Oud Nieuws uit de Tweede
Kamer,
lil.
KibKkNiritl WS.
SCHOOLNIEUWS.
- RECHTSZAKEN.
GEMENGDE BERICHTEN.
De bespreking over de Statutenwijziging
ordt voortgezet.
Zaandam vraagt Kan wie principiëele
bezwaren heeft tegen de art. 912 van
het Sociaal Program, wijl ze zijns inziens
voeren tot Staats-sociaiisme, lid van Patri
monium zijn?
De aanneming van dit voorstel ontraadt
Ds. Talma ten sterkste. Wat is Staats
socialisme? Daarover zijn de meeningen
verdeeld. Daargelaten de vraag of de
formuleering der vraag juist is, het voorstel
Zaandam is onaannemelijk. Op die vraag
ja te zeggen, zou velen buiten „Patrimonium"
zetten. Ook den spreker, die bezwaar
heeft tegen de aitikelen 912 van het
Sociaal Program. In dat program spreekt
een Duitsche geest, en spreker deelt de
Engelsche opvatting. In Duitschland heeft
men wat wij in artt. 912 verkregen,
maar de arbeider is er niet vrij. Men kan
er geen discussie houden, zooals wij gister
hielden het volk is en blijft er knechtelijk.
Maar dat wil spreker niet. Zooals in
Engeland moet de arbeider zelfstandig op
eigen beenen staan. Daartoe den arbeider
op te voeden is de hooge roeping van
Patrimonium. Dat kan menschen kosten,
maar dat is niemendal. Want als mende
menschen behoudt, die met Patrimonium
dat opvoedingswerk niet willen, dan zal
het Verbond sterven en niet leven
De heer Jb. van Oversteeg is het niet
in alle opzichten met ds. Talma eens. Ds.
Talma zegt dat .art. 10 van het Sociaal
program Staats-socialistisch iszoo dat
waar zou zijn, dan moest art. 10 eruit.
Thans gaat het niet nu daarover te debat-
teeren; spreker stelt daarom voor deze
quaestie op de volgende jaarvergadering
ter sprake te brengen, dan zullen de par
tijenwei gewapend tegen elkander overstaan.
De heer Kater meent, dat men voorzich
tig zijn moet bij de beoordeeling van de
Engelsche „Trade Unions," die slechts met
behulp der regeering wat van beteekenis
werden, doch voor het grootste deel in
socialisme verliepen.
De heer de Vries uit Zaandam het voorstel
toelichtend zegt dat de quaestie maar moet
uitgemaakt. Wie 't met genoemde artikelen
niet eens is die moet er maar uit.
Ds. Talma waarschuwt nog eens dat men
noch de Duitsche, noch de Engelsche stroo
ming buiten sluite. De afdeelingen zijn
nog niet zoo sociaal ontwikkeld, dat men
de leden persoonlijk zou mogen binden aan
de artikelen van het sociaal program. Men
erkent in Duitschland nu reeds dat men
door den staat wordt doodgedruktmen
zij dus voorzichtig.
Zaandam trekt hierop haar voorstel in.
In de namiddag vergadering wordt het
navolgende telegram voorgelezen „Hare
Majesteit de Koningin Regentes draagt
mij op u allen haar dank te betuigen voor
de hulde aan Hare Majesteiten."
Het voorstel Kampen dat Patrimonium
in afwachting van het initiatief der over
heid, vast beginne in samenwerking met
Boas een Pensioenfonds, enz. te stichten,
werd ingetrokken, dewijl bleek dat niet
alle afdeelingen de daartoe noodza
kelijke contributiën van den werkman zou
den kunnen heffen.
Voorts werd adbaesie betuigd aan de
motie van „Boaz" afd. Amsterdam in zake
Pensioenregeling. Daarna werd besproken
de verhouding van Patrimonium tot vak
organisatie.
IJlst vraagt of de vakvereenigingen zich
moeten samenstellen in korps of werken
moeten op confederatieve wijze.
Ds. Talma betoogde met nadruk de
noodzakelijkheid der vakorganisatie, al zou
deze slechts hebben te strekken tot mid
del van weerbaarheid voor den werkmans
stand. Het ideaal zou zyn dat alle werk
lieden van een en hetzelfde ambacht in
ééne vakvereeniging vereenigd waren. Maar
er is een klove tusschen de arbeiders ont
staan die slechts in een verre toekomst
zou kunnen worden overbrugd.
