NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH 1896. ilo. 76. DotiMag 26 ilaatf. iienife laatpng. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Een nieuw Tijdschrift. SAC i^r ^Jgebied des LEVENSVERZEKERING. in. ELKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p- 0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Zij die zich met 1 April op ons blad wenschen te abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nommers GRATIS. Ons Tijdschrift Maandblad uit en voor het leven. Met medewerking dar lezers le Jrg. All. 1. Een eigenaardig tij dschrift is het, waar van de le ad. hier voor ons ligt. Op het titelblad leest men, als richtsnoer aange gevenUit Hem, door Hem, tot Hem zijn alle dingen. En de waaraeid betrachten de in liefde. Uitgever is de heer D. A. Daamen te Leiden die reeds menig uitne mend hoek heeft het licht doen zien. Maar is het dan iets nieuws dat er weer sen tijdschrift het licht ziet 't Stroomt immers van alle zijden bladen en brochu res. Men zou wel rentenier moeten wezen om van alles te kunnen kennis nemen. 't Is zoo. Maar toch maf gevraagd welk tijdschrift nu eens moet bij de hand geno men worden, dat bij het licht van Gods Woord de groote verschijnselen van het tegenwoordige woelige leven beziet ea bespreekt. En dan vinden wij er niet een. We zonderen uit „Stemmen voor Waarheid en Vrededat intusschen meer den kring van predikanten kan interesseeren en ook veelal voor niet-gestudeerden te hoog gaat. Bovendien staat daarop 't stem pel in van Dr. Bronsveld en niet ieder een kan zich in diens zienswijze vinden. Dan is er nog „Excelsior", onder redactie van Hoogenbirk en Wormser redacteuren die veel meer geven kunnen dan zij in „Excel sior" doen. Maar de kring waarvoor 't bestemd is, laat niet toe op 't gebied van letteren en zoo veel meer zoo'n hooge vlucht te nemen. Dan is er Eigen Haardzeer zeker veel uitnemends bevattende, maar toch voor den Christen hoe langer hoe meer onvol doende. Dit alles gaf den Heer Daamen moed tot het oprichten van zijn tijdschrift niet bezet door een richting die of onver schillig voor, of wèl vijandig aan veler geloof, allermeest aan het Bij belsch Chris tendom is. Nu is in onze dagen heel wat wijsheid en talent van nooae om zoo te schrijven dat men niet met a of c in de war ge raakt. Vooral als de namen bekend zijn. We meenen echter dat de heer Daamen met zijn redactie voor den dag kan komen, al noemt hij de namen niet. Wij meenen in den inhoud een goeden Amsterdamschen bekende te herkennen, met wien zeker geen gelukkiger keuze kon gedaan worden, terwijl ook de schrij ver van Germanjes Multatuli er in voor komt met een aangename pennevruckt en een Zeeuwsche medewerker eeae belang wekkende studie ten beste gaf over de 1 lagen van Egypte. De schrijvers sehijnen ons mannen toe, naar wie zeker gaarne geluisterd worden. Er waait een door Vnrm gezo"ie a<*em door deze le aflev. mnav M.!° •U^70ermS zijn niet knoeierig, doet el"^- ^6ïseheidenheid van stof ernst is vnn Ju Zle" dat 't ditïijdschrift U stellen. Wij «hC.» ai, maar raden onzen lezers die voor hun TMtttd tan tart hebben, en aan de hand van bekwame gid sen zich over zooveel dat attentie vraagt een juist oordeel willen vormen, niet in tegenspraak met, hun geloofsovertuiging we raden hun aan zich het genot van inzage der eerste aflev. te gunnen. Alles is niet voor allen even interessant. Maar wat de le afl. bevat is alles belangrijk, fijn gedacht, uitnemend gesteld, met zout be- «prengd. Ter overtuiging twee proefjeshet le: fragment van een zeer ad rem geschreven stukDe dronkenschap der nuchteren? Zij riepen dan de een dit, de ander wat anders. Hand. 19:32. Een vraag stelden we hierboven. W e deden hetMaar vooraf zij 't ook tegen den regel - een stuksken „practykl" Niet lang geleden had in zekere stad van zeker land zeker hooggeleerde, tevens stryder in de eerste gelederen der onthouders, een student te examineeren. 