NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH Mecifag 11 IpriC. Iimife laatgaag, VERSCHIJNT F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN IJK. Soerja-Soemirat. 1896. Ho. 82. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN G. M. KLEMKERK, te Goes en van 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Bij dit nummer behoort een bijvoegsel. Alle betalingen dit blad betreffende gelieve men te doenvoor Walcheren uitge zonderd Vlissingen bij dhr. F. P. D'HUIJ te Middelburg, a'les buiten Walcheren bij dhr. C. ORANJE Lz. te Goes. DE ADMINISTRATIE. Cortgene, 20 April. Wlssekerke, 21 en 22 April. Colijnsplaat, ook voor Cats, 23 en 24 April. Stavenisse, 4 Mei en 5 Mei des voormiddags. St. Annaland, 5 Mei des namiddags en 6 Mei. St. Philipsland, 7 Mei. Oud Vosmeer, 8 Mei. Ons vorig artikel eindigden wij met de opmerking dat voor onze zonen niet de leus moet zijn Naar Atjeh! maar Soerja- Soemirat. Wij zeiden dit met het oog op onze boeren-arbeiders en onder den indruk van hetgeen de heer Ottolander een Indisch- ambtenaar in de Standaard, geschreven heeft. (l) Een korte mededeeling achten wij wel op haar plaats. Op Java is eene vereenigingdie gelden inzamelt om te stichten een landbouwdorp aldaar. De aanstaande eerste bewoners van dat nieuwe dorp moeten boerenzoons en arbeiders zijn die in onze omgeving ledig loopen; doch daarna moet de bevolking uit Indo Europeanen bestaan. Deze vereeuiging draagt bovengenoemden nakm, leidde lang een kwijnend bestaan, doch leefde sinds 1891 weder op, wijl baar nieuwe presidentdr. W. v. Lingen, predikant te Samarang wel de moeite wil doen zich er voor te spannen. Hij richtte een weekblad op aan het welk hij den naam der vereeniging gaf, terwijl hij 't wijdde „aan de belangen van maatschappij, huisgezin, onderwijs en op voeding in Nederlandseh Indië". De vereeniging heeft onder zijn leiding heel wat uitgericht. Te Samarang heeft zij werkplaatsen ge opend waar ieder Europeaan hem passenden arbeid vindt. Er is een smederij, een blikslagerij, een schilderswinkel, een schoen- en zadelma kerij, een werkplaats voor vrouwen-klee dermaaksters. Zoo werken daar meer dan zestig hunner, zonder hulp van inlanders, en verwerken voor een waarde van 3 a 5 duizend gulden aan zadels, schoenen, ledikanten, enz. Zij leveren hiermede het bewijs dat in de Tropen, dat op Java ook kan gewerkt worden door Hollandscbe mannen en vrouwen. De vereeniging stichtte ook eene Am bachtsschool. In Indië is tot nog toe de geldelijke steun gering geweest. Daar prangt niet zoo de vrees voor het roode spook, zooals hier. Maar de philantropie zoover zij er beoefend wordt, is er dan ook te edeler door. Men steunt de zaak met lust, uit sympathie, zonder bijbedoeling. In ieder geval Soerja-Soemirat had suc ces op haar pogen. Dr. v. Lingen kan tevreden zijn. Maar nu wilde hij ook een stap verder gaan. Den 17 Augustus des vorigenjaars schreef hij in evengenoemd weekblad een artikel: 0) No. 7384, 7386 en 7389. (a) Dr. W. van Lingen was van 1874—1S76 predikant te Schore, daarna te Neede, Diagten; en sinds 10 Jan. 1881 predikant in N. O. I. te weten Pekalongan en Tegal siuds 1887 te Medan, sinds 1890 te Samarang. „Een landbouwdorp". Daarin legde bij zijn wenschen bloot. Hij vraagt geld en werk krachten uit Nederland, teneinde bet be wijs te leveren dat landbouw op kleine schaal, in Ned. ladië mogelijk, doeltreffend loonend is. Uit de dagen der bekrompen Oost Indi sche Compagnie is door velen de traditie bewaard dat een Europeaan in Indië niet werken kan. Tegen dit conservatieve wanbegrip is bet eerste ernstige protest opgegaan in 1857. In een uitvoerig, met redenen omkleed request aan den koning (Willem III) be toogde zekere heer Van Vlissingen de nood zakelijkheid van „openstelling der O. I. voor Europeesche Kolonisatie" De koning benoemde eene staatscommis sie, waarin o. a. zitting hadden de beeren Rocbussen en A. Maokay. De slotsom van het onderzoek dezer Commissie wasonuitvoerbaar. De koning heeft toen op het adres afwijzend beschikt. Van landbouw-kolonisatie kwam niets. Een agrarische wetgeving kwam tot stand, die eenige verlichting bracht doch meest rekening hield met lieden van kapitaal, niet