NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH Ho: 147. 1896, SafettCttij 12 ScpfcmGcc. VERSCHIJNT F. P. D'HUIJ, te Middelburg, PRIJS DER ADVERTENTIËN De Taak der Kiesverenigingen. Buitenlandsch Overzicht. tienife Iitatgatitj elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN G. M. KLEMKERK, te Goes EN va-n 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 meer 10 cent. ■5 regels 50 cent, iedere regel imrnwriTtTfriTTnret^ssiywmpvTgigaiaas Zij die zich met 1 Octo ber op ons blad wenschen te abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nommers GRATIS. i. Den 7en September jongstleden zijn de Kiesvereenigingen mobiel verklaard. Het zou schuldig plichtverzuim zijn en in strijd met hun verleden wanneer zij nu nog langer de wederopvatting hun ner taak durfden uitstellen. Eer wij een halfjaar verder zijn zal het aantal kiezers zeker meer dan verdubbeld zijnen moeten dus voor dien tijd de nieuwe kiezers worden voorgelicht niet alleen, maar ook in den kring worden op genomen. Reeds in 1888 was de slagboom groo telij ks weggevallen, zoodat de oude kie zer aristocraat en de nieuwe kiezer de mocraat van toen reeds aan elkander ge wend zijn. Doch een breede zoom van werklieden en neringdoenden bleef van het kiesrecht uitgesloten en nu trekt straks een groot deel dezer bnitengevallenen met ons ter stembus op. Het nieuwe tijdperk, de nieuwe aere moet worden ingeluid. Eigenlijk zijn er op 't oogenblik geen kiezers meer. De oude kieswet ligt ver scheurd en de kiezers wier recht op haar steunde staan op 't oogenblik van dit recht ontbloot. Doch zij zullen weldra in eere hersteld, in dichter en breeder rijen, we der te voorschijn komen. De gemeente ambtenaren zijn thans den voorbereiden den arbeid begonnen. Zij hebben een lang niet gemakkelijke of eenvoudige taak. Doch niet minder groot is de verantwoor delijkheid die thans op de Kiesvereeni gingen, met name op de besturen der Kiesvereenigingen rust. Wat hebben zij te doen Zij hebben te zorgen dat zij zelf op de hoogte komen; dat de kiesvereenigingen er uit wijs worden, dat de nieuwe kiezers lid worden of althans duidelijk worden in- en voorgelicht. De leden van het bestuur eener kies- vereeniging hebben derhalve de rollen onderling te verdeelen. Ieder kiest zich een wijk of een kring waar hij leden werft voor de kiesvereeniging. Zij hebben derhalve den boer op te gaan. Indien er geen lust is om tot de kies vereeniging toe te treden, moeten de vrienden in ieder geval uitgenoodigd wor den de openbare vergaderingen der Kies vereeniging te komen bijwonen. In die vergaderingen trede een spreker op, liefst een lid der Kiesvereeniging, iemand die zijn volkje kent en derhalve te spreken weet naar ieders bevatting. Wat er in de Kiesvereeniging te ver handelen is? In de eerste plaats is noodig dat wij de waarheid zeggen. Wij behoeven werke lijk niet te verbergen voor vriend of te genstander dat de Kiesvereeniging zwak is. Arm aan geld, arm aan werkkrach ten, arm aan onderling vertrouwen. Het laatste is natuurlijk het ergsteen het is noodig deze waarheid goed in de oogen te zien. Sinds de catastrophe van '94 is menige Kiesvereeniging eigenlijk niet goed meer op de been geweest. En nu dunkt ons dat in Kiesvereenigingen met wie dat Let geval is, allereerst noodig is, dat de leden elkander eens goed in de oogen zien, en ernstig de vraag t espreken of samenwer king nog mogelijk is. In iedere kiesvereeniging beeft men schreeuwers en zwijgers, en onder deze laatsten zijn in den regel niet de minst nuchteren. Welnu, laten de schreeuwers een toontje lager inzetten en de zwijgers ook eens het woord nemenlaat