Indien Patrimonium zich thans in de
vakvereenigingen begaf zouden er zeer
zeker onder zyn leden zyn die hun stand
punt in die vereenigingen zouden hand
haven doch velen ook zouden overmees
terd worden door de socialistische stroo
ming. Daarom beveelt spr. aan de stich
ting van afzonderlijke vakvereenigingen
van chr. werklieden en een federatie onder
alle bestaande vakvereenigingen van dezen
aard dat de besturen tot colleges zouden
worden vereenigd. Door dr. Kuyper is
aanbevolen de stichting van vakcorpsen
naast de vakvereenigingen, d. w. z. de
Socialistische, Roomsche en Protestantschi
werklieden zouden in afzonderlijke vereeni
gingen en daarnaast inalgemeene vakcorp
sen verzameld worpen. Dit acht spr. ge
vaarlek wijl hij vreest dat de chr. vak
vereeniging zou lijden onder de eischen
dier korpsen.
Er zou niets verloren zyn indien de af
deelingen van Patrimonium gingen kwijnen
ten voordeele der Chr. vakvereenigingen
maar alles zou verloren gaan indien de chr.
vereenigingen in de schaduw geraakten door
het bestaan van gemengde vakkorpsen.
Drie vereenigingen is den arbeider te veel.
Echter by het tot stand komen eener fe
deratie der besturen, zouden uit elke ver-
eeniging de kopstukken bij elkaar komen
en (fus"het gevaar van overmeesteren niet
bestaan.
De heer v. Oversteeg vreest daarvoor
niet, mits vastgesteld zy dat in die ver-
eeniging slechts vakmannen die het valle
loon genieten worden toegelaten en in de
vergaderingen slechts vakmannen mogen
spreken. Zij toch die met het woord de
Our. werklieden zouden kunnen over
vleugelen, zyn geen werklieden in den zin
van vakmannen.
Spr. is dus voor gemengde vakver
eenigingen met Soc., R. en Prot. werklieden.
Ds. Talma verwierp de bewering van
v. O. dat onder de meest invloed oefenende
Socialisten geen vakmannen zouden zijn
en verdedigde de federatie die wanneer zy
genoeg kracht ontwikkelt en dientenge
volge genoeg voordeelen biedt ook de
socialisten ten slotte bereid zou vinden
daarin te deelen. Indien slechts eenmaal
op een succes der federatie gewezen zal
kannen worden, zal hare zaak gewonnen
zijn. T-itdien tijd zal men tegen stroom
op moeten doch dat zal de krachten der
Patrimonium-mannen stalen.
Een beslissing werd niet genomen.
Na een krachtig slotwoord van den
voorzitter cn dankzegging ging de ver
gadering uiteen.
De heer Kuyper, die bij de behandeling
der wet Tak geen lid was, heeft een en
ander gesproken dat zoo den indruk van
nieuw nieuws maakte, dat schrijvers van
Kamer-overzichten zich met verbazing
hebben afgevraagd hoe de spreker daar
mede voor den dag dorst komen. Adres aan
het Handelsblad.
Hierin is niets vreemdsevenmin in
het feit dat van antirevolutionaire stand
punt, als door dr. Kuyper is geschied, zijn
rede met ingenomenheid begroet is.
Alvorens een overzicht te geven van,
het in de zitting van gister behandelde
waarin onder anderen de heer Lohman,
voor wat de kiesrechtcitbreiding betreft,
een zeer practisch woord sprak, citeeren
wij een en ander uit de rede van den
afgevaardigde uit Sliedrecht.
„Ook de kleine fractie dezer Kamer, waar
toe ik het mij een eer reken te behooren,
wenscht de stelling die zij tegenover dit
wetsontwerp, meent te moeten innemen,
kortelyk te preciseeren. Ik wensch dit
namens haar te doen, door achtereenvol
gens aan te leggen tweeërlei onderschei
den maatstaf. In de eerste plaats te vra
gen, wat door onze houding zou voort
vloeien uit ons beginsel in absoluten zin
genomen en in de tweede plaats, welke
de positie is, die wij moeten innemen on
der de vigueur van het bestaande art. 80
der Grondwet.