met den armeook niet met de mogelijkheid van landbouw waarbij de ondernemer, in plaats van de zweep te hanteeren, zelf mee werkt. Inmiddels deze conservatieve wetgeving heeft de malaise helpen vergrooten. Hierbij komt dat vele Nederlandsche jongelui, die bier geen werk konden vin den, naar Indië togen, zoodat er op dat gebied in Indië overbevolking kwam. Vooral bij suikercrises was de nood onder deze Europeanen zeer groot. Geen werk terwijl duizenden morgens woeste grond wacht op ontginning. De regeering werd wakker. Loudon en Van Rees benoemden Com- missiën van onderzoek Keuchenius en Pijnacker Hordijk zetten door en bevor derden de stichting der halfmilitaire land bouwkolonie te Poespo (Passaroeansch Teng- ger). Toen kwam er leven. Indische ambtenaren als Van Delden, van Guericke, Ottolander, Schot, Kalf, van Gennep, zij allen gaven hunne adviezen ten beste. No. 1 stelde voor aan eiken minvermo genden Europeaan 25 bouw ter bebouwing te geven met een renteloos voorschot van f500. No. 2 stelde in 1887 voor de stichting eener Indo-Europeesche landbouw-immigra- tie-maatschappij met subsidie van de regee ring. De regeering gaf echter geen steun en zoo ontstond Soerja-Soemirat, zonder bare hulp. No. 3 schreef tal van artikelen, ook die waaruit wij de onderhavige mededee- lingen putten. No. 4 schreef een Brochure, uitgegeven bij Wormser in 1894. No. 5 vroeg steun aan de regeering voor een kolonisatie-proef op het Kawi- gebergte (Java) doch kreeg nul op bet request. No. 6 beproefde steun te vinden voor het plan eene kolonie te stichten op de hoogvlakte van bet Yrug-gebergte. Tot eindelijk Van Lingen de plannen van Soerja Soemirat (dat wil zeggen Land bouwdorp) doorzette. Hij hield eene loterij die f 90000 winst opleverde. Het plan is om daarvan twee derden te bewaren en een derde te ge bruiken vs) De heer O. schrijft ter vergoelijking dezer „loterij"„Geldloterij-houden voor philantropische doeleinden is iets specifiek Indisch, maar toch ook na verwant aan den weldadigheidsbazaar en de Christelijke verlotingen in Europa". Wij betwijfelen dit. In de weldadigheids- bazaar koopt men en betaalt de waar zelfs duurder dan zy kost; terwijl bij loterijen - Indische zoowel als Christelijke- En hoe luidt nu het plan van Soerja- Soemirat Het plan is een landbouwdorp te stichten in een gezond, eenigszins frisch klimaat, waar de grondslagen kunnen gelegd worden van een meer gezonde maatschappij. „Waarin bestaat het ongezonde van de tegenwoordige Ned. Indische maatschappij „Hierin dat er geen goede basis is. Alles leeft van „betrekkingen." Men is directeur, administrateur of opzichter op landbouwonderneminingen, men is directeur, boekhouder of klerk op industrieële onder nemingen, of handelskantoren, men is ambtenaar, hoog of laag, bij het gouverne ment. Maar bijna niemand verdient den kost door eigen handenarbeid. „Men laat koffie, suiker, tabak en rijst planten, men laat schoenen, tafels en klee- ren maken. Men houdt alleen toezicht. Niemand maakt iets zelf of plant iets met eigen hand. Het iB alles dus baantjes- jagerij. „Het spreekt van zeif dat er op die wijze vele achterblijvers zijn die in de kampong verzeild raken en hun leven lang moeten spartelen om er niet door onder te gaan." Deze schilderij van den toestand in In dië komt vrijwel met die van de sociale quaestie in Nederland overeen. Alleen met dit verschil, d.\t er in Indië nog heel wat land te ontginnen valt, zonderdat men den grondbezitters te na komt. Zelfs nationalisatie is niet noodig, want die is er seeds, zij 't al op stuitend- Earaonische leest. Willen nu de menschen werken, wil de regeering grond geven, wil de vereeniging bovengenoemd bloeien, dan is in Indië de sociale quaestie voor jaren opgelost. Maar kan veldarbeid in Indië geschieden? Een schaaf en een zaag hanteeren, dat gaat nog wel, zoo redeneert men. Maar een spa en een patjol zijn te zwaar. Daarom zoo antwoordt dr. v. Lingen is het landbouwdorp ook alleen bestemd voor personen (liefst gezinnen) die energie bezitten om het te probeeren. Die werken geleerd hebben. Die tegen geen zweetdrop pel meer of min opzien. Die niet dadelijk mijnbeer gaan spelen, maar zonderinland- sche hulp, zonder