NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH Ho. 120. 1896. 3nMiij 11 Mi. VERSCHIJNT F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN DE TRANSVAAL. ELKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN G. M. KLEMKERK, te Goes EN van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Bij dit nummer behoort een bijvoegsel. Een contrast. Drie officieren uit den Haag en Kaarden en een student hebben zich deze week op een avond in een koffiehuis, waar zij twist zochten, tegen een inspecteur verzet, terwijl deze hun vriendelijk verzocht heen te gaan. Zij hebben hem bewusteloos gesla gen en een anderen dienaar der politie geschopt. Daarop liepen de helden weg. Twee hunner werden echter ingehaald en ingerekend, doch spoedig weder in vrijheid gesteld. Terecht vraagt Recht voor allen die iets dergelijks van sociaal-democraten gewoon is, waarom de namen dezer hoeren verzetplegers niet worden gepubliceerd. Omstreeks denzelfden tijd hebben twee Chineezen, uit het dienstpersoneel van Li Hung Chang te 's Gravenhage in een rijtuig gezeten, elkander een pak slaag toegebracht, een ruit stuk geslagen en elkander met de scherven verwond. Dit is nu geen verzet tegen de overheid, maar alleen een schen- ning der gastvrijheid geweest, en dat nog niet eens naar Nederlandsche, doch naar Chnieesche opvatting. Li Hung Chang moet evenwel over het gedrag dier twee snaken zeer ontstemd zijn geweest, en bij hun terugkeer in het He- melsche Rijk zal hij hen terstond laten op hangen. Deze opvatting var het recht is wel wat wreed. Maar wiens schuld is hier grooter, die van de handhavers van het gezag zich tegen 't gezag verzettend, of die van deze ondergeschikten Een kleinigheid. In Frankrijk worden per dag 20 miljoen spelden gemaakt. In Engeland per dag 54 miljoen. In Amerika per dag 49 miljoen, In de overige landen der wereld per dag 11 miljoen. In 't geheel worden dus over de geheele wereld per dag 134 miljoen spelden ver vaardigd, welke een waarde vertegenwoor digen van 20 duizend gulden. Per jaar bediaagt de geheele productie 49 miljard spelden. FEUILLETON. De gevallen Tweevorst. H e-R hodes en zijne mannen. Het geschiedde nu als Jiems en zijne manschappen door Paul in de gevangenis geworpen waren, dat er een groot geschrei en geklag opging onder de Jingoens, en zij bestormden hunne oversten en zeiden: „och, spreek toch met Paul dat hij Jiems en zijne mannen niet doode" endegioote koningin Victoria, die regeerde over het land der Engelschen en Jingoens het land waarover de zon nimmer ondergaat liet haar raadsman roepen en zeide tot hem„Josef, zend een boodschap aan Paul en laat hem welen dat hij Jiems en zijne mannen spare", en Josef zond de boodschap, en Paul liet aan Josef weten „kom en haal Jiems en de zijnen en doe met hen zooals het goed is in uwe oogen ik wil met die ellendige roovers niets te doen hebben, doch zorg dat zij niet weder in mijn land komen". En Josef zond en liet Jiems en de zijnen halen. Toen nu de Tweevorst He-Rhodes hoor de dat Jiems en zijne mannen gevangen waren, zoo veranderde zich de glans van He-Rhodes en zijn gedachten verschrokken hem, e» de banden zij ner lendenen werden los en zijne knieën stieten tegen elkander en zijn broekspijpen dansten als een dron ken man. Toen onttrok hij zich naar zijn landgoed en riep zijnen schenker en zeide breng hier voort whiskey en champagne en maak dat er niet weinig zij. Het geschiedde nu als hij zijn schenker weg gezonden had en begon te drinken, dat Er worden, bij benadering berekend, ge middeld dagelijks 88 miljoen spelden ver loren. Zeker geen kleinigheid. De opperhofprediker dr. Kögel le Berlijn ook hier te lande bekend en geliefd bij velen, als oud predikant bij de Duitsch Evangelische gemeente te 's Gravenhage van 1854 tot 1863, in welke gemeente hij daarna nog herhaaldelijk voor zijn oude vrienden optrad, is de vorige week over leden. Hij was de vriend van wijlen Groen van Prinsterer. Als hofprediker genoot hij een groot vertrouwen bij wijlen keizer Wilhelm, wien hij op diens sterfbed heerlijke woorden van troost mocht toespreken. Generaal de Moulin, de pas benoemde gouverneur van Atjeh, is reeds bij zijn eerste feitelijke optreden, op een exdeditie naar Kroeng Raba niet door het zwaard des vijands maar door een zonnesteek ge