Konden wij uitsluitend op ons beginsel
letten, dan moest, krachtens den eisch
van dat beginsel, elke poging om dit ont
werp aannemelijk te maken, beslist door
ons worden afgewezen, omdat in dit ont
werp, zoomin als in het vorige, ook maar
iets voorkomt, dat ons beginsel tot zijn
volle recht doet komen. Het zij mij, om
dit duidelijk te maken, vergund, dat be
ginsel zelf, waardoor het geding voor ons
wordt bebeerscht, kortelijk, en dan liefst
antithesisch, aan te duiden.
Dat beginsel vloeit rechtstreeks voort uit
het staatsbegrip dat wij, in tegenstelling
met anderen, belijden. Al meer wint na
melijk de voorstelling veld, alsof men in
den Staat hadde te zien een besloten ge
heel, eeue zelfgenoegzame, in zich zelf
absolute gemeenschap, die, aan geen hoo-
gere ordening onderworpen, schier physio-
logisch uit zich zelf procreëert, zoowel het
hoofd waardoor het, als eenheid, tot be
wustzijn komt, als de verdere organen,
waardoor het zijne functiën uitoefent. Wel
nu, wanneer men dat staatsbegrip aanneemt
en by die voorstelling zich neerlegt, dan
volgt daaruit voor het begrip van de
Volksvertegenwoordiging, rechtstreeks, dat j
deze nooit anders zijn kan dan een door
den Staat, geheel naar eigen inzicht, in
overeenstemming met het historisch moment, 1
uit zich zelf gecreëerd orgaan, waarvan
de functie is, om het algemeen belang van
den Staat te dienen en te bevorderen.
Met dat staatsbegrip nu kunnen wij niet
medegaan. Wij kunnen ons niet neder- I
leggen by eene opvatting van den Staat,
dat de Staat op zish zelve kan worden ge
nomen, maar achten ook hier te moeten
opkomen voor het recht van Hem, in wien
de bron van alle recht is. Men ver wij te ons
deswege niet, dat wij daardoor godsdienst,
en staatkunde vermengen. Wanneer het
begrip van rechtvaardigheid reeds eischt
dat wy ook onder menschen aan eenieder
zyn reeht moeten gunnen en de rechten,
die zij hebben moeten eerbiedigen, volgt
daaruit dan niet nog in veel verderen zin,
dat ieder die gelooft aan den levenden
God, ook het recht van dien God heeft te
eerbiedigen? Dientengevolge heeft, naar
onze overtuiging, de Staat, ook bij zijne
verdeeling in volk en overheid, geen recht
om uit zichzelve, naar eigen goedvinden, te
bestaan en zich te ordenen, maar vloeit zoo
wel voor volk als voor overheid het ge
zag, waarover men te beschikken heeft en
het'recht dat men te verweren heeft, af
uit die hoogere bron.
Hierdoor nu komen wy niet tot de
eenheid der mystieke gemeenschap, niet
tot de eenheid van het staatswezen, maar
tot de tweeheid van volk en overheid,
onder God. Die overheid is, altoos naar
onze overtuiging, niet gegroeid uit het
volk, maar op dat volk door God, als ik
mij zoo mag uitdrukken, opgezet, en be
kleed met het vereischte gezag, om dat
volk in Zyn naam te regeeren. Maar aan
den anderen kant is ook dat volk zelf
in zijne verschillende kringen, geledingen
en groepeeringen door dienzelfden God
bekleed met andere rechten, die van ge- I
lijken oorsprong zyn, en in zooverre even
heilig karakter dragen als de rechten der
overheid. Er is, zoo men wil, tweeërlei
soevereiniteit, zoowel in allerlei eigen
volkskring, als in de overheid maar geen
van beide zyn oorspronkelijk, ze zijn niet
uit zich zelf opgekomenneon, beide zyn
zoowel op het volk als op de overheid
nedergedaald en gelegd door Hem, die
alleen de souvereiniteit uit zich zeli bazit.
Daaruit nu volgt van zelf ook voor
onze denkbeelden over de Volkstegen-
woordiging een geheel ander uitgangspunt.
