dus in het blinde tasten, als zij bij de vast
stelling der begrootingen voor 1897 het
cijfer der opcenten moesten moesten bepa
len naar de nieuwe belasting. Boviendieu
is er een nieuwe regeling der gemeente
lijke iluanoiën in aantocht, die wederom
tot veranderingen leiden zal.
Daarom stelt de Regeering voor, dat de
Staat aan de gemeenten zal vergoeden wat
zij over 189798 minder uit de opcenten
outvangen dan volgens de oude wet op de
personeele belasting, mits dat verschil meer
dan 1 pCt. of 50 bedraagt. Daarbij wordt
aangenomen dat de opbrengst in gelijke
mate zou zijn gestegen als in het vorig
jaar.
Ook is in een afzonderlijk artikel reke
ning gehouden met de kwade posten. Het
minimum der uitgaaf voor het Rijk wordt
geraamd op f767,500, waarvan later een
zeer belangrijk deel zal worden terugont
vangen als meerdere vergoeding voor kwade
posten.
lerseke. Donderdagavond hield de Ge
meenteraad een vergadering, die door den
burgemeester werd gepresideerd en waarin
alleen de heer Spruijt ontbrak.
Ingekomen was een verzoek van den
heer Z. Bouwer.s om eervol ontslag als
hoofd van school 1 en als klokkenist en
klokluider.
Aangezien de heer Bouwens op 1 Sept.
zonder verlof zijne betrekkingen heeft ver
laten en sedert niet is teruggekeerd stelden
B. en W. voor het ontslag niet eervol
maar ambtshalve te verleeneu. Dit werd
met algemeene stemmen aangenomen.
Aan het waarnemend hoofd de heer M.
A. de Man werd een tijdelijke belooning
van f950 'sjaars toegekend.
B. en W. wenschen met het oog o^ de
behoefte aan taalonderwijs en taalkennis
in deze gemeente een hoofd te benoemen
met de 3 taalactes op een tractement van
f 1150, doch dit werd verworpen omdat
één onderwijzer toch niet alle 3 de talen
kon onderwijzen, omdat het salaris boven
de krachten der gemeente gaat en de heer
De Man, die alleen acte-Duitsch heeft,
dan niet kon meedingen. Een voorstel van
den heer Sinke om één taal te eischen met
meerdere als aanbeveling op een salaris
van f 950 werd aangenomen.
Een voorstel van het Burg. Armbestuur
tot af- en overschrijving van f 400 op zijn
begrooting werd unaniem goedgekeurd.
Op een verzoekschrift an de handboog-
schutterij St. Bastiaau om overname door
de gemeente van de haar (St. B stiaan)
in eigendom toebehoorende schuttershof-
stiaat werd goedkeurend beschikt, mits de
straat eerst in goeden staat wordt ge
bracht.
Nog was ingekomen een verzoek van
de onderwijzers (op éen na) aan school 1
en 2 om belooning voor het geven van
herhalingschool in den vorigen winter,
wijl de verplichting daartoe niet in hun
aanstellingen vermeld staat.
Vroeger konden de hoofden der scholen
dit onderwijs zelf geven, maar nu was liet
getal leerlingen te groot. B. en W. stelden
voor afwijzend op het adres te beschikken,
maar zij hebben een regeling getroffeu
waarbij het herhalingsonderwijs beter tot
zijn recht zal komen en onbezoldigde hulp
waarschijnlijk niet meer noodig zal zijn.
Het verzoek werd van de hand gewezen.
Bij de behandeling der begrooting, die
nu volgde, werden wel verscheidene uit
gaafposten besproken, maar slechts een
viertal veranderd. Voorgesteld was de sa
larissen van den burgemeester, den secre
taris en den ontvanger ieder met f 100 te
verhoogen en de in 1895 door den Raad
zelf geschrapte presentiegelden weder te
herstellen en tot f 100 te verhoogen. Dit
alles werd verworpen, doch de bezoldigin
gen van den burgemeester en den secretaris
met f 50 verhoogd.
Daardoor daalde het eindcijfer met f 300,
waarom van de ontvangposten de aan te
vragen buitengewone rijkssubsidie voor
lager onderwijs ad. f 5525 met f 300 werd
verminderd.