er eens druk gewoordenwisseld worden laten de puntjes op de i 's gezet worden. Laat er eens een degelijk onderzoek plaats hebben paar de oorzaken van het gerezen wantrou wen, van de ontstane verwijdering. Zijn 't persoonlijke quaestiën, die brenge men terstond buiten debat of doe ze binnens-. kamers af. Maar zijn het staatkundige geschillen, dan toetse men die aan de fei ten, aan de waarheid, aan de beginselen. Er wordt verhaald dat bij het ontzet van Zierikzee in 1304, toen een Fransch- Hollandsch leger dat der Ylaamsche bele geraars verjoeg, het een allergevaarlijkst en moeilijkst vechten was in den donker en de vechtenden slechts bijeen te houden waren door acht te geven op de stemmen die verward dooreen klonken Holland Parijs Vlaanderen 1 Iets van dien strijd gaan wij tegemoet wanneer wij niet tijdig, niet reeds nu be gonnen zijn met elkander te zeggen waar 't op staatelkander voor te lichten waar het om gaatelkander de hand gedrukt heeft om samen te onderzoeken waar de schoen wringt. Met kreten als Ik ben voor Kuyper Ik voor Lohman CalvinistDemocraat en andere, scheidt men wat bijeen hoort en verbittert wat in ootmoed den vrede zoeken moest. Neen, er dienen zaken gedaan te worden. Er moet een onderzoek ingesteld worden naar de puntjes van overeenkomst en ver schil. De vraag moet beantwoord of het ver schil in de Kiesvereeniging is van per soonlijken of van principiëelen aard. Er moeten er een of twee zijn in het bestuur die aan de hand van twee der oudste en twee der jongste geschriften van Kuyper en Lohman het verschil in ziens wijs tusschen de twee door hen vertegen woordigde groepen in de antirevolutionaire party in het licht stellen. Bijvoorbeeld men neme Kuypers „Het Calvinisme de grondslag en waarborg onzer constitutioneele vrijheden" en Lohmans „Gezag en Vrijheid" ter hand en zoeke naar het verschil. Dan neme men Lohmans Brcchure „Aan dr. Kuyper" en het ant woord van dr. Kuyper in de Standaard ter hand en zoeke naar het fijne puntje van verschil, dan trachte men elkander te verstaan op het pant yan samenblijven en sammenstemmenen trede in contact met kundige mannen die over deze ge schillen het juiste licht kunnen doen opgaan. Ligt de grond van het geschil dieper, dan doe men dit principiëel ver schil duidelijk uitkomen en bereide dan de Kiesvereeniging op de mogelijkheid voor om in vrede uiteen te gaan. Het mag volstrekt niet gebeuren, wat in 1894, ter elfder ure eerst, kon plaatsgrijpen gelijk bijv. te Goes, dat de minderheid der Kies vereeniging leen nieuwe Kiesvereeniging sticht en toch tevens lid der oude kies vereeniging blijft om te ageeren als zelf standige kiesvereeniging en als leden der oorspronkelijke kiesvereeniging in deze kiesvereeniging tegen een door de meerder heid gestelde candidatuur. Dat kan niet nalaten jeen zekere animositeit te wekken. Neen, men moet nu de verschillen onder de oogen zien. Nu een grondig onderzoek instellen of samenwerking nog mogelijk is. Nu beslissen of „Ons Program" niet in substantie, maar in al zijn artikelen door allen beaamd richtsnoer en grond slag ter samenwoning kan blijven. Nu uitmaken dat men nog of niet meer wenscht mannen voor de tweede kamer te candi- deeren die alleen en geheel met dit pro gram van beginselen hunne instemming betuigen en van het tegendeel in de prac- tijk nimmer blijk gaven. Nu zeggen of men de schoone, benijdbare organisatie welke onze partij in hare Kiesvereenigingen en Deputatenvergadering en CentraalComité bezit, zij 't ook met gewijzigde of verbeterde samenstelling, wenscht te behouden of prijs te geven. En kan men 't op deze punten onverhoopt niet eens