NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
Hoi 150. 1896.
3afetcTag 19 Sepfenfc.
(Etemfe laaigang.
CHRISTELIJK- sr
HISTORISCH
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Zij die zich met 1 Octo
ber op ons blaJ wenschen
te abonneeren, ontvangen de tot
dien datum verschijnende nommers
GRATIS.
Verzoening nog mogelijk.
Met belangstelling lazen wij de artikelen
van De Standaard over den aanstaanden
veldtocht.
Wij vernamen er uit dat niets liever
verlangd wordt dan dat de beide groepen
onzer richting weldra onverdeeld, eendrach
tig mogen optrekken.
Dit verwondert ons niet. Scheiden en
scheuren; anders dan op het punt der be
ginselen, doet een Calvinist niet.
In ieder ander opzicht is de antirevolu
tionair, voor wie Gods Woord onbepaald
gezag heeft, wat de landvoogd Parma om
trent zijn grooten tijdgenoot en tegenstan
der Marnix van St. Aldegonde moest getui
gen Hoewel hij arm was, zoeht hij zich-
zelven niet, maar hij was onverzettelijk in
zijn godsdienst.
Ook wij willen het uiterste beproeven
om aan de zoozeer gewenschte hereeniging
mede te werken, en daartoe elk bitter woord
aan 't adres van onze dissenticerende broe
deren vermijden.
Moge deze vredelievende stemming nu
maar geene beletselen ondervinden
En sta alvast onder ons vast, dat eerst
wanneer de antirevolutionaire kiesvereeni-
gingen hun program zulle» geformuleerd
en de aftredende kamerleden zich omtrent
dit program zullen verklaard hebben er
sprake zal kunnen zijn van hereeniging of
verdereverwijdering.
Het is wel opmerkelijk dat de beide
de meest joviale, boertige sprekers in
de tweede kamer Sanders en Haffmans
elkander zoo spoedig hebben opgevolgd.
Mr. Leopold Haffmans die gedurende
dertig jaren (')de districten Roermond,Boks
meer en Yenlo in de tweede kamer ver
tegenwoordigde, is jl. Dinsdag overleden.
Met hem verdwijnt een der merkwaar
digste figuren uit de Kamer. Aanvankelijk
aanbidder der liberale beginselen, keerde
hij op politiek en godsdienstig gebied tot
het „oude geloof" terug en bestreed in
pers en kamer het liberalisme met krach
tige wapenen.
Bekend is hoe hij, in 1866, den libera
len minister Betz en den liberalen afge
vaardigde voor Maastricht v. d. Maesen
de Sombreff ontmaskerde, door een
brief van eerst- aan laatsgenoemde in zijn
Venlo'sch Weekblad te publiceeren, waarin
de regeering (het kabinet Thorbecke II)
beloofde dat de zoo gevreesde verhooging
der grondlasten in Limburg acht-rwege
zon blijven, wanneer de Limburgers de
liberale regeering steunden. Minister Betz
is hierop afgetreden en v. d. Maesen ging
uit de Kamer.
Haffmans beeft 't den liberalen besturen
soms zeer benauwd gemaakt. Een kleine
wraakneming zal 't wel geweest zijn toen
hij in 1871, onder bet kabinet Thorbecke
III, bg de reorganisatie der rechtbanken,
niet als kantonrechter te Venloo werd
herbenoemd, een daad waarover hij tever
geefs by den minister van justitie Jolles
om „meer licht" (s) geroepen heeft.
Ook Kappeijne had een taaien tegen
stander in hem. Deze twee, schoon in
de samenleving intieme vrienden beiden
bleven tot hun dood [ongehuwd I konden
in de kamer elkander zeer scherpe dingen
zeggen. Bij de behandeling der School
wet geschiedde dit vaak. En by de
beoordeeling van Kappeyne's advies aan
den Koning in zake het Volkspetitionne
ment verweet de een den ander dat hij
een schrijver van schotschriften was.
