Oud Nieuws uit de Tweede Kamer, lil. KibKkNiritl WS. SCHOOLNIEUWS. - RECHTSZAKEN. GEMENGDE BERICHTEN. De bespreking over de Statutenwijziging ordt voortgezet. Zaandam vraagt Kan wie principiëele bezwaren heeft tegen de art. 912 van het Sociaal Program, wijl ze zijns inziens voeren tot Staats-sociaiisme, lid van Patri monium zijn? De aanneming van dit voorstel ontraadt Ds. Talma ten sterkste. Wat is Staats socialisme? Daarover zijn de meeningen verdeeld. Daargelaten de vraag of de formuleering der vraag juist is, het voorstel Zaandam is onaannemelijk. Op die vraag ja te zeggen, zou velen buiten „Patrimonium" zetten. Ook den spreker, die bezwaar heeft tegen de aitikelen 912 van het Sociaal Program. In dat program spreekt een Duitsche geest, en spreker deelt de Engelsche opvatting. In Duitschland heeft men wat wij in artt. 912 verkregen, maar de arbeider is er niet vrij. Men kan er geen discussie houden, zooals wij gister hielden het volk is en blijft er knechtelijk. Maar dat wil spreker niet. Zooals in Engeland moet de arbeider zelfstandig op eigen beenen staan. Daartoe den arbeider op te voeden is de hooge roeping van Patrimonium. Dat kan menschen kosten, maar dat is niemendal. Want als mende menschen behoudt, die met Patrimonium dat opvoedingswerk niet willen, dan zal het Verbond sterven en niet leven De heer Jb. van Oversteeg is het niet in alle opzichten met ds. Talma eens. Ds. Talma zegt dat .art. 10 van het Sociaal program Staats-socialistisch iszoo dat waar zou zijn, dan moest art. 10 eruit. Thans gaat het niet nu daarover te debat- teeren; spreker stelt daarom voor deze quaestie op de volgende jaarvergadering ter sprake te brengen, dan zullen de par tijenwei gewapend tegen elkander overstaan. De heer Kater meent, dat men voorzich tig zijn moet bij de beoordeeling van de Engelsche „Trade Unions," die slechts met behulp der regeering wat van beteekenis werden, doch voor het grootste deel in socialisme verliepen. De heer de Vries uit Zaandam het voorstel toelichtend zegt dat de quaestie maar moet uitgemaakt. Wie 't met genoemde artikelen niet eens is die moet er maar uit. Ds. Talma waarschuwt nog eens dat men noch de Duitsche, noch de Engelsche stroo ming buiten sluite. De afdeelingen zijn nog niet zoo sociaal ontwikkeld, dat men de leden persoonlijk zou mogen binden aan de artikelen van het sociaal program. Men erkent in Duitschland nu reeds dat men door den staat wordt doodgedruktmen zij dus voorzichtig. Zaandam trekt hierop haar voorstel in. In de namiddag vergadering wordt het navolgende telegram voorgelezen „Hare Majesteit de Koningin Regentes draagt mij op u allen haar dank te betuigen voor de hulde aan Hare Majesteiten." Het voorstel Kampen dat Patrimonium in afwachting van het initiatief der over heid, vast beginne in samenwerking met Boas een Pensioenfonds, enz. te stichten, werd ingetrokken, dewijl bleek dat niet alle afdeelingen de daartoe noodza kelijke contributiën van den werkman zou den kunnen heffen. Voorts werd adbaesie betuigd aan de motie van „Boaz" afd. Amsterdam in zake Pensioenregeling. Daarna werd besproken de verhouding van Patrimonium tot vak organisatie. IJlst vraagt of de vakvereenigingen zich moeten samenstellen in korps of werken moeten op confederatieve wijze. Ds. Talma betoogde met nadruk de noodzakelijkheid der vakorganisatie, al zou deze slechts hebben te strekken tot mid del van weerbaarheid voor den werkmans stand. Het ideaal zou zyn dat alle werk lieden van een en hetzelfde ambacht in ééne vakvereeniging vereenigd waren. Maar er is