koeliewerk, met eigen werk vooruit willen. Die vrij van sterken drank zijn. Zedelijk, verstandig zijn. Kor tom de besten. En die moeten en zullen het bewijs leveren dat land- en tuinbouw in Indië gaat, slaagt en loont. Natuurlijk denkt men bier niet aan graan- en aar- dappelbonw, boter- en kaasbereiding. Zoo boog stelt Soerja Soemirat haar ideaal niet. Voor machinale bewerking, voor vervoer is Java's bergland met Amerika'slaagvlakten vergeleken, totaal ongeschikt. Een Nederlander die met dat doel naar Indië toog zou al even dom zijn als de Chinees die de rijstcultuur naar Noorwegen zou willen overbrengen. Neen in de Tropen moeten tropische producten geteeld. Niet tarwe en rogge en aardappels, maar koffie, kapok, cacao en andere overjarige gewassen moeten daar verbouwd. Zelfs niet op jarige gewassen als maïs en rijst moet men daar willen rekenen. Dit laatste is de fout van Poespa's kolonie geweest en de oorzaak van baar kwijnend bestaan. Het ligt voor de hand dat, waar de grooten met rijst- en suikerbouwgoud verdie nen, de kleinen ook wel een bestaantje zullen vinden in dienzelfden handel. de philantroop niet koopt maar specu leert om bij geringen inleg eer. grootere waarde - niet uit te geven maar - naar zich toe te halen. Wij zijn het echter met den schrijver eens, daarom behoeven wij onzen steun aan de inrichting niet te onttrekken. Wanneer men toch voor een of ander christelijk doel tot u komt om mede te doen aan een verloting dan kunt gij die weigeren; doch is de zaak waarvoor men vraagt goed, dan geeft gij van het uwe immers gaarne cadeau. Dr. v. Lingen noemt vier hoofdproduc tengroenten, vruchtbooinen, overjarige gewassen, vee. En van deze is koffie bet hoofdproduct. Zij en de cacao moeten de contanten in 't gezin brengen. Op de hoogten van Ysang en Kalwi zou niet éen tropisch product groeien. Alleen aardappels, groenten en mais. Doch in de lagere bergstreken, in de lcoffiestreek van 500 tot 1500 meter boven de zee, kan men zeer vele producten met goeden uit slag kweeken. Zuivelbereiding voor plaatselijk gebruik, bijenteelt en het houden van pluimge dierte zijn bij de koffieteelt zeer aan te bevelen. Doch koffie blijft hoofdzaak. De kolonisten zullen echter in de eerste maanden hunner vestiging veel geld noo dig hebben. Voor wie geen geld hebben, wil dr. v. Lingen het „Landbouwcrediet" laten zor gen. Er wordt niets gegeven, want bet is geen bedelaarskolonie. Het geld wordt hem tegen lage rente geleend, of de grond wordt hem verhuurd. Natuurlijk isleenen meer aan te bevelen, doch dan zonder rente. En huur in den vorm van lang durig gratis gebruik, bijv. van gereedschap pen, is ook niet kwaad. Aan leenen en huren hecht de schrijver dus een andere beteekenis. Maar dr. v. Lingen wil ook zorgen voor werkverschaffing. Dit gaat in Indië beter dan hier. Er zqn tijden in het jaar dat aldaar aan den landbouw niets behoeft gedaan te worden. Ook is de Javaansche smid tevens landbouwer op zijn eigen grond. Eveneens konden de beschermelingen van genoemde vereeniging als zij te Samarang voldoende zijn geleerd, naar het landbouw dorp gezonden worden om daar hun vak uit te oefenen en wat landbouw te drijven voor voedsel of verkoop. Dr. v. Lingen wil aan het landbouwdorp ook de weezenverpleging verbinden. Op voeding van weezen in 't huisgezin gelijk dat nn geschiedt in weesbuizen. Ook dit zou den weezen langs meer dan één weg ten goede komen. Yoorts ook een goedkoop herstellingsoord. Slot volgt. Uitvaart van Professor Van Velzen. Gistermiddag werd bet stoffelijk over schot van den beer S. van Yelzen, rustend boogleeraar aan de Theologische school te Kampen, op plechtige wijze ter aarde besteld, onder toevloed van een groote menigte vrien den en belangstellenden. Ten sterf huize vereenigden zich tegen 11 uur met familieleden de curatoren, hoog leeraren en lectoren der Theol. School, de senaten van de studentencorpsen, de predi kanten der plaatselijke Geref. Kerk, een deputatie uit den Kerkeraad te Kampen en een deputatie uit den kerkeraad der Geref. keilt te Amsterdam A, zijnde de bee ren Ds. W. H. Gispen en de ouderling A. van Oostendorp. Ook waren vele predikanten van elders opgekomen, om hun geliefden oud-leermeester