Ten slotte weid met algemeene stemmen
de begrooting vastgesteld met een ontvangst
en uitgaaf van f 31063,83».
Van de rijkssubsidie is f 2700 bestemd
voor een zesde lokaal aan school 2. Daar
door wordt tevens een nieuwe onderwijzer
noodig.
TWEEDE KAMER.
De tijdelijke voorzitter, de heer Donner
laat voorlezing doen van een Koninklijk
besluit, waarbij mr. J. G. Gleichman be
noemd is tot voorzitter der Tweede Kamer
voor het nieuwe zittingsjaar.
De tijdelijke voorzitter, de heer Donner
staat van zij u zetel op, en zegt
Hooggeachte heer Gleichman
Het heeft H. M. de Koningin-Weduwe-
Regentes behaagd, in overeenstemming met
de keuze der Kamer U tot voorzitter te
benoemen gedurende het tijdperk van het
nieuwe zittingsjaar.
Die herhaalde benoeming, waarmede de
Kamer U en zich zeiven gelukwenscht, is
waardig de gaven en bekwaamheid voor
de betrekking aan U opgedragen. Uwe
bekwaamheid en gaven verheffen kan
ik ze wel maar dat zou in strijd zijn
met Uwe bekende bescheidenheid.
Maar vergun mij, in naam der Kamer
den wensch uit te spreken, dat God U
het leven spare, uwe gezondheid beware en
u sterke tot de veeleischende taak, waartoe
gij in dit zittingjaar geroepen zijt.
Eu hieraan paar ik den wensch, dat gij
getuige moogt zijn van even zoovele be
raadslagingen en besluiten, die kunnen
strekken tot eere van Hem, uit Wien alle
aardsche macht is, tot versterking van
den band, door God en de geschiedenis
gelegd tusscben Oranje en het Nederland-
sche volk eu tot de bevordering van de
ware welvaart van het Nederlandsche volk
in al zijne rangen en standen in de maat
schappij.
En hiermede heb ik de eer en het
voorrecht U wel te willen uitnoodigen,
den voorzittersstoel te willen innemen.
De heer Gleichman, den voorzittersstoel
innemende, houdt de volgende rede
„Mijne Ileeren
Niet minder groot dan vroeger is mijne
erkentelijkheid voor het bewijs van ver
trouwen, door H. M. de Koningin-Weduwe-
Regentes op uwe vereerende voordracht mij
geschonken.
Het zal mijn ernstig streven zijn mij dat
waardig te maken. Van bijzonderen aard
is de nu geopende zitting. Zij zal het
laatste jaar omvatten waarin de Tweede
Kamer, benoemd naar in het jaar 1882
gestelde regelen, werkzaam is.
Straks wordt hare taak overgenomen door
eene andere, naar nieuwer bepalingen ge
kozen. Maar inmiddels hebben wij gedu
rende den ons nog gesehouken tijd niet
stil te zitten.
Menige gewichtige enjdringende maatregel
wordt of is ons in een ontwerp voorgelegd
en wacht op afdoening. Aan 's lands belang,
aan den naam, waaronder ons deel aan het
beleid der zaken in de geschiedenis zal
te boek staan, zijn wij verschuldigd, met
opgewektheid te blijven arbeiden.
Verantwoordelijk zijn wij niet slechts
voor hetgeen met onze medewerking tot
stand gebracht zal zijn, maar ojk hetgeen
wij mochten hebben verzuimd of nagelaten.
Met goed vei trouwen spreek ik den
wensch en de bede uit, dat wij onaf han-
kelijk van de vraag tot welke staatkundi
ge richting wij gerekend worden te belmo
ren, tot het laatste toe allen, hierin éen
mogen zijn, dat wij ons doordrongen too-
nen van de verplichtingen, die jegens het
Nederl. volk en onze beminde Koningin op
ons rusten.
Ik betuig onzen hooggeschatten waardi-
gen tijdelijken voorzittermijnen dank voor
de tot mij gesproken, zeer gewaardeerde,
mij onvergetelijke woorden en verklaar
het voorzitterschap van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal te aanvaarden."
'""KÊRKNiiiüWS.
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen te Kats dhr. J. Lammerts van
Bueren cand. te Utrechtte Ritthem
dhr. D. Gerretsen, cand. te Oosterbierum.
