NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH 1896. Ho. 68. Meting H flaatf. tiende laargang. VERSCHIJNT PRIJS DER ADVERTENTIËN G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. Vakverenigingen. UITGAVE VAN elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. 0,95. en Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel 0,025. meer 10 cent. Bij dit nummer behoort een bijvoegsel. {Slot.) Tot de Vakvereenigingen rekenen wij ook de verschillende bestaande mits anders te regelen en de nog op te richten in ieder geval de zoo noodige land- bouwvereenigingen, die de bouwstof moe ten leveren voor den Boerenbond. Met genoegen vernemen wij dat de Nederlandsche landbouwers er over begin nen t# denken zich te organiseeren tot een grooten Boerenbond. Reeds zijn op enkele plaatsen van ons land afdtelingen van dezen Boerenbond tot stand gekomen. Het initiatief voor de oprichting van een Boerenbond werd genomen door den heer Ridder De Vander Schuuren te Nijmegen. Reeds satving hij van verschilleade zijden big ken van waardeering. Wij voegen er de onze gaarne aan t«e, al verwachten wij niet dat in de eerste jaren deze Bend tot stand komt. Toch ver wachten wij wel dat de plaatselijke landbouw- vereenigingen zich al meer zullen reorga- niseeren. Uit de vereeniging dezer ver schillende organisaties zal vermoedelijk de Boerenbond ontstaan. En deze Boni zal levensvatbaar zijn dewijl hij niet van bovenaf is opgelegd, maar van onderop is uitgegroeid. Een bond moet niet gesticht worden om uit haar allerlei kleine bondjes te doen uitgroeien maar een bond moet als het ware het résumé, de samenvatting zyn van de verschillende zelfstandige plaatselijke vereenigingen. Onze landbouwvereenigingen konden misschien vrij wat meer voor den land bouw doen. Er wordt steeds geklaagd dat van Land bouwweekblad en Maatschappijen tot be vordering van landbouw en veeteelt, van Landbouwcommissie en Landbouwtentoon stellingen en van nog zooveel meer dat in één adem genoemd wordt met de land bouwbelangen, zoo weinig kracht uitgaat voor den Landbouw zelf. Menig landbouwer die het Landbouw weekblad leest, zet, na het blad van A tot Z te hebben uitgelezen, mistroostig den bril af en vraagt: wat heb ik nu eigenlijk gelezen Menige landbouwer klaigtwat nut mij toch het lidmaatschap der Maatschappij tot bevordering van Landbouw? Wat bevor dert de afdeeling dier maatschappij, tot welke ik behoor, nu eigenlijk van den landbouw FEUILLETON. Schepping of geen schepping. Onlangs liet ik mij in een gesprek, met een in het spoor naast mi zittend heer, toevallig het woord„fchepping" ont vallen, waarop deze mij oimiddellijk toe voegde „Mijnheer, ik bigrijp niet hoe een redelijk denkend menssh nog aan een schepping kan gelooven". Even pertinent was mijn antwoord „Ik legrijp niet hoe een redely k logisch denlend mensch de Schepping kan loochenen en wanneer ik 'tzal bewijzen, verzoek ik u vriendelijk het woord logisch streng in 't oog tc hou den. Vooreerst moet ik ene bemerking maken, die hier van het jrootste belang is, dat wij bij de vraag un„Schepping of geen Schepping" spreko over het ver- ledene, dat als een geslota boek achter mij ligthet is geschieder.s, waaraan ik oek met de stoutste verbelding niets kan veranderen. Zooals het er ligt blijft het liggen. Iets anders is d( toekomstdie kan ik, hoever zij ook ij voortgerukt, ■altijd nog weer verder dnken maar dat verdere bestaat nog niet het is alleen En zoo ook de landbouwrijtoeren en land bouwtentoonstellingen, de landbouwcongres- sen en landbouw-jool; zoo menige landbou wer die meedeed, lacht er eens om en vraagt knipoogend aan zijn buurman of de landbouw nu beter af is En de landbouwcommissie dan? Hierover zwijgt de landbouwer, doch hij laat den directeur der Wageningsche school even uitspreken en dsn knikt hij hem vriendelijk toe, denkende: die man heeft gelijk, de landbouwcommissie heeft nog niet vele zaken ernstig behandeld. Zeker, de landbouwer verblijdt