worden, dan ga men ook nu reeds vriendschappelijk, tijdelijk, uiteen. Maar kan men het eens worden of is men het altijd eens gebleven dan is de taak te gemakkelijker geworden. Dan kan de kiesvereeniging terstond aan den arbeid om de quaestiën tel: hespreken, die onder ons het meest de aandacht trekken en dan in de eerste plaats bij het licht der christelijke historische beginselen. Ook onze kiesvereenigingen hebben hierin een groot verzuim gepleegd, dat zij veel te weinig vergadering hebben be legd, veel te weinig gelegenheid gegeven hebben om de brochures en weekbladen welke de beginselen bespreken, geregeld te lezen en te bespreken te weinig de vraag stukken hebben bezien bij het licht van GodsWoord; en zijn daardoor mede schuld dat het bij velen,i wat men no>.mt zoo dunnetjes er op zit. Dat heeft er altija nog aan ontbroken. Men legde in verkiezingsdagen wel een groote bedrijvigheid aan den dag; maar de gejaagdheid en ongerustheid waarmede velen den dag der stemming tegemoet gingen, verraadde genoeg dat men de leemte kende welke de traagheid had ach tergelaten. Men was wel druk in de weer om mannen te werven. Gelijk bij brand was 't wel een druk gedraaf en een luid geroep om emmers, ladders, een warm ge meenschapsgevoel dat allen bezielde. Maar men had geen belijders van 't beginsel, men had slechts bezorgers van het stem briefje gewonnen. Daar komt het van daan dat menigeen verwonderd vraagt: hoe komt deze candidaat daar aan zooveel geest verwanten? hoe komt een district met zoovele antirevolutionairen als blij kens de stembus er schijnen te zijn, aan zoo weinig blijken van principiëele opvatting bijv. in zake school en kerk en zendingsaibeid Gelijk het niet allen Abrahams kinderen zijn die uit Abraham zijn, zoo zijn het niet allen antirevolutionairen die lid van eene antirevolutionaire kiesvereeniging zijn; die op den antirevolutionairen candidaat hunne stem uitbrengen. Er kunnen soms zeer revolutionaire denkbeelden in antire volutionaire kringen postvatten. Daarom zullen wij de nieuwe kiezers, zoover zij niet aan de Christelijke opvoe ding en belijdenis ontgroeid, van alle chris telijke aspiratiën vervreemd zijn, blijvend aan onze vaan verbinden, dan is noodig dat wij hun de beginselen leeren liefhebben, dat wij door populaire bespreking der vraagstukken, getoetst aan Gods Woord, hen warm maken en bezielen voor het ideaal. Geen partij heeft zulke rijke geschriften als de onze, om deze gezonde denkbeelden te verkrijgen. Geschriften die zoo schoone gelegenheid bieden tot propageering onzer beginselen. Wij hebben in de eerste plaats het Woord Gods, het Woord dat wel geen wetboek is, geen apart vak do ceert; geen algemeene voorschriften op staatkundig gebied bevatdoch zoo schoone lessen geeft omtrent God en zijn Ordinan tiën, over het Gezag, over onze Christelij ke roeping enz. De Bijbel, waarvan Groen van Prinsterer zoo treffend juist in zijn Ongeloof en Revolutie gezegd heeft, dat hij is het boek der boeken, ook en vooral in de antirevolutionaire boekerij. De nieuwe re wijsheid, ook waar zij de Openbaring niet onbewimpeld verwerpt, meent, dat hooger uitspraak in den kring van het Staatsrecht niet te pas komt. Wij (antirevolutionairen) daarentegen be weren, ylat de Heilige Schrift (zonder daarin nog, gelijk sommigen gedaan hebben, eene Encyclopedie te zoeken) de grondslagen van recht en zedelijkheid, van gezag en vrij heid, ook voor natiën en Regeeringen aan wijst. De Bijbel is de onbedriegelijke toetssteen. Onvoorwaardelijke onderwerping aan Gods Woord was steeds de waarborg van plichtmatige gehoorzaamheid en van plicht matig verzet. Met de uitspraak