een klove tusschen de arbeiders ont staan die slechts in een verre toekomst zou kunnen worden overbrugd. Indien Patrimonium zich thans in de vakvereenigingen begaf zouden er zeer zeker onder zyn leden zyn die hun stand punt in die vereenigingen zouden hand haven doch velen ook zouden overmees terd worden door de socialistische stroo ming. Daarom beveelt spr. aan de stich ting van afzonderlijke vakvereenigingen van chr. werklieden en een federatie onder alle bestaande vakvereenigingen van dezen aard dat de besturen tot colleges zouden worden vereenigd. Door dr. Kuyper is aanbevolen de stichting van vakcorpsen naast de vakvereenigingen, d. w. z. de Socialistische, Roomsche en Protestantschi werklieden zouden in afzonderlijke vereeni gingen en daarnaast inalgemeene vakcorp sen verzameld worpen. Dit acht spr. ge vaarlek wijl hij vreest dat de chr. vak vereeniging zou lijden onder de eischen dier korpsen. Er zou niets verloren zyn indien de af deelingen van Patrimonium gingen kwijnen ten voordeele der Chr. vakvereenigingen maar alles zou verloren gaan indien de chr. vereenigingen in de schaduw geraakten door het bestaan van gemengde vakkorpsen. Drie vereenigingen is den arbeider te veel. Echter by het tot stand komen eener fe deratie der besturen, zouden uit elke ver- eeniging de kopstukken bij elkaar komen en (fus"het gevaar van overmeesteren niet bestaan. De heer v. Oversteeg vreest daarvoor niet, mits vastgesteld zy dat in die ver- eeniging slechts vakmannen die het valle loon genieten worden toegelaten en in de vergaderingen slechts vakmannen mogen spreken. Zij toch die met het woord de Our. werklieden zouden kunnen over vleugelen, zyn geen werklieden in den zin van vakmannen. Spr. is dus voor gemengde vakver eenigingen met Soc., R. en Prot. werklieden. Ds. Talma verwierp de bewering van v. O. dat onder de meest invloed oefenende Socialisten geen vakmannen zouden zijn en verdedigde de federatie die wanneer zy genoeg kracht ontwikkelt en dientenge volge genoeg voordeelen biedt ook de socialisten ten slotte bereid zou vinden daarin te deelen. Indien slechts eenmaal op een succes der federatie gewezen zal kannen worden, zal hare zaak gewonnen zijn. T-itdien tijd zal men tegen stroom op moeten doch dat zal de krachten der Patrimonium-mannen stalen. Een beslissing werd niet genomen. Na een krachtig slotwoord van den voorzitter cn dankzegging ging de ver gadering uiteen. De heer Kuyper, die bij de behandeling der wet Tak geen lid was, heeft een en ander gesproken dat zoo den indruk van nieuw nieuws maakte, dat schrijvers van Kamer-overzichten zich met verbazing hebben afgevraagd hoe de spreker daar mede voor den dag dorst komen. Adres aan het Handelsblad. Hierin is niets vreemdsevenmin in het feit dat van antirevolutionaire stand punt, als door dr. Kuyper is geschied, zijn rede met ingenomenheid begroet is. Alvorens een overzicht te geven van, het in de zitting van gister behandelde waarin onder anderen de heer Lohman, voor wat de kiesrechtcitbreiding betreft, een zeer practisch woord sprak, citeeren wij een en ander uit de rede van den afgevaardigde uit Sliedrecht. „Ook de kleine fractie dezer Kamer, waar toe ik het mij een eer reken te behooren, wenscht de stelling die zij tegenover dit wetsontwerp, meent te moeten innemen, kortelyk te preciseeren. Ik wensch dit namens haar te doen, door achtereenvol gens aan te leggen tweeërlei onderschei den maatstaf. In de eerste plaats te vra gen, wat door onze houding zou voort vloeien uit ons beginsel in absoluten zin genomen en in de tweede