NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH Ho. 87. 1896. HomMag 28 Hpctf. ftemfc Jaargang. VERSCHIJNT F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p'ƒ0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN G. M. KLEMKERK, te Goes en van 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Aan de schutterij-oefeningen te 's Gra- venhage kleeft tegenwoordig iets comisch. Zij hebben plaats onder bescherming van politie, marechaussée, infanterie en huzaren. Gisteren deed de schutterij, door de huzaren tegen aanvallen van opgeschoten jongens beschermd, haar gewone wandeling van Maliebaan naar Voorhout. Wel een bewijs dat de schutterij heeft uitgediend. Een landsverdediging letterlijk tegen landskinderen te moeten verdedigen, en dat nota bene in een tijd, waarin ook maar van het kleinste oproertje nog geen sprake is, dat zouden de geleerden noemen eene contradictio in terminis. Wij nemen de flauwigheden van sommige schutters die op ezels gezeten zich naar het exercitieterrein begeven, niet in be scherming. Maar moet het nu in Nederland altijd tot dergelijke dingen komen om eeue ver betering op het een of ander te verkrijgen? Hoe dikwijls is 't niet reeds aan de regeering gezegd dat de Schutterij uit den tijd is en de schutterij wet niet deugt. De heer mr. Kerdijk heeft een goed werk verricht met de resultaten van den stemplicht eens na te gaan. Het onderzoek viel niet mee. In Frankrijk is in 1849 en 1894 ver geefs beproefd deelneming aan de stemming verplicht te stellen. Thans is weer een wetsvoorstel van dergelijke strekking inge diend doch het heeft geen kans. In Zwitserland heeft men stemplicht in sommige kantons. En wel in Schaffhausen, Aargau, Thurgau en St. Gallen, niet alleen voor kantonnale verkiezingen maar ook voor stemmingen over Bondsaangelegen- heden. In Solothurn heeft men het beginsel weer losgelaten, dewijl het reeds bij de eerste toepassing schipbreuk leed. De wet werd eenvoudig niet gehandhaafd en de boete niet geïnd. In Zurich trachtten de leiders der arbei dersbeweging tevergeefs eene meerderheid te winnen voor het beginsel der verplichte stemming. Door de wet van 1866 is aan de ge meenten in laatstgenoemd kanten per missie verleend om den stemplicht in te voeren doch in 1890 is de maatregel weder ingetrokken. In de overige vier genoemde kantons wordt een boete geheven van een halve tot 4 frank. En nog stemmen daar onge veer 17 procent der kiezers niet of blanco. Het stelsel beantwoordt daar derhalve niet aan de verwachting. En in België? Daar stemden 93 procent der kiezers doch trekt men er de blanco stemmen af, dan komt men tot 83, in Luik zelfs maar tot 65 procent. Dat is slechts weinig minder dan toen er geen stemplicht was. De heer Paul Fredericq te Gent, beslist voorstander van stemplicht, vreest dat de meerderheid eener party, daarbij zoo groot wordt dat bij de andere partijen er voor 't vervolg de moed uit is, zoodat nog meerderen zich zullen onthouden en het boetestelsel niet zal kunnen toegepast wor den. Daarem acht hij het best bij stemplicht passend de evenredige vertegenwoordi- ging, opdat .ieder kiezer wete dat zijn stem nooit verloren is. De heer Kerdijk is 't hiermede eens, maar hij voegt er bij „Aan de toepas sing van een evenredigheidsstelsel valt bij de kiesrechtregeling, die voor de deur staat niet te denken. Zij blijft voorbe houden voor de toekomst. Dit blijve daarom in allen gevalle óók de quaestie van den stemplicht." „Het voorloopig verslag" door de tweede kamer opgemaakt na haar onderzoek van het kieswetontwerp, is door den minister gelezen en beantwoord. Deze „Memorie van antwoord" is te groot om ze over te nemen. Enkele opmerkingen er uit geven wij zoo mogelijk verkort weer. De minister handhaaft zijn beschouwingen omtrent hetgeen de grondwet ten aanzien van het kiesrecht wel en niet toelaat. De minister handhaaft als op de grondwet rustende, al zijne uitgedachte kenteekenen van geschiktheid en maatschappelijken wel stand. Met meer of minder kenteekenen kan dit ontwerp dat precies zoo ver gaat als de grondwet toelaat, niet toe. Het aantal kiezers zal juist zoo groot zijn als 't bij deze grondwet worden kan, wanneer bij elk kenteeken voorzoover het verband houdt met een bedrag aan bezit, inkomen of huurwaarde, of