veld. Telegrammen bevestigen het gerucht dat hij reeds is overleden. Voor Nederland een groot verlies, maar zou het ook niet tevens een roepstem kun nen zijn Kohier, Pel, Demmeni, du Moulin, zij zijn zooveele wenken aan de Nederlandsche regeering om den onrechtvaardigen Atjeh- oorlog te staken. Reeds het verlies van zoovele jonge krachten, de dood van honderden fuseliers en korporaals had haar kunnen en moeten wakker maken. Zal een zoo treffend sterf geval als dit van den jongsten gouverneur het doen De eerste kamer benoemde tot rappor teurs inzake het kieswetontwerp de heeren Rahusen en Pijnacker Hordijk (oud liberaal) Fokker (vooruitstrevend dito), Schimmel- penninck v. d. Oye en Melvil v. Lijnden (oud-anlirsv.) Provinciale Uniedag. Groningen voorop. In October zal te zijn gedachten tot hem wederkeerden. Toen overleidde hij en sprak bij zich zeiven „ik zie dat ik gansch niet vorder, maar veel meer dat er oproer komt in het land, ook onder de inwoners van Kaapjand waarover ik mijn scepter zwaaimijne vrienden wor den mij ontrouw en zelfs Onze Jan heeft zich mijner ontrokken. Ik zal overzeilen naar mijn koningin opdat zij mij bescher- mewant ziet, hier in het land der Tak- haren ben ik niet veilig." Hij dan in het schip gegaan zijnde, voer over, en als hij aankwam, zoo pleegde hij raad met Josef den raadsman van Victoria. En Josef zeide tot He-Rhodes Zie, uw aanslag tegen Paul is mislukt en dewijl gij een zeer groot en rijk man zijt en vele groote mannen van ons volk met u in de zaak betrokken zijn, zoo maak u op en ga tot uw land van bedrog, en houd u voor eenigen tijd stil, totdat de Takharen vergeten zullen heb ben het kwaad door n gedaan. En He- Rhodes zeideik zal gaan. En hij vond een schip gaande door de Roode Zee en hij gaf de vracht daarvan, en ging neder in hetzelve, om met henlieden af te varen. Als hij nu heenvoer riepen zijn vrienden met luider stem, als uit eenen mond „Good bye old man better luck next time." Als nu He-Rhodes in zijn land van be drog aankwam, zoo vond hij dat in oorlog met het volk, de Matabelen van wie hij het land geroofd had. Hij dan vroeg naar de oorzaak van dien oorlog, en zijne over sten zeiden tot hem „Zie een vrouw uit de vrouwen der Matabelen, genaamd Spaas, is bij haren koning komen klagen dat Jiems bij zjjn inval inden Transvaal haar voorschoot gekocht had voor drie zilveren penningen, en hij hoeft haar dat geld ont- Groningen een dergelijke Uniedag gehou den worden. Sprekers prof. Lohman, A, Wiersinga en docent Biesterveld. Eenige jaren geleden had Zeeland ook een dergelijken vruchtbaren provincialen Uniedag. Sprekers Wirtz, Mulder en Gerth v. Wijk. Kan dat in October weer V Wij behoeven niet meer te herhalen dat de aanneming der Kieswet de laatste hand gelegd heeft aan de ontbinding der partgen; en dat de fracties waarin de partijen zijn uiteengegaan elkander heftig en persoonlijk bestrijden. De Roomschen hebben hun groepen Haffmans Harte. De Antirevolutionairen hun Kuyper- Lohman. De Liberalen hun Bastert-de Beaufort. De vooruitstrevend liberalen hun Borgesius-Pijttersen. Niemand waar borgt ons dat al deze groepen te avond of morgen niet in nog kleinere fractietjes uiteenvalhn. Over de breuke in de groep der vooruitstrevende liberalen schrijven de liberale bladen roerende artikelen; het Vaderland geeft eenige beschouwingen ten beste, waarmede onzes inziens elke party haar voordeel kan doen. Het blad schryft Het manifest-Pij ttersen schijnt ons weder een Bymptoom te meer van den geest, die zich meer en meer meester maakt van ons parlement, en die het groote pu bliek zich weder met walging doet af wenden van het politieke spel. Wij zeg gen niet, dat de heer Pijttersen de eenige schuldige, niet, dat hij de hoofdschuldige is. Maar men ziet alle partgen verkeeren in Btaat van ontbinding en „dissentieerende broederen" elkander bestoken met de gif tigste wapenen. Overal raakt men ver deeld, dikwijls nog maar alleen over vragen van tactiek, en beschuldigt men elkander van beginselverzaking en 't najagen van politieke doeleinden in den slechten zin des woords. Het wordt tijd, dat er een eind aan komt voor gewichtige belangen opgeofferd worden aan dit spel. Zuivering in de politieke atmosfeer is slechts te wachten als een nieuw kiezerskorps recht heeft gedaan en een