plaats, welke de positie is, die wij moeten innemen on der de vigueur van het bestaande art. 80 der Grondwet. Konden wij uitsluitend op ons beginsel letten, dan moest, krachtens den eisch van dat beginsel, elke poging om dit ont werp aannemelijk te maken, beslist door ons worden afgewezen, omdat in dit ont werp, zoomin als in het vorige, ook maar iets voorkomt, dat ons beginsel tot zijn volle recht doet komen. Het zij mij, om dit duidelijk te maken, vergund, dat be ginsel zelf, waardoor het geding voor ons wordt bebeerscht, kortelijk, en dan liefst antithesisch, aan te duiden. Dat beginsel vloeit rechtstreeks voort uit het staatsbegrip dat wij, in tegenstelling met anderen, belijden. Al meer wint na melijk de voorstelling veld, alsof men in den Staat hadde te zien een besloten ge heel, eeue zelfgenoegzame, in zich zelf absolute gemeenschap, die, aan geen hoo- gere ordening onderworpen, schier physio- logisch uit zich zelf procreëert, zoowel het hoofd waardoor het, als eenheid, tot be wustzijn komt, als de verdere organen, waardoor het zijne functiën uitoefent. Wel nu, wanneer men dat staatsbegrip aanneemt en by die voorstelling zich neerlegt, dan volgt daaruit voor het begrip van de Volksvertegenwoordiging, rechtstreeks, dat j deze nooit anders zijn kan dan een door den Staat, geheel naar eigen inzicht, in overeenstemming met het historisch moment, 1 uit zich zelf gecreëerd orgaan, waarvan de functie is, om het algemeen belang van den Staat te dienen en te bevorderen. Met dat staatsbegrip nu kunnen wij niet medegaan. Wij kunnen ons niet neder- I leggen by eene opvatting van den Staat, dat de Staat op zish zelve kan worden ge nomen, maar achten ook hier te moeten opkomen voor het recht van Hem, in wien de bron van alle recht is. Men ver wij te ons deswege niet, dat wij daardoor godsdienst, en staatkunde vermengen. Wanneer het begrip van rechtvaardigheid reeds eischt dat wy ook onder menschen aan eenieder zyn reeht moeten gunnen en de rechten, die zij hebben moeten eerbiedigen, volgt daaruit dan niet nog in veel verderen zin, dat ieder die gelooft aan den levenden God, ook het recht van dien God heeft te eerbiedigen? Dientengevolge heeft, naar onze overtuiging, de Staat, ook bij zijne verdeeling in volk en overheid, geen recht om uit zichzelve, naar eigen goedvinden, te bestaan en zich te ordenen, maar vloeit zoo wel voor volk als voor overheid het ge zag, waarover men te beschikken heeft en het'recht dat men te verweren heeft, af uit die hoogere bron. Hierdoor nu komen wy niet tot de eenheid der mystieke gemeenschap, niet tot de eenheid van het staatswezen, maar tot de tweeheid van volk en overheid, onder God. Die overheid is, altoos naar onze overtuiging, niet gegroeid uit het volk, maar op dat volk door God, als ik mij zoo mag uitdrukken, opgezet, en be kleed met het vereischte gezag, om dat volk in Zyn naam te regeeren. Maar aan den anderen kant is ook dat volk zelf in zijne verschillende kringen, geledingen en groepeeringen door dienzelfden God bekleed met andere rechten, die van ge- I lijken oorsprong zyn, en in zooverre even heilig karakter dragen als de rechten der overheid. Er is, zoo men wil, tweeërlei soevereiniteit, zoowel in allerlei eigen volkskring, als in de overheid maar geen van beide zyn oorspronkelijk, ze zijn niet uit zich zelf opgekomenneon, beide zyn zoowel op het volk als op de overheid nedergedaald en gelegd door Hem, die alleen de souvereiniteit uit zich zeli bazit. Daaruit nu volgt van zelf ook voor onze denkbeelden over de Volkstegen- woordiging