met een tijds bepaling geen hoogere eischen gesteld wor den dan bestaanbaar zijn met de voorwaarde dat het ter goeder trouw als kenteeken van geschiktheid en maatschappelijken wel stand kan gekwalificeerd. Vrouwenkiesrecht en evenredige verte genwoordiging staan niet in dit ontwerp, doch de minister ziet van deze twee niet voor goed af. Correctieven om de waarde van de stem en van het recht ook maar van een der nieuwe kiezers te verminderen slaat de minister beslist af. Wie zijn belastingen niet betaald heeft op 1 Maartwordt geen kiezer. De schaal der huurprijzen is nagenoeg gelijk aan die welke door zijn ambtgenoot is gevolgd bij het ontwerpen der wet op het personeel. De beperking tot pensioenen, verleend door een openbare instelling, wenscht de minister te behouden omdat alleen deze voor eenvoudige controle vatbaar zijn. Even eens behoudt de minister het kenteeken bezit inschrijving op het Grootboek N. S. of inleg Rijkspostspaarbank. De leeftijd is 25 jaar. In een apart wetsvoorstel, noodig gewor den door de uitgestelde uitvoering der wet op 't personeel, stelt de minister thans voor tot en met het jaar van invoering der nieuwe perssneele belasting den aanslag van het oude personeel te begrijpen onder de belastingen bedoeld in art. la van het ontwerp degenen, die deze belasting niet hebben betaald, wanneer de kiezerslijst wordt op gemaakt, niettemin bevoegd te verklaren het kiesrecht aan te vragen. Yan Berkel en zijn vrouw, eerstgenoemde na een driemaandsche voorl. hechtenis, verdacht van moord op hun neefje Hoog steden, zijn Maandag uit de voorl. hech tenis ontslagen. Sommige bladen zijn uitbundig in hun lof voor den stoeren, knappen en wat al niet meer onschuldig verdachten man, die in een interview zooveel te ver tellen wist van zijn goed hart, zijn wak kerheid en zijn tegenspoeden, dat zij hem wel tot held van een nieuw drama zouden willen verheffen. Misschien moet de uitbundigheid van den lof dienen om de voorbarigheid weg te praten, waarmede de gansche chronique scandaleuse van dezen man voor het pu bliek is opgehangen geweest. Deze bladen mag men voor het laatste, waarvan het eerste een uitvloeisel is, ech ter niet al te hard vallen. Zij zijn slechts de gehoorzame dienaars van Koning „Pu bliek",) die't hun wat kwalijk zou genomen hebben, wanneer zij niet al wat zij van den verdachte wisten, hadden openbaar gemaakt. Doch met dit al, evenals Aarnout Kempe heeft ook Willem van Berkel eenige maan den de critiek en den laster moeten ver duren en gelijk gene zal ook deze mis schien lang moeten zoeken, eer hij werk en brood vindt in een maatschappij die zich verontschuldigt met het cynische spreekwoord; dat men geen koe bont noemt of er is een plekje aan. Maar wat nog erger is en ten hemel schreit is het feit dat hier weder een moor^ gepleegd is, waarvan de dader niet is op te sporen; en de overheid die het zwaard draagt tot bescherming der goeden, weder, voor de zooveelste maal, onmachtig bleek om gerechtigheid te oefenen jegens het vergoten bloed en het geschokte ouderhart. Dit, en nog zooveel meer zijnde wrange vruchten van de afschaffing der doodstraf. Daardoor is in beginsel het recht krom gebogen; het woidt moeilijk er op te steunen. Lueger is met 96 tegen 42 stemmen door den Raad van Weenen andermaal tot bur gemeester benoemd. Hoog spel speelt de Keizer van Oosten rijk, nog hooger dan de vorige maal, indien hij deze benoeming andermaal vernietigt. De Fransche Senaat heeft bijna weder een ministerie om koud geholpen. Met 171 tegen 90 stemmen weigerde hij de gelden toe te staan voor de krijgs verrichtingen op Madagascar. Het ministerie heeft verklaard zich niet meer aansprakelijk te stellen voor de lei ding der zaken. Zooals men weet heeft het ministerie Bourgeois bij den Senaat tegen dat het radioaal is. En de Senaat, overigens al even revolutionair als de rost, is uitteraard meer conservatief. Hier viert partijzucht haar triomfen. Partijzucht die elk beheer onmogelijk maakt. En het radicale ministerie bestuurde de zaken immers nog zoo kwaad niet. Ge tuige zijn optreden tegen de Panama helden en hun gemeenen aanliang. ■3fr De Duitsche Rijksdag heeft met alge- meeue stemmen besloten aan de regeerin gen te vragen het duel te bestrijden. Met algemeene stemmen. Dit doet ons denken aan eene, eveneens met algemeene stemmen, aangenomen motie van zekere Volksvertegenwoordiging tot wenschelijk verklaring van kiesrechtuit breiding. De kiesrechtuitbreiding is er nog niet. En het duel zal er voorloopig ook nog wel wezen. 