NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH lo: 126. 1896. SitMag 25 luft. nst Midd.-Vliss. chip „Schelde" Stad Zierikzee eeland. ROTTERDAM e, Hulst-Vlake. raindienst Maldeghem, VERSCHIJNT F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Gods Woord en de kermis. 0 land, land, landhoort des Heeren Woord! trek ongeveer Voorm. 5,20*, 6.25* 11,Namid. 12, 5,15, 6, 7, 8. 1 oormid. 6,40*, 8, amid. 12,—, 1,30, 2,30, 10,7,05, 8,10, 9,—. kdagen. ili. TERDAM Maandag) 's morg. 7 u. WERPEN Maandag) 's morg. 7 u. JSDIENST CHE VEERGOES, zondering van DinBdag. Vertrek Veer 'b morg. 's avonds 5,uur. 's morg. 8,37, 's namid. 's avonds 6,30. Des jr 's morg. 9,'s av. (Slot Ostende), 's nam. li. Van Rotterdam Donderdag 23 10,45 Vrijdag 24 12, Maandag 27 12. D Dinsdag 28 1,30 Donderdag 30 10,45 Vrijdag 31 1,30 EN-OP ZOOM-THOLEN om naar Tholen5,3C, ltatief), 11,1,30, Bergen-op-Zoom 6,05 9,35, 12,40, 2,10, m-op-Zoom n. Halsteren :en naar Tliolen 15 miD. TOIENST burg en Zierikzee. rikzee Spoorweg Hoes uli. Van Zierikzee: 'smorg. s mid Dond.23 6.3,45 Vrijd24 7,50 3,45 Zater.25 Zond. 26 Maan.27 Dins. 28 W oen29 Dond.30 Vrijd 31 7,50 6,- 7.50 7.50 7,50 6,30 7,50 3,45 6.— 3.45 3,45 3,45 3- 3,45 ;elegen plaatsen, ili. Van Rotterdam Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag 23 24 25 26 27 11- 1,30 1.30 2- 1- 28 12.- 29 11,— 30 11,— 31 11,— AMÜ1ENST. -MIDDELBURG. tmise vm. 4,50, (alleen Van Zeilmarkt, 8, am. 1,15, 2,2,45, >,55, 6,55, 7,45, 8,30, Naar Remise vm. 5,20 ;en) 6,23., Naar Zeil- 11,45,12,35, nm. 1,20, 1,20, 5,15, 6,-, 7,-, 20,11,-. )ORBOOTDIENST P DE lerdienst. 10TDIENST. 20 min. na kloktijd) naar Vlake vm. 4,50 Valsoorden onmiddellijk den correspondeerenden 10.30, 2,15, 5,15 uur. worden geen goederen INDIENST. Walsoorden vm. 7, 5. uur. onmiddellijk na aan- ongeveer vm. 8,45, en 15 u. ar Draaibrug 6,23, 8,28, r,13. iaar Maldeghem 5,31, 2,37 5,30, 8,26, 0,00. naar Draaibrug 7,40, 7,55. aar Breskens 6,50, 8,50, ,03. Sluis 5,31, 6,9, 7,43, 32, 5,28, 8.24, 9,5. laibrug 5,51, 6,29, 8,15, 5,06, 8,03,8,45, 9,25, elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p- 0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN G. M. KLEMKERK, te Goes EN van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Reeds vroeger hielpen wij het onder staande Tijdwoord verspreiden. Het mag ook wel gelezen worden door christelijke, geloovige, gereformeerde menschen, voor zoover de dienst der wereld ook hen nog hekoren mocht. 1. De kermis vernedert een volk. Gerechtigheid verhoogt een volk maar de zonde is een schandvlek der natiën Spreuken 14 34. 2. Zij geeft bet hart geen voldoening. Waarom weegt gij geld uit voor hetgeen geen brood is, en uwen arbeid voor hetgeen niet verzadigen kan. Jes. 55 2. 3. Haar vreugde is valsch. Wee u, die nu lacht! want gij zult treuren en weenen. Luk. 6 25. 4. Zij is niet tot verheerlijking van God. Hetzij dan dat ge eet, hetzij dat gij drinkt, hetzij dat gij iets anders dost, doet het alles ter eere Gods. 1 Cor. 1031. Wie een vriend der wereld wil zijn, wordt een vijand van God gesteld. Jak. 44. 5. Zij is de dienst des duivelswant Niemand kan twee heeren dienen. Matth. 6:24. 6. Zij is de weg naar het verderf. Want wijd is de poort en breed is de weg die tot het verderf leidt. Matth. 7 13. 7. God ziet u. De oogen des Heeren zijn in alle plaat sen, beschouwende de kwaden en de goeden. Spr. 15 3. Zij zeggen „de Heere ziet het niet" zou Hij die het oor plant, niet hooren? Zou Hij, die het oog formeert, niet aan schouwen Ps. 94 7, 9. 