een geheel ander uitgangspunt. Zijn door God in het volk inherente rechten gelegd, die het als zoodanig niet van de overheid ontvangen heelt, maar van iienzelfden God van Wien ook de overheid haar gezag en hare rechten ont ving, dan wordt daaruit ook voor dat volk, zoodra het tot hooger bewustzijn ontwaakt, de plicht geboren, dat het voor de hem toebetrouwde rechten wake. Immers, zoolang de historische toestand van een volk nog van dien aard is, dat het nog geen vrije ontwikkeling kent, en dus nog tot geen public life gekomeu is, dan spreekt vanzelf dat zulk een volk zijne rechten nog niet beseft, en dat de over heid haar gezag over dat volk zonder tegenwicht uitstrekt. Is daarentegen zulk een volk gekomen tot zulk een stadium van ontwikkeling, dat het public spirit opwaakt, dan begint het ook zelf zijne rechten in de verschillende kringen, van het huisgezin, van het samenleven, en later ook van wetenschap en kunst, als anders zins, te beseffen, en gevoelt het, bij te sterke overheidsbemoeiing, behoefte, om die rechten zelfstandig te verwerven. Hier door ontstaat dan allengs geleidelijk de noodzakelijkheid, om aan die rechten een gemeenschappelijk orgaan te verschaffen, waardoor het volk bij de overheid en desnoods tegenover de overheid ook zoor zijne van God ontvangen rechten kan op komen. Niet natuurlijk elk burger voor zijn particulier recht, want zijne particu liere rechten verweert men bij den rech ter maar ter verdediging vsn die gelijk soortige en gemeenschappelijke rechten, die inherent aan de verschillende kringen van het volk zijn. De organisatie hiervoor kan intusschen bet volk zich niet zelf scheppen. Het moet, die ontvangen van de overheid, want op zich zelf vindt het volk alleen in de overheid de uitdrukking van zijne eenheid, en berust bij de overheid de ar chitectonische macht. Doch heeft het ook eenmaal door de overheid zulk eene orga nisatie ontvangen, dan strekt die organisa tie om by de overheid 's volks rechten te verweren. Ziedaar in het kort 1 et standpunt, waarop wij ons plaatsen krach tens onze overtuiging, dat het recht ook des volks, niet is uit de overheid, maar uit God. Daaruit vloeit dus vanzelf voort, dat wy principieel gekant zijn tegen het beginsel van volkssouvereinitètt. Niet tegen ae fei telijke mogelijkheid, dat de souvereiniteit bij eenig volk door God op het volk zelf worde gelegd maar tegen het principe van volkssouvereiniteit, d. i. tegen den waan, alsof het volk, inherent in zich zelf, en als zoodanig, en dus aan alle plaat sen, de souvereiniteit in zich kan dragen. Evenzoo zijn wij gekant tegen het be ginsel van algemeen stemrecht. Wederom niet tegen de mogelijkheid, dat in eenig land ten slotte dc burgers allen het stem recht zouden erlangen; maar tegen het beginsel van algemeen stemrecht als zoo danig, alsof de geboren burger den kies rechtscepter mede ter wereld bracht. En evenzop staan wy ten derde gekant tegen het beginsel, alsof in eene monarchie bij de Volksvertegenwoordiging zoude be rusten de regeermacht. De regeermacht is uit haar aard een overheidsmacht, die, waar eene Kroon is, bij de Kroon behoort; en tegenover die macht heeft de Volksvertegenwoordi ging slechts te verweren de rechten, die in den schoot van het volk als zoodanig berusten. Met het oog op dit verschil in inzicht gaven we dan ook zekere formuleering aan onze denkbeelden, om daardoor aan die denkbeelden gereeder ingang te verschatten. In dien zin spreken wij van huismans kiesrecht, niet exclusief genomen, alsof alleen aan de huislieden het kiesrecht