der Openbaring zoo eindigt Groen kan geen leer van trotsche zelfvolmaking of van schromelijke losban digheid ontstaan. Er is geschrevenZie daar de bijl, die eiken wortel van revolu tionair misgewas afsnijdt. Niemand nog van ons heeft van gezette bestudeering van dit Woord Gods ooit be rouw, ooit anders dan voordeel gehad. Daarom staan zij zoo machteloos in den politieleen strijd, die zich bij ons voegden en van Gods Woord zoo weinig af weten. Zelfverdediging reeds zou elk die zich met den Christennaam tooit moeten dwingen om een naarstig Bijbellezer te zijn. En dan hebben wij ons vertrouwd te maken met Ons Program. Niet alleen met de 21 artikelen, maar ook met de Toe lichting er van, geschreven door of saam gelezen uit Standaardopstellen van dr. Kuy per. Dan hebben wij de velerlei geschrif ten van Groen, van Kuyper, van de Sa- vornin Lohman, de immer geprezen bro chures, kalme, nuchtere, zaakrijke betoogen van den Goeschen afgevaardigde zijn nog veel te weinig onder ons bekend. Voor vele leden der antirevolutionaire kiesver eenigingen zijn zij gesloten hoeken, terwijl wat deze staatsman thans spreekt of schrijft veler notitie niet meer waard schijnt. Maar hoe kunnen dezulken een onpartijdig oor deel vellen, zich eene meening vormen die er, niet bij menschen maar bij God, door kan Daarom hebben de kiesvereenigingen die in deze quaestiën betrokken zijn te zorgen dat zij geen opinie uitspreken voor zij grondige bewijzen bezitten. Maar hebben zij die, dan gaan zij met beslistheid, zonder aanzien des persoons, er mede door. Bijeen houdend wat niet uiteen mag, uiteen zen dend wat niet bijeen behoort. En dan voorts naast elkaar gestreden tegen den ge- meenschappelijken vijand, zij 't dan ook zoo noodig met verschillenden candidaat, naar verschillend reglement, op verschillend program. DE KONGO. Het kan haast niet mogelijk zijn dat het België in den Congo-Vr ij staat goed zou gaan. Daar toch worden door Belgische officieren en manschappen groote gruwelen gepleegd. Wel is Lothaire vrijgesproken en heeft de Engelsche regeering van de Belgische den lak gekregen dat zij overdrijft doch hiermede zijn toch tal van andere feiten niet ongedaan gemaakt, welke schreien ten hemel, een bittere 'aanklacht zijn tegen de beschaafde natie die ze duldt en een bijna onoverkomelijk beletsel dreigen te worden voor het Zendingswerk dier Christenen welke met oprechte liefde voor de zielen bezield het Evangelie trachten te brengen aan den Congo-neger. Een Engelschman Parminter die jarenlang in den Congo-Staat heeft ge diend, deelt daarvan zeer ergerlijke staaltjes mede. Hij zelf zag eens een afdeeling die op expeditie was uitgezonden geweest, door een officier aan wien zij een heele tros ooren toonde, koogelijk geprezen. De officieren brassen thuis of aan boord van bevriende schepen, terwijl hunne sol daten stroopen en moorden. Na een dezer strooptochten zoo ver telt hij verder kwam het oude opper hoofd bij mijn agent en toonde hem het misvormde lichaam zijner dochter, wier voeten waren afgekapt, opdat de soldaten zich meester konden maken van de zware ringen, die zij om de enkels droeg en die waarschijnlijk slechts een paar pence waard waren. Op mijn verzoek werd het graf van het meisje geopend en zag ik zelf wat er gebeurd was. Nog een staaltje. Een sergeant met eenige manschappen uitgezonden naar een dorp om de belas ting te innen, bestaande in een groote hoeveelheid caoutchouc, strafte de bewo ners, wijl zij niet genoeg naar zijn zin op brachten, door zes hunner de handen af te kappen, welke hij in een zakje met zich nam en aan zijn superieuren ter hand stelde, Wanneer deze