volksvertegenwoordiging op breederen grondslag is gevestigd. houden. Toen nu haar koning dit hoorde, werd hij zeer toornig en liet aan ons we ten dat hij, zoo waarachtig als hij leeft en de krokodillen in de rivier en de boas in de bosschen leven, dit onrecht zal wre ken. Toen trok hij met zijn volk uit en heeft velen onzer gedood. En als He- Rhodes dit hoorde, zoo zeide hij „Well I never." Toen monsterde hij het volk dat met hem was en zeide Gij weet dat ik een dappere held ben, een onverschrokken krijgsman in vredestijd; gij herinnert u hoe ik te voren, thuis zittende, groote aantallen Matabelen de eeuwigheid inzenden, Lobengulu doen verdrijven en ulieden dit land tot een erfelijke bezitting doen veroveren heb. Ik zal ook ditmaal doen ge lijk te voren. Want of gij ten eenenmale vloodt, zij zullen het hart op u niet stel len, ja of de helft van u stierf zij zullen het hart op u niet stellen maar ik ben nu als tienduizend uwer, „and will teach the natives an everlasting lesson." II Paul nu had tot Reinold, een man wel belezen in de wetten, die te Bloemfontein, in den Vrijstaat woonde, gezonden, en hem laten weten dat hij moest overkomen, om gericht te houden over de oproermakers en rebellen van de goudstad Johannesburg. Als nu Reinold op den rechterstoel ge zeten was, brachten zij die lieden voor hem, drie-en-zestig mannen met snorbaar den, versierd met gouden ketenen en met diamanten ringen aan hunne handen. Toen stond Paul's rechtsvervolger op en las hunne beschuldiging voor, in aller tegenwoordigheid. En Reinold vroeg hun Of daarmee een betere periode zal zijn aangebroken en de weg voor gezondere partijformatie zal zijn gebaand? De aan dachtige beschouwer onzer politieke ge schiedenis der laatste jaren is niet zonder zorg. Men kan een uitgebreid kiesrecht nood zakelijk achten zonder er mee Ie dwepen en zonder te wanen, dat het bij machte is een nieuwen volksgeest te scheppen. De eigenaardigheden, die ons parlementaire leven kenmerken en ontsieren, zullen door 't louteiingsbad, dat onzen parlementairen mannen te wachten staas, niet worden nitgewischt. Maar wij zullen althans af gedaan hebben met een kamer, die ver keert in vevgevorderden staat van ont binding, en het bewustzijn, dat men nieuwe kiezerslagen vertegenwoordigt, die ver wachtend opzien tot hun vertegenwoor digers, kan nieuwe kracht geven. Ook het geloof, dat nu alles beter moet worden, kan suggereerend werken, wel licht wonderen doen. De tijd voor krach tige partij organisaties is misschien voorbij, die der groepencombinatiën wellicht aan gebroken. Maar ook op die wijze zal 's lands belang behartigd kunnen worden, mits meer enderlinge waardeering, meer vertrouwen in elkanders goede bedoeling, meer een oprecht streven om elkander te begrijpen de kamer bezielt, dan thans het geval is. Aan het slot van haar uitnemend verslag oter de jongste vergadering der Evange lische Alliantie te Londen (afgevaardigden dr. Gerth v. Wijk en dr. Giliemeester ook de heer De Savornin Lohman was daar) meldt De Nederlander dat het af scheidswoord in verschillende talen gespro ken werd door ds. J. Murray Mitchell en dat voor de afgevaardigden geantwoord werd door een uit het Noorden ds. Stor- johann uit Christiania en een uit het Zuiden ds. Prochet uit Rome. Eerstgenoemde zei o. a. nooit Moody gehoord of gezienen toch zoo grooten zegen door hem ontvangen te hebben. Hoe Hij had eens zijn studeerkamer ge zien, en daar verscheidene geheel stuk-ge lezen bijbels gevonden. O, dacht hij, daar is het geheim van deze krachtBroeders laat ons onze bijbels gerust stuklezen, dat „zijt gijlieden schuldig of onschuldig En zrj antwoordden als uit een mond: „schuldig." En Reinold zeide„uit uwen mond zal ik u oordeelen, dewijl gij deze dingen gedaan hebt en erkent dat gij schuldig zijt; uw bloed zij op uwe hoofden. Gij Lionel, en John, en Francis, en George, gij zult bij den nek gehangen worden, totdat gij dood zijt. En gij negen-en-vijf tigen, gij zult ieder voor twee jaren in de gevangenis geworpen wordendaar benevens zult gij ieder in de schatkist betalen twee duizend goudstukken bij den koopman gangbaar." En als het jingodom hoorde het vonnis dat over hen uitge sproken was, zoo hieven zij een gansch zeer groot geschrei aan en zij nepen O wee! wee! wee! en zij bekleedden zich