rgels.
h
IG Ui
SEN,
NIEÜWSBLAD
VOOR ZEELAND.
kn Meid
:id
•knechts
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
ollectie Ameri-
welke zich
i toon. Volle-
enheid tot af-
nieuwe Orgels
en zie!
DE
Lit B 117,
en,
lflesschen,
|a zen,
openers.
(evraagd,
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Bronnen van ellende.
I)
NE WINSTKANS
ÏLOTEN-COMBINAT1ÜN
Amsterdam. 1000
re combinatie volgens
s P. C. P. Boterhoven
1 msterdamsch Trustee's
1. Maandelijksche stor-
maanden en 38 trek
en bedrag van
•7.465
deelnemer ontvangt
gevallen prijzen en
rigineele loten waarop
den getrokken. Duur
aanden.
ge prospectussen van
23, Amsterdam.
artikelen,
miEÈN, KINDER
EN, PORCELEIN,
r, VAZEN en
TELLEN,
CE ARTIKELEN,die
g azijn geëtaleerd zijn
lede
lVERS, SPOORJUAN-
Ien HARMONICA'S
gelijke en vaste
srkocht.
roleumstellen, 3 pit-
ide raders, zonder
ransen, met daarbij
rden tegen inkoops-
r gebrek aan ruimte,
oote partij BLOKM-
en PALMSTAN-
l. C, GREEP,
icïrijving
|an de heeren DE
in Toïhoek en aan
voor eiken boom-
tteveren ten Kantore
\AR op Dinsdag
Iddags 2 uren.
USWIMEL,
at Goes.
I
IJEN, Segeersweg
|!CHIERE, Poppen-
beginselen, bij
^pui bij Terneuzen.
1 bij de Wed. M.
lege bij Waarde
ilo. 109. 1896.
iDuisifag 16 Iiuu.
fteiufe laarpng.
F.LKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
EN
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Zij die zich met 1 Juli
op ons blad wenschen
te abonneeren, ontvangen de tot
dien datum verschijnende nommers
GRATIS.
De eisch door ons gesteld tot lotsverbe"
tering voor den werkman sluit niet uit de
noodzakelijkheid dat van zijne zijde gewaakt
worde tegen drie vijandige machten in dit
leven, die het op zijnen maatschappelyken
en zedelijken ondergang toeleggen.
Weelde, drank en ontevredenheid zijn
de drie factoren tot verwoesting van zijn
levensgeluk.
En wanneer wij nu in dit verband van
den werkman spreken, dan nemen wij bet
begrip „werkman" zoo ruim mogelijk; dan
begrijpen wij er ook den man onder die
geestesarbeid verricht of zijn brood verdient
als ambtenaar in dienst van staat, gewest
of gemeentd.
Nu zal niemand ontkennen dat de weelde,
de zucht naar standsverhooging in de hoo-
gere maar ook in de lagere kringen der
maatschappij veel kwaads sticht.
Hieraan is zeer zeker de liberale partij,
aan wier heerschappij van een halve eeuw
op zoo menig terrein de natie is gewoon
geraakt, in groote mate schuldig.
Het school- en examenstelsel op door haar
gelegde grondslagen opgetrokken heeft er
niet weinig toe bijgedragen om dien stands-
hoogmoed te voeden schoon wij gaarne
toegeven dat de kiemen dier zonde in elk
menschenhart aanwezig isdat de vonk
slechts behoeft aangeblazen te worden om
in volle vlam op te gaan.
Daarom gaat dan ook de Christelijke
kerk niet vrij uit voorzoover zij er niet
genoegzaam op heeft aangedrongen dat bij
de opvoeding en de beroepskeus met dit
kwaad in eigen hart en dat der kinderen
rekening zou gehouden worden.
Maar al te weinig menschen zijn tevreden
met en in hun stand.
Velen leggen zich nood gedrongen, mok
kend en klagend, of vloekend tegen het
lot, neer bij een toestand dien men niet
veranderen kan of toonen door het tan-
nemen van zekere airs jegens hunne meer
deren hoe zij de positie haten waarim zij
zoo ver staan beneden dezen.
Wij werpen geen steenen op een ander
dewijl wij langs den weg van zelfkennis
in eigen hart meer dan in buurmans hart
dien trek naar het verbodene ontdekten.
Toch behoeven wij er onze oogen niet
voor te sluiten of zwart wit te heeten.
