NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Uit de Pers. Ho: 115. 1896. Dinsdag 80 iuni. tiende laatgang, elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN G. M. KLEMKERK, te Goes en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. EIGEN VEERKRACHT. Patrimonium geeft toe, dat er vele ge zinnen zijn, die best zooveel konden af zonderen als voor een matig pensioen noo- dig is. Welnu, dat is reeds veel gewonnen. Als wij nu eens biervan uitgingen indien wij de voordeelen van zulk eene belegging eens gingen populariseeren. Die voordeelen zijn o. i. niet in de eerste plaats het pensioen zelf; maar wel de ze kerheid of gerustheid waarmee men de toe komst kan te gemoet gaan. Voorzeker, de geloovige vreest niets, ook niet een donkere toekomst, mits hy dan ook, gedaohtig aan 1 Tim. V 8, leve als een geloovige, en zonder bezorgd te zijn, zorgt voor zich en de zijnen. Men hoort zoo vaakals ik dood ben, geniet ik er niet van. Dit is zoo, maar nis men, op zekeren leeftijd gekomen, elk «ogenblik in gevaar is zijn kostwinning te moeten verliezen, en men weet dan dat men niet broodeloos is, noch van anderen afhangt, dan gevoelt men dat men toch wel iets geniet, ook al ontvangt men nog geen geldelijke uitkeering. En als men, gehuwd zijnde, liever eene uitkeering aan vrouw en kinderen begeert dan eene per soonlijke lijfrente, ook deze wijze van sparen is mogelijk dan gevoelt men diep welk een rust dit geeft, en hoe dit zorgen voor vrouw en kind en voor den avond des levens een belooning draagt in zich zelf. Sparen enkel om geld te hebben is gie righeid maar sparen, om van anderen onafhankelijk te zijn of in de behoeften der zijnen te kunnen voorzien, is voor treffelijk. Er zijn natuurlijk gefortuneerden die niet behoeven te sparen. Maar over het geheel genomen kan een menschengeslacht geen oabezorgden levensavond genieten, zonder in zijn jeugd te hebben gespaard. Yan bijna alle burgerlijke fortuintjes is sparen de grondslag, en men vergist zich als men meent, dat een gezin wel, maar de geheele maatschappij niet behoeft te sparen, om op het einde des levens van zijn renten, dus zonder arbeid, te kunnen leven. Als alle leden van Patrimonium zich eens voor deze zaak beijverdenals de secretarissen der vereenigingen zich aan melden als agenten bij de maatschappijen, ten einde de pensioneering der werklieden te bevorderen en dan op die wijze tevens de uitkeering te verdienen, welke deze voor den aanbreng van verzekerden betalen zou dan niet reeds alleen daardoor het goede denkbeeld veld winnen, en spoedig de op merking, dat velen ten platten lande met de lijfrente en kapitaalverzekering onbekend zijn, ongegrond blijken? In Engeland is een zeer groot aantal arbeiders verzekerd maar ook dit is niet op eenmaal gegaan daarvoor is veel werks FEUIL L E T ON. 23 JUNI 1596. 1896. (Slot.) Heeft zoo mogen wij vragen de geschiedenis beantwoord aan de schoone verwachtingen die men van het voor drie eeuwen gesloten huwelijk tusschen Neder land en Insnlinde had mogen koesteren Reeds van den beginne aan heeft de com- pagnie in de eerste plaats hare kracht meer in geld verdienen dan in evangeliepre diking gezocht. En na haar verscheiden op het eind der vorige eeuw, heeft de Nederlandsche regeering niet aan evange- liseeren, zelfs niet aan civiliseeren van den Javaan gedacht, alleen aan exploiteeren van het goede volk dat onder Gods Voor zienigheid aan hare zorg was toevertrouwd. De opvolgende ministers van koloniën hebben het werk der Zending óf tegenge werkt óf genegeerd. Alleen de ministers Keuchenins en Macksy twee antirevo lutionairen 1 braken met de goddelooze verrichtwaarom zouden wij dat niet kunnen doen? Er is niets voor noodig dan willen. Maar er zijn twee klassen van menschen die niet sparen kunnen zij die niet genoeg verdienen, en de ouderen van dagen. Ongetwijfeld zijn er personen die, al hebben ze werk, niet genoeg verdienen om ook maar 12Vs cent per week ter zijde te leggen voor hun pensioen. Anderen schijnen genoeg te verdienen, maar worden vaak door schandelijke toe passing van het zoogenaamde truckstelsel uitgezogen, en alzoo belet te sparen voor den ouden dag. Aan dezulken geven wij toe, dat „het niet kan." Wij hebben nimmer beweerd, dat allen, doch alleen dat de meesten, dat zeer