't Was bekend, dat de jonkman, trouw discipel zijns mees ters, wat betreft den onthoudersstrijd, ove rigens en juist ter wille van dien strijd, des Magisters colleges weinig gevolgd, nog minder diens wetenschap ten eigen nutte aangewend had. De student had gewerkt en gezwoegd om anderen voor de goede zaak te winnen, maar (men kan niet alles gelijk doenzich daardoor moeten onthouden van datgene, wat als student zijn roeping was. Men wist dat hy „zakken" zou, en hoe welwillend en tegemoetkomend óok bejegend - hy zakte. Het onthoudings stelsel had hij ook op de studie toegepast. Zyn tegen drankgebruik ijverend gemoed woog niet op tegen een van konnis ledig hoold. Ernstig zag de professor bovenvermelden jonkman aan, dien hy moest meedeelen wat beslissing gevallen was. Toen sprak de hooggeleerde tot zyn medestrijder „Ziedaar dan de dronkenschap der geheel onthouding En dan nog het sonnet „BIJ DEN KRUISBERG." O zwarte golven van de Passie-zee, Hoog bruisend om mijns Heilands godlijk (hoofd, Waarin nu 'taardsehe leven wordt ge- (doofd Door 't vlijmen van zoo naamloos lijdenswee O wreede baren van de Smart, die mee Den laatsten, dofsten lichtglans hebt ge doofd Uit Jezus' oogen 1Wie had ooit ge doofd, Dat de aarde een God dus lijdend sterven deê1 Toch toch geen Paschen zonder Golgotha, Geen Evangelie zonder Kruisgena Geen Vader zonder 't offer van den Zoon Die nederdaalde van Zijn Hemeltroon In de arme krib van Bethlem-Efratha Voor mij, die dankend bij Zyn Kruisberg (sta Zoo iets hebben we in lang niet gehad. Stichtelijke lectuur is er genoeg uitgeko men; en niet gaarne zullen we den goeden invloed daarvan verkleinen. Maar 't komt soms wel eens op bij ons, op 't zien van dien vloed Wat zich als stichtelijk aan komt melden Sticht mij maar zelden. Mogen de Uitgever en de Redactie er in slagen om op den bodem van het Chris telijk geloof naar de Schriften staande naar alle zijden heen te zien, op te merken, en het opgemerkte te geven aan velen die er kennis van willen nemen tot ver sterking in 't bewustzijn, dat wij weten geen kunstig verdichte fabelen te zyn na gevolgd. „Vraagt naar de oude paden," lezen we in Jeremia's profetieën en inderdaad het loont, met het oog op de geschiedenis onzes volks, ie moeite, naar de oude paden te vragen. Wanneer was Neerland groot Toen het streed voor de eere des Heeren. Toen heeft het den zegen ontvangen van den Heere en gerechtigheid van den God zijns heils. Duizende vragen, die ons thans over stelpen en waarop we schier geen antwoord weten te geven, vonden toen hare opl#s- sing in de bereidwilligheid des harten, die zich in dienende .iefde openbaarde. Van waar al die schoone monumenten uit den ouden tijd? Ik bedoel met mo numenten geene standbeelden door een zoogenaamd dankbaar nageslacht opgericht dikwijls voor zoogenaamd groote mannen; neen, ik bedoel andere monumenten, zooals de liefde tot den naaste ze God ter eere stichtik bedoel weeshuizen, ziekenhui zen, oude-mannen- en vrouwe nhuizen, hier en daar bekend onder den naam van gast huizen, holjes, enz. Werd iemand oud van dagen, hij kon in zoodanig huis binnentreden men had er voor allerlei standen voor den arme, voor den burger, ja ook voor den meergegoede. In dat voor den mingegoede kon men zijne verdere levensdagen doorbrengen zon der eenige vergoeding van kosten om in een der andere te komen stortte men eene som voor eens, en was voor heel zijn ver der leven goed verzorgd. Daar woonden dan onze oudjes bij elkaar, ieder in zyn eigen woninkje. Ieder had daarenboven een bloementuintje voor de deur. Men kwam het hofje binmen door een poort, waarnevens de portier woonde. Dat laatste nu was wel wat lastig voor de oudjes, 's Avonds toch moesten ze allen op een bepaald uur binnen zyn, voorzoo verre ze ten minste geen langer verlof bij den portier hadden aangevraagd. Vele oude lui zouden, wanneer ze het voor 't kiezen hadden gehad, liever in eene gewone straat gewoond hebben, waar ze ook nog andere dan oude lieden tot buren hadden gehad doch dat was nu eenmaal niet anders. Heeft de stichting van dergelijke huizen gelijken tred gehondea met den aanwas der bevolking? O neen. Mij zyn plaatsen in ons vaderland bekend, waar zeer vele hofjes zijn, maar waar tal van oude lui tot hun dood toe op een plaatsje blijven wachten. Voor geld en goede woorden kunnen ze er niet inkomen, want er is geen plaats! Ook zyn er natuurlijk tal van plaatsen, waar men zoodanige stichtingen in 't ge heel niet vindt. Aan al de oude lui met desnoods klein