Zijn door God in het volk inherente
rechten gelegd, die het als zoodanig niet
van de overheid ontvangen heelt, maar
van iienzelfden God van Wien ook de
overheid haar gezag en hare rechten ont
ving, dan wordt daaruit ook voor dat
volk, zoodra het tot hooger bewustzijn
ontwaakt, de plicht geboren, dat het voor
de hem toebetrouwde rechten wake.
Immers, zoolang de historische toestand
van een volk nog van dien aard is, dat
het nog geen vrije ontwikkeling kent, en
dus nog tot geen public life gekomeu is,
dan spreekt vanzelf dat zulk een volk zijne
rechten nog niet beseft, en dat de over
heid haar gezag over dat volk zonder
tegenwicht uitstrekt. Is daarentegen zulk
een volk gekomen tot zulk een stadium
van ontwikkeling, dat het public spirit
opwaakt, dan begint het ook zelf zijne
rechten in de verschillende kringen, van
het huisgezin, van het samenleven, en later
ook van wetenschap en kunst, als anders
zins, te beseffen, en gevoelt het, bij te
sterke overheidsbemoeiing, behoefte, om
die rechten zelfstandig te verwerven. Hier
door ontstaat dan allengs geleidelijk de
noodzakelijkheid, om aan die rechten een
gemeenschappelijk orgaan te verschaffen,
waardoor het volk bij de overheid en
desnoods tegenover de overheid ook zoor
zijne van God ontvangen rechten kan op
komen. Niet natuurlijk elk burger voor
zijn particulier recht, want zijne particu
liere rechten verweert men bij den rech
ter maar ter verdediging vsn die gelijk
soortige en gemeenschappelijke rechten, die
inherent aan de verschillende kringen van
het volk zijn. De organisatie hiervoor kan
intusschen bet volk zich niet zelf scheppen.
Het moet, die ontvangen van de overheid,
want op zich zelf vindt het volk alleen
in de overheid de uitdrukking van zijne
eenheid, en berust bij de overheid de ar
chitectonische macht. Doch heeft het ook
eenmaal door de overheid zulk eene orga
nisatie ontvangen, dan strekt die organisa
tie om by de overheid 's volks rechten
te verweren. Ziedaar in het kort 1 et
standpunt, waarop wij ons plaatsen krach
tens onze overtuiging, dat het recht ook
des volks, niet is uit de overheid, maar
uit God.
Daaruit vloeit dus vanzelf voort, dat wy
principieel gekant zijn tegen het beginsel
van volkssouvereinitètt. Niet tegen ae fei
telijke mogelijkheid, dat de souvereiniteit
bij eenig volk door God op het volk zelf
worde gelegd maar tegen het principe
van volkssouvereiniteit, d. i. tegen den
waan, alsof het volk, inherent in zich
zelf, en als zoodanig, en dus aan alle plaat
sen, de souvereiniteit in zich kan dragen.
Evenzoo zijn wij gekant tegen het be
ginsel van algemeen stemrecht. Wederom
niet tegen de mogelijkheid, dat in eenig
land ten slotte dc burgers allen het stem
recht zouden erlangen; maar tegen het
beginsel van algemeen stemrecht als zoo
danig, alsof de geboren burger den kies
rechtscepter mede ter wereld bracht.
En evenzop staan wy ten derde gekant
tegen het beginsel, alsof in eene monarchie
bij de Volksvertegenwoordiging zoude be
rusten de regeermacht.
De regeermacht is uit haar aard een
overheidsmacht, die, waar eene Kroon is,
bij de Kroon behoort; en tegenover die
macht heeft de Volksvertegenwoordi
ging slechts te verweren de rechten, die
in den schoot van het volk als zoodanig
berusten.
Met het oog op dit verschil in inzicht
gaven we dan ook zekere formuleering aan
onze denkbeelden, om daardoor aan die
denkbeelden gereeder ingang te verschatten.
In dien zin spreken wij van huismans
kiesrecht, niet exclusief genomen, alsof
alleen aan de huislieden het kiesrecht
mocht worden toegekend, maar om daar
mede op den voorgrond te plaatsen dien
kring iu het volksleven, die de meest
natuurlijke stabiliteit in zich zei ven heeft,
en waar het geheele volk uit is opgegroeid
den kring, dien men in de eerste plaats
erkent als te hebben een inherent recht
niet ontleend aan de overheid, en dat elk
hoofd des gezins desnoods tegenover die over
heid moet weten te verdedigen.