mocht worden toegekend, maar om daar mede op den voorgrond te plaatsen dien kring iu het volksleven, die de meest natuurlijke stabiliteit in zich zei ven heeft, en waar het geheele volk uit is opgegroeid den kring, dien men in de eerste plaats erkent als te hebben een inherent recht niet ontleend aan de overheid, en dat elk hoofd des gezins desnoods tegenover die over heid moet weten te verdedigen. Evenzoo bestrijden wij het individueel kiesrecht, door er het sociale kiesrecht tegenover te plaatsen. En zoo ook spreken wij in de derde plaats van het organische kiesrecht, opdat de beginselen en de be langen bei ie tot hun recht komen. Ook dit laatste is van gewicht. Of hebben wij er niet jarenlang de wrange jraohlen van geplukt toen in den schoolstrijd de quaestie van het beginsel derwijze in onze geheele politiek primeerde en die beheersch- te, dat tol van groote belangen daardoor niet tot hun recht konden komen En zien wij niet omgekeerd hoe thans de sociale be'angen zoo overwegend worden, dat de band der beginselen, die goede partijen moet samenhouden, al meer uit het «og wordt verloren 20 Mei 1896. Bij kon. besluit is benoemd tot burge meester van Biggekerke, L. Simonse. üp het 18 Juni a.s. onder de gemeente Ter Neuzen te houden VTaamsch Zen- dingsfeest zullen de volgende sprekers op treden zendeling S. A. van Balen van Windessi, (N.-Guinea,) C. Geel van Alfen aan den Rijn, ds. W. H. Oosten van Mid delburg, ds. J. van Andel van Gorinchem, ds.W. A. Keers van Veere, ds. A. J. A. Ver meer vaii 's Gravenhage en ds. N. de Jonge van Utrecht. Het gesticht „Veldw'ik". Het cen- traal-besfuur van de Vereeniging tot christe lijke verzorging van krankzinnigen en zenuwlij Iers in Nederland is voornemens het gesticht Veldwijk onder de gemeente Ermelo uit te breiden voor bijbouwing van drie paviljoenen, als een voor 16 halfrustige mannen 2e klasse, een voor 16 halfrustige vrouwen 2e klasse, een voor 40 rustige vrouwen 3e klasse. Het is heden 20 jaar geleden, dat mr. G. Groen van Prinsterer, de bekende anti-revolutionairen staatsman, te 's Gra venhage overleden is. Bij testamentaire beschikking vermaakte hij aan het Rijksarchief eene verzameling brieven en stukken in genummerde poitj- feuilles, inhoudende zyn eigen politieke correspondentie, onder voorbehoud nochtans, dat eerst 20 jaarna zijn overlijdendus nu de verzameling algemeen toeganke lijk zou zijn en dat de inzage of uitgave (die de testateur overigens, althans ge deeltelijk, nuttig achtte) niet zonder goed keuring der executeuren zou geschieden. Velen zullen o; getwijfeld met ongeduld den dag verbeiden, waarin bedoelde „brieven en stukken", gedrukt, en algemeen ver krijgbaar worden gesteld. Nederlander. Beroepen te Schore dhr. L. J. Wesseldijk caud. te Velzen; te Dreischor dhr. J. J. Homburg cand. te Middelburg. Aangenomen naar Aalten door ds. W". C. Mense te Westkapelle. Benoemd tot onderwijzeres aan de o. 1. s. te Veere mej. F. .T. Bourdrez te Wilhel- minadorp. Mej. B. van Luijk te Sint-Annaland, oud-leerlinge der Rijksnormaallessen te Tholen, is benoemd tot onderwijzeres te Krimpen aan de Lek. Mej. J. M. Scheele te Goes is be noemd tot onderwijzeres aan de o. 1. school A te Biervliet. Arrondissement!