kapitaal zoade ik willen vragenMaar kent gij dan de Maatschappijen van Le vensverzekering niet? Hebt gy daarvan dan nooit gehoord Dan hebt ge ook nooit ingezien de tarieven V en XVIII van de Amsterdamsche Maatschappij, waar van het my nu lust u eenige verklaring te g even. Aangaande tarief V eerst een voorbeeld want is het waar, dat leeringen wekken, het is evenzeer waar, dat vobrbeelden trekken. Eene vrouw dan, nu 73 jaar oud, heeft van hare jeugd af den kost verdiend met naaien. Zij heeft door spaar zaamheid f 750 bij elkaar gebracht en onlangs van hare zuster f 900 geërfd. Zij bezit dus nu een kapitaaltje van f 1650. Van f 5 per week zou zij kunnen leven. Zet ze haar kapitaal tegen 4 pCt. uit, dan heeft ze f 1.27 per week. Dat gaat dus niet. Van op intrest uitzetten kan geen sprake wezen. Teert ze haar kapitaal op, dan heeft ze precies 6 jaar en 4 maanden genoegmaar dan is alles ook op en ze vervalt aan de diaconie. Van mijne kennissen stierf er onlangs een op 96-jarigen leeftijd. Wanneer onze oude naaister nog 87s jaar leeft, is ze nog geen 80 jaar. Zij wordt misschien veel ouder. Wat zal ze beginnen, als haar geld op is Voor haar geeft de Levens verzekering uitkomst. Zij geeft eenvoudig hare f 1650 aan de Maatschappij en laat nu wel is waar aan neven en achterneven niets na dan haren inboedel. Haar geld echter is al kwam ze vroeg te sterven goed vermaakt, want een deel van dit geld zoude dan winst voor de Maatschap pij zijn, hetgeen m. a. w. zeggen wil, dat een groot doel daarvan n.l. 40 pCt. ten goede zoude komen aan lieden, die voor weezen en weduwen zorgen. Dus, goed vermaakt 1 Mocht zij echter lang leven ja, al werd ze zoo oud als Methusalem, 't geen overigens niet meer voorkomt zij heeft tot aan haar overlijden een wekelijkseh inkomen van f 5. Ze behoeft nu ook niet in een bepaald hofje te wonen zij kan een woninkje huren, waar 't haar lust. Vinden de lezers van dit blad zulks niet eene heerlijke uitkomst voor onze oude naaister? Wie zou daa ook durven zeggen „Neen, maar dit vrouwtje had liever tot aan haren dood gebrek moeten lijden en de door haar en hare zuster zuur verdien de penningen aan hare neven of achter neven moeten vermaken Een ander voorbeeld en wel om tarief XVIII (op twee levens) te,verduidelijken. Een paar echtelieden zonder kinderen in een plaatsje van Zeeland bezaten een ka pitaaltje van f4500. De man was 75, de vrouw 74 jaar. Hadden ze hun kapitaal op intrest gezet tegen 4 pCt., zij hadden een wekelijkseh inkomen saam gehad van f 3.46. Hun kapitaal opteren durfden ze ook niet, uit vrees voor volkomen armoede. Zij hebben hun kapitaal aan de Maatschappij afgestaan en trekken nu wekelijks f 10. Komt een hunner te sterven, dan trekt da langstlevende toch tot aan zijn overlijden f 10 per week. Dergelijke dingen geschieden nu door Levensverzekering. Vroeger ging men in een hofje, nn sluit men een contract met dusdanige Maatschappijdoch in 't wezen der zaak is het hetzelfde. Het lust me nog meer over L.V.Z. te schrijven, doch ik zal dat doen, zoo de Heere wil, |in een volgend nummer. K De bladen deelen mede dat de minister van financiën zich haast om een wetje tot tegemoetkoming der gemeenten om de invoering van 't personeel mogelijk te maken, aan de Volksvertegenwoordiging aan te bieden. Een der redenen waarom wij 't amen dement Kolkman hebben toegejuicht is de onzekerheid voor de gemeenten. Dit be zwaar zou dus, werd het gerucht beves tigd, kunnen vervallen. Toch blijven er nog verschillende be zwaren over met name die welke De Standaard heeft geopenbaard. Zij zijn tien in getal. „Komt", zegt de Stand., „dit nieuwe Personeel tot uitvoering, dan wordt daardoor lo. én de vermogens- én de bedrijfs belasting voor onafzienbaren tijd vastge legd, want op die beide doet het dienst als regulateur 2o. zal dus voor onafzienbaren tijd het personeel rijksbelasting blijven, en niet, gelijk het behoort, gemeentebelasting kunnen worden 3o. zal bestendigd worden de fatale regel, dat het rijk eerst uit heel het land het geld samentrekt, en het dan voor viervijfde deel weer naar het land laat afvloeien een onnatuurlijke centralisatie 4o. zal bestendigd worden de ver keerdheid, dat de gemeenten door hooge opcenten