Menige dochter van eenvoudige arbeiders,
sjouwers of opperlieden vergeet de ouder
lijke woning, wanneer zij een goeden dienst
o neen, eene betrekking gevonden heeftof
is in de wolken wanneer haar eerste op
schik haar den naam juffrouw doet ver
werven, de jongeheeren haar vriendelijk
toelonken, en zij eindelijk aan den arm van
haar beminde, o neen met haar beminde
aan den arm over straat gaat, om ten slotte
de vrouw van dien „heer" te worden.
Gelukkig is in den regel een dergelijk
huwelijk niet.
Vooral niet wanneer de echt met kinde
ren gezegend wordt.
De „juffrouw" heeft van de huishouding,
de] „heer" van 't werken weinig verstand.
Twist en nog erger zijn de vruchten en
in de beste gevallen wordt het hart nog
wel eens week als het terugdenkt aan den
ouden haard thuis die wel niet warm was
doch waar haar toch gaarne een plaatsje
g6Wie maar even boven den vierden stand
uitsteekt, laat zijn dochter voor onderwij
zeres, telegrafiste, modiste of apothekeres
leeren, met het gevolg dat ze later, wan
neer ze tot een huwelijk geraken, vaak met
weten hoe ook maar de eenvoudigste pot
moet gekookt worden.
Hadden de ouders niet wijzer gedaan met
fleze dochter eene degelijke oplen mg in
bet huisgezin te geven
En zoo gaat het overal.
De zoon van den timmermansbaas baalt
er den neus voor op om als krullejongen
te beginnen hij moet teekenaar, straks ar
chitect worden.
Heeft een werkman een jongen meteen
vlug verstand, dan is het zonde zoo'n knap
pen jongen een vak te laten leeren. Men
spant er zich voor om hem een heerenvak
te bezorgen klerk of ambtenaar of onder
wijzer of zoo iets waarbij deze knappe
jongen de handen niet behoeft vuil te
maken.
En zoo doet nu ook de onderwijzer op
zijn benrt met zijn zoon. Hij behelpt zich
moeilijk, maakt schuld op schuld om zijn
zoon op de hoogeschool te krijgen of er een
adelborst van te maken. De onderwijzers
zoon moet dokter, de predikantszoon profes
sor worden. Eerst naar 't gymnasium en
straks naar de academie, opdat zij straks
den vaderlijken naam den glans van dok-
terstitel mogen bijzetten.
En nu is hierin op zichzelf geen kwaad
gelegen. Wie 't betalen kan, zonder zijn
huisgezin te kort te doen, heeft gelijk dat
hij zijn kind een goede toekomst tracht te
verzekeren. Wanneer hij bij dat kind maar
niet den indruk voedt als zoude hij nu te
groot voor zijn vader zijn geworden. En
dat, helaaskomt zoo dikwijls voor.
En dan, wie zal ze tellen die arme ver
ongelukte oud-leerlingen onzer hoogere
burgerscholen, die het eind-diploma in den
zak, een dosis geleerdheid in het hoofd
hebben en geen lust of gelegenheid hebben
om eenige betrekking in de maatschappij
te veroveren. Sollicitanten met de vleet
voor de geringste betrekking.
Dat zijn die uit hun stand gerukte jon
gens uit den derden en vierden stand die
o, zoo'n goed figuur zouden gemaakt hebben
onder hunne vakbroeders, waren zij slechts
in hun stand gebleven waren zij maar niet
te trotsch geworden om hun vader niet te
verloochenen in zijn gelapte broek en blauw
boezeroenwiens naam zij zich schamen
te dragen.
En zijn zij eenmaal in het vak van hnn
vader teruggekeerd, dan zijn zij ontevreden
klagen en morren altijd aan o?er hun ge
ringe loon en den langen duur van den
dag eu zij vullen de rangen van zoovelen
die zonder oorzaak roepen om verandering
die te knap zijn om in een werkpak te
loopen enz.
Vroeger zat die trek naar „hooger op"
ook wel in de menschen; maar toen was
de richting der opvoeding gelukkiger. Toen
was de energie grooter om als leurder te
voet begonnen, tot leurder met kar en hond
en verder tot winkeliertje en winkelier, en
eindelijk tot grossier op te klimmen. Of
om als krullejongen begonnen, door ge
trouwheid en ijver tot knecht, tot baas,
tot aannemer te stijgen. Of de nederheid
van de werkmanskiel aan te grijpen als
middel om te komen tot de lakensche jas
van den kleinen rentenier. Men begon
met weinig of niets, en men kwam er door
den zegen Gods zoover mee.