8. Zij is de heleediging der liefde Gods. Want alzoe lief heeft God de wereld ge had, dat Hij Zijnen eeniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeu wige leven hebbe. Joh. 3 16. Er komt een dag des gerichts. Maar weet, dat God om al deze dingen u zal doen komen voor 't gericht, Pred. 11 9. s Vreeselijk is het te vallen in de handen des levenden Gods. Hebr, 10 31. 10. Wee dien, die zijnen naasten te drinken geeft, gij die uwe wijnflesch daarbij Voegt, en ook dronken maakt. Hab. 2 15. FEUILLETON. De Glasslijper van Middelburg. Slot. „o, Moeder, kijk eens hoe aardig dat isriep het oudste der knaapjes terug. „Wat doen zij vroeg de man. „Ik weet het niet," was het antwoord. „Het is of zij door hunne vingers naar den toren kijken." De kinderen kwamen nu zeiven aan, en eer hnn iets kon gevraagd worden, riep het oudste„o, Yaderals ik die glaasjes een eindje van elkander houd, en er dan doorheen kijk, komt de toren vlak voor mijn neus. Als ik eene derde hand had, zou ik hem kunnen pakken." Lippersheim was op het punt om zijn werk te hervatten, en de kinderlijke ont dekking te laten voorbijgaan, zonder het de moeite waard te achten er op te letten maar eene geringe opwelling van nieuws gierigheid om te weten wat het knaapje toch meende, deed hem de glazen in de handen nemen en eveneens voor elkander houden als de kleine hem had voorgedaan. Hij keek er door heen en stond verbaasd, want: hij was de eerste man die door een verrekijker zag. Hij nam eenige andere glazen uit zijn kastje, beproefde daarmede of het verschijn sel zich altijd op dezelfde wijs vertoonde en ontdekte daardoor in korten tijd de omstandigheden, die er invloed op oefenden, liet het zijn vrouw zien, riep er een buur man bij, die er zich insgelijks over ver- Wee dengenen die, zich vroeg opmakende in den morgenstond, sterken drank najagen en, vertoeven tot in de schemering totdat de wijn hen heeft verhit. 11. Heidenen zullen getuigen tegen dit geslacht. De mannen van Ninevé zullen opstaan in het oordeel met dit geslacht, en zullen hetzelve veroordeelenwant zij hebben zich bekeerd op de prediking van Jonas en ziet, meer dan Johas is hier.Matth. 12:41. Breng een Turk hier onverwacht Midden in een kermisnacht 't Is ontwijfelbaar gewis Dat het 's mans getuignis is „Allah neen aanbidt men niet, „Mahomed vereert men niet, „Jezus Christus kent men niet. ,,'tls hier heidensch grondgebied „Waar men Satan hulde biedt." 12. Gods getuigenis is waarachtig. De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijne woorden zullen geenszins voorbijgaan. Matth. 24 35. Dat hij de bewoners der Zuid-Afrikaan- sche Republiek de herinnering aan HET ONRECHT, hun door een aantal aanzienlijke en rijke mannen aangedaan, nog niet is verdwenen, getuigt o. a. een gedicht op den heer Charlie Leonard, (bedoeld wordt Ceeil Rhodes die aldus wordt beschreven Hoort vrienden wat ik u verhaal, Daar was een man eens in Transvaal, Heel lang van nek en daarbij schraal: Maar 'n bluffersbaas en erg brutaal. Hij schopte daar zoo'n helsch kabaal, Dat elk van schrik werd hal-pad vaal. Hij wou Oom Paul maar zonder draal, Zoo heelhuids uit zijn huis gaan haal. O Charlie Leonard, Wat speeldet gij een slechte part Want ach nw hart Is veel te zwart Voor een echten Afrikaner. Een boel van schreeuwers kwam daarbij, En stonden allen op een rij, Hem in het bluffen trouw ter zij, En schreeuwden ruim zoo hard als hij „Oom Paul moet weg, hij kan niet blij, „Dan zal ons die Transvaal gauw krij, „Waar niemand baas zal zijn dan wij, „Daarom zal ons gaan vsch en strij." O Charlie, enz. wonderde, en vergat zijn nood en kommer in zijne opgetogenheid over eene zonderbare werking der natuar, waar var de ontdekking voer hem bewaard was gebleven. Hoewel nog geenszins vermoedende tot welk eene belangrijke aanwinst voor het geheele mensehdom een schijnbaar toeval hem