De rapporten van den minister wer
den door den Boxmeerschen afgevaardigde
duchtig gehekeld. Het zijn schotschriften,
gei hij Hier viel de hamer van Dul-
lert, die toen voorzitter was, en den spre
ker verzocht zich te matigen.
Na hem kreeg de minister ,het woord
die den heer Haffmans verweet dat hij
zelf „een pamflétaire" was.
Poen stond de heer Haffmans weer op,
alle afgevaardigden ter linkerzijde snelden
naar den overkant, gelijk gewoonlijk wan
neer hy sprak en hy hield een zeer,
korte rede, waarin hij scherp en fijn
doch met comisch gebaar en woordenkeus
èn den voorzitter èn den minister een
afstraffing gaf. Den eerste omdat hy den
minister niet in de rede gevallen was,
toen deze den volksvertegenwoordiger een
pamflétaire schold, en dat schelden in het
Fransch hid toegestaanen den laatste
om hem nogmaals ah zoodanig te kwali-
ficeeren.
Hy zei ongeveer
Ik heb aangetoond dat de rapporten aan
den Koning inzake de petitionnementen
schotschriften zijn geweest schotschriften
mag men in deze kamer niet zeggen,
pamfletten welen de minister zegt:
gij zijt zelf een pamiletaire. Welnu, mijne
Heeren, dan reik ik hem de hand.
En meteen stak hy de hand uit in de
richting waar de minister gezeten was.
Een daverend Jgelach der Kamer was
zijne belooning.
En zoo is de heer Haffmans tot het
laatste toe zich gelyk gebleven. Als de
oude hofnarren een ieder de waarheid te
zeggen en niet zelden van achter schyn-
bare zotheden een groote mate van pessi-
mi8tischen ernst te voorschijn te brengen.
Sanders en Haffmans waren twee eigen
aardige figuren, wier verdwijning in de
kamer zeer zal betreurd worden.
Aandoenlijk is wat een Haagsch blad
van de laatste ontmoeting dezer twee heeft
bijgewoond.
Het was op den 19en Juni, den dag
waarop de kieswet was aangenomen door
de Tweede Kamer. Buiten stond de heer
Farncombe Sanders, die den dood reeds in
de schoenen had, te wachten op het rijtuig
dat hem naar huis moest brengen.
Verschillende Kamerleden groetten in
het voorbijgaan mr. Sanders met bizondere
hartelijkheid. Ook Haffmans voegde zich
by hem en zeide, hem de hand drukkend
„Tot weerziens, collega. Voor velen van
„ons zal het ditmaal nog zyntot weer
ziens, maar daarna als de nieuwe kiezers
„aan het werk gaan blij ven er heel
„wat weg".
„„Mij", zeide de heer Sanders, melan
choliek lachend, „jagen de nieuwe kiezers
„niet weg. Ik ga eerder". Het antwoord
„luidde: „Geen van ons kent zyn tijd.
„Misschien slaat mijn uur vóór het uwe".
Van achter bly kt hoe weinig't gescheeld
heeft of het was op mr. Haffmans' zeggen
neergekomen.
De heer Haffmans is 70 jaar oud ge
worden.
Gekozen tijdens de eerste ontbinding
onder het kabinet Heemskerk, werd hy by
de tweede herkozen. De Arnhemsche Courant
die de herkiezing verwachtte, besloot de
aanbeveling daartoe met deze woorden
„Nog ditmaal en dan niet meer" (Parle
mentaire Portretten door Saggittarius). De
Arnh. Courant heeft dit dus wel mis
gehad.
(2) Een gevleugeld woord, waarby hy
de woorden overnam die Goethe in zijn ster
vensuur sprak „un poco piu di luce [zie
In de TweedeKamer, door Castor en Pollux].
(s) Nog in 1870 gold van hem (zie Ising
In de Kamers der Staten Generaal blz. 94)
dat telkens wanneer hy begon te spreken,
zijn medeleden de zaal verlieten. Niet lang
daarna echter en tot den einde gold van hem
dat hy veel aandachtige hoorders rondom
zich staan had.
De eerste- en de tweede kamer verga
derden elk afzonderlyk om het ontwerp
adres van antwoord goed te keuren. Beide
adressen zijn weerkaatsingen van de Troon
rede.