22 April '96. H.H. M.M. de Koninginnen zijn op het oogenblik te Amsterdam. De onlangs tot kapitein bevorderde le luit.-adjudant Jhr, J. F. van Spengler, van het reg. gr. en jag., die in zijn nieu wen rang primitief was ingedeeld bij het 3e reg. inf. te Vlissingen, is thans nader ingedeeld bij het 4e reg. inf. te Haarlem. Bij kon. besluit is met 16 Mei op nieuw benoemd tot schoolopziener in het arrondissement Zierikzee G. Kok te Zie- rikzee herbenoemd tot burgemees'er van Hoofdplaat R. van Ham. Aan een partioulier schrijven uit Atjeh is het volgende ontleend aangaande den bekenden overval op 7 Maart bij Anak Galoeng „Iedereens is het er over eens, dat in dien Van Blokland gesneuveld of gewond was, de geheele troep zou afgemaakt zijn. Onze troepen zijn tot 20 pas van de poort met de klewang achtervolgd. De vermisten zijn na een paar dagen tegen 100 dollar per lijk teruggebracht. 5 geweren met munitie zijn in handen van den vijand. Na de slag hadden wij 19 dooden en 13 gewonden. Wat den vijand betreft, hoor ik nu al dat officieel van pl. m. 80 dooden wordt gesproken, terwijl onze half-bevrienden van 20 gewagen. Ik vind het laatste cijfer al zelfs te hoog; als je rekent, dat de vijand had plaats genomen in het blokhuis van onze bondgenooten Bak Tjerlak en de lui van daar rustig op onze troepen vuurden die meenden, daarin bondgenooten te zien, dan kun je je het voordeel voorstellen van 's vijands stelling, terwijl zijne hoofd macht in de kampong onzen troep voort dreef en er een paar maal een klewang- aanval op deed. Nu! de tnchtiging bleef niet uit ieder een te Kota Radja was klaar om die be- leediging te wreken. De order kwam; en Anaq Baté werd getuchtigd met 6 granaatschoten. Verbeeld je, 'tis heusch waar hoor, in die leege kampong werden 6 granaten ge worpen en Neerlands eer was gered!" Vereeniging tot Bevordering van Fabrieks- en Handwerksnij verheid in Nederland. Vergadering van de afdeeling Middel burg van 20 April 1896. Tegenwoordig van het Bestuur de hee- ren Mr. E. Fokker, Kouion, Heijboer en Goethals, van de leden de heeren Wijnne, Auer, Belderok, Meeuwse, van Miert en Polak. Nadat de notulen der vorige vergade ring waren gelezen en gearresteerd, wordt overgegaan tot de benoeming van een be stuurslid, in de plaats van den heer An- toine Mes, die aan de beurt van aftreding en niet meer herkiesbaar is. Doof het Be stuur worden aanbevolen de heere» H. A. Brakman en P. Polet. Uitgebracht worden 9 stemmen, waarvan 7 op den heer Polet, 2 op den heer Brukman, zoodat eerstge noemde gekozen is. Alsnu komt ter tafel de rekening en verantwoording van den Pennningineester over het jaar 1895. Deze rekening was in tweeën gesplitst en wel de gewone re kening en die der in het afgeloopen jaar hier gehouden algemeene vergadering. Le verde de eerste al een goed slot op, de laatste wees een deficit aan, zoodat beide rekeningen bij elkander genomen een na- deelig slot vanf 98,72Va opleverden. Nadat de bescheiden der rekeningen door de hee ren Meeuwse en Auer waren geverifieerd, worden zij zonder aanmerking goedgekeurd en aan het bestuur overgelaten, pogingen aan te wenden om op de eene of andere wijze in het te kort te voorzien. Aan de orde is thans het bespreken der punten van beschrijving ter behandeling op de gewone algemeene vergadering, die dit jaar te Wageningen zal worden ge houden. Die punten zijn lo. Is het wenschelijk dat door het Rijk of door de Gemeente laboratoria wor den ingericht tot onderzoek, ook voor on- en minvermogenden, van voedingsmidde len en andere artikelen voor dagelijksch ge bruik Dit punt, door de afdeeling Utrecht aan het Hoofdbestuur ingezonden, acht die af deeling noodzakelijk om een drieledig belang en wel lo der openbare gezond heid, 2o. der volkswelvaart, 3o. der zede lijkheid. De heer Wijnne had bij het Bestuur omtrent dit punt een schriftelijk praead- vies uitgebracht, hetgeen hij nu mondeling nader toelicht. Spreker is van meening dat de inrich ting van laboratoria weinig nut zal ople