Bedankt voor Aardenburg door ds. R.
G. C. Oldeman te Akersloot.
Beroepen te Vriezen veen Knottnerus te
Rhoon te Kolderveen Steller cand. te
Utrechtte Dinter (toez.) Wassenaar
te Nieuweschans te Zwaag Westeinde
en te Stavoren Groeneweg cand. te Rot
terdam te Sloten Groenewoud, cand.
te Harlingen te Minnertsga Hulsbergen
te Slochterente Hoog Blokland J.
Lammerts v. Bueren cand. te Utrecht.
Aangenomen naar Boyl door Kan Jr.
cand. te Velp; naar Oud-Beijerland
door van Boven te Ede.
Bedankt voor Herkingen door Jonkers
te Zuid Beijerland.
Van 3 tot 5 Sept. kwam 70 studenten
daartoe opgeroepen door deNed.-Christen-
Stud.-Vereeniging. bijeen in het schoon
gelegen Laren om daar eenige dagen van
afzondering met God te hebben. Een hun
ner roemt in een verslag aan „De kleine
Courant" over den zegen daar genoten.
Er waren oogenblikken zoo schrijft hij
waarop wij merkbaar de tegenwoordig
heid van onzen God gevoelden. De confe
rentie werd geopend door een bijeenkomst
in de kerk te Laren, waarep de pastor
loei en eenige andere sprekers het woord
voerden en vele broederen behoefte gevoel
den om in het gebed deze dagen en de
geheele studentenwereld aan God op te
dragen. Het was een goede ure.
Alles wat er gezegd werd concentreerde
zich eigenlijk om deze ééne vraag Wat
wil God van een ieder van ons van mij
persoonlijk dat ik doen zal Welken weg
wijst Hij mij aan Dat was de grondtoon
van De student in eigen levenssfeer van
„Onze verantwoordelijkheid tegenover In-
die", van „Reinheid van Zeden", van
„De studenten en de Zending", terwijl
door „Het gemeenschapsleven met God",en
„Het lezen van den Bijbelons geesielijk
leven werd versterkt en wij dieper werden
ingeleid in een schatkamer van dikwijls
nog begraven rijkdommen.
Dit waren in hoofdzaak de onderwerpen
welke behandeld werden afgewisseld door
gezang en een ernstig gebed, en de bespre
kingen, die daaruit voortvloeiden, droegen
zoozeer het karakter van broederlijkheid
en liefde, dat een ieder zich op het nauwst
verbonden gevoelde met allen daar aan
wezig.
De inleider van het Zendings-referaat
plaatste ons voor de vraagHebt gij u al
eens afgevraagd of God ook soms tot u
zegt ga het Evangelie verkondigen in het
Heidenland. Een ander vroeg naar aanlei
ding van de voetwassching van onzen Hei
land en de zaligsprekingen in de Bergrede.
Dienen wij, die toch ons geheele leven heb
ben gesteld in de handen van den Heere,
als wij ons meer of minder in weelde baden
terwijl onze broeder gebrek lijdt
Er zijn groote beschuldigingen uitgespro
ken tegen een ieder van ons, op menige
wondeplek, in ons aller leven, is de vin
ger gelegd. En het was in ons aller hart,
toen na eenige besprekingen over het laat
ste punt een van de broederen zeide
„Laten vvo er maar niet langer over praten
laten we er maar voor gaan bidden". En
toen hebben we het gevoeld dat het nog
wat anders is den Heere te willen dienen
en dat in waarheid te doen.
SCKOOLNIEUWS.
Het examen ter verkrijging van akten
van bekwaamheid voor huis en schoolonder
wijs in de vrije- en ordeoefeningen zal
aanvangen 13 October a. en er zal zitting
zijn te Dordt, Haarlem, Zwolle, Groningen,
Maastricht en Hijraegen.
Voorzitter is: te Nijmegen Jhr. Ver-
heijen te Dordt mr. A. M. de Cock.
Onder de exminatoren te Dordt is o. a.
plaatsvervangend lid mejuffrouw A. S.
Breugel te Middelburg.
RECHTSZAKEN.
Arrondissements-Rechtbank te Middelburg.
