NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. Ho: 106. 1896. Dinsdag 9 lam. tiende Jaargang, CHRISTELIJK- *r HISTORISCH VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Loon en Arbeidsduur. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p- f 0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 «ent, iedere regel meer 10 cent. Zij die zich met 1 Juli op ons blad wenschen te abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nommers GRATIS. ui. Willen wij het goed recht op betere regeling van loon en arbeidsduur verstaan, dan dienen wij in het Buitenland ter school te gaan. Daar is het bewijs reeds lang geleverd. Eet algemeen gebruik van den stoom big de nijverheid spaart veel tijd en ar beidskracht uit, zoodat men zou mogen verwachten dat thans minder dan ooit van den tijd en de kracht der arbeiders ge vergd wordt. En toch is 't omgekeerde het geval. De vorderingen in het machi newezen hebben die eischen niet vermin derd, maar verzwaard. Den eisch om vermindering van ar beidstijd, zelfs tot 8 uren, mag dus niemand onredelijk noemen. Sinds lang hecht men dan ook geen geloof meer aan het sprook je dat lage loonen en lange arbeidsduur in 't voordeel van den werkgever zou zijn. In alle landen ziet men in dat Adam Smith reeds in 1776 de zaak zeer juist heeft ingezien toen hij schreef: Verhoog het loon en gij zult de werklieden in kracht en vlijt en bekwaamheid zien vooruitgaan. En wie zich vier dagen in de week hoven zijn krachten inspant, zal in de overige drie dagen traag zijn en op den duur zijn lichaam schade doen. De Engelsohen, van welke natie wij op het gebied van den arbeid nog heel wat leeren kunnen, zijn de eersten geweest om te erkennen dat slecht betaalde arbei ders ook bij langduriger arbeid minder afdoen en dat in weerwil van deze lage re loonen en langeren arbeid de productie kosten er weinig of niet op verminderen. Een voorbeeld biervan gaven in 1847 de katoenspinnergen. Toen de arbeidsduur bij de wet geregeld, aldaar werd ingevoerd, heette het bij de tegenstanders dat het nu wel spoedig met de katoennijverheid gedaan zon zijn. En zie, het aantal weef stoelen en werklieden werd langzamer hand verdubbeld. Eenzelfde ervaring deed men op in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika. Ondanks de in dat reusachtige land van industrie hoog opgevoerde loonen en kor toren arbeidstijd produceert Amerika nu meer dan eenig land der wereld. Vele takken van bedrijf hebben daar zelfs met goed gevolg, ondanks deze schijn bare hinderpalen, de concurrentie op de wereldmarkt bestreden. De productiekosten van geslepen glaswerk ziju nergens zoo laag. De horloges wedij veren met de Duitsche in goedkoopte en stevigheid, in kunst en duurzaamheid, en dat niettegen staande het loon van een werkman in Amerika tweemaal zoo groot is als in Duitschland. In landen waar deze betere loonsrege- lisg enz. niet bestaat, als bijv. in Rus land, Oostenrijk en Italië, is de nijverheid verre ook bij Engeland ten achter. Xn Australië verkeert de arbeid wat loon en duur aangaat, in het gunstigste geval. Daar werkt men zelden langer dan acht Dan volgt Engeland. En sinds daar bij de wet de arbeidstijd op 56i/2 uur per week werd vastgesteld voor sommige vak ken zijn de werkgevers in andere vakken allengs gevolgd. De Staat gaf het goede voorbeeld ook voor den arbeid in de mijnen. En toen aan de regeering werd voorgespiegeld, dat door dezen maatregel de concurrentie niet zou kunnon worden volgehouden, antwoordde deze dat de be weging v°°r minder werkuren en booger i (jjj jn de gebeele wereld zich gelden