel terug te geren. Maar nog grooter is de druk waarvan predikanten, onder wg zeis en amb tenaren, in. hunne qualiteit van belasting betalenden, kunnen meespreken, die van dit amendement de dnpe zgn en die sterk verlangen dat de tweede kamer toeschiete- lijk zg en aan de invoering der wet op 't personeel geen slagboomen meer opwerpe. De miliciens, lichting 1892 en 1893 zijn weer thuis van hun dertiendaagsch uit stapje. Zg hebben oefening gehad in 't hanteeren van het nieuwe geweer. In den regel hebben de manschappen der oude lichtingen met die jaarlijksehe oproe pingen om onder de wapenen te komen, weinig op. En zg hebben daar gelgk in. Zg worden toch uit hun werk gehaald op een tijd wanneer er nog wat te verdienen valt, wanneer de veldarbeid hen noodig heeft, de boer hen best gebruiken kan en de huiselijke disch mist steeds ongaarne, zg 't ook maar gedurende twee weken, den steun van den broodwinner. Wg hopen zeer dat uit de nieuwe ver kiezingsactie een minister van oorlog zal opstaan die aan deze ernstige grieven onzer landskinderen ernstig de aandacht verleent. Bg de reorganisatie van ons leger zullen deze herhalingsoefeningen wel verdwynen. Zg kosten het land duizenden en de opge- roepenen of hunne betrekkingen worden er niet minder door benadeeld. En dan loont het werk de moeite loont de uitslag de kosten wordt de mi litaire zin onzer landsverdedigers er door verhoogdheeft de krygstucht bij deze dertiendaagsche drukte gewonnen Dat de toestand zoo is. ligt waarlyk niet aan de mannen die van '88 tot '91 in het gezag waren. Bergansius en Lohman, zgn de mannen welke in die dagen ter verbe- ring de hand aan de ploeg sloegendoch zij bezweken onder de slagen van libe raal-radicaal partg geschreeuw en Roomsche remplajanten-verheerlg king K Met genoegen vernemen wij uit de bla den dat het Leger des Heils uitnemend slaagt met zijne landkoloaie. Vier der mannen die daar opgenomen zijn geweest, zgn buiten Nederland in een vaste be trekking geplaatst en geheelonthouders. Zg zijn alle vier arme dakloozen geweest en uit de stadkolonie te Amsterdam naar de landkolonie overgpelaatst, wgl zg zich als kundig en vlytig hadden onderscheiden. Door een zetfout in het laatstvorig nom- mer van ons blad is de oorsprong van het woord Fenians wel wat verbasterd. In ons Overzicht staat dat het is afge leid van Eronna Eirum, dit moet zgn Fionna Eirum. Het laatste woord doet denken aan Erin dat Ierland beteekent het eerste aan Eionn die in 't begin onzer eeuw een schaar van krygers aan zioh wist te verbinden, met welke hg wonde ren van dapperheid verrichtte. Groote Manoeuvres. Een corres on- dent van het Handelsblad geeft de volgende episode uit hetgeen men noemt de groote manoeuvres Laat ik even een kleine schets geven hoe het soms toegaat. Alles is nog in diepe rust; alleen de koks koken de soep in de bivak-keukens; de helle vlammen flikkeren in het sche merachtig licht van den morgenstond. Daar blaast het reveilleEr komt beweging in de tenten. Huiverende en stgf komen de soldaten uit hnn eenigen wollen deken te voorschyn. De voeten doen nog een beetje pyn van het marcheeren van den vorigen dagde ledematen zgn stram. Dat opstaan in zoo'n tent is een ellende Enfin, als we maar eenmaal onze vochtige vuile, harde schoenen aangetrokken en ons frisch ge- wasschen hebben en eindelijk in de kleeren zgn geschoten, gevoelen we ons weer zoo'n beetje mensch. De soep wordt in de eet keteltjes gehaald (ik heb het myne weer terug) en, terwgl we plat op den grond liggen, verorberd. Onmiddellyk daarna ko men de genie-soldaten de tenten afbreken en in minder dan geen tijd is het gansche bivak met den grond gelgk gemaakt. Nu volgt er een tgd dat we met onze ziel onder den arm loopen uit verveling nemen we maar plaats op onze ransels, in afwachting van het signaal „gewapend appèl." Gelukkig, daar blaast hetVlug omhangen, aantreden, rapport inleveren en dan voorwaarts! Van hetgeen nu op handen is weten wg allen ni-etszelfs de officieren halen de schouders op, als we hun vrageu welk verloop de manoeuvre zal hebben. Maar dat is nietsvooruit maar Loopen, niets dan loopen, gepakt en gezaktDaar zien we groote troepenmachten ons voorbij trekken een heel regiment infanterie en de „gele" rydersEn nu treden we een onbesohrgfelgk vervelend stadium in. De colonne gaat sprekend gelijken op een boe- meltrein, die onophoudelyt