velen, als ze willen, ook kunnen. Maar van hen die te weinig verdienen moet het loon worden verhoogd. Het loon moet zóó hoog zijn, dat, mits het bespaard worde, de arbeider als hij versleten is, er nog van kan blijven leven. De Ned. Koloniale politiek. Het weekblad Insulinde klaagde er over dat in onze Staten-Generaal steeds minder Indische specialiteiten zitting verkregen, en vreesde dat dit getal nog zal afnemen. De Standaard gelooft, dat dit ook het geval zal zijn, maar, vraagt het blad, aan wie de schuld „Aan wie anders antwoordt het dan aan de voorstanders van het individualis tische kiesrecht, die elk organisch element uit onze Volksvertegenwoordiging bannen Nooit heeft er een Indische speciali teit als zoodanig in onze Kamer zitting gehad. Wie er zitting kreeg, kreeg er zit ting bij toeval. En geheel de samenstelling ook van de nieuwe Kamer levert niet den minsten waarborg op, dat er een enkel koloniaal, industriëel, militair, of weten schappelijke specialiteit als zoodanig toe behooren zal. Het gevaar waarop Insulinde wijst, ware alleen af te wenden, indien men terugkeerde tot het stelsel van organische vertegenwoor diging en indien krachtens dit stelsel de Universiteiten het recht erlangden, om we tenschappelijke specialiteiten af te vaardi- hen, het corps offioieren, om een zeker aantal leden te benoemen, de Kamers van Koophandel, en straks de Kamers van Ar beid, om een zeker aantal zetels te bezetten en indien op die wijze ook, hetzij door een kolonialen raad, een zeker aantal leden voor de Staten-Generaal konden worden aan gewezen. Thans zit een specialiteit niet als expert, maar als gewoon lid. En vaak zitten er als specialiteiten mannen, die niemand er voor zou hebben aangewezen. Denk slechts aan de medische speciali teiten van weleer, die bij niemand bijzonder medisch crediet hadden." traditie en boden de Zending den zede lijken steun der regeering. Thans evenwel zijn wij weder in het liberale zog teruggekeerd. Een angstig vragen of 't geen kwaad zou doeneen heftig roepen over godsdienstoorlog en der gelijke spokeneen onverschillig schou derophalen op de vraag of Nederland dan geen roeping heeft te vervullen tegenover zijne Indiën. En de liberale pers toongeefster en voorlichtster deed hierin dapper mee. De Middel hurgsche Courant heeft het eens royaal uitgesproken dat 't de beste kolo niale staatkunde is die den Javaan maar op zijn eigen manier laat zalig worden. En hoeveel stroomen gouds zijn daar niet door de Javaantjes, de bruintjes, of hoe men ze kleinachtend noemen wil, der Nederlandsche natie toegevloeid. De meer derheid echter vroeg er niet naar hoe men er aan gekomen was. Slechts een enkele protesteerde. Multatulihet eerst, het meesten het hardst, protesteerde er tegen in vlugschrift en roman dat de Javaan werd uitgezogen. De onlangs overleden staatsman Jules Simon, aan wien Frankrijk veel te danken had, betuigde meer dan eens, dat de zede lijke achteruitgang van zijn land daaraan te wijten was, dat meh den Godsdienst had verlrten. De godsdienst is voor eene natie een bederfwerend zout. Is dit niet een merkwaardig getuigenis en dat uit Frankrijk? Is het niet de bevestiging van des Heeren Woord wie God verlaat heeft smart op smart te vreezen Het zedelijk peil wordt steeds lager in Frankrijk. Spotzucht, wuftheid en zedeloosheid ne men hand over hand toe. Laat het voor andere natiën, inzonderheid voor Nederland een les zijn, om 'de oude paden niet te verlaten. Geref. Kerkbode. De rechtspositie van den bijzonderen onderwijzer. Het Christelijk Schotlblad bevat volgend schrijven „Zwak, uiterst zwak is onze rechtsposi tie. Een enkele beslissing van een school bestuur kan ons een ongevraagd eervol ontslag bezorgen. En dan is daartegen in den regel niets te doen. Hooger beroep bestaat er niet. Allerwreedst is het, dat men jaren lang een onder wijzer gebruiken kan, om hem dan, als hij zijn beste krachten aan de school gegeven heeft, zonder veel omslag aan den dijk te zetten. Dat is bovendien zeer oneerlijk, aangezien een onderwijzer, die in de eerste kracht zijns levens ijverig arbeidt, beslist onder zijn verdienste be loond wordt, maar dan ook zeer zeker recht heeft, dat hij bij het afnemen zijner krachten, in het genot van zijn loon ge laten worde. Het wordt tijd, dat