doet en derhalve de concurrentie door dezen maatregel niet zou lijden. j;n nu is Eet waar dat men geen zelfden maatstaf kan aanleggen voor alle vakken; doch voor de werkgevers, en ia verband met hen voor de Overheid is het eisch van goede zorg voor den arbeid dat zij streven naar een regeling die den arbeider zijn beschikbare kracht in den kortst moge- lijken tijd kan doen aanwenden. Ook in België dezelfde vooruitgang. Vele fabrieken werken acht en minder uren daags en produeeeren niet minder dan bij vroegere voor den arbeid minder aanlok kelijke regelingen. Ook in het aanvangsuur van den arbeid werd door sommige industriëelen een ver andering gebracht. Een werkgever van 400 werklieden de beer Allan zag dat zijne werklieden veel te vroeg op moesten om in tijds op het werk te zijn, daarom liet hij de men- schen, in plaats van te 5 uur, te half 8 des morgens aan het werk gaan. In ver band daarmede verminderde hij bet getal werkuren doch verminderde het loon, met goedvinden zijner arbeiders, op voorwaarde dat hij het te weinig betaalde over zekeren tijd met de rente zou teruggeven, wanneer de proef slaagde. Na 6 maanden verklaarde de heer Allan de proef voor tamelijk geslaagd, gaf het ingekorte loon terug en bracht het loon weder op den ouden voet. Zoo gaat het in Engeland steeds voort. En ook Duitschland, Oostenrijk en Zwit serland beginnen in t,e zien dat 't dien weg op moetdoch met inachtneming van den eisch van elk vak naar zijn aard en van den arbeider naar zijn persoonlijke eigenschappen. En waar ook in ons land door bekende firma's al meer in de richting van dien normalen arbeidsdag gestreefd wordt, en voor beter loon en pensioen voor de ar beiders gezorgd wordt, daar onthonde nie mand hieraan zijne waardeering. En de overheid zie toe dat zij dit streven, waar het kan, in de hand werkt. Met inachtneming evenwel dat de over heid geen wettelij ke regeling oplegt, zonder eerst geraadpleegd te hebben, met die sou- vereine arbeiderskringen, wier organen de Kamers van Arbeid zijn. En zoo lang deze er niet zijn, zoeke zij voeling met de werkliedenvereenigingen of met gecomitteerden nit deze werklieden vereenigingen, opdat zij geen maatregelen neme zonder nauwkeurig onderzoek, zonder behoorlijke kennis van zaken. Dwaze wetten hebben wij genoeg. Prac- tische bepalingen zijn de beste. Ten slotte nog dit. Er is veel waarmede wij instemmen in de navolgende stellingen die de redactie van Boas indertijd heeft toegelicht. „Aangezien elk vak of bedrijf zijn eigen banen beeft en deze zeer niteenloopen, moet uit de arbeidskringen zelf de bepaling van den arbeidsduur opkomen en langs dien organischen weg in het arbeidscon tract worden opgenomen voor elk bedrijf afzonderlijk. De Overheid is derhalve onbevoegd een normalen arbeidsdag te ontwerpen, of aan het arbeidscontract als zoodanig een dwingend gezag toe te kennen. Daar de arbeiders mensehen zijn met zeer verschillend arbeidsvermogen, zal er altijd verschil in arbeidsduur en in loon moeten bestaan. Een uniforme regeling voor allen zon gegrond zijn op de onware gelijkheidstheorie, en voert tot economische onbarmhartigheid. Er moet speelruimte zijn voor aanmoediging en erkenning van ijver en verdienste, en voor toegeeflijk- beid wegens onvolkomenheden en geringer arbeidsvermogen. Bij bepaling van arbeids duur en loon door den arbeid-zelfkan met den arbeider als mensch worden reke ning gehouden bij regeling door de Over heid niet. Bij de laatste wordt de arbeid zuivere koopwaar. Volgens het Christelijk beginsel is het loon voor den arbeid geen uitbetaling voor geleverde