met zakken en zaten neder in de asch, zij aten geen brood en dronken geen whiskey, acht dagen lang; ook zonden zij smeekschriften en boodschappen tot Paul dat hij die mannen genadig mocht zijn. En Paul liet hnn weten „eet brood en drink whiskey, ik zal met mijn raadsman nen raadplegen ik begeer het bloed van uwe vrienden [niet, noch begeer ik hen in de gevangenis, want die menscheu kunnen toch niet werken en omdat zij ledig gingen, daarom bet ben zij in hun hart al dit kwaad overlegd. Doch weet dat dit land, hetwelk gijlieden getracht hebt te rooven, het wettig eigendom is van mij en mijn volk, en dat ik voortaan alle oproermakers en kwaadstokers met den do°«l zal straffen." In die dagen was er ook een Jood, ge naamd Barnie, die veel geld had, een man verwaand en achtende Mcliselven oen soort is een gezegender arbeid dan het stukbak- ken, en het stuk scheuren van de nieuwere kritiek Laatsgenoemde Ds. Prochet uit Rome had zich gaarne gehouden aan de vraag van den Voorzitter, om, „een enkel woord" van afscheid. Maar in het Engelsch kon hij dat enkele woord niet vinden. Want hij zou willen zeggen „tot weerziens" en in alle talen die hij verstaat kon hij dat zeggen in 't Fransch in 't Duitsch in 't Italiaansch in 't Spaansch alleen in 't Engelsch niet. Moest hij daaruit af leiden dat een Engelschman in „het geluk kig oogenblik dat hij de hielen van zijn gastheer ziet" liefst maar niet aan weerzien denkt? Dat durfde en wilde hij niet. Toch kon hij den Engelschen afscheidsgroet niet gebruiken. Want wat was die: „Good bye", God be with you God zij met u. Doch dat behoefde hij niet extra te zeggen want God was met ons met, al Zijne kinderen, en zelfs met hen, die Zijne kinderen niet zijn. Wat dan? Hij zou het. éene woord maar kiezen uit zijn eigene taal„Adio" moogt ge riader komen tot God. 't Kan verkeeren. Dit worden de partijen in Amerika, kampend om den zetel van den Staats president, weder gewaar. Stonden eerst de kansen der republikeinen, en nog wel van de goudmannen schoon, thans wordt meer en meer openhaar dat de democraten en nog wel de zilvermannen met den buit zullen gaan strijken. De vastheid der part ij eenheid is in deze groote republiek niet meer zoo spreek woordelijk als zij wel geweest is. Wel een bewijs dat de tijden veranderd zijn, voorbij zijn en niet meer terugkeeren. De republikeinen en democraten zijn nu zeiven verdeeld in goud- en zilvermannen. Dat wil zeggen in mannen die er voor zijn dat alleen goud wordt aangemunt; en in mannen die de schatkist willen verplichten tot geregeluen aankoop van zilver voor de munt van zilvergeld. De republikeinen uit de zuidelijke staten bode.i reeds aan de democraten hun steun voor den candidaat der zilvermannen; doch deze sloegen deze hand af, wijl zij zich, ook zonder hunne hulp zeker wanen van het vereischte twee derden der Btemmen. De macht van Hill van vorst te zijn (en was zulks werkelijk onder hen wier god de mammon is). Het geschiedde nu als deze man hoorde het vonnis dat over zijne vrienden uitgespro ken was dat zijn toorn ontstak en in de hittigheid zijns toorns riep hij „het is onrechtvaardig; ik zal mijn geld en mijn goederen uit dit land wegnemen en PaHl en zijne takharen tot den bedelstaf' laten vervallen". Als mon nu aan Paul boodschapte wat Barnie gezegd had, zoo antwoordde hij „Och laat die armzalige Jood toch gewor den wie vreest voor het gebed en getjank van zulke windzakken". Toen werd Paul's schrij ver geroepen en er werd geschreven naar deze woorden „Paul naar alle Engelschen, jingo's, Duit sers, Hollanders, Fransen, Italianen, Zweden Noorwegers, Chineezen, Arabieren, Koelies, Joden en Jodengenooten, alle ratiën en tongen die over de ganse aardbodem van Zuid-Afrika wonen of omzwervenuw vrede worde vermenigvuldigd Hoort toch en neemt mijne redenen ter oore, ik en mijn volk de (akbaren begeeren niets an ders dan uw heil en voorspoedgraaft goud, koopt en verkoopt, maakt geld zoo veel gij kunt, blijft of keert weder naar ulieder land 'en maagschap doch één ding begeeren wij van u, dat is dat gij u rustig gedragen en onze wetten gehoorza men zult". En als het volk deze boodschap hoorde, zoo zeiden zij „Waarlijk, dit woord van Paul is goed". Heilbron, O.V.S. Mordechai,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1896 | | pagina 1