NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT Prof. Dr. Allard Pierson. F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN De rede van den heer Lohuian. Ilo. 105. 1896. ELKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN G. M. KLEMKERK, te Goes EN Zij die zich met I Juli op ons blad wenschen te abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nommers GRATIS. Wij hebben den zetel van den heer Voorst Vader te Middelburg moeten ver spelen. Eene nederlaag waartoe het verheeld waarop wij nauwelijks gere kend hadden. In den heer JBoeije toch hadden wij een candidaat die zeer groote kansen bood terwijl wij meenden van de medewerking aller niet-liberalen zeker te zijn. Toch behoeft de uitslag ons niet tegen te vallen. Middelburg is een onzeker district, waar in de partijen leven bij de gratie der grensbewoners. Een honderd van deze hebben slechts om te slaan en de party die de meerderheid hai in de provincie, komt in de minderheid. Bij le stemming zagen wij het op 10 Mei '96. Bos kwam met 1734 in herstemming met Van Woelderen die 1675 stemmen be kwam, om veertien dagen later door dezen met 1874 tegen 1679 stemmen te worden Wij twijfelen dan ook geen oogenblik of de grensbewoners, die ten vorigen jare stemden voor Voorst Vader en Van Teij- lingen hebben nu, terwijl slechts éen can didaat noodig was, laatstgenoemden can didaat vastgehouden, zoodat onze candidaat beneden het stemmencijfer van eerstge noemde blij ven moest. Zoo daalden wij van 1969 op 1737. Maar dat de liberalen van 1679 in 't vorige jaar nu klimmen konden tot 1862 moet wel gevolg zijn van de omstandigheid dat onder de grensbewoners vele Roomsehen zijn geweest die zich door de vileine tac tiek van de Middelburger om de Room- schen tegen ons op te zetten met een ver- FEUILLETON. IN MEMORIAM. (X)— Dr. Allard Pierson is niet meer. Op 65-jarigen leeftijd is bij verleden week op „de Velhorst" te Laren overleden. Zijn stoffelijk overschot rust reeds in den schoot der aarde, om daar met zoovelen den mor gen der opstanding te verbeiden. Hoewel zijn zon niet is ondergegaan, toen het nog volle dag was, hadden toch velen en we hebben hier voornamelijk de breede schaar zijner vrienden en ver eerders op het oog zijnen levensavond wat aangenamer en langer gewenscht. Im mersscheiden doet altijd pijn. En dan van zulk eene aantrekkelijke persoonlijk heid. Helaas, het mocht niet zoo wezen, Pierson had zijne taak volbracht. Hij was ontegenzeggelijk eene rijk be gaafde en innemende persoonlijkheid, een kloek en standvastig strijder voor de begin selen, welke bem dierbaar en heilig waren geworden, al wist hij ook met de noodige piëteit die van anderen te waardeeren. Dit verklaart voor een groot deel het verschijnsel, dat duizenden van allerlei rang en stand, waaronder velen, wier be ginselen diametraal tegen de zijne over stonden, zich onweerstaanbaar tot hem aan getrokken gevoelden. Al behoort Pierson niet tot dien kring van mannen, die de levensbeschouwing der H. Schrift huldigen, maar integendeel be slist tot de baanbrekers en handhavers der moderne theologie, komt het ons toch niet alleszins ongepast voor, een enkel woord van waardeering aan zijne nagedachtenis te ■wijden. In deze ruwe schets hebben wij dan ook minder den wijsgeer-theoloog, dsn wel den belletrist op het oog, hoewel toegegeven moet worden, dat beiden niet altijd even gemakkelijk van elkander zijn te scheiden. geten stukje uit de Maasbode tegen de Zeeuwlieten