veren, zoolang die inrichting niet geschiedt van Rijks- of Gemeentewege onder de lei ding en controle van een onafhankelijk ambtenaar, die een soort van politiedienst vervult. Ook de invoer moet gecontro leerd worden en vooral, en dit is het cardinale punt, er moet een wet komen op de vervalsching van levensmiddelen. Wel zijn straffen tegen die vervalsching bedreigd bij art. 330 van het Wetboek van Straf recht, doch dat artikel is zoo geredigeerd dat de rechter er meestal machteloos tegen over staat. Immers het spreekt van ver valsching door toevoeging van vreemde bestanddeelen, alsof zonder toevoeging dier laatste geen vervalsching kan plaatshebben. De heer mr. Fokkerdie met de afdee ling Utrecht wel kan medegaan, buiten haar motief betreffende het belang der volkswelvaart, dat zijns inziens niet door vervalsching kon benadeeld worden, merkte den heer Wijnne op dat in zijn schrifte lijk praeadvies niets vermeld stond omtrent controle bij den invoer, welke naar zijne meening zeer urgent was. Dientengevolge verzoeke bij denheer Wijnne zijn advies daarmede nog aan te vullenen het daarna ter beschikking van het Be stuur tot voorlichting van het Hoofdbe stuur te stellen. De heer Wynne heeft hiertegen geen bezwaar. 2o. Zijn zoogenaamde wereldtentoon stellingen, zooals die in den laatsten tijd hier en elders gehouden zijn, in het belang van de nijverheid en hare beoefenaars; zoo ja, hoe moeten die worden ingericht om het meeste nut af te werpen. Ligt het op den weg van onze vereeniging om aan de voorbereiding daarvan mede te werken Dit punt, geen praeadvies ingekomen zijnde, blijft onbesprokeu. 3o. Is het van belang en mogeljjk om een goed adresboek van fabriekanten en industrieelen in ons land uit te geven hoe behoort dat te zijn ingericht en wat zyn de middelen om daartoe te ge raken Hieromtrent was mede geen praead vies uitgebracht en blijft het dus buiten bespreking. 4. Ter voorkoming van het nadeel van aanbestedingen en bouwwerken, ten op zichte van het loon, wordt gevraagd in hoeverre is aan te bevelen eene rege ling als volgtDe werkgever houde de vaststelling van de hoegrootheid van het loon geheel aan zich. Van het uitbetaalde loon komt voor rekening van den aanne mer een gedeelte, berekend volgens een in het bestek op te nemen minimum-loon tarief (met verhooging voor overwerk). Het overige wordt bij eiken betalingstermijn verrekend. Bij dit punt was gevoegd een praeadvies van H. de Mol van Otterioo te 's Graven- hage, waarmede de vergadering, na eene korte woordenwisseling tusschen de hee ren Fokker, Heijboer en Goethals, zich vereenigde. 5o. Algemeen is men van oordeel dat bij baksteen iedere soort van denzelfden vorm aan vaste afmetingen behoort te voldoen, zoodat steen van dezelfde soort en vorm (doch uit verschillende ovens) door elkander verwerkt kan worden. De voorschriften, daartoe reeds ver scheiden jaren in de bestekken van den Rijks Waterstaat gegeven, hebben niet de gewenschte uitwerking gehad. Welke zijn hiervan de oorzaken en hoe zijn die uit den weg te ruimen? Afgaande op de deswege uitgebrachte praeadviezen komt de heer Fokker totj de conclusie dat de steenfabriekanten zich niet gehouden hebben aan de voorschriften, omdat dit hun onmogelijk was, en te veel geld kosten zou. Aan de discussie hierover namen deel de heeren Meeuwse, Heijboer, Polak en Kouion, totdat ten slotte conform de prae adviezen besloten werd. 6o. Wat zijn de voor- en nadeelen van stukwerk in fabrieken en werkplaatsen, zijn er en zoo ja welke bepalingen te maken om het nadeel te voorkomen en vooral om misbruiken ten nadeele van de werklieden te keeren. Praeadvies was omtrent dit punt niet uitgebracht en wordt derhalve besloten hetzelve te laten rusten, nadat door den heer Belderok op aangevoerde gronden, een warm pleidooi tegen het stukwerk bij het meubelmakersvak geleverd was, waar op de heer Polak de opmerking maakte dat, mogen de beweringen van den heer Belderok al gelden bij het meubelmakers vak, bij andere vakken stukwerk met succes toepassing vindt. 7o. Is het toepassen van boeten of kor tingen op het loon in fabrieken en werk plaatsen als straf voor overtredingen of te kortkomingen en als schadeloosstelling goed

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1896 | | pagina 1