wij op deze zwakke rechtspositie onzer christelijke onderwijzers de aandacht vestigen. Zij brengt een gevaar voor ons onderwijs mede. Zij werkt nadeelig op den lust om zich aan het onderwijs te wijden. Waarom ziet zulk een bestuur bij de benoeming niet wat beter uit de oogen Dan geven bijredenen of aanbevelingen van predikanten soms den doorslag. Straks valt de kennismaking niet mee, maar de verhouding is nog draaglijk. Evenwel de ware samenwerking ontbreekt en van toe wijding of opoffering van de zijde des bestuurs blijkt niet veel. Dus mag het hoofd met ontoereikend personeel werken. Dat mat hem af en werkt weer ongunstig op het onderwys terug. Nu komen er klachten, die de onbehaaglijke verhouding nog ondraaglijker maken. Men zon het hoofd wel willen ontslaan. Het hoofd wordt dat wel gewaar. Toch aarzelt men En Busken Huet voegde er zijn protesten bij. Een enkele maal deed ook Brooshooft zich hooren. Doch liefde voor Kerk en Zending werd van die zijde al evenmin gepleit. Die liefde moest van gereformeerde zijde geboden worden. Wij stellen met blijdschap vast dat vele Christenen aan Zending doen. Wij zullen de kracht en den omvang van sommiger bijdragen niet verkleinen. Van het me,.- rendeel hunner geldt echter dat zij niet genoeg hebben gedaan. Het Nederlandsch Zendinggenootschap komt de eer toe van het meest krachtige initiatief in 't begin onzer eeuw. Zijn ar beid in de Minahasa was rijk gezegend. Thans arbeiden naast en tegenover dit genootschap tal van vereenigingen. Wij zullen niet opsommen wat deze allen op Zendingsgebied alzoo verricht hebben. Doch hoeveel meer konden deze vereenigingen doen wanneer de Christenen haar meer steunden. In vele streken, vooral op Midden-Java) nog. Maar onder zulk een Damocleszwaard te arbeiden, maakt zenuwachtig, gejaagd, gemelijk. Het put uit en het arme slacht offer wordt ten slotte zijn ontslag haast waard. Hebben wij verdicht En zijn er niet evenzeer gevallen, waarin men den onderwijzer aanvankelijk over dreven lof toezwaaide, ook soms om bij re denen, en hem zoo bedierf, en voor latere terechtwijzing onvatbaar maakte, waardoor dan al wederom de verhouding leed. Gelukkig, dat er tal van goede, ja zelfs uitnemende besturen zijn, maar wij hebben genoeg gehoord en gezien om met sommige collega's medelijden te hebben. Het wordt tijd om aan eene onderlinge verzekering tegen dergelijke ongelukken te gaan denken. Jammer slechts, dat de niet-weldenkende besturen dan nog minder schroomvallig in het ontslaan van hunne onderwijzers zouden worden. Het kwaad zou verergeren, als de gevolgen van het kwaad werden weggenomen. Inderdaad, de rechtspositie onzer onder wijzers is geenszins verzekerd. En hoe lief wij de vrijheid hebben en de souvereiniteit in eigen kring niet wiilen aanranden, toch zagen wij gaarne, dat door zekere voorziening het recht van onredelijke bestnren beperkt werd om de rechten der onderwijzers te schenden." In sommige bladen staat een bericht dat aan het (conservatieve) Dagblad van Zuid- Holland en s-Gravenhage uit goede bron is gemeld dat de antir. leden der staten bij de verkiezing van een lid der eerste kamer ernstig denken aan een candidatuur T. A. J. v. Asch v. Wijck; oud-gouverneur van Suriname. Wij kunnnn niet gelooven dat dit „uit goede bron" beteekenen zou dat ook maar een der antirevolutionaire leden in betrek king staat tot het Dagblad. Ook ons was iets van 't gemelde in aan merking komen bekenddoch vonden 't meer bescheiden om er geen melding van te maken, te meer wijl in den regel der gelijke plannetjes, niet voor openbaarheid bestemd, voor nog zeer veie en groote wij zigingen vatbaar zijn. Een honderdjarige kiezer. Te Nederkemert (kiesdistrictZaltbommel) heeft verleden week bij de stemming voor de provinciale staten een kiezer van hon derd jaar nog zijn stemplicht komen ver vullen. Dien man had nu het dubbel stembiljet toegekomen Deze honderdjarige zet honderden der tigjarige kiezers beschaamd. 