-Rechtbank te Middelburg. Gisteren, Dinsdag zyn veroordeeld wegens diefstalJ. v. d. B., 39 j., en A. v. d. B., 16 j., schippers, Wemeldinge, thans te Middelburg in hechtenis, de le tot 4 m. en de 2e tot 2 m. gev. straf, met mindering van deh door hen in verzekerde bewaring doorgebrachten tijd, en L. F., 12 j., zonder beroep, Oostkapelle, tot 4 ra. gev. straf, en D. B., 14 j., zonder beroep, Arnemuiden, tot f3 b. s. 3 d. h. mishandelingC. G., 20 j., Axel, en J. G. H., 21 j., Zaamslag, werklieden, ieder tot 14 d. gev. straf; beleediging van een ambtenaarG. R., 51 j., veldarbeider, Veere, tot 7 d. gev. straf; desertie P. J. D, 41 j., stoker, Vlissingen, tot 14 d. gev. straf. Allen in de kosten. ontslagen van rechtsvervolging A. \V., 22 j. boerenknecht Zoutelande beklaagd van beschadiging. Vrijgesproken: D. F. D., 20 j. werkman Axel, beklaagd van mishandeling en P. F., 34 j. landbouwersknecht Meliskerke be klaagd van overtreding der jachtwet, met bevestiging van een te dier zake uitge sproken vrijsprekend vonnis van het kan tongerecht le Middelburg waarvan was geappelleerd. Middelburg. De politie alhier heeft procesverbaal opgemaakt tegen een 13 jarigen knaap, die op de buitenplaats „Vij- vervreu^d" van den heer mr. Van der Lek de Clercq op den Koudekerkschen weg, verschillende zilveren- en gouden voor werpen moet hebben ontvreemd. VI. Crt. Schoondijke. Benoemd met ingang van 1 Juni e. k., op een jaarwedde van f 250 tot postbode, belast met de gedeel telijke bestelling in deze gemeente, P. van Roo, alhier. Wemeldinge. Als een groote zeld zaamheid verdient vermelding dat bij den arbeider J. Verstel voor de derde maal een tweeling geboren is, en dat alle drie deze tweelingen nog in leven zijn. Goes. De declaratiën ten laste van het Rijk, de Provincie of de gemeente over 1895 moeten voor het eind van Juni ingediend zijn bij het bestuur, college, amb tenaar of autoriteit die tot de uitvoering van het werk heeft last gegeven. Coes. De schutterplichtigen die ten vorigen jare voorwaardelijk zijn vrijge steld of die meenen redenen van vrijstel ling te hebben verkregen moeten Vrijdag 29 Mei te 12 uur in de raadszaal ter schuttersraad verschijnen. Borsele. Ter vervanging van M. Ka- relse is tot gemeentebode door den Raad benoemd J. de Hullu, veldwachter alhier. Krabbendijke. In de gehouden ver gadering van ingelanden der Oostpoldej op 18 dezer werden tengevolge periodieke af treding van de keeren A. de Kok Jz. als dijkgraaf en C. C. Wabeke als gezworene, ae volgende voordracht opgemaakt t. w voor dijkgraaf de heeren A. de Kok Jz. G. G. Kolft en M. abeke en voor ge zworen de heeren C. C. Wabeke, M. Wa beke en M. Tollenaar. Als gezworen van den „Nieuw-Krabben- uykepolder" werd herbenoemd dhr. C. P. ogelaar en als gezworen van den Maags polder dhr. P. C. v. Nieuwenhuizen. De werkstaking te Rotterdam. De staking blijkt nog lang „iet geëin digd, ook al komen meerderen zich hier en daar tot hervatting van het werk aan- geven. Het 2e bataljon grenadiers is te Rotter dam aangekomen. Belgische bootwerkers, ter vervanging tegen hoog loon in 't werk gekomen, hebben ?\d,°°r ,de werkstakers te zyn ingelicht, aaaelyk den arbeid neergelegd. Aan bijna alle Bilbaobooten is de arbeid ner vat/. Enkele kleinere feiten als bijv. het mo lesteer en van een arbeider die niet staakte het beletten van een bierrijder om bier te brengeD bij het, werkende werkvolk, of het praten van enkele vrouwtjes om de staking voort te zetten of te eindigen, blijven hier buiten vermelding. Gisterenavond vergaderden de werksta kers nogmaals en deed de voorzitter De Jonge verslag omtrent de bemoeiingen van het comité ten behoeve der zakkendragers en andere aan de ertswerkers verwante werklieden. Een andere loonlijst was goed gekeurd Polak en Wilson hadden geadvi seerd nu de staking te staken, want anders konden de behaalde voordeelen weer wel eens te loor