Heden, Vrijdag, zijn veroordeeld wegens:
mishandeling P. H., 51 jkoopman,
Goes, tot 1 m. en J. L., 24 j., werkman,
Middelburg, tot 14 d. gev. straf, en G. A.
J., 41 j., werkman, Axel, en P. J. R., 19
jlandbouwersknecht, Hoofdglaat, beiden
tot f 10 b. s. 10 d. h., en R. D., 23 j.,
werkman, Zaamslag, tot f3 b. s. 3 d. h.
diefstalM. M., 18 j., werkman, Wemel-
dinge, tot 3 m. gev. straf
onbruikbaarmaking L. S. d. J., 16 j
leurster, Kruiningen, tot f5 b. s. 5 d. Ij., en
vernieling L. P. F. G., 28 j., kantoor-
bed ende, 't Zand, tot 7 d. gev. straf.
Vrijgesproken J. M. S., 53 j., timmer
man en metselaar, Vlissingen, thans zonder
bekende woon- of verblijfplaats, beklaagd
van oplichting.
Ter griffie der arrondissements-recht-
bank voornoemd is door den heer officier
van justitie hooger beroep aaugeteekend
tegen de door genoemde rechtbank op den
4en dezer gewezen vonnissen, waarbij 5
jongelingen uit Borsele wegens meineed
werden vrijgesproken, terwijl het openbaar
ministerie 6 jaren gevangenisstraf tegen
ieder hunner te dier zake had gevorderd.
Hansweert. Nabij Bath zitten twee
zeebooten aan den grond. De sleepbooten
„Cosmopoliet" en „Fenace" zijn van hier
ter assistentie vertrokken. Verdere bijzon
derheden ontbreken.
Oud-Vosmeer. Ter eere van den
burgemeester die heden Vrijdag beëedigd en
geïnstalleerd zou worden, was het heden
morgen reeds druk in 't anders zoo stille
dorp. Op vele plaatsen waren eerepoorten
opgericht en de huizen met groen ver
sierd.
Te 2 uur werd ZEA. aan de grens der
gemeente feestelijk opgewacht en ingehaald,
door een eerewacht van 56 ruiters, ge
volgd door de leden van den raad en der
feestcommissie, er waren ook twee wagens
met ambachtslieden, een schip met inven
taris en bemanning, twee lichtingen infan
terie, wagen met kroners, een en ander
opgeluisterd door de muziek van hier en
dat van Tholen.
Dit alles gaf een schoon en recht feeste
lijk aanzien aan deze plechtigheid. De
optocht in de gemeente liep in goede orde af.
's Avonds gaf de zangvereeniging „Concor
dia" alhier eenige liederen ten gehoore. Het
feest zou geheel wel geslaagd mogen heeten,
indien 't niet te betreuren was dat velen geen
verstand hebben van gepaste feestviering
wel van brasserij en helsch lawaai maken.
Stavenisse Woensdagavond hietd al
hier de heer A. K. Okkinga van Nijmegen
op verzoek van eenige landbouwers eene
voordracht over zuivelbereiding en veevoe-
dering, welke met de meeste aandacht werd
gevolgd. Het is ondoenlijk van de keurig
gestijleerde voordracht die ruim twee en
een half uur in beslag nam een volledig
resumé te geven. Het worde daarom vol
doende geacht, dat ik slechts enkele pun
ten aanstip. Spreker begon de inleiding
tot zijn eerste onderwerp, de zuivelberei
ding met eenige algemeene opmerkingen,
die hij bij zijn gehoor als genoegzaam
bekend onderstelde, maar niettemin noodig
achtte in herinnering te brengen. Hij noemt
boter eene fijne juffer, t ie niet zoo spoedig,
als velen meenen, met genoeg onderschei
ding wordt behandeld. Boter is spoedig
verKnoeid, van 18 monsters uit zuivelfa
brieken in Noord-Brabant was slechts één
monster door hem als keurmeester best
genoemd, terwijl geen enktl monster koog
fijn mocht heeten. Veel, wat hooge zorg
vereischt, wordt veelal te onzorgvuldig
behandeld. Er wordt bijv. dikwijls niet
genoeg gelet op zuiverheid van vaten, op
de vereischte temperatuur bij de bereiding
der boter, enz. enz. Spreker achtte daartoe
in eene zuivelfabriek eene locomobile en
een melkvoopwarmer, waar de melk over
heen stroomt, onmisbaar.