29 Juni 1896. Bij kon. besluit zijn herbenoemd of be noemd de navolgende gezworenen: voor zien velen reikhalzendjuit naar het woord der prediking en hun bede blijft onverhoord. Het zendingsveld der geref. kerken zoo verklaart ds. Dijkstra in zijn gedachtenis woord toont veel rijpheid voor het Evan gelie, telt duizenden Christenen en roept dringend om arbeiders, maar er is niemand die zich aangordt om derwaarts te gaan. Verleden jaar werd in Nederland in 't geheel ongeveer 4 ton voor de Zending uitgegeven. Nu wonen er in Nederland 2,500.000 protestanten. Dat maakt dus per hoofd zestien cent. Rekenen wij nu an derhalf miljoen protestanten er af, dat zijn de niet-geloovigen, atheïsten of hos gij ze noemen wilt; dan houden wij er nog een miljoen over. Enwatgoven ze dan per hoofd? Veertig cents. En hoe weinige plaatsen in Zeeland too- nen belangstelling. Zie 't Orgaan van het Java Comité, zie de Maandbladen van het Ned. Zendinggenootschap, der Utrechtsche en der Rotterdamsche ZendingBvereeniging, het Mostaardzaad en zoovele andere tijd schriften op 't gebied der Zending in, wat het waterschap Ond-Wolphaartsdijk C. v. Damme, idem de Breede Watering bewes ten Ierseke J. Vereeke, A. Nijssen, J. Oele Hz. en C. Glerum, J. P. Zn., idem Kruiningen J. Wondergem idem Poortvliet C. Hage DZn en J. Bevelander Czn.,idem Groot en Klein Baarzande, c. a. P. B. Geeraertidem Oud-Vosmeer E. J. Ampt: en voor de polders: Nieuw- en St. Joos- land J. de Vogel; Nieuwland J. Verlare SZn.; Zuid-Kraaijert M. B. Slabbekoorn Gouweveer- en Zelke J. Kooyman; Oost Nieuwland P. Koeman; Kruispolder J. A. Pateer; idem Borrenbrood M. P. v. d. Klooster; Vlooswijk J. Wolfert; tot plaatsvervangend dijkgraaf voor den polder Emmanuel C. Cal. Eervol ontslagen op verzoek wegens volbrachten diensttijd en met behoud van recht op pensioen de kapitein der Infan terie bij het leger in Ned. Indië, D. L. N. Vink, geboortig van Colijnsplaat. Als een bewijs van de groote popu lariteit der kilometerboekjes wordt meege deeld, dat gedurende het eerste half jaar van hunne verkrijgbaarstelling, van 1 Dec. 1895 tot 1 Juli 1896, niet minder daa 37,388 stuks voor de drie klassen zijn af gegeven, vertegenwoordigende een bedrag van ruim f 700,000. De aanbeveling voor ontvanger-grif fier van het waterschap Koedekens kerke bestaat uit de heeren J. Risseeuw te 's Gra venpolder, J. van den Dries Pz. te Hein- kenszand en I. D. Fransen van de Putte te Goes. Door de Vereeniging tot bevordering van beeldende kunsten, onder beheer van be- stuurderen der Maatschappij Arti et Amici- tiae te Amsterdam, is een prospectus ver spreid met betrekking tot de premie, dit jaar door de Vereeniging aan haar leden uit te reiken. De premie voor 1896 bestaat nl. in een exemplaar van het plaatwerk over het zoo wijd vermaarde Schilderijen-kabinet van Teyler'e Stichting te Haarlem. Het werk bevat 12 photogravures naar kunstwerken van Oude zoowel als van Moderne Meesters. Opgericht in het jaar 1845, verspreidde de vereeniging tijdens haar bijna 50-jarig bestaan, onder hare leden ongeveer 2100 kunstwerken. Bovendien deed zij 45 gra vures waaronder verschillende etsen vervaardigen, die telken jare als premie zijn uitgereikt. Met recht kan dus gezegd worden dat zij een belangrijk deel heeft gehad in het verspreiden van beeldende kunst hier te lande. Sedert hare oprichting werd alleen voor 'taankoopen van kunstwerken als prijzen der verloting een bedrag van bijna 5 tonnen gouds besteed. Alle aan te koopen en te verloten schilderijen, tee- keningen, etc. i zijn door Nederlandsche meesters vervaardigd, zoo ook de bovenr gemelde gravures en etsen. Van eiken ver zijn de inkomsten schraal, de vaste mede werkers en medewerksters weinige. Dit moet anders worden. Onder den verkleumendcn adem van Neerlands liefdeloosheid dreigt Insulinde te bezwijken. En toch zal eens aan Nederland en aan de Nederlandsche Christenen, op den groo- ten dag der afrekening rekenschap ge vraagd worden, van wat zij tot opbeuring uit den nacht des heidendoms en de macht der zonde voor den armen Javaan hebben gedaan met hoe hoog een rente zij 't hun door hem geleende kapitaal een kapitaal waaraan zijn bloed en zijn zweet kleefde hebben terugbetaald. Moge, geachte lezer! in dien dag de rechtvaardige Rechter u en mij bereid vinden om rekening en verantwoording te doenen achter onze namen geschreven wordenHij (zij) heeft gedaan hetgeen hij (zij) konde. Voorzooveel gij dit aan een van de minste mijner broederen gedaan hebt, hebt' gij 't aan Mij gedaan, zegt de Heiland,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1896 | | pagina 1