bad geleid, begreep hij toch dat zijne ontdekking voor liefhebbers der natuurkun de niet geheel zonder waarde zou zijn. Nog denzelfden dag maakte hij twee glazen, die daartoe het best geschikt bleken te z9n> °P den afstand waarop het verschijn sel het duidelijkste vertoonde op een plankje 7a?' r-ftdat hij dezen toestel nog eens had beproefd, borg hij dien zorgvuldig in zijn kastje, met de gedachte „Dat zal ik mijnbeer Metius eens laten zien." Daarna ging hij weer ijverig aan het slijpen. Het was Lippersheim dien avond lichter om het hart dan vele vorige avonden. Hij begon inderdaad eenige hoop te koesteren, dat de wensch van zijn grijzen vriend vervuld zou worden. Hoe langer hij na dacht over zijne ontdekking, des te waar schijnlijker kwam het hem voor, dat zij van wezenlijk nut zou kunnen zijn, en als zoodanig niet slechts voor natuurkundigen, maar ook voor andere menschen waarde kon hebben, zoodat hij mogelijk door het maken van zulke toestellen meer en voor- aeeliger arbeid zou kunnen bekomen dan ot nog toe. De komst van den jongen heer Metius, waaraan hij vroeger met eenigen angst had gedacht, bij het gevaar dat zijn werk nogmaals zou worden afge- En nadat de dichter den inval beschre ven heeft, bezingt hij het gevangen ne men van Jameson's manschappen en het vluchten van den heer Leonard aldus Zij werden allen opgepak, Toen in een wagen neergeplak Gelijk soesaties in een bak. Die op een kist, die op een zak, En waren allen o zoo mak Geen een van} hen zei klik noch klak, Maar allen keken toch zóó strak, Als zieke vogels op een tak. O Charlie enz. Maar een van hul was toch ontsnap. Die hardste schreeuwer bij die grap, Zijn tong was heelemaal verslap, Want toen hij zag zijn zaak stond pap, Begon hij eerst zijn kop te krap, Trok toen een pak, heel bont gelap, Aan 't lijf, en liep met grooten stap Gauw naar die Kaap. Was die niet knap O Charlie enz. Aan Groenepunt hield hij zich schuil, Ging slechts des nachts uit als een uil, Verborg zich soms in sloot of kuil, Zat menigmaal van angst te huil, Sprak zelfs geen woord, maar sloot zijn muil, Ja, maakte soms zijn kleeren vuil, Die hij voor schoone moest verruil, Kreeg zelfs de koors van al 't gepruil, O Charlie enz. Maar eindelijk krijgt hij tooh een kans, Om weg te vlug, die bange Hans. Eerst kakelt hij gelijk een gans, Breekt zelfs met Don Quichot een lans, Toen hij zich veilig en verschans Gedacht had met die andere mans, Maar nu ontspringt hij gauw den dans, En vlucht per schip zoo'n laffe Hans. O Charlie enz. In England komt hij bleek en vaal Van al dien schrik, en eens zoo schraal Maar rust tot hij kan asem haal, En tot zijn moed die het gedaai, Weer het gerijs. Nu heel brutaal Gaat hij weer aan met poch en praal, En legt slechts kluitjes in die schaal. Om 't onrecht te doen zegepraal. O Charlie, enz. 24 Juli 1896. Tot deurwaarder bij de directe belastin gen te Amsterdam is benoemd de heer L. D. Oosterveld, thans te Goes. keurd, werd nu met verlangen door hem tegemoet gezien. In eene bemoedigde stemming begaf hij zich ter rust, na een gebed, waarin hij met hartelgk en kinder lijk vertrouwen zijn lot in de hand des Heeren had gesteld, Wiens leiding hij reeds in het gebeurde van den dag meende op te merken. Het was tegen deu avond van den vol genden dag, dat de glasslijper weder een bezoek van zijn nederigen ouden vriend ontving. Teleurstelling was op het gelaat van den grijsaard te lezen. „Ach, landsman zeide hij, „ik breng niets voor u mede. Ik kon niet denken, dat er eenig kwaad stak in mijn voorne men om u mijn brood te geven, en daarom maakte ik er ook geen geheim van. Maar toen werd mij gezegd dat het streng ver boden was eten buitens buis te brengen, omdat