stopt en dan weer voortsjokt. Het afbellen mankeert er slechts aan, maar het fluitje van den conducteur is aanwezig in den vorm van de tiraillenrfluit van den compagnies-com mandant Nadat op deze wyze ruim een uur is voorbygegaan, bevinden we ons plot seling achter een heuvelachtig terrein, en zgn we geïsoleerd van alle andere troepen. In de verte dondert het artillerievuur en knetteren de schoten der oude geweren. We zgn reserve in tweede linie en zullen hoogstwaarschijnlijk geen deel nemen aan het gevecht. Alles dekt zich en geniet de zalige rust. Na een half uur ongeveer zijn de officieren in eeti diepen slaap ge dompeld. Eenige manschappen die onop houdelgk vuren hooren, stellen belang in de manoeuvres, klimmen de hoogte op, kg ken over den rand en volgen het ge vecht, zondigende tegen het verbod om zich te vertooneaEn de anderen liggen op den grond, te eten of te drinken of te praten, maar voor het meerendeel te slapen. Om den oorlogstoestand nu zooveel moge- lyk nahg te komen, staat men den soldaten toe met burgers een gesprek aan te knoopen. En daar vangt me een aardig, gemoedelyk leventje aan. Vaders, moeders, die hun zoons in soldatenpak terugzien, omhelzen hnn jongens hartelyk, geven hnn geld, peren, appelen en wenken hun dochters in de verte om zich bg hen te voegen. In middels dondert het geschut voort. Ziet, een ordonnance in rennenden galop Hg heeft een brief in de hand. „Waar is de kapitein vraagt hij aan der liggende soldaten. „Daar", antwoordt deze, „hg ligt daar te slapen." „Kapitein, kapitein brullen eenige man schappen. De kapitein ontwaakt eu een juist afgegaan artillerieschot herinnert hem dat het oorlog moet verbeelden Hjj neemt den brief in ontvangst, leest vlug en com mandeert dan„OpstaanDe gansche re serve ryst ainhoog en nu gaat het vooruit, de hei op. De ordonnance holt als een bezetene over het terreinpas op Ihet is te laat I In wilde vaart is het paard tegen een man aangeloopen, die omver wordt geworpen. De reserve heeft zich inmiddels in groepen opgelost. Ginds wenkt een overste met den arm. De kapitein ver moedt, dat het hem aangaat eu rukt voor uit. Onmiddellgk daarop komt een tegen order van een ander hoofd-officier. De reserve-commandant weet geen raad. Hg commandeert, er vallen schoten in de voorste linie. Niemand verstaat één woord; daar komt een ordonnance in rennende vaart aan. Weer een order Terug De reserve moest niet vooruit. TerugAlles is ver keerd begrepen. Nu volgt een onbeschryfelyke verwar ring. De groepscommandanten begrijpen er niets vande manschappen, schgnen niets te kennen, iedereen commandeert, men hoort geroep, geschreeuw, gevloek, er vallen weer schoten; de groepen verza melen zieh toch eindelyK de kapitein komt zweetend, met de getrokken sabel in de hand, aangeloopen. Hg weet nog niet zeker, of hg nu terug moet of nietZiet daar struikelt een ordonnanee-paard. Het heeft zgn poot gebrokeneenige oogen- biikken later valt een revolverschotde paardenarts heeft het arme dier doodge schoten. Eindelyk.... klinkt een heerlgk signaal, een geruststellend signaalschorsen van de manoeuvrePlotseling heeft alle onrust, verwarring en misverstand opge houden er valt geen schot meerhet is een zalige kalmte, een hemelsche vrede 21 Sept. '96. Verplaatst met 16 Sept. de commies der posterijen en telegrafie 4e kl. J. G. H. Dhont, tijdelijk te Middelburg, naar Rot terdam (postkantoor); benoemd tot surnu merair der postergen en telegrafie W. F. Dhont en W. Schoo te Groede en I. Ema nuel te Goes. De heer J. G. Gerritsen, burgemeester van Breskens en Groede, is door den pre sident der Vereenigde Staten van Vene zuela benoemd tot ridder 3o klasse (com mandeur) der orde van het Borstbeeld van den Bevrijder. Omtrent den luitenant Hagemaan, die volgens gerucht op Atjeh krygsgevangen zou zgn, is bg de familie Hageman te Dor drecht dit telegram van den minister van koloniën outvangen„Aan gouverneur-ge neraal gevraagd of bericht luit. Hageman gegrond is, waarop antwoord ontvangen Volkomen ongegrond. Verhaal verzonnen." Bij de administratie van 's Rijks be lastingen worden met ingang van .1 Oct. verplaatst de ambtenaren van den actieven dienst: W. Eraterman van Vlissingen naar HansweertA. de Waard van Hansweert naar Bath II. van Kenlen, van Bath naar Vlissingen. Staatscourant -yJ

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1896 | | pagina 1