Evenzoo bestrijden wij het individueel
kiesrecht, door er het sociale kiesrecht
tegenover te plaatsen. En zoo ook spreken
wij in de derde plaats van het organische
kiesrecht, opdat de beginselen en de be
langen bei ie tot hun recht komen. Ook
dit laatste is van gewicht. Of hebben
wij er niet jarenlang de wrange jraohlen
van geplukt toen in den schoolstrijd de
quaestie van het beginsel derwijze in onze
geheele politiek primeerde en die beheersch-
te, dat tol van groote belangen daardoor
niet tot hun recht konden komen En
zien wij niet omgekeerd hoe thans de sociale
be'angen zoo overwegend worden, dat de
band der beginselen, die goede partijen
moet samenhouden, al meer uit het «og
wordt verloren
20 Mei 1896.
Bij kon. besluit is benoemd tot burge
meester van Biggekerke, L. Simonse.
üp het 18 Juni a.s. onder de gemeente
Ter Neuzen te houden VTaamsch Zen-
dingsfeest zullen de volgende sprekers op
treden zendeling S. A. van Balen van
Windessi, (N.-Guinea,) C. Geel van Alfen
aan den Rijn, ds. W. H. Oosten van Mid
delburg, ds. J. van Andel van Gorinchem,
ds.W. A. Keers van Veere, ds. A. J. A. Ver
meer vaii 's Gravenhage en ds. N. de Jonge
van Utrecht.
Het gesticht „Veldw'ik". Het cen-
traal-besfuur van de Vereeniging tot christe
lijke verzorging van krankzinnigen en
zenuwlij Iers in Nederland is voornemens
het gesticht Veldwijk onder de gemeente
Ermelo uit te breiden voor bijbouwing
van drie paviljoenen, als een voor 16
halfrustige mannen 2e klasse, een voor 16
halfrustige vrouwen 2e klasse, een voor 40
rustige vrouwen 3e klasse.
Het is heden 20 jaar geleden, dat
mr. G. Groen van Prinsterer, de bekende
anti-revolutionairen staatsman, te 's Gra
venhage overleden is.
Bij testamentaire beschikking vermaakte
hij aan het Rijksarchief eene verzameling
brieven en stukken in genummerde poitj-
feuilles, inhoudende zyn eigen politieke
correspondentie, onder voorbehoud nochtans,
dat eerst 20 jaarna zijn overlijdendus
nu de verzameling algemeen toeganke
lijk zou zijn en dat de inzage of uitgave
(die de testateur overigens, althans ge
deeltelijk, nuttig achtte) niet zonder goed
keuring der executeuren zou geschieden.
Velen zullen o; getwijfeld met ongeduld
den dag verbeiden, waarin bedoelde „brieven
en stukken", gedrukt, en algemeen ver
krijgbaar worden gesteld. Nederlander.
Beroepen te Schore dhr. L. J. Wesseldijk
caud. te Velzen; te Dreischor dhr. J.
J. Homburg cand. te Middelburg.
Aangenomen naar Aalten door ds. W".
C. Mense te Westkapelle.
Benoemd tot onderwijzeres aan de o. 1. s.
te Veere mej. F. .T. Bourdrez te Wilhel-
minadorp.
Mej. B. van Luijk te Sint-Annaland,
oud-leerlinge der Rijksnormaallessen te
Tholen, is benoemd tot onderwijzeres te
Krimpen aan de Lek.
Mej. J. M. Scheele te Goes is be
noemd tot onderwijzeres aan de o. 1. school
A te Biervliet.
Arrondissement!-Rechtbank te Middelburg.
Gisteren, Dinsdag zyn veroordeeld wegens
diefstalJ. v. d. B., 39 j., en A. v. d.
B., 16 j., schippers, Wemeldinge, thans te
Middelburg in hechtenis, de le tot 4 m. en
de 2e tot 2 m. gev. straf, met mindering
van deh door hen in verzekerde bewaring
doorgebrachten tijd, en L. F., 12 j., zonder
beroep, Oostkapelle, tot 4 ra. gev. straf,
en D. B., 14 j., zonder beroep, Arnemuiden,
tot f3 b. s. 3 d. h.
mishandelingC. G., 20 j., Axel, en J.