het toelaten daarvan al spoedig tot allerlei misbruiken aanleiding zou geven. Ik kan niet zeggen hoe het mij spij tmaar ik mocht en durfde toch het verbod niet overtreden." „Laat het u niet spijten," antwoordde Lippersheim. „Ik ben u voor den dienst dien gij mij hebt willen bewijzen toch even dankbaar, en gelukkig heb ik die nu niet meer noodig. Zie eens hier." Met deze woorden haalde hij een halve rijksdaalder uit zijn zak en wierp het stuk geld klinkend op de tafel. „Van zijne wederga, die al gewisseld is, hebben wij dezen middag een beter maal gehad dan in langen tijd", voegde hij er bij. „Zoo heeft dan God u waarlijk redding Goes. Bij Min. beschikking is de heer Drijfhout, beëedigd klerk ten kantore van de hypotheken en het kadaster alhier, met ingang van 1 Augustus tevens benoemd tot Rijksklerk. Goes. Tot administrateur-boekhouder aan de Maatschappij van Weldadigheid te Frederiksoord is met ingang van 15 Aug. a. benoemd de heer A. Verhage Jz. thans boekhouder bij de firma Fransen van de Putte Zoon alhier. Bij kon. besluit is eervol ontslag verleend aan den majoor-commandant Pb. M. v. d. Mandere van het 3e bat. rustende schutterij in Zeeland. Door den minister van financiën zijn, met ingang van den 1 Augustus a. s., ver plaatst de kommiezen-verificateur J. H. De- rex van Hansweert naar Simpelveld, J. P. Tiemeijer van Zierikzee naar Hansweert en S. Hazenberg van Bergen op Zoom naar Zierikzee. Gemeenteraadsverkiezing. Vrouwepolder. Herstemming tus- schen C. Mesu met 23 en L. A. Willemsen met 10 van de 46 stemmen. Duivendijke. Herkozen C. Boogerd met 28 en W. Ringelberg met 26 van de 30 stemmen. Renesse. Herkozen S. de Bruijne met 33 van de 55 herstemming tnsschen R. Steur met 26 en dr. T. Lange met 7 stemmen. Burgh. Herkozen W. Heule met 32 en C. v. d. Vate met 27 van de 34 geldige stemmen. ATJEH. Het N. v. d. D. ontving gister het vol gend telegram uit Batavia Bij een gevecht te Lambada (Oost van stelling) is Nja Makam gesneuveld. (Nja Makam is een bendehoofd, die in Tamiang thuis behoort en vroeger daar herhaaldelijk invallen deed. Kort na Oe- mar's afval trok hij als bondgenoot naar Groot-Atjeh met een troep volgelingen. Het Hbl. ontving het volgende telegram „Gisteren zijn drie bataljons uitgerukt naar Lamnga. Onze troepen verrasten het bekende bendehoofd Nja Makam. Deze sneuvelde, terwijl zijn vrouw, kinderen en acht-en-vijftig volgelingen in onze han den vielen." gezonden", riep de grijsaard uit. „Zijn naam zij geprezen, dat Hij het gebed van zijnen dienaar heeft verhoord 1 „Ja, Hij heeft mij redding gezonden," zeide de glasslijper, „en dat waarlijk door middel van het onbruikbare glas, dat gij gisteren hier hadt laten liggen. Door het spel van mijne kinderen met dat glas ben ik op den inval gebracht om iets te maken, dat ik u vertoonen zal. Zie eens dit plankje met de twee glazen er op vastgemaakt. Als men dat zoo voor het oog houdt, vertoonen alle voorwerpen, die men er doorheen ziet, zich veel grooter en naderbij. Vanmorgen kwam mynheer Metius eens zien hoever ik met zijne glaasjes was, en toen ik hem mij ne uitvinding toonde, was hij er zoo mede ingenomen, dat hij het toestelletje van mij kocht en er twee Halve-rijksdaal- ders voor gaf. Dit is alweder een nieuw, dat ik na dien tijd heb gemaakt, want mijnheer Metius zeide, dat hij er wel versoheidene van wilde hebben, voor al zijne vrienden." „Wonderbaar zijn Gods wegen," zeide de grijsaard zacht, terwijl hij aandachtig zijne handen vouwde. Lippersheim was uit zijnen nood gered; want zijne uitvinding werd door den sohranderen Metius terstond op de waarde geschat, welke zij door verdere volmaking kon verkrijgen. Hij was het, die door na denken