verschalken en den candidaat van de Zeeuw in den steek lieten. Een speculatie op het individualisme van minder principiëele naturen slaagt al tijd, vooral wanneer men daar behendig de kerk-quaestie tusschen kan schuiven. En dit is de Middelburger wonder wél gelukt. Haar candidaat is er gekomen, in de eerste plaats doordat de vlag zijner partij was weggemoffeld, en in de tweede plaats door speculatie op kerkelijke hartstocht. Had het beginsel tegenover beginsel ge staan en had de Middelburgsche Courant niet ter elfder ure verdeeldheid weten te zaaien tusschen de „bondgenooten", de uitslag zou een andere geweest zijn. In een eerlijken beginselstrijd legt het liberalisme op Wacheren het af. En dat durft dan nog afgeven op „da moreele waarde der overwinning die de anti-revolutionairen den 14 Mei van het vorig jaar behaalden." Is er immoreeler overwinning mogelijk dan die van jl. Dinsdag Een blad dat de vlag niet durft ont plooien uit vrees voor een nederlaag, en de overwinning koopt met een lasterlijk stukje als dat in de Midd. Crt. van 30 Mei, heeft zich geteekend als een partij blad van het slechtste allooi, en eene partij die zoo hare triumfen viert, heeft als mo reele partij uitgediend, ook al tooit zij zich met den radicalen rok en schettert zij over hare grootheid en vooruitstrevendheid. De verhouding der partyen in de staten is nu: 19 Liberalen, 16 Antirevolutionai ren, 6 Roomschen en 1 bij geen partij aangeslotenezoodat by eendrachtig op treden in de provinciale staten de aan staande keuze voor een lid der eerste kamer niet onzeker schijnt. Zonder ongelukken gaat toch bij de Dit laatste zal, naar we hopen, den lezer in het vervolg nader blijken. Doch ter zake. Den 8en April 1831 te Amsterdam ge boren, viel zijn jeugd samen met de mach tige kerkelijke beweging dier dagen, mid- dellijker wijze door Bilderdijksgeschriften en Da Costa's poëzie zoo niet gewekt dan toch bevestigd, eene beweging, welke men gewoon is met den naam van Réveil te bestempelen. Van nabij leerde hij die geestelijke op wekking kennen in al het verhevene harer eenvoudige schoonheid, in al het vuur harer jeugdige kracht, in hare liefde tot, en op offering voor hare aanhangers, maar ook in de eenzijdigheid waartoe zij door verschil lende oorzaken ontegenzeggelijk moest ver vallen. Het is dan ook volstrekt niet be vreemdend, dat Pierson er steeds met waar deering en sympathie over sprak en meer dan hij misschien zelf vermoedde, op lateren leeftijd den weldadigen invloed er van on dervond. Door dit verschijnsel in de kerk kwam hij in aanraking met de edelste woordvoer ders van het Réveil. En die kennismaking leidde altijd tot welverdiende waardeering, meermalen tot persoonlijke liefde, een enkele maal tevens tot stille vereering. Dit laatste was ook het gevolg van den omgang met Da Costa, den grooten meester, wiens geestelijk portret Pierson met het geoefend kunstenaarsoog con amore heeft geteekend. Meer dar. iemand anders van zijn leeftijd was hem vergund, Da Costa's vertrouweling te worden. Hij leerde den dichter kennen. De machtige stem van dezen was hem in het gemoed gedrongen, de stem, welke hem zoo gevoelvol trachtte te winnen voor zijn Bilderdijk an zijn Bijbel, ja meer nog, zoo innig teeder opriep voor den dienst van zijn God. Is het wonder dat in later jaren die stem bleef natrillen in de ziel en Pierson den dichter „met den eerbied van een discipel eerstvolgende aftreding van den heer Fok ker, voor Zeeland geen „liberaal" meer naar de eerste kamer. De tweede kamer heeft artikel 7 van het kieswetontwerp kiesrecht voor ge meenteraden met 45 tegen 44 stemmen aangenomen. Vooraf was verworpen het conservatieve voorstel de Beaufort door de hh. Lob man en Kuyper krachtig bestreden om dat kiesrecht te beperken. Ook was verworpen het vooruitstrevend amendement Pyttersen dat uitbreiding be doelde. Hier hing het lot van het artikel aan één stem. De antirevolutionairen groep Kuyper stemden tegen het artikel, wijl zij waren voor afzonderlijke regeling. Yoor het amendement de Beaufort stemden: 23 oud-liberalen, 12 Roomschen en de heer Schimmelpenninck. Yoor het amendement Pyttersen stemden 26 Takkiaansche liberalen, 1 radicaal, 7 Antirevolutionairen van de groep Kuyper en de heer Beelaerts. Voor het artikel stemden: 13 oud-libe ralen: Guyot, C. v. Bijlaadt, Conrad, v. Gennep, de Beaufort, jhr de Beaufort, Goekoop, v. Gijn, Yiruly, Rutgers, de Lange, Bastert en Gleichman 8 Tak kiaansche liberalen: v. Kerkwijk, Bon man, Zijlma, Ferf, Meesters, Hennequin, Zijp en Pyttersen 16 Roomschen Smits v. Oyen, Raffmans, Travaglino, Borret, v. d. Kun, v. Vlijmen, Vos de Wael, Harte, Mutsaers, v. Basten Baten burg, Loeff, Everts, Schaepman, d'Ansem- bourg en Truijen 6 antirevoluti onairen van de Lobman-groep: v. Bylandt, v. Dedem, Lohman, A. Mackay, T. Mackay en Van Limburg Stirum en de heeren Pijnappel en Schimmelpenninck. Tegen het artikel stemden21 liberale Takkianen Hartogh, A. Smit, v. Deinse, en de liefde van een kind" altijd gedacht Voor den geestelijken stand opgeleid, werd hij, na zijne studiën te Utrecht te hebben voltooid, in 1854 predikant bij de Evangelische gemeente te Leuvendaarna was hij van '57 tot '65 leeraar bij de Waalsche gemeente te Rotterdam. Vervolgens alsprolessor naar Heidelberg geroepen, bracht hij naderhand eenigen tijd als ambteloos burger te Utrecht door, om van '77 tot '95 als Hoogleeraar in de Aes- thetica en de moderne litteratuur door zijn naam den roem van de Amsterdamsche Universiteit te verhoogen. Sedert een jaar ongeveer zag hij zich door een slepend li chaamslijden genoopt, zijn verdere levens dagen ks lm en rustig in Gelderlands dreven door te brengen, toen de dood hem daar overviel. Een welbesteed, werkzaam leven ligt achter hem. Hij was een dier gelukkigen die den tijd elastisch weten te maken en dat wel meerendeels ten nutte van anderen. Wie dan ook raad en voorlichting behoefde vond bij Pierson een welwillend oor en een deelnemend hart. Ondanks de vele werkzaamheden op al lerlei gebied, welke met het Hoogleeraars- ambt zijn tijd veelal in beslag namen, heeft hij de Nederlandsche Letteren kunnen ver rijken met eene lange reeks van werken, welke zoowel naar inhoud als naar vorm den aestheticus toonen. Behalve vele brochures en artikelen in verschillende tijdschriften, o.a. de Gids, schreef hij Bespiegeling, Gezag en Ervaring, Richting en Leven, eene Levensbeschou wing, altemaal geschriften, waarin Pierson zijne denkbeelden en beschouwingen over den Godsdienst en de Wijsbegeerte uiteen zet en blootlegt. Over sommige dier werken straks een enkel woord. Ook als historicns heeft hij zich doen kennen. Dit kan ons niet bevreemden. De verklaring ligt o. i. voor d# hand. Immers slechts wat waar, natuurlijk en rein is, van 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Roessingh, Schaafsma, Kerdijk, Hesselink, Veegens, Lieftinck, Heldt, Schepel, Pijnac- ker Hordijk, Cremer, Goeman Borgesius, de