De lezer stelle zich slechts voor bij ieieren
volzin door de Regentes uitgesproken een
buigende eerste kamer en een buigende
tweede kamer ja zeggend of voorde beleefd
heid dankend.
In soberheid wint de tweede het nog
van de eerste; terwijl zij (in tegenstelling
met hare zuster) wijselijk de tirade over
„de afvallige hoofden" die wij „de macht
onzer wapenen hebben doen gevoelen" links
liggen laat.
Overigens komen beide adressen vrijwel
op hetzelfde neer.
De regeering heeft in 1855 de belasting
op het gemaal afgeschaft. Zy deed dit,
teneinde het brood, het hoofdvoedsel harer
onderdanen niet langer te belasten.
Laat de regeering nu ook eens een ander
krachtig volksvoedsel ontlasten van den
drukkenden accijns. Wy bedoelen de sui
ker. Wy wezen er reeds meermalen op.
En wy worden er weder aan herinnerd
door een adres van de Nederlandsche af-
deeling der Ned. Ind. Mij. van Nijverheid
aan de Tweede Kamer gericht, in welk adres
haar gevraagd wordt naar aanleiding der
in behandeling zy ndeSuikerwet haar invloed
aan te wenden, dat binnen een tijdvak van
hoogstens tien jaren de suiker-aocijns worde
afgeschaft.
De suiker het is door de genees- en
scheikundigen uitgemaakt is voor den
arme, die wel vleesch lust, doch weinig
vleesch ziet, een zeer krachtig voedings
middel. Wie veel sniker eet voelt minder
prikkeling tot geestrijk vocht. In Enge
land schijnt volgens het adres af
neming van drankgebruik met toenemend
suikergebruik samen te gaan.
Welnu, iniien dit zoo is, wat wy op
't oogenblik niet beoordeelen kunnen, dan
is dit een reden te meer om 't adres te
steunen.
Gelyk elk jaar werd ook nu, daags na
de opening der nieuwe zitting van de Sta
ten Generaal door den minister van finan
ciën de millioenenrede uitgesproken.
Dat wil zeggen hy las in al zyn deelen
en onderdeelen op hoe groot de uitgaven
en inkomsten van het rijk in het dienst
jaar 1897 vermoedelijk zullen bedragen.
De middelen zyn geraamd op 1223/a mil
joen, de overige op li1/-» miljoen, samen
circa 134 miljoen gulden in ontvangsten
en -f 137 miljoen in uitgaven, dus 4 mil
joen te kort. Dit tekort zal echter door
enkele verwachte buitenkansjes tot onge
veer 3 miljoen verminderen.
Ieder jaar zyn de inkomsten grooter en
wordt het tekort kleiner. Dat tekort is
sinds 95 met 2 miljoen geslonken terwyl
de ontvangsten in de laatste 8 maanden
2V2 miljoen gulden meer bedroegen dan de
ontvangsten in dezelfde maanden van het
vorige jaar.
Voor uitgaven wordt toch nog een mil
joen meer gevraagd dan in '95.
Ter toelichting zegt de minister) dat on
der meer rekening moet gehouden met het
feit dat vele uitgaven die in de laatste
jaren onder de buitengewone werden ge
schikt, dat wil zeggen, uitgaven waarvoor
men desnoods leanen mag, tooh uit de gewone
middelen werden betaald.
Wy weten niet of deze minister op dit
punt even verkeerd handelt als zijne voor
gangers, maar wij zouden wel wenschen
dat die onderscheiding in gewone en bui
tengewone middelen niet te ver werd
doorgetrokken.
Dat althans de gewone uitgaven niet
onder de buitengewone werden gebracht.
Het is eene der verdiensten van den
minister Godin de Beaufort geweest dat hy
met dat stelsel ten eenenmale heeft ge
broken, aan dat gegoochel en gekonkel met
cijfers een einde heeft gemaakt, dat naar
wy meenen uit dien tyd onthouden te
hebben, door sommige vroegere ministers
van financiën maar al te veel geschied
was.