er allengs toe werd gebracht om de glazen in eene buis te plaatsen, in si ede van ze op een plankje vastte maken, en door hem werd de uitvinding ook spoe. Vergadering van den Gemeenteraad van Middelburg van 22 Juli 1896. Afwezig de heeren W. J. Sprenger, v. d. Harst, van Hoek en E. P. Schorer. De notulen der laatste zitting worden gelezen en vastgesteld. Sedert die zitting zijn ingekomen lo. verschillende missieven van Ged. St. houdende goedkeuring van genomen raads besluiten 2o. de gemeenterekening over 1895 3o. een adres van A. Kerkhove c. s., be woners van Klein Vlaanderen, om vrijstel ling van het straatrecht als gebruikers van de duinwaterleiding 4o. een adres van L. Martijn en G. van Winkelen over ruiling van grond met de gemeente 5o. een adres van de afdeeling Middel burg van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers over wijziging en verhooging der onderwijzersjaarwedden, met adressen ter ondersteuning van dat verzoek a van het Hoofdbestuur van dien Bond, b van de afdeeling Walcheren van dien Bond en c van het Onderwijzers-Gezelschap, gevestigd te Middelburg. Het stuk sub lo. wordt voor kennisge ving aangenomen, dat sub 2o blijft voor de leden ter inzage en die sub 3o, 4o en 5o worden gerenvoieerd naar B. en W. om advies. Onze lezers zullen zich herinneren dat de heer Tak in de vorige zitting het lang gesloten blijven der Munt ter sprake had gebracht en dat toen besloten was ter zake een nader onderzoek in te stellen. Dat onderzoek, opgedragen aan den Ge meente-bouwmeester, gaf aanleiding tot zijn rapport dd. 20 dezer, nr. 332, waarin bij, oonstuteerend lo dat zich boven den door gang van de Munt naar de Groenmarkt een gemetselde boog bevindt die het ver- eischte verband niet meer bezit en de noo- dige draagkracht en ondersteuning mist om het daarop rustende muurwerk te dragen 2o. dat de overwelving van den doorgang naar de Abdij voor een gedeelte, aan de Munt, zoodanige teekenen van werking en uitzetting vertoont, dat zij, tijdens de ver bouwing daarboven, niet vertrouwbaar is 3o dat de te verrichten werken voor- en boven de beide sub lo en 2o aange haalde doorgangen aan de Munt niet alleen zeer bezwaarlijk uitvoerbaar zullen zijn, maar ook veel gevaar voor bet ver- dig algemeen bekend gemaakt. Metius verwees hen allen naar Lippersheim, en deze moest weldra een knecht in het werk nemen om aan al de bestellingeu te kun nen voldoen. Kommer en gebrek weken uit zijne woning, om voor vergenoeging en overvloed piaats te maken. Zoo genoot hij de vruchten zijner uitvinding, maar de eer er van om welke de eenvoudige man zich echter zeer weinig bekommerde, viel aan Metius ten deel, die langen tijd door de meesten voor den uitvinder van den verrekijker is gehouden, terwijl anderen zekeren Zacharias Jansen noemden. Lippers heim, gelijk wij zeiden, bekommerde zich hier niet om hij wilde zelfs gaarne den roem aan Metius laten, die door Gods be stel zijn redder en weldoener was gewor den, maar in weerwil zijner bijna al te groote bescheidenheid, is toch in later tijd aan hem de eer eener uitvinding toege kend, die aan het mensehdom een der meest vermogende middelen heeft geschon ken om de macht en wijsheid van den Schepper des heelals te bewonderen in het onmetelijk luchtruim, dat ons een heirleger van groote en kleinere sterren vertoont, waarvan millioenen voor het ongewapend oog slechts als kleine licht punten fonkelen, maar wier gangen men nu bespieden kan en die zich als planeten grooter en kleiner dan onze aarde doen kennen, en ons als met Edihu's woorden (Job 36: 26) toeroepen: „God is groot, en wij begrijpen niet Patrimonium

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1896 | | pagina 1