In het tweede deel zijner rede, de vee-
voedering, die met het eerste in reckt-
streeksch verband staat, betoogde spreker,
van hoe groot gewicht de voeding is voor
de qualiteit en de qnantiteit der boter, Hij
noemde verschillende veel gebruikte voe
dingsmiddelen, die door betere kunnen wor
den vervangen krachtvoeder alleen is niet
voldoende, het is noodig, er droge stoffen
aan toe te voegen.
Hij eindigde zijne rede met de aanbe
veling van gedroogde spoeling en grond-
notenkoek voor veevoeder, waartoe hij
eenige tabellen uit dr. Staring's landbouw
almanak aanhaalde ten bewijze dat genoemd
voeder het vermogen bezit, het hoogst te
verkrijgen gehalte eiwitstolfen en vetten
waarop het toch by slot van rekening maar
aankomt, aan de melk te geven.
Men schryftons uit Zeeuwsch-Vlaan-
deren (Westelijk deel):
Gelijk gewoonlijk liet geval is dat na
een drogen zomer granen meevallen zoo
ook nu. De tarwe geeft een goed beschot
en is mooi van korrel. Het gewicht be
loopt tot 80 K.G. per H.L. Evenmin valt
te klagen over de andere granen.
Met het hooien is het minder goed af-
geloopen. Eigenlijk is men daarmede nog
niet geheel klaar. Behalve wat klaver-
hooi toch, heeft men hier alleen dat wat
men van de kanten en middensloofjes
(reeën) haalt waar het gras niet wordt
afgesneden, zooals in vele andere streken,
maar gemaaid en daar dit eerst na den oogst
plaats vindt, heeft het hooi dit jaar te veel
regen gehad.
In de aardappels is, als overal, veel
kwaad gekomen, zoodat van overvloed
geen sprake meer is.
Suikerbieten zijn er reeds zooveel ge
stoken en vervoerd, dat die in de volgende
maand geen groote drukte meer zullen geven.
Sommige landbouwers berekenen dat het
voordeeliger is om ze tegen den gewonen
prijs te leveren en ze te laten staan tot
in October, doch anderen weer meenen dat
men dit in zijn land wint, vooral wanneer
men een natie bouwmesse (herfst) heeft.
De opbrengst overtreft over het algemeen
de verwachtingzoo koorden we van een
landbouwer die er 24000 K.G. per gemet
heeft geoogst.
En toch, niettegenstaande dit alles heersoht
ook hier malaise op landbouwgebied.
Van dit laatste valt echter weinig waar
te nemen wanneer het kermis of zooals
nu pas te IJzendijke, tentoonstelling is.
Het ii daar druk geweest, vooral Zondag,
niettegenstaande het regende, waaide en
onweerde.
Wanneer men er aan begon de Zondags
wet te wjzigen dan ware het zeker ge-
wenseht dat er zoodanige bepalingen wer
den gemaakt dat op Zondag niet zooveel
werd toegelaten als ouder de tegenwoor
dige w et.
Gisterennacht woedde le Rotter
dam een felle brand in de touwslagerij
van Hoos te Oud Kralingen, en wel in
de spinnerij waar zich een 80tai weefge
touwen bevonden. Een dertigtal arbeiders
in de fabriek werkziam, moesten zich door
een overhaaste vlucht redden. Behalve de
groote stoommachine is alles vernield of
onbruikbaar gemaakt. De ramp maakt 180
mannen en vrouwen we.kloos.
De op 4 September jl. onder de
wapenen geroepen miliciens van het 4e reg.
infanterie, lichtingen 1892 en 1893, om in
de behandeling van het nieuwe geweer te
worden geoefend, zijn weder met verlof
naar huis gegaan.
Verlofgangers van de lichting 1892 reden
te Haarlem rond in eeu grooten Jan Plei-
zier, met een schild, waarop het opschrift
Hulde aan het nieuwe geweer.
De lichting 1892 zien ze niet meer.