Wanneer nu voortaan geen uitgaven meer
onder de buitengewone worden gebracht,
die eigenlijk tot de gewone behooren, dan
weet de natie ieder jaar precies hoeveel
zij moet opbrengen.
Overigens prijzen wij dezen minister ge
lukkig dat hij met zoo betrekkelijk voor
spoedige belastingschuldigen te doen heeft,
die het tekort met ieder jaar doen slinken.
Wy spraken daar v,an een tekort.
Maar dat is 't zelfs niet eens meer.
De minister toch meldt dat door eenige
af te trekken buitenkansjes n.l. mindere
dan de geraamde uitgaven in 1896 het te
kort in een overschot van een miljoen wordt
veranderd, welk overschot doorjhet misschien
gelijk alle jaren, vrijvallen van drie mil
joen nog met zoodanig eene som dient
verhoogd.
En nu rekent ZExe. op nog meerdere
inkomsten. Wanneer de Kamers de voor
stellen goedkeuren, hebben wij in het vol
gende jaar verhoogd zegelrecht van effecten,
verhoogd overgangs-(successie-)recht van on
roerende goederen, nagelaten door niet-inge-
zetenen; meerderetegengang van ontduiking,
rijwielbelasting. Zoo stijgt het beschikbaar
bedrag wel tot 5 miljoen. En dat is noodig
lo voor de invoering van de nieuwe rege
ling der personeele belasting2o. voor de
voorgestelde regeling der financiëele ver
houding tusschen het Ryk en de gemeenten.
Niet waarschijnlijk, dat de opbrengst der
personeele belasting zal verminderen met
meer dan ruim (wee miljoen en zes ton.
Rekent men daarbij, dat zullen vervallen
de betaling aan de schatkist van de kosten
van schatting, telling, enz. en dat geen
zegelrecht van de aanslagbiljetten meer zal
worden betaald, dan is evengemeld bedrag
te verhoogen met ongeveer f150.000 en
f50,000.
Er blijft dus beschibaar voor de gemeen
ten f2.200.000 a f2,300,000.
Twee maatregelen, zegt de minister voorts
voordeelig voor de schatkist, die tot ver
zekering van de betaling van het invoer
recht naar de waarde der goederen, en die
tot conversie van Nationale schuld, hebben
in ruime mate er toe meegewerkt de moge
lijkheid in het leven te roepen om de lasten
der natie te verlichten, rechtstreeks door
de nieuwe regeling der personeele belasting,
indirect door de verbetering van de financiën
der gemeenten.
Een ontwerp tot invoering eenerrywie-
len-belasting is ingekomen.
Wie op den openbaren weg op of naast
een rijwiel gezien wordt moet desgevorderd
een kaart kunnen toonen aan de ambtenaren
der belastingen.
Winkeliers hebben een kaart die ook
door hunne ouderhoongen kan gebruikt
worden.
De kaarten kosten f3. Na 30 Juni de
helftambachts- en handwerkslieden be
talen niets, wanneer zy de fiets noodig
hebben om naar hun werk afstand
minstens 3 K. M. te rijden.
De kaart vermeldt naam, ouderdom,
beroep of bedrijf, woonp[aats vau den hou
der en is geldig tot 1 Febr.
Op het niet hebben eener kaart is een
geldboete, hoogstens f 50, gesteld.
Vrygesteld zijn militairen, politie, kin
deren beneden de 12 jaar, zy die meerijden
met een ander persoon die een kaart
heeft en zy die zich bevinden tusschen
de grens van het land en het belasting
kantoor.
Wij zijn met deze belasting wel inge
nomen, mits men 't getal vrijstellingen
uitbreidt.
Zoo dienden ook te worden vrygesteld
de huurders of letners van een fiets welke
binnen 24 uren een bewijs van dokter,
of verloskundige kunnen toonen dat zij
van een dezer menschen voor een huisge
noot de hulp hebben ingeroepen. Zulks
ook in andere noodzakelijke gevallen
bijv. tot voorkoming of stuiting van eenige
plaatselijke ramp als brand, watersnoodn enz.