G. H., 21 j., Zaamslag, werklieden, ieder
tot 14 d. gev. straf;
beleediging van een ambtenaarG. R.,
51 j., veldarbeider, Veere, tot 7 d. gev. straf;
desertie P. J. D, 41 j., stoker, Vlissingen,
tot 14 d. gev. straf.
Allen in de kosten.
ontslagen van rechtsvervolging A. \V.,
22 j. boerenknecht Zoutelande beklaagd
van beschadiging.
Vrijgesproken: D. F. D., 20 j. werkman
Axel, beklaagd van mishandeling en P. F.,
34 j. landbouwersknecht Meliskerke be
klaagd van overtreding der jachtwet, met
bevestiging van een te dier zake uitge
sproken vrijsprekend vonnis van het kan
tongerecht le Middelburg waarvan was
geappelleerd.
Middelburg. De politie alhier heeft
procesverbaal opgemaakt tegen een 13
jarigen knaap, die op de buitenplaats „Vij-
vervreu^d" van den heer mr. Van der Lek
de Clercq op den Koudekerkschen weg,
verschillende zilveren- en gouden voor
werpen moet hebben ontvreemd. VI. Crt.
Schoondijke. Benoemd met ingang
van 1 Juni e. k., op een jaarwedde van
f 250 tot postbode, belast met de gedeel
telijke bestelling in deze gemeente, P. van
Roo, alhier.
Wemeldinge. Als een groote zeld
zaamheid verdient vermelding dat bij den
arbeider J. Verstel voor de derde maal
een tweeling geboren is, en dat alle drie
deze tweelingen nog in leven zijn.
Goes. De declaratiën ten laste van
het Rijk, de Provincie of de gemeente
over 1895 moeten voor het eind van Juni
ingediend zijn bij het bestuur, college, amb
tenaar of autoriteit die tot de uitvoering
van het werk heeft last gegeven.
Coes. De schutterplichtigen die ten
vorigen jare voorwaardelijk zijn vrijge
steld of die meenen redenen van vrijstel
ling te hebben verkregen moeten Vrijdag
29 Mei te 12 uur in de raadszaal ter
schuttersraad verschijnen.
Borsele. Ter vervanging van M. Ka-
relse is tot gemeentebode door den Raad
benoemd J. de Hullu, veldwachter alhier.
Krabbendijke. In de gehouden ver
gadering van ingelanden der Oostpoldej op
18 dezer werden tengevolge periodieke af
treding van de keeren A. de Kok Jz. als
dijkgraaf en C. C. Wabeke als gezworene,
ae volgende voordracht opgemaakt t. w
voor dijkgraaf de heeren A. de Kok Jz.
G. G. Kolft en M. abeke en voor ge
zworen de heeren C. C. Wabeke, M. Wa
beke en M. Tollenaar.
Als gezworen van den „Nieuw-Krabben-
uykepolder" werd herbenoemd dhr. C. P.
ogelaar en als gezworen van den Maags
polder dhr. P. C. v. Nieuwenhuizen.
De werkstaking te Rotterdam.
De staking blijkt nog lang „iet geëin
digd, ook al komen meerderen zich hier
en daar tot hervatting van het werk aan-
geven.
Het 2e bataljon grenadiers is te Rotter
dam aangekomen.
Belgische bootwerkers, ter vervanging
tegen hoog loon in 't werk gekomen, hebben
?\d,°°r ,de werkstakers te zyn ingelicht,
aaaelyk den arbeid neergelegd.
Aan bijna alle Bilbaobooten is de arbeid
ner vat/.
Enkele kleinere feiten als bijv. het mo
lesteer en van een arbeider die niet staakte
het beletten van een bierrijder om bier te
brengeD bij het, werkende werkvolk, of het
praten van enkele vrouwtjes om de staking
voort te zetten of te eindigen, blijven hier
buiten vermelding.