inlandsche soldaten ten oorlog gaan, dooden zij in den regel nooit volwassen mannen, maar alleen vrouwen en kinderen. Een der vrceselijkste voorbeelden van wreedheid is wel dit Een Belgisch officier was met vijftig of zestig manschappen naar eon dorp gezon den, om het opperhoofd gevangen te ne men, dat zich aan het een of ander misdrijf tegen den staat had schuldig gemaakt. De troepen vonden het dorp schijnbaar ver laten. Bij het nasnuffelen der hutten om te zien, of er ook wat te plunderen viel, ont dekte men twee vrouwen, moeder en doch ter, die geen tijd gehad hadden om te vluchten, omdat de moeder ziek was. Zij werden voor de officieren gebracht, die hen vroegen waar het opperhoofd verbor gen was. De vrouwen wisten dit niet, of zij wilden het niet vertellende officier ten minste kreeg van beiden steeds het zelfde antwoord, tot hij eindelijk het ge duld verloor. Hij beval, dat zij vastgegrepen en op den grond gelegd moesten worden, waar hij ze liet vasthoudeu door acht van zijn sterkste kerels. Een forscke soldaat kreeg toen be vel elk barer vijftig slagen te geven met de „chikotte". „Ckikotte" is een riem van gedroogde nijlpaardenhuid, vijf voet lang, bij het hand vat een duim dik en eindigende in een fijnen slag. Nadat de vijftig slagen waren toegediend, vroeg de luitenant weer, waar het opperhoofd was, en weer kreeg hij het zelfde antwoord. De geeseling begon nu opnieuw, tot ieder der vrouwen tweehon derd slagen had ontvangen daarna liet hij haar de borsten afsnijden Dit zijn om wraak roepende gruwelen, als zij waar zijn. Dit laatste [voegen wij er bij, dewijl de Belgsche bladen de juist heid van het verhaal ontkennen. Toch zou een apart onderzoek en wat breeder toezicht hier geen weelde zijn. NOORWEGEN. De Noorsche natie is natuurlijk vol van Nansen. Nu, wie zou niet trotsch zijn op zoo'n landgenoot. En dat te meer naarmate in eigen land en daar buiten de koene mannen zeldzamer worden. De Pool reiziger is dan deze week te Christiana, de hoofdstad van zijn vaderland aangeko men en met groot gejubel ontvangen. Ze ventig overvolle stoombooten gingen de „Frarn" te gemost, die, door twintig sche pen geëscorteerd, den Christiania-fjord bin nenvoer. De „Eram" ging op het Piyer- vike voor anker, waar zij omringd was door oorlogschepen, pleiziervaartuigen en stoombooten van particulieren, en met ge- schutsalvo's en muziek begroet werd. Tus schen twee rijen zeilbooten roeide de be manning der „Fram" naar land. Toen Nan sen voet aan wal zette, steeg er een ge jubel van geestdrift op. Nadat hij met on- gedekten hoofde een psalm had aangehoord en een patriottisch lied mede had gezongen, begon hij den rit naar het koninklijk kas teel, die een ware zegetocht was. Voor het universiteitsgebouw aangekomen, werd. de ontdekker begroet door professer Schiatz Forscher, die hem dank zeide voor zijn onvermoeiden, stillen arbeid, waarop Nan sen moet geantwoord hebben dat hij zich den voorpost van de Noorsche wetenschap had gevoeld. De grootsehe ontvangst van den zeevaarder was tegelijk een politieke betooging tegenKo- ningOscar,die mede gekomen was om Nansen te verwelkomen. Nansen werd met gejubel begroet. Van den koning nam niemand notitie. Aan den maaltijd door den koning ter eere van Nansen aangericht, bleven al de leden van het feestcomité persman nenweg, behalve een:een socialist. Gelijk men weet hebben de radicalen in de Kamers en in den lande de meerder heid, terwijl hun streven is, Noorwegen tot een zelfstandig rijk te maken en zich los te scheuren van het huis Ilolstein- Gottorp-Bernadotte.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1896 | | pagina 1