Zou dit het eenigste slachtoffer zijn
Te Utrecht is Vrijdag een man door
een rijwiel aangereden en Zaterdag ten ge
volge van den val gestorven.
Wanneer gaan de gemeenten uniforme
verordeningen op de rij wielen vaststellen?
Vooral met het oog op onze kinderen
die dagelijks zonder geleide naar school
moeten, is toezicht op de snelwielerij wel
noodig.
18 Sept. '96.
De antirevolutionaire kamerclub
groep Kuyper deze week vergaderend,
benoemde tot voorzitter den heer Van Al
phen en tot secretaris den heer Seret
de Roomsche kamerclub benoemde tot be
stuur de heeren Dobbelman (voorzitter),
Bahlmann (ondervoorzitter) en Michiels
van Verduijnen (Secretaris).
De commissie uit Ged. Staten van
Friesland, belast met het beheer over het,
door wijlen dr. L. A. Barna san de pro
vincie ten dienste der Landbouwkunde
vermaakt legaat, looft een prijs uit van
f 500, voo r de beste mits goedgekeurde
beantwoording der navolgende prjjsvraag
„In verband met het feit, dat het in de
laatste jaren by herhaling is voorgekomen,
dat ontwijfelbaar echte en onvervalschte
natuurboter door buitenlandsche analytici
is verklaard te zijn vervalscht met marga
rine of met andere vetten, wordt gevraagd
een uitgebreid en nauwkeurig onderzoek
naar den invloed dien de aard en samen
stelling van het voeder, zoowel in den
staltjjd als bij weidegang alsook de lacta-
tieperiode, ieder afzonderlyk of gezamenlijk,
uitoefenen op de samenstelling en eigen
schappen der Nederlandsche boter".
De antwoorden moeten vóór 1 Januari
'98 inkomen bij den griffier der Skaten.
Bij kon. besluit zijn benoemd tot
dijkgrafvoor het waterschap St. Maar
tensdijk A. Kloet Mz. en voerden polder
Ooster-Zwake S. Paul.
Volgens Het Dagblad heeft de heer
Farncombe Sanders (wijlen het jkamerlid)
bijna zijn geheele vermogen vermaakt aan
de nederd. hervormde gemeente te 's Gra-
venhage.
Personeele belasting
Thans is door den minister van financiën
een wetsontwerp voorgesteld tot invoering
van de nieuwe regeling der personeele be
lasting op 1 Januari 1897.
Nu de Kieswet is tot stand gekomen en
een wetsontwerp betreffende de gemeente-
financiën wordt aangeboden, kunnen de
bezwaren tegen de invoering gerekend
te zijn vervallen.
Na eene nitvoerige uiteenzetting der
voordeelen van de nieuwe wet, zegt de
Minister, dat waar ettelijke honderddui
zenden belastingplichtigen door de invoe
ring der nieuwe wet zullen worden ont
heven van een deel der thans onregel
matig opgelegde lasten, terwijl, zooals
bekend is, niet weinigen geheel zullen
worden vrijgesteld, mag vertrouwd worden
dat thans de toepassing der nieuwe bepa
lingen, met hare mildere beginselen gpen
bezwaar meer zal ontmoeten. Ook de over
weging dat voor sommigen een hoogere
aanslag daaruit zal voortvloeien, en anderen
voor het eerst zullen worden aangeslagen,
mag zeker niet tot uitstel leiden. De ver
dere artikelen van het ontwerp zijn admi
nistratieve bepalingen, 0. a. om te voor
komen dat over de eerste maanden van
1897 dubbel belasting worde betaald.
In een afzonderlyk ontwerp zijn bepa
lingen opgenomen tot vergoeding aan de
gemeenten die aan opcenten over 1897
minder zouden ontvangen ingevolge de
nieuwe wet, tengevolge van de verlaging
der hoofdsom.
Hoeveel het verschil zijn zal, kan eehter
eerst blijken als de nieuwe wet eenigen tyd
heeft gewerkt. De gemeentebesturen zouden