zich over de pogingen der landbouwleeraars om hem wijzer te maken in zijn vak, om zijn jongens op goedkoope en degelijke wijze tot hun aanstaande betrekking te bekwamen. Hij woont gaarne af en toe eene vergadering bij waarin hem een en ander uit de theorie voor zijne praktijk wordt toegelicht. Hij is ook wel voor 't aanbrengen van verschil lende verbeteringen, als 't geld maar niet ontbreekt. Maar hij heeft aan dit alles niet genoeg. Er zijn te veel vragen van ernstiger aard als daar zijn de gebreken die het pacht- stsfsel aanklevende last der jachtwet de gevaren voor versterving van den eigen- geörfden boerenstand de gedrukte markt prijzen de achteruitgang zelfs bij de groot ste inspanning; de bietenbouw met zijn ap en dépententies de strijd om het bestaan. Dit alles en nog veel meer dat de krank heid van den landbouwstand verraadt, houdt de zielen bezig. En de nood drijft ze tot elkander die Gereformeerde en Roomsche, die Geloovige en Ongeloovige, die Antire volutionaire en Liberale landbouwers. Op het punteigen belang, zelfverdediging kennen ze geen kleuren of partijen, 't Is de tegenspoed die hen te zaam brengt, die hen bijeen houdt, die hen aan 't redekave len helpt, die hen luisteren doet naar el kanders adviezen. Alleen des Zondags als zij naar de kerk gaan of niet naar de kerk gaan zijn zij openlijkalleen bij de stembus zijn zij bedektelijk elkanders tegenstanders. En natuurlijk in het dagelijksch leven waai de eere Gods er mee gemoeid is, is zij in twee helften gescheiden die onafgesproken landbouwerspartij. Maar in vele zaken, den landbouw rakende, zijn zij het eens. Zij zijn het eens dat er groot gevaar bestaat dat de Landbouw in armoede sterft en dat krachtige maatregelen broodnoo- dig zijn. En daarom, op grond van deze emstan- digheid, waarvan men dagelijks ervaring opdoet, zeggen wij de tijd is er wel ge schikt voor dat er een boerenbond tot stand komt. Maar dan moet dat geen bon'1 zijn van klagers en mopperaars alleen natuur- mogelijkterwijl achter mij alles werke lijkheid is. Laat ik nu die eenvoudige vraag doen kan er een oneindig getal bestaan, dat da gelijks grooter wordt (Welke vraag na tuurlijk met neen beantwoord werd). Maar boe groot is dan volgens uwe bewering het getal der zonsopgangen tot nu toe Volgens u moet het getal oneindig zijn, omdat er geen begin aan isen toch morgen wordt het getal met één vermeerderd. Ik zal op die redeneering niets af dingen, doch laat ik u zeggen dat ik Dar winist ben. Dat neem ik aan, ik had het zelfs moeten denken immers, voor iemand, die de Schepping loochent, blijft er niets anders over. Doch stellen we ons op het Darwi nistische standpunt, en ik meen nu reeds te kunnen zeggen, dat mijne redeneering er niets door lijdt. Volgens Darwin heeft zich alles ontwikkeld, maar die ontwik keling heeft in den tijd plaats gehad. Het volmaaktere volgde na het onvolmaakte. Ook die tijd ligt als een gesloten hoek achter mij, en ik kan er niets meer aan veranderen. Wanneer ik nu dien geheel verloopen tijd verdeel in perioden van een jaar, hoeveel jaren liggen er dan achter lijk moeten die er ook wel in zijn. Maar er moeten ook geneesbeeren onder hen zijn. Mannen die ook wel klagen en mede mop peren desnoods, maar die een vermoedelijken weg tot ontkoming weten. Wij wezen er in het vorige artikel reeds op, dat de Boeren van zelf al aan 't ver eenigen, aan 't coöpereeren gegaan zijn. Terwijl menig burgerman angstvallig vraagt maar wat zou al dat vereenigen heeft de landbouwer de zaak aangepakt. En zoo hebben de landbouwers samen een weegbrug geplaatst bij het station of bij het kanaal, teneinde daarop hunne marktwaren, hun vee, hunne suikerbieten te wegen, en het gewicht te controleeren dat aan de fabriek wordt vastgesteld. Zoo hebben zij zich vereenigd tot het aankoopen van zaaigranen en kunstmest stoffen. Wat het eerste betreft hebben zjj de practische zegeningen der proefstations aanvaard en nemen niets in koop dat niet in kiemkracht