Kanter, Knijff, Lely, Houwing, Drucker, Rink en Willinge 2 radicalen Gerritsen, Tijdens 6 oud-liberalen Hintzen, Rooijaards, v. Delden, v. Kar- nebeek, Mees en Bool 7 antirevolutio nairen van de groep Kuyper Donner, Lucasse, Seret, Kuyper, v. Alphen, 'tHeoft en Heemskerk 1 antirevolutionair van de Lokman-groep Beelaerts en 6 roomschen v. d. Berch, Dobbelmann, Kolkman, Vermeulen, de Ram en Michiels benevens de heer Staalman. (Pe heeren S'aalman (antir.), Schaep man (R.), Pijnappel (lib.) en Schimmelpen ninck (cons.) behooren tot geen der ge noemde partijen). Nog één achterdeurtje staat nu open De heer Vermeulen heeft namelijk een nieuw artikel, evenals bij de wet op 't personeel, in uitzicht gesteld deze wet treedt pas in werking, wanneer 't gemeente- kiesrecht zal geregeld zijn. Een da capo dat niet ongewenscht en |niet onpractisch schijnt. Wij willen echter niet vooruit- loopen. (Slot). Langzame uitbreiding van het kiesrecht, die rekening hield met de politieke ont wikkeling der maatschappelijke groepen, ware mijns inziens mogelijk geweest. In 1888 is in het nieuwe kiezerspersoneel dat gedeelte van de natie opgenomen, dat door haar kracktigen en heldhaftigen strijd voor de school, vooral door het bouwen, oprichten en onderhouden daarvan, met do daad ge toond heeft die politieke ontwikkeling ver kregen te hebben, die men niet krijgt door lezen, vergaderen en oreeren, maar die men krijgt door persoonlijke deelneming aan de publieke zaak. Tot dusverre ik slechts dat is schoon. Daarenboven, de ware historicus, zegt Pierson zelf, is romanschrij ver en criticus, hij is dramaticus en wijs geer tegelijk. Als deze uitspraak aanvaard kan worden en wie kan ze in goeden gemoede wra kenis men dan zoozeer bezijden de waar heid, als men evenzeer het omgekeerde van de stelling aanvaardt en handhaaft? Wij gelooven het niet. Met den geschiedschrij ver bij uitnemendheid en evenknie van Ranke, Lord Maeaulay, wiens schoonste Essays Pierson in keurig Hollandsch heeft overgezet, was ook hij van meening, dat „een groot historicus in de aristocratie der geesten de eerste plaats inneemt." In hoever Pierson er in geslaagd is, die „eerste plaats" te bezetten, staat niet aan ons te beoordeelen. Wij vermelden slechts het feit en noe men als zijne historische werken behalve Herinneringen uit Pruisens Geschiedenis, zijne studiën over Calvijn en de „Geschie denis van het Roomsck-Katholicisme tot op het concilie van Trente". Zijn hoofd werk „Geestelijke Vooronders" liet hij on voltooid achter. De meest bekende werken zijner hand zijn voorzeker „Een pastorie in den Vreemde", later tot „Intimis" verwerkt, waarin hij schetsen en beelden geeft uit zijne pastorale werkzaamheid te Leuven, en zijn „Adriaan de Mérival" bevattende „Scenes of clerical life" voornamelijk tij dens zijne kerkelijke bediening te Rotter dam. In de eerste dezer werken biedt hij aan „de getrouwe en ware beschrijving van eenige levenstoestanden, levensbeelden en levensindrukken, door den schrijver aanschouwd en ondervonden, gedurende den tijd, dat hij zich bewoog in een werk kring, die in vele opzichten iets exceptio neels had". Toen klonk zijne verzuchting: „ach, dat ik een roman had kunnen schrijven, voor een goede roman heb ik den grootsten eerbied en de diepste Ijewondering". wensch hier openlijk mijn gevoelen te zeggen blijkt, van die politieke ont wikkeling in vele arbeiderskringen nog weinig. Individueel genomen, zijn stellig de arbeiders mot evenvoel