gaan. De vergadering riep echter herhaaldelijk staken. Üok stonden nog een paar duizend werklieden buiten de zaal, zoodat besloten werd lieden morgen de vergadering voort te zetten cn dan te beslissen. Gevechten tusschenChineesche dorps bewoners schijnen niet tot de zeldzaam heden te behooren en zoo nu ea dan op groote scha il plaats te grijpen. Den 6eu Maart van dit jaar brak in de Oost- en Westdistricten van Kamli (Kuantung) tus- schen de verschillende dorpsbewoners een strijd uit, die eerst den lüen d. a. v. ein digde. Aan iedere zijde namen ruim 10,000 man aan den strijd deel en ver scheidene honderden dooden werden op het „slagveld" achtergelaten, buitendien een zeer groot aantal meer of minder zwaar gewonden. Den 8en verscheen de magis traat van Knui met ruim 100 soldaten om aan den strijd een eind te maken hij moest echter onverrichterzake den aftocht b lazen De oorzaak dezer bloedige vechtparty moet aan ^et volgende worden toegeschre ven. In 1894 werd door de bevolking van het üostdistrict de schouwburg te Kamli in brand gestoken, waardoor ruim 1000 per sonen in de vlammen omkwamen. De grootste verbittering maakte zich var. de bewoners van het Westdistrict meester, men zat elkander op alle mogelijke ma nieren in het vaarwater, het kwam her haaldelijk tot kleine botsingen, die einde lijk den grooten vijfdaagschen „veldslag" tengevolge hadden. Sedert is de rust in beide districten weer hersteld. Een gevaarlijke laarzentrekker. De groothertog Friedrich Wilhelm van Meck- lenburg-Strelitz die dezer dagen een be zoek wilde brengen aan de paardenmarkt van Neubrandenburg, geraakte aan het station aldaar in groot levensgevaar. Om het perron te bereiken, moet men daar de rails oversteken. Op het oogenblik dat de blinde vorst en zijn geleider zich uit den trein naar het perron begaven, geraaüte hij met de hak van zijn laars tusschen een rail vast, zoodat hij den voet er niet uit kon krijgen. Daar het verkeer juist zeer druk was en in het volgende oogenblik van twee kanten twee treinen moesten pas- seeren, sprong een machinist toe, wien het met de grootste moeite gelukte, den in gevaar verkeerenden vorst de laars uitte trekken. Intusschen had de stationschef aan beide zijden de van Kleinen en Stral- sund binnensnorrende treinen door als een wanhopige met zijn pet te zwaaien, tot stilstand weten te brengen, zoodat de vorst nog juist bijtijds aan het gevaar van ver pletterd te worden ontsnapte. In de venduzaal Christie te Londen is dezer dagen een verkooping van kost baarheden gehouden, die f530.000 opbracht. Onder de schoonste nummers der collectie waren twee parelcolliers, afkomstig van koningin Isabella van Spanje. Het eerste collier, gevormd door een snoer witte paar- len, bracht f 51,250 op het andere, be staande uit zwarte parels, vond een kooper voor f 13990. Verder werden verkocht een collier door Lodewijk XV aan Marie Leczinsky geschonken, voor f35000; een diamanten collier van de ex-keizerin Euge nie voor f 47.500 en een collier van zwarte parels, eveneens afkomstig van de weduwe van Napoleon III voor f22.500. Wel wat Amerikaansch klinkt het volgende bericht Een professor der Van- derbilt-universiteit in den Staat Tennessee, heeft ontdekt, dat de toepassing van X-sta- len tot photografeeren van den schedel zeer bedenkelijke gevolgen heeft. Het haar valt er namelijk door uit en wel binnen 71 dagen. De schedel wordt dan zoo blank als een gepolijste plaat. Zou die plaat niet weer te „ontwikkelen" zijn

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1896 | | pagina 2