mede de laatste eer te be wijzen. Na een korte toespraak in het sterfhuis door Ds. J. Bavinck, den oudsten predi kant, werd het lijk in den lijkwagen ge plaatst en zette zich de stoet, uit een 17-tal volg wagens bestaande, in beweging. Als dragersfungeerdeneen 16-talstudenten der Tkeoi. school. Aan de geopende groeve werd allereerst het woord gevoerd door den heer M. Noord- tzij, rector. Prof. Neordtzij maakte zich ten tolk van de gevoelens van smart maar ook van dank baarheid, die allen aan deze groeve beziel den. Dankbaarheid immers daarvoor, dat God ons zoo lang in het bezit liet van een zoo trouwen arbeider en leidsman. Oogen- schijnlijk zei spr. was de ov erledene stroef, maar toch vervuld van waarachtige liefde tot den Heer en zijn medemenschen daags en 's nachts arbeidende. Een merkbaren invloed beeft bij uitge oefend eerst in de Hervormde Kerk, en later in de kerken der scheiding. Dertig jaar heeft hij aan de Theol. School gearbeid en iD dien tijd 350 jongelingen mede op geleid en gevormd. Zijn innerlijk kwam overeen met zijn uiterlijk; regelmatig, ernstig, doordrongen van liefde. Een warm hart droeg hij aan de studie toe. In de kerkgeschiedenis en de predikkunde muntte hij vooral uit. Hij kon wegslepend spreken. Vervolgens trad de student Sraitt naar voren, die getuigde van de groote aantrek kingskracht diede overledenenog steeds voor de studenten toonde te bezittenook voor ben, die zijn onderwijs niet meer genoten hebben. Eerbied en achting koesterden allen voor hem, en zij hadden hem lief als een ouden vader, die niet meer voor zijn kinderen werken kan. Ds. Doorn, van 's Gravenhage, herdacht in Van Velzen den moedigen belgder, den getrouwen verdediger der waarheid, die geleden heeft voor zijn Heer en Koning; en kloek gestreden om de belijdenis der Geref. kerk in eere te houden. Ds. Bavinck sprak vervolgens namens den kerkeraad en de gemeente van Kampen, er o.a. op wijzende, hoe de overledene vroe ger verguisd en vervolgd, thans als „rid der" ten grave daalde. Ds. Gispen herdacht namens de Amster- damsche gemeente, den eersten leeraar der kerk aldaar, die gestreden had aan de grenzen en inde kerk; dus links en rechts. Curator dr. v. Goor bracht als zoon der doleantie van'86 aan den vader der scheiding van '34 een woord van dank voor wat hij blijkens de berinnering van wie hem te Bunschoten, zoo vaak als consulent gehoord hebben, in de gemeente heeft verricht. Ds. W. Diemer, als een der eerste disci pelen van Van Velzen, herinnert hoe vaak hij te Dokkum op die bovenkamer gegaan is, waar de Classe-broeders in 1835 dreigden Van Velzen van de trappen te aullen gooien. Student B. v. d. Werff sprak namens den Senaat van bet Studentencorps. De heer J. G. A. de Waal herdacht den overledene als pionier voor het Christelijk en tegen het neutraal onderwijs. De oudste zood van den overledene, de heer S. van Velzen te Alfen, oud-lid der Tweede Kamer, bedankte namens de fami lie de sprekers en verdere aanwezigen voor de laatste eer, den geliefden doode bewezen. Standaard en Bazuin. Zending der Gereformeerde Kerken. Br. Adriaanse en br. Scbeurer zijn min of meer ongesteld, zoodat de eersteeenigen tijd ru3t moet nemen. Br. Zuidema meldt, dat een der beste kweekelingen der Keu- cbeniusscbool, onlangs door ds. Adriaanse gedoopt, de school heeft verlaten, en nu onderwijs geeft in de school van Zendeling Drost te Ketjeme. o Indertijd riep de heer Cléton, ingenieur, bij 't spoorwezen op Soematra, de Christe nen op te voorzien in den geestelijken noo der dwangarbeiders in de kolenmijnen oP genoemd eiland. Thans heeft Br. Wij nveld^ (indertijd op Lombok werkzaam) toelating verkregen tot den arbeid onder hen; een zware taak voorwaar! Zij 't hem gegeven met voorzichtigheid en geduld werkzaam te zijn, sterk in zijn God en trouw aan Diens Woord. Thans belooft de Heer Wormser, dat binnen kort 't laatste gedeelte van „Een jaar op reis in dienst der Zending" ver schijnen zal. We hopen nu maar, dat geen „onvoorziene omstandigheden" de uit""' verder vertragen zullen, al m»"' gever zelf dat die hoon - wen kan zijn, o"Ve ~ai£t de uit- ifeen vast vertrou- f

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1896 | | pagina 1