deugden en ook met evenveel ondeugden beliebt, als de kringen, die thans reeds het kiesrecht be zitten. Maar vergeleken vooral met wat de arbeiders in Engeland zijn, komt het mij voor, dat die kringen nog weinig door drongen zijn van het besef, dat zij zich zeiven moeten organiseeren on tot groepen zich moeten vereenigen, niet om dan te krachtiger hulp te vragen aan den Staat ter voorziening in hunne maatschappelijke behoeften daarvoor is de Staat niet maar om, als het noodig is, den arm van den Staat in te roepen ter wegneming van onrechtvaardige toestanden. Evenals in Engeland had eene betere organisatie van de standen moeten vooraf gaan, en dan zou men aan die arbeiders en bloc de bevoegdheid hebben kunnen geven een zeker aantal afgevaardigden tel zenden naar de Kamer ten einde die groepen' invloed te geven zonder de overheersching van alle groepen door één mogelijk te maken. Maar van dat alles is nimmer sprake geweest. De Regeering in al hare stukken en de bladen in al hare rrtikelen weten van niets anders dan van een recht van den kiezer. De vraag hoe men de meeste waarborgen krijgt voor een goed en rechtvaardig be stuur eene eenvoudige vraag die toch bij elke andere instelling op den voor grond treedt wordt zelts niet aangeroerd. En de arbeiders, wel verre van zich te organiseeren en hunne eigene zaken in eigen handen te nemen, groepeeren zich ter wille van hun persoonlijk belang tot politieke clubs, waarin men liefst alleen zich zeiven hoort en zorgvuldig uitsluit degenen die niet meegaan met de algemeene opinie. Zij zeiven maken zich op die wijze schuldig aan datgeen wat zij anderen ver- Slechts een tiental jaren later het was in '66 en zijn vurige wensch werd ver vuld. Zijn „Adriaan de Merival" heeft hij zelf bij het letterkundig publiek als „roman" mogen inleiden. Pierson wasroman- schrijver vóór en zonder hij het vermoedde. En nu iets over den vorm zijner ge dachten zijn stijl. Zijn proza is ontegenzeggelijk proza van de beste soort. Men geniet reeds bij den eersten volzin en dit genot wordt onder het lezen in geenen deele minder. Zel den zal men een bladzijde, ja zelfs een volzin lezen zonder het verlangen, om het gelezene te herhalen wordt dan ook aan dit verlangen voldaan, tien tegen een, of men ontdekt nieuwe schoonheden van détail. Van Maeaulay wordt gezegd, dat hij eiken volzin zóó lang bewerkte, tot deze in zijn oog onberispelijk werd. Een dergelijk vereerend getuigschrift van zooveel mogelij k vorm met wezen in overeenstemming te brengen, kan ook in goeden gemoede aan Pierson worden uit gereikt. Ook bij hem is steeds de schoone d. i. ware gedachte althans voor zoo ver de mensch objectief waar kan zijn in eenen schoonen d. i. natuurlijken vorm gegoten. Daarbij had liij dit op velen voor, dat hij geenszins behoefde te vijlen en te po lijsten, om zulk een effectte bekomen hij was meester van den vorm door ge lukkigen aanleg en volhardende oefening. Hij was er in geslaagd een eigen „paard" meesterlijk te dresseeren het ros bewoog zich voortaan gedwee naar 's meesters wil. Zijn proza is zooals Geel het kon ver langen, een proza, bij welks bewerking de eehte poëzie zelve slechts werd gebaat. Uiterst fijn, treffend, sober en sierlijk is zijn stijl en toch als kenmerk van het ware, eenvoudig en vooral natuurlijk. Ook in dit opzicht betoont hij zich in zijne geschriften Hooglecraar in de Aesthetica. Z. D. de R. Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1896 | | pagina 1