Thans zien wij menig jongmensch die
zijn kennis op de Hoogere Burgerschool
opdeed, als onpractisch en ougeschikt voor
den winkel ter zijde gesteld of eet breke
been blijven in het vak, waarin zijn vader
groot was geworden.
Ook in den landbouwstand begint
deze verbastering der zeden zichtbaar te
worden.
Menige jonge hoer die zijne wijsheid
in landbouwscholen opdeed, lacht met de
ouwerwetsche manieren van zijn vader,
houdt er een plezierpaard met een fijn
rijtuigje °P na en is een getrouw bezoeker
van harddraveryen en andere „leerzame"
feestelijkheden. Zijn zoons gaan naar een
kostschool, de meisjes naar de industrie
school of middelbare meisjesschool, met het
gevolg dat de jongens met een tegenzin in
t boeren bij vader terugkomen en de meisjes
tegen allerlei werk in keuken, keet of
karnkot opzien.
En al deze teleurgestelden helpen de
rijen versterken vau hen die, naar het li
beralistisch systeem, alle verbetering eischen
of verwachten van Vader Staat.
Er is ook bij de inachtneming der standen
eene daad van gehoorzaamheid aan de or
dinantiën Gods betrokken, en er is een
zegen aan verbonden van niet geringe be-
teekenis, een zegen zelfs tot in geslaobten.
Verscheidene familiën in onze provincie,
ten piattelande, zijn levende bewijzen
daarvan.
De stemplicht heeft het Vrijdag afgelegd.
Het kindeke van den heer Harte, met
moeite ter wereld gekomen, door zijn
naaste familie met leedwezen ontvangen,
door een enkele zelfs met een scheef oog
aangezien door vriendelijke buren als
bijv. de heer Viruly, tamelijk verfonfaaid,
geknspen en geknoeid, werd op bet laatst
door zijn eigen vader ter levend-begraving
prijs gegeven doch een andere oom de
heer Bahlmann raapte bet zwakke half
doode wicht op en liet het nogmaals do
rondte doen. Doch dit was het kind zijn
dood. En daar werkten nota bene vier
van de eigen oomes nogal aan mee. Slechts
21 hunner namen het in bescherming en
werden daarinboven hierin gesteund door
twee buren uit de antirevolutionaire
wijk Beelaerts en Van Dedem een
buurman uit het oud-liberale kamp den
heer Bool en door een heel ver af-
wonenden kennis uit de radicale straat
den heer Tijdens.
De eigen oomes die het kindeke wel
wilden adopteeren, warenTravaglino,
Haffmans, Dobbelmann,Van Vlijmen, Harte,
Kolkman, Lambrechts, Vos de Wael, Ver
meulen, Michiels, Smits v. Oyen, v. d.
Berch, de Ras, de Ram, Bahlmann, Mut-
saerts, v. Basten Batenburg, Loeff, v. d. Kun,
Everts en Truijen.
De oomes die het hielpen dooddrukken,
waren Borret, v. Berckel, Schaepman en
d'Anseinbourg.
Het amendefnent Lobman strekkende om
een 2e stem toe te kennen aan de kiezers
van boven de 44, is met 57 tegen 30
stemmen verworpen. Er voor stemden
conservatieve liberalen, Roomsohen en
antirevolutionairen en een liberaal gema
tigd Takkiaan Van Kerkwijk.
De heer Lohman had 't amendement
verdedigd met een beroep op den rijperen
leeftijd, die ook in Rome en in Israel groo
teren invloed bezat, en ter tegemoetko
ming aan veler bezwaren niet de zijne
want hij is vrij van kiezersvrees die
nog tegen deze uitbreiding zijn overge
bleven.
Subsidie aan bijzondere scholen In
Engeland zal eerlang een nieuwe schoolwet
in werking treden, die ons wel tot navol
ging prikkelen mag zegt De Getuige
en het blad zegt dan verder
Volgens de bestaande wet ontvangen daar
alle openbare en bijzondere scholen gelijke
subsidie van het Rijk (dus evenals bij ons).
Maar terwijl onze Rijksubsidie te klein
is, (vooral voor scholen beneden 90 leer
lingen) bedraagt de Engelsche Rijksbijdrage
ongeveer tweederden van alle onderwijs
kosten.