een belasting innen naar een methode, die niet zijzelven bepalen, maar die het rij k bepaalt 5o. zal hetgeen voor paardenhouders en groote kindergezinnen vrijkomt, al spoedig door de gemeenten, tot redding uit verlegenheid, weer op andere wijze worden ingepalmt; Go. zal niet voldaan zijn aan de be lofte, dat vooral de middelstand, die geen patent opbracht, maar nu wel bedrijfsbe lasting betaalt, ontheven zou worden 7o. zal de vermindering van belasting door afschaffing van die op deuren en vensters, en de verlaging van haard steden en dienstboden, op de meeste aanslagbiljetten meer dan opgewogen worden door veel hooger aanslag op huur en meubilair 8o. zal én de classificatie én de meer dere macht aau de schatters verleend, een willekeur scheppen, die in tal van plaatsen stuitend zal zyn; 9o. zal ide regeling der gemeente financiën onder pressie van dit Personee plaats vinden en lOo. zal het subsidiestelsel voor de gemeenten opnieuw wortel schieten en daardoor haar onafhankelijkheid beper ken". Onder de sjouwers of gelijk de tegen woordige benaming luidt de bootwerkers te Rotterdam is de vorige week werksta king uitgebroken. Aanleiding was dat de firma Muller machines had ingevoerd tot het lossen van ijzererts. Daardoor werden tal van arbeidskrachten overbodig. Een vierde der werklieden werd er werk loos door. De firma Muller werd hierop geboycott en de vakgenooten te Amsterdam en te Vlissingen aangezocht de schepen die nu natuurlijk daar en niet te Rotterdam zou den lossen, links te laten liggen. Te Vlissingen was het de heer Van der Veer, te Amsterdam de heer Reens, die den bootwerkers in 't belang van den goeden uitslag tot solidariteit aanmaanden. Van der Veer werd, naar de bladen melden, van het terrein verwijderd, terwijl de bootwerkers met het lossen der Teutonia voortgingen. Te Amsterdam begaven zich vele boot werkers aaar de Rietlanden en bewogeu hunne kameraden, die bezig waren met het lossen van drie ertsbooten „Derwent Holme", „Levant" en „Hekla" daarmee op te houden, waarna in eene vergadering onder leiding van Reens besloten werd niet aan 't werk te gaan voor aan het verlangen der Rotterdamsehe vakgenooten was voldaan. Een besluit van opoffering getuigend, daar de meesten in geen acht weken werk gehad hadden. Toch werd het werk door anderen aan gepakt en voltooid, onder bescherming der politie. Van de nog te lossen ertsbooten hebben 3 order gekregen voor Amsterdam 3 voor Rotterdam en 1 voor Vlissingen, (het ss. „Wandsworth" 2300 tons van Santander). Het maakt een tragischen indruk deze stoere mannen den strijd tegen de machine te zien aanbinden. Toch spellen wij hun van hun verzet weinig goeds. Hier is een ongelijke kamp die ook bij de stevigste solidariteit dezer werklieden niet is vol te houden. De machines hebben ontzaglijk veel kwaad gedaan, doch het verstand, de wil, de hartstocht van den arbeid dient er op gespitst om de machine tot bondgenoot van den arbeid te proelameeren en zoo den druk te veranderen in een zegen. Er zyn verschijnselen die men niet moet tegenhouden, maar die men moet laten komen. Die men door zich in hunnen dienst te stellen, moet trachten aan zich dienstbaar te maken. Er zyn zaken die men door ze te be strijden niet verhindert te komen, maar die men door ze te laten begaan, tot eigei voordeel kan aanwenden. Hoe dit laatste zal kunnen geschieden, is ons vooralsnog een raadsel. Doch dit neemt niet weg dat met de hoop daarop den strijd te staken, ons wenschelijker voorkomt dan eene krachtsinspanning die onmogelijk tot het gewenschte doel voert. Vreemde woorden. Onlangs werd in een blad de draak ge stoken met het veelvuldig en noodeloos gebruik vau vreemde woorden in verband met den geest van hoogmoed, die uit dit gebruik dikwijls spreekt. Onder het opschrift „Vooruitgang of Kaskenade" hwam in het Geref. Volksblad het volgende stukje voor: „Ja, wat zou 't eigenlijk wezen?Kleer makers zyn er haast niet meer, ze worden langzamerhand allen tailleurstraks mar- cliand-tailleureen kleerenwinkel is een confectiemagazijn met een bekwaam coupeur. De barbiers gaan op den loop voor de kappers en dezen weer voor de coiffeurs

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1896 | | pagina 1