De Sera. C r t. van 10 Augustus
meldt het volgende omtrent het verbran
den van het Nederlandsche barkschip Noach
V, gezagvoerder R. H. Vil.
De welbekende bark „Noach V" van
de Rotterdamscke reederij der heeren De
Koning Van Delden, had te Cheribon
cokes enz. gelost en ondernam den len
Augustus jl. de reis van Cheribon naar
Pekalongan, alwaar bet ïestantje lading,
bestaande uit sttenkolen, cokes, salpeter
en ijzer gelost moest worden. Door tegen
wind duurde dat kustreisje vrij lang.
Zondag 2 Augustus had de „Noach V",
halfweg Cheribon en Pekalongan, onder de
kust het anker geworpen teneinde daar
het aanstaande ochtendbriesje af te wachten.
Tusschen 5 en 6 uur 's middags waren
eenige matrozen aan het lenspompen, en
bespeurden toen gasdampen die uit een
openstaand luik opstegen.
Ze gaven hiervan onverwijld kennis aan
den stuurmau der wacht, die dit den ge
zagvoerder rapporteerde. De gezagvoerder
deed alle luiken zoo hermetisch mogelijk
sluiten, ja zelfs de kettingkokers werden
met hennep dicht gestopt.
Maandagochtend, 3 Augustus, juist toen
men weder onder zeil wilde wilde gaan,
bespeurde de gezagvoerder rook in de ka
juit en belegde toen een soort SGkeepsraad,
waarin besloten werd de afsluiting van
de lading met de buitenlucht zoo zorgvul
dig mogelijk te bestendigen en daarna on
der zeil te gaan. 's Avonds tegen 6 uur
ging de „Noach V" weer voor anker en
kon men de vuren van Pekalongan reeds
zien.
Een uur na middernacht (Maandag 3 op
Dinsdag 4 Augustus) vlogen met een kevi-
gen slag plotseling de dichtgesjorde luiken
open en zag men uit het groot luik een
vlam opstijgen, hooger dan de groote mast
van de „Noach V". In de kajuit vlogen
de deuren open en slingerden de kussens
van de banken. De vlammen namen in
hevigheid toe en indien de zee niet zoo
kalm geweest ware, zou de equipage in
een gevaarlijk parket verkeerd hebben.
Twee van de drie aanwezige sloepen waren
intusschen gestreken, maar bleken allesbe
halve zeewaardig te zijn; ze lekteu als
mandjes en moesten door hoozen boven
water gehouden worden. Een sloep kon
zelfs door hoozen Diet blijven dry ven en
verdween in de diepte.
De gezagvoerder, de tweede stuurman
en de zeilmaker begaven zich in de ge
streken sloep, waarin de lichtmatroos J.
Koning zat, met de vierlijn in zijn handen.
De gezagvoerder wilde al aanstonds met
de sloep waarin hij zat, het sehip verlaten,
uit vrees vooreen nalere ontploffing. Over
de aan boord aanwezige équipage scheen
hij zich niet te bekommeren. De lichtma
troos J. Koning weigerde echter het bevel
van den gezagvoerder, om de vierlijn los
te laten, op te volgen. Koning zeide „neen
kapitein, dat kan ik niet doen, want wie
weet of er geen dooden of gewonden on
der de equipage zijn, die hulp noodig heb
ben". Hij riep verder zoo hard hij kon de
aan boord achtergeblevenen toe, die den
gezagvoerder noodzaakten weder aan boord
te komen. Nu werden noodsignalen ge
geven, de klokkbn geluid, enz. Brand-
bluschmiddelen waren niet aan boord en
met het strijken van de groote sloep, die
op het voordek stond, ondervond de be
manning bijna onoverkomelijke hinderpalen,
omdat er (het klinkt bijna ongeloofelijk)
geen voldoende trossen voor waren. Toen
eindelijk die life-boat (sic) gestreken was,
bleek zij ook zoo hevig te lekken, dat
geen hoozen hielp. De life-boat zonk.
„Dat had ik wel gedacht" zeide de
timmerman van de „Noach V" „want
toen de reederij de wegens on lerdom ver
sleten reddingsboot van het loodswezen
te Vlissingen kocht en ik de aanmerking
maakte dat die boot niets meer waard was
ingeval van nood, kreeg ik tot antwoord:
„die boot is goed genoeg voor de Noach V"".