Het ontbrekende derde wordt voor de
openbare scholen door de gemeenten bij
gepast 1 voor de bijzondere scholen door
hare vrienden.
De toestand is daar dus minder onrecht
vaardig dan bij ons, waar de Rijksbijdrage
voor sommige scholeD nog geen vierde be
draagt, en de voorstanders dier scholen
drie vierden moeten bijpassen, en toch
vond de Engelsche wetgever, dat de toe
stand voor de bijzondere scholen nog beter
moest worden.
Of het dus tijd wordt, dat ook bij ons
de rechtsgelijkheid tuschen de openbare
en de bijzondere school een schrede verder
wordt geleid.
Als het rechtsgevoel der modernen maar
niet zoo kreupel was
•X* -X*
De Engelschen, in dienst van de be
ruchte Chartered Company, gaan bij de
vervolging der Matabilen, een Kafferstam
in Zuid-Afrika, dien zij te onderwerpen
hebben, onmenschelijk te werk. De brief
schrijvers onder hen bespreken hunne hel
dendaden, in moorden op groote schaal
bestaande, met eene weerzinwekkende
lichtzinnigheid.
Uit een paar brieven ontleenen wij het
meest belangrijke nieuws. Bijv. De zaken
schrijft er een, dat zijn de gevechten
staan geheel stil; men amuseert zich echter
kostelijkin bet kamp is 't eiken dag
kermis.
Hij deed mee aan een wapenfeit waarbij
200 Matabilen gedood en 300 gewond
werden. Jammer dat de ammunitie opwas,
anders had men er nog wat meer uitgeroeid.
De troep had slechts drie dooden gekregen.
Het is een groote pret zoo gaat deze
schrijver voort op negers te schieten
en ze te zien vallen als kegels. Een van
de troepen heeft van morgen een kranige
schermutseling met hen gehad. Zij doodden
er zoo wat zeventig. Aan onze zijde al
leen een man die een schot door de kuit
kreeg.
Dan vertelt hij van het bijgeloof der
Matabilen. Een hunner toovenaurs had hen
vermaand niet bang te wezen want de
kogels der Engelschen zouden in water
veranderen en hun geen kwaaddoen. Yan
de granaten gelooven zij dat in elke een
blanke zit, die als de granaat springt
op alle Matabilen tegelijk schiet. De Maxim
noemen zij kwa-kwa en honden het
voor een soort duivel; zij zijn er zeer
bang voor.
Nog cynischer luidt het volgende ver
haal
Twee of drie hunner zijn onlangs in de
stad gesnapt en als spionnen doodgeschoten.
Er is groote opgewondenheid om zoo iets
te zien. In menigte gaat men er naar kij
ken. Zij worden tien meters van de schut
ters afgezet en deze (acht of negen man)
blazen tegelijk op hen. Het is een heel
aardig gezicht. Iemand te zien ophangen
is hier een vermaak en vooral vermake
lijk is 't als men erin een gevecht zoo veel
mogelijk neerschiet.
In een volgenden brief schrijft deze
soldaat
Telkens gevechten waarhij een paar
honderd zwarten gedood werden. Zij moe
ten uitgeroeid worden. Dat is de eenige
manier om ze klein te krijgen. Het idee
is nu om van eiken stam de meerderheid
dood te maken, dat zal hem een bittere
les wezen. Gister werd een najar buiten
de stad gevoerd en doodgeschoten, hij was
een spion. De menschen liepen te hoop om
het te zien.
Nog drie werden opgehangen. Touwen
werden aan boomtakken bevestigd en wij
lieten hen in den boom klimmeu en dan
met den strop om den nek naar beneden
springen. Een van de drie wou eerst niet.
De heer Colenbrander zeiKan je Boeloe-
wajo zien De neger zeiJa. Kijk er
dan goed naar, zei de heer Colenbrander,
want je zult het niet weer terugzien. Zoo
deed de neger en zeiGoejen dag mijnheer
Colenbrander en hij sprong van den
tak af. De leukheid van den gladakker
amuseerde mij. Zij hangen nog als een
waarschuwing voor andere spionnen en in
boorlingen.
Een ander schrijftIn een der gevechten
werd een neef van Lobengoela op een heel
grappige manier doodgeschoten. Hij raakte
achter en een blanke liep eensklaps op
hem toe. Ik geef mij over („Ba-ba!") riep
de inlander, maar er wordt hier geen
kwartier aan inlanders gegeven. De soldaat
legde dus aan en schoot hem dood. Er
zal heel wat gevochten en doodgemaakt
worden, maar om 't even, de sport van
op inboorlingen te schieten is juist voor
het klimaat geschikt. Er wordt geschoten
op eiken inlander dien men van spionuage
verdenkt. Zoo hebben wij er al een dertig
doodgeschoten. Laatst ging ilc naar het
doodschieten van een spion kijken. Hij
werd op twaalf pas afstand gezet en negen
man schoot op hem drie door het hoofd,
vier door het lijf, een door een heen en
een miste. Hij viel als een blok zonder
een spier te vertrekken. De spionnen
brengen niets van den oorlog uit en zijn
niets bang voor den dood. Er waren foto
grafen die het doodschieten dat ik zag,
opnamen.
Welk eene vreeselijke koudheid van
dezen schrijver welk een goddelooze
wreedheid van deze vertegenwoordigers
eener Christennatie.
Spanje gaat nog gebukt order de straf
voor de daden zijns zonen in de 16e en
17e eeuw tegenover de Montezuma's en
Guatamozins gepleegd. Welk een toekomst
zal Engeland dan wel tegemoet gaan die
beter weet dan hare zuster, die aan de
spitse staat der Christelijke wereldbescha
ving en niet gelijk het Spanje der 16e eeuw
ter verdediging kan aauvoeren dat men
de feiten naar hunne data moet beoordeelen!
15 Juni '96.
Bij beschikking van den minister van
waterstaat is benoemd tot buitengewoon
opzichter de heer E. Bourdrez te Middel
burg.
Na het afdrukken van bet programma
van bet Vlaamsch Zendingsfeest bij Ter-
neuzen 18 Juni a. s. is er nog eenige
verandering gekomen in de lijst der sprekers.
De lijst is nu aldus vastgesteldds. C.
J. Lammerink te Scheveningen openings
rede, Zendeling J. A. van Balen, ds. N.
de Jonge te Utrecht, ds. W. A. Keers te
Veere, C. Geel, directeur der Marthastich-
ting, ds. A.J.A. Vermeer te'sGravenhage,
F. W. A. Korff zendeling onder Israel te
Amsterdam, ds. J. D. Domela Nieuwenhuis
te Ostende, ds. W. H. Oosten te Middel-
buTg, ds. C. J. Siebenharte Goes slotrede
De z.g. techniek der kieswet, die
een gebeele verandering brengt in de ver
kiezingen, heeft nu voor het grootste deel
haar beslag verkregen.
Goedgekeurd is alzoo
lo. Er zal een dag van verkiezing zijn,
waarop een opgave van candidaten, ge-
teekend door 40 kiezers (minstens 25 jaar
oud) bij den burgemeester kan worden in
geleverd door een of meer onderteekenaars.
De kiesvereenigingen zijn uit het artikel
genomen zoodat alleen een groep of groe
pen van 40 kiezers een opgave kunnen
inleveren.
Dit wordt in het kort genoemdde
candidaatstelling.
2o. Uiterlijk binnen 14 dagen na den
verkiezingsdag heeft de stemming plaats.
Drie dagen vóór den dag der stemming
ontvangt ieder kiezer geen stembiljet maar
een kaart, waarbij hij opgeroepen wordt
om te komen stemmen. Op die kaart staan
de namen der candidaten afgedrukt.
3o. Alleen op de candidaten, die bij den
burgemeester van de hoofdplaats van het
kiesdistrict zijn ingeleverd, mag worden
gestemd.
4o. Op den dag der stemming (van 8
tot 5 uur) gaat de kiezer met zijn kaart
naar bet stembureau, laat aan den voorzitter
de kaart zien, en ontvangt alsdan een
stembiljet. De stembiljetten worden dus
niet meer aan huis bezorgd, en kunnen
ook niet meer aan buis worden ingevuld.
Dat moet aan het stembureau geschieden.
5o. Het stembiljet, dat de kiezer aan
het stembureau ontvangt, bevat aan den
eenen kant de namen van de candidaten.
Den candidaat, dien de kiezer begeert,
teekent hij aan met een kruisje of een
streepje. Heeft bij dat aan één der lesse
naars, in de zaal van het stembureau
aanwezig, verricht, dan kan het stembiljet
in de bus geworpen worden.
6o. Thans worden, gelijk men weet, de
stembussen van alle gemeenten, tot één