en zuiverheid en gehalte door de proefstations is gekeurd. De kos ten dragen zij gemakkelijk te zamen. Wat de kunstmeststoffen aangaat, daarbij kan lichter fraude gepleegd wordendoch solide en al meer bekende firma's leveren ook deze ondei' controle. Hier profiteert de landbouwer zeer van het samendoen. Door gezamenlijken aankoop of huur van landbouwgereedschap weten zij zich ook op andere wijze te bevoordeelen. Dat zij de markt, althans op de granen, niet kunnen dwingen, is niet hunne schuld. Dit ligt aan het vrijhandelstelsel. Anders zouden zij ook hieimede kunnen voordeel behalen. Doch bij de levering van andere producten de kersen, het vlas, de ajuin, de aard appelen, appelen en peren, hebben zij dit meer in de hand en maken daar ook ge bruik van. Eu wie ons artikel over de Raiffeisensche Kassen las, heeft begrepen dat tok op dit gebied de landbouwers tot vereenigen moeten komen. Verandering in de regeering om den landbouw er boven op te helpen, is een maatregel die niet helpt. Liberaal of niet liberaal, de boer heeft toch de lasten. Ging het daarbij om de stoffelijke belangen alleen, dan behoefde een landbouwer geen moeite te doen hij doet dit echter meest met het oog op de geestelijke behoeften der natie waarvan hij deel uitmaakt. Maar op stoffelijk gebied werkt hij in de andere richting die wij hier boven aanstipten. En voorloopig met vrucht. Zoo komt de Boerenbond er eer wij er aan denken. En terwijl de heeren journalisten krantenschrijvers nog bezig zijn hunne leekepraatjes, alias hoofdartikelen te schrij- mij Hoe groot is dat getal, eindig of on eindig? Het volgende jaar is het getal ver meerderd. Elk jaar is het laatste der verloopenen, dus het einde der werkelijkheid en waar een einde is, daar moet een begin zijn, anders heb ik een oneindig getal, dat dagelijks grooter wordt. Doch beschouwen wij het Darwinisme wat nader: Darwin wil ontwikkeling van het onvol maakte in het volmaakterehoe verder ik terugga, hoe onvolmaakter, hoe verder in de toekomst, hoe volmaakter het zij n als twee ljjnen, die uit elkaar loopen; hoe verder ik in het verledene terug denk, hoe meer zij elkander naderen, en zoo kom ik eindelijk aan een punt, waar zij elkaar raken, aan eene eerste levens kiem maar daarachter ligt eene eeuwig heid. Wie gaf aan dien chaos, die van eeuwigheid ligt zonder leven, die eerste impulsie tot een zich ontwikkelend leven? Even streng logisch doorredeneerend komen wij ook langs een anderen weg tot de schepping, of heter gezegd tot den Schepper: Wien springt niet, wanneer hij het Heelal, door u natuur, door ons Schepping ven, waarin de vraag Christelijk of niet Neutraal of geloovig naar alle zijdenj be sproken wordt, hebben de afdeelingen zich al gevestigd, en zijn Liberale en Antire volutionaire boeren het reeds eens geworden dat zij samen hebben aan te pakken, en dat geen andere zaken dan landbouwzaken in de vergaderingen mogen;?'besproken worden. Dat zij zullen een corps vormen, gelijk de Standaard het van de Vakver- eenigingeii verlangt, die de bedingen moe ten vaststellen, waarop meiij zijn arbeid leveren wil. ijjjjWil men dien Boerenbond den Christe- lijken Boerenbond noemen, in denzelfden zin als waarin de Christelijke Volksbond gegroet wordt, dan is ons dit wel. Mits er dan ook geen andere tegenstelling zij dan die van den laatstgenoemden Bond. Deze noemt zich Christelijk in tegenstelling van het Kaïnietische standpunt dat het „elk voor zich en God voor allen" tot opschrift draagt, gelijk Kaïn die weigert te erkennen dat hij ook broeders heeft, waarvoor hij moet zorgen. In dien zin behoort deze Boerenbond Christelijk te zijn. Reeds zag men de Statuten van een dergelijken in de geboorte zijnden Bond ge publiceerd. Enkele bepalingen laten wij volgen Lid kunnen zijn alle (Christelijke) land bouwers, grondeigenaars of pachters, mits zij zijn a meerderjarig, van onbesproken ge drag b minderjarige zoons van weduwen mits zij die zoons den ouderdom van 18 