Daar zit men nu op een brandend schip
met 20 man en één kleine boot (vlet),
daar de andere twee wegens onzeewaar
digheid gezonken waren. Toen het Dinsdag
4 Augustus begon te dagen, naderde een
schoener, de „Venus", wier Chineesche be
manning hen opnam. Terstond daarop zonk
de „Noach V".
De vermoedelijke moordenaar van
den veldwachter Van Loo te Gulpen is in
arrest. Het is de 24 jarige Jan Gerads,
een ruwe snaak die door een vrouw in
loerende houding met geweer tot schieten
gereed, op zijn hurken zittend, even voor
den moord moet gezien zijn.
Om kakkerlakken of torren op te
ruimen neme men een pannetje met een
weinig water en een scheutje eau de cologne.
Men legt naar het bovengedeelte der pan
reepjes bordpapier of iets dergelijks wat
door die insecten beloopbaar is, en men
kan er zeker van zijn dat er den volgen
den morgen veel gedoode snoeplustigen
zullen zijn. AmhCrt.)
Over het gebrekkig hechten en daar
door spoedig loslaten van postzegels is
herhaaldelijk geklaagd. Bij de nieuw in
te voeren postzegels zal hierin verbetering
gebracht worden. MeH zal weer Arabische
gom gebruiken in plaats van het minder
voor het doel geschikte mengsel van Hon-
gaarsche lijm en Arabische gom.
In een der plattelandsgemeenten
lichtte onlangs een postbode zijn bus en
vond daarin tot zijne verbazing een open
enveloppe zonder adres, waarin zich zes
gulden bevond. Op het hulpkantoor geko
men, meldde hij zijne bevinding en na lang
zoeken mocht er een slecht geschreven brief
kaart ontdekt worden, waarop stond, dat
de schrijver f'6 per post had verzonden.
Een „kennis" van den te Boulogne ge-
snapten anarchist Patrick Tynan, schrijft
„Ik woonde in den herfst van 1881 te
Londen bij een koopman, die er van hield
goed ontwikkelde Schotten bij zich aan
tafel te noodigen. Zulke gasten brachten
op een middag, toen ik ook aan het diner
deelnam, een deftig heer, met grooten vol
len baard, mede, die zich zelf Percy Tynan
noemde, doch zooals later bleek, in werke
lijkheid Patrick Tynan heette, die zijn al
te Iersch klinkenden voornaam scheen te
willen verbergen.
Tynan was destijds zonder betrekkingen
zag uit naar een goed bezoldigde plaats,
lielst als handelsreiziger. Na het diner was
Tynan de ziel van het gezelschap. Hij tin
telde van geest, nam de dames geheel voor
zich in en sprak zelfs een deel van den
avond geheel in goed geslaagde verzen.
Daar hij dus de aanwezigen op zijn zijde
had gekregen, deden velen moeite, om hem
een betrekking te bezorgen, wat dan ook
spoedig geluktehij trad ia dienst bij de
firma sir Joseph Causton Co. te Londen.
Tynan was nu voortdurend op reis. In
tusschen had in 1882 het vermoorden van
Lord Cavendish en diens secretaris in het
Phonixpark te Dublin plaats gevonden.
Reeds uit de eerste, vrij verwarde be
richten bleek, dat een welgekleed man aan
het hoofd der samenzwering moet hebben
gestaan, want zulk een had den beiden
eigenlijken moordenaars, die hun slachtoffers
niet kenden, met een regenscherm het teeken
gegeven en was toen spoorloos verdwenen.
In den winter van 1883, toen de regee
ring in staat was een tipje van den sluier
op te heffen, die over de misdaad lag, en
een aantal verdachten voor de rechtbank
werden gedaagd, vertelde een dezer laatsten,
een zekere Carry, alles wat hij van de
samenzwering wist, om daardoor zichzelf te
redden. Hij deed een verhaal van de
voorbereiding, gaf een beschrijving van de
messen, welkegebruikt waren en die hij, Carry
geruimen tijd onder het dak zijner woning
had verborgen.
Tevens deelde Carry mede, dat hij en
anderen in het geheim waren ingewijd
door iemand, die rijkelijk van geld voor;
zien was.