Gisterenavond vergaderden de werksta
kers nogmaals en deed de voorzitter De
Jonge verslag omtrent de bemoeiingen van
het comité ten behoeve der zakkendragers
en andere aan de ertswerkers verwante
werklieden. Een andere loonlijst was goed
gekeurd Polak en Wilson hadden geadvi
seerd nu de staking te staken, want anders
konden de behaalde voordeelen weer wel
eens te loor gaan.
De vergadering riep echter herhaaldelijk
staken. Üok stonden nog een paar duizend
werklieden buiten de zaal, zoodat besloten
werd lieden morgen de vergadering voort
te zetten cn dan te beslissen.
Gevechten tusschenChineesche dorps
bewoners schijnen niet tot de zeldzaam
heden te behooren en zoo nu ea dan op
groote scha il plaats te grijpen. Den 6eu
Maart van dit jaar brak in de Oost- en
Westdistricten van Kamli (Kuantung) tus-
schen de verschillende dorpsbewoners een
strijd uit, die eerst den lüen d. a. v. ein
digde. Aan iedere zijde namen ruim
10,000 man aan den strijd deel en ver
scheidene honderden dooden werden op het
„slagveld" achtergelaten, buitendien een
zeer groot aantal meer of minder zwaar
gewonden. Den 8en verscheen de magis
traat van Knui met ruim 100 soldaten om
aan den strijd een eind te maken hij moest
echter onverrichterzake den aftocht b lazen
De oorzaak dezer bloedige vechtparty moet
aan ^et volgende worden toegeschre ven.
In 1894 werd door de bevolking van het
üostdistrict de schouwburg te Kamli in
brand gestoken, waardoor ruim 1000 per
sonen in de vlammen omkwamen. De
grootste verbittering maakte zich var. de
bewoners van het Westdistrict meester,
men zat elkander op alle mogelijke ma
nieren in het vaarwater, het kwam her
haaldelijk tot kleine botsingen, die einde
lijk den grooten vijfdaagschen „veldslag"
tengevolge hadden. Sedert is de rust in
beide districten weer hersteld.
Een gevaarlijke laarzentrekker. De
groothertog Friedrich Wilhelm van Meck-
lenburg-Strelitz die dezer dagen een be
zoek wilde brengen aan de paardenmarkt
van Neubrandenburg, geraakte aan het
station aldaar in groot levensgevaar. Om
het perron te bereiken, moet men daar de
rails oversteken. Op het oogenblik dat de
blinde vorst en zijn geleider zich uit den
trein naar het perron begaven, geraaüte
hij met de hak van zijn laars tusschen een
rail vast, zoodat hij den voet er niet uit
kon krijgen. Daar het verkeer juist zeer
druk was en in het volgende oogenblik
van twee kanten twee treinen moesten pas-
seeren, sprong een machinist toe, wien het
met de grootste moeite gelukte, den in
gevaar verkeerenden vorst de laars uitte
trekken. Intusschen had de stationschef
aan beide zijden de van Kleinen en Stral-
sund binnensnorrende treinen door als een
wanhopige met zijn pet te zwaaien, tot
stilstand weten te brengen, zoodat de vorst
nog juist bijtijds aan het gevaar van ver
pletterd te worden ontsnapte.
In de venduzaal Christie te Londen
is dezer dagen een verkooping van kost
baarheden gehouden, die f530.000 opbracht.
Onder de schoonste nummers der collectie
waren twee parelcolliers, afkomstig van
koningin Isabella van Spanje. Het eerste
collier, gevormd door een snoer witte paar-
len, bracht f 51,250 op het andere, be
staande uit zwarte parels, vond een kooper
voor f 13990. Verder werden verkocht een
collier door Lodewijk XV aan Marie
Leczinsky geschonken, voor f35000; een
diamanten collier van de ex-keizerin Euge
nie voor f 47.500 en een collier van zwarte
parels, eveneens afkomstig van de weduwe
van Napoleon III voor f22.500.
Wel wat Amerikaansch klinkt het
volgende bericht Een professor der Van-
derbilt-universiteit in den Staat Tennessee,
heeft ontdekt, dat de toepassing van X-sta-
len tot photografeeren van den schedel
zeer bedenkelijke gevolgen heeft.
Het haar valt er namelijk door uit en
wel binnen 71 dagen. De schedel wordt
dan zoo blank als een gepolijste plaat.
Zou die plaat niet weer te „ontwikkelen"
zijn