koopwaar, maar een voldoend levensonderhoud voor den arbeider. Volgens dit beginsel behoort de loonstandaard naar dat begrip te zijn geregeld, en spreke men liever van een voldoen.' loon dan van een minimum-loon. Alleen het arbeidscontract, en in verband daarmee de Kamers van arbeid, zijn de aangewezen autoriteit, om te bepalen wat als voldoend loon zal gelden, en hoe dien tengevolge de loonstandaard zal moeten worde* bepaald. De Overheid heeft de roeping, om tegen het misbruik dat men van hem als mensch wil maken, den arbeider te beschermen, door wettelijke maatregelen tegen overma- tigen arbeid en onvoldoend loon. Maatrege- lon, door baar te ontleenen aan hetgeen de Kamers van arbeid als geldigen regel voor arbeidsduur en voldoend loon zullen hebben vastgesteld." Het voornaamste incident in de Vrijdag gehouden besprekingen over het Kiesrecht- ontwerp is de klacht van den heer Kuyper, daarin door de heeren Lóhman en Pijnap pel, en ten deele door den minister zelve gesteund, over de onpractische regeling der reclame. Immers den 22 Maart worden, volgens dit ontwerp, de kiezerslijsten voorloopig vastgesteld. Tusschen dien datum en 21 April kan men aanmerkingen maken. Tus schen 21 April en 15 Mei beslist het ge meentebestuur over de verzoekschriften. Den 15 Mei vaststelling der kiezerslijsten. Daarna kan men reclameeren big den kan tonrechter tusschen 23 Mei en 1 Juni. Diens uitspraak kan volgen op 15 Juni dat is na afloop van de verkiezing die immers den len dinsdag in Juni plaats heeft. Na 15 Juni kan men reclameeren hij den Hoogen Kaad die in ieder geval pas in hoogste ressort beslist, wanneer de verkiezing reeds lang vergeten is. Het onrecht dat bierdoor wel die 't niet en niet die 't wel moesten doen mee stem men werd door den heer Kuyper aange toond. .Hij stelde een motie voor, terwijl de heeren Pijnappel en Lohman meenden met een amendement dat verkorting der genoemde termijnen bedoelt, te kunnen volstaan. De motie Kuyper bedoelt schorsing van de debatten te vragen, teneinde den mi nister in de gelegenheid te stellen op dit punt zijn wetsontwerp te verbeteren. Het amendement Pijnappel-Lohman wil de volgende regeling. Reclametijd tusschen 22 Maart en 7 April. Ter visie ligging tot 14 April. Tusschen 14 April en 28 April beslissing gemeentebestuur. Reolame- tijd tusschen 5 Mei en 11 Meienz. zoo dat in plaats van 18 Juni reeds op 27 Mei de uitspraak des rechters kan zijn verkregen. Voorts stellen zij nog een artikel 38bis voor, strekkende om bij verschil van in zicht tusschen het gemeentebestuur en den burgerlij ken rechter omtrent de vastgestel de lijst aan de beslissing van laatstgenoem den de voorkeur te geven. Wij kunnen niet zeggen dat deze wij ziging ons geheel voldoet. Het komt ons voor niet opvoedkundig te zijn van den wetgever om door beper king van den reclametermijn aan de ver kiezingen eene zekere overhaasting te geven. Ook schijnt 't rechts kundig onzuiver dat de beschikking des rechters gaat boven die van 't gemeentebestuur. Het is niet ge- wenscht de wet van te voren te doen vaststellen, dat bij geschil tusschen een gemeentebestuur en den rechter, deze laat ste per se gelijk moet hebben, ook al heeft hij ongelijk. En hierop komt toch eigen lijk het nieuwe artikel 38bis neer. Wij hopen dat er iets beters op gevonden wordt. Immers noch de gemeente, noch de rech ter behoort een uitspraak te doen die on middellijk effect sorteert behoudens een nadere beslissing van den Hoogen Raad. Deze laatste beslissing zou, komende na de verkiezingen, toch niets anders dan mosterd na den maaltijd zijn. Volgens een der Nederlandsche bladen heeft generaal Deykerhoff de ontslagen gouverneur van Atjeh na de begrafenis van luitenant Maarschalk, den eerst-ge- sneuvelden offleier bij de compagne Toekoe Oemar, zelf erkend„Ik heb hoog spel gespeeld en verloren". Een officier beschuldigt hem nogal van het een en ander, in een brief dien de Telegraaf publiek maakt en die als volgt is luidende Oemar was in alles gekend, en bekend met het geheele operatie-plan, dat hij in den beginne evenwel afkeurde. De verrader wilde namelijk dat wjj met de bataljons naar Biloel op zouden rukken en van daaruit naar Anakgaloeng zonden marchee- i'Bn. Ware dit alles gebeurd, dan zouden wfj onherroepelijk in de val geloopen zijn ingesloten tusschen Lamkrak, het gebeigte en de moekims van Dhojan, zouden wij er ons niet door heen hebben kunnen slaan. In den kraton zouden 400 man tot on- middelijke beveiliging en politie achterblijven terwijl het garnizoen te Oleh-leh tot op 20 man verminderd werd. Ge begrijpt, dat alles voor een catastrophe voorbereid was en waarlijkde generaal Deykerhoff zou Djohans aanwijzingen gevolgd hebben indien de overste Van Vliet niet verklaard had de verantwoording voor een uergelijke operatic, waarbij wjj geheel in handen van dien schurk waren, niet te willen dragen en reeds een particnlier telegram naar Ba tavia gereed had om af te zenden, indien de generaal toch Djohan's voorstel volgde. Overste Van Vliet zou zelfs gevraagd hebben maatregelen in het operatie plan op te nemen voor het geval Toekoe Djohan de wapenen tegen ons keerde, wat door hem verwacht werd. Dit alles is natuurlijk eerst naderhand grbleken. Den 28en Maart nog is Djohan in den Kraton geweest en toen reeds adviseerde de wd. ass.-resident Heckler, om hem ge vangen te nemen, maar de generaal had er geen ooren naar. Den 29en Maart vernamen wjj, dat Djohan met al zijn volk, ;.met onze geweren met unze patronen, dollars, rijst en Jopium naar den vijand was overgeloopen wat verder gebeurd is, daarover hebt ge breedvoerige betrouwbare berichten, zoowel officieele als partfculier. Ik bedoel echter betrouwbare, niet a la Deykerhoff, want onze generaal windt er evenmin als op Lombok doekjes om. Hoe het verder moge loopen is nog niet te voorspellenwat wij echter weten is dat die roekelooze dobbelpartij met een bekend ralschen speler ons nu reeds ge kost heeft 250 doeden en gekwetsten, bijna evenveel als de inname van Mataram en Tjakranegara ons gekost hebben. Maar met de inname dier sterke vijande lijke hoofdpositiën was de tegènstand ge broken en de oorlog geëindigd en wit wij in deze weinige dagen doorleefd hebben, is slechts een 'episode uit den Atjeh-oorlog in tijd van vrede. Vat ons vérbaast is, dat noch Van Vlie', noch Heckler, noch een der anderen onder geschikten den moed hebben gehad flink weg de Regéering te waarschuwen. Wel kan men daarop antwoorden, dat de Regee ring vermoedelijk wel op de de hoogte was, maar Thaar handen van uit Nederland gebonden waren. Hee hetj ook zij, het zal Deijkerhoff zeer moeielijk vallen zich voor de Natie, de Re geering e|i het Leger te verantwoorden. 8 Juni '96. Bij de, staatsspoorweg-maatschappij is met ingang jvan 1 Juni 11. benoemd tot sur numerair A. Gaanderse te Zierikzee. Verleend een twejaarig verlof wegens ziekte a>an den lsten luitenant der infan terie in vlndië H. Ermerins en overgeplaatst aldaar b,ij het 10e bataljon infanterie de van detalpheering uit Nederland terugge keerde kf(ipitein A. W. Overman. De /gouverneur vau Suriname, jbr. mr. T. A. ,J. Van Asch van Wijck, beeft in eene pro clamatie, alvorens zijne open bare handelingen in bovengenoomde be trekking te be.sluiten, aan colleges en mi litaire autoritei/ten, ambtenaren, commissies en ingezetenen, zijn welgenieenden dank betuigd voor de medewerking en onder steuning, gedurende zijn bijna vijfjarig be stuur van ben ondervonden. Het was steeds zijn streven den bloei en de welvaart der kolonie en hare inwoners te bevorderen. Kan, wat den grooten landbouw aangaat, op den ingeslagen weg worden voortgegaan, hij verheugt er zich meer bijzonder over, dat onder zijn bestuur de noodige gelden werden toegestaan, om door uitvoering van publieke werken de arbeidende bevolking in staat te stellen zich meer dan tot dus ver, en zonder risico, op den kleinen landbouw toe te leggen. Mocht het hem gegeven zijn in eenig opzicht de belangen der kolonie Suriname verder voor te staan, hij zal de gelegen heid daartoe niet laten voorbijgaan. Met inroeping van Gods onmisbaren ze gen op de kolonie en op het werk van hen, die geroepen zijn hare belangen voor te staan, 'besluit de proclamatie. Bij kon. besluit zijn benoemd tot leden van het bestuur der waterkeering van het calami tense waterschap Oud- en Jong-Breskens J. van Male en J. B. Becu; en verder tot gezworen voor: den Adri- aanpolder H. Roelofden polder Soele- kerke C. Remijnseden Onrnstpolder P. Israel; en tot plaatsvervangend dijkgraaf voor den Nieuwehavenpolder A. E. de Badts. Middelburg. Het polderbestuur van Walcheren geeft kennis dat volgens roos ter op 1 Nov. 1896 moeten aftreden de commissarissen P. Loeff, W. Cevaal, J. H. Snijders, L. Cijsouw, E. J. Dronkers en mr. P. J. van Voorst Vader en dus de gewone verkiezing moet plaats hebben, he nevens ee* verkiezing om den heer Van Voorst Vader tot 1 Nov. a. s. te vervan gen. De stembriefjes kunnen ingeleverd worden te Middelburg aan het Polderhuis Donderdag 18 Juni a., van 113 uur en te Westkapelle Vrijdag 19 Juni van 112 uur. Opening der bussen Zaterdag 20 Juni te 10 uur. Tot directeur der kon. muziekschool te 's Gravenhage is bij kon. besluit be noemd Henri Viotta te Amsterdam. Vlissingen. In de jongste vergade ring van den gemeenteraad is de heer mr J. G. Bisschop als secretaris der gemeente beëedigd. ATJEH. Betreffende de laatste operatiëa op Atjeh ontving het departement van koloniën de volgende telegrammen „Gisteren werd een excursie gedaan in de IV Moekims tot Lam Poesah aan zee. Slechts enkele vijanden. Kleine afdeeling keerde door den bergpas van Glitaroem terug. Twee gewonden." „Colonne in de IV Moekims verbleven, werd gister terugverwacht. Zond een af deeling in Belang Kala die gister afgedaald is tot Lam Badak, waar een colonne nit Lam Tih en de landingsdivisie der marine aanwezig waren. Nergens volk; uit de heuvels vielen enkele schoten. Lepong is getuchtigd." Dat onze troepen op hun marsch door dit gebied, dat nog onlangs als een brand punt van verzet gold, thans weinig vij anden ontmoetten, is wel ee* bewijs, dat ons optreden indruk heeft gemaakt. In de Juni aflevering van het Engel- sche tijdschriftThe Woman at Home," komt van de hand des heeren Arthur Warren een artikel voor over onze jonge koningin Wilhelmina. Het artikel is met niet minder dan vijftien illustraties opgeluisterd, meestal portretten van de koningin op verschillenden leeftijd. Het uitvoerige artikel besluit met de volgende anecdote omtrent de koningin. Op zekeren keer, toen miss Winter, de Eugelsche gouvernante der koningin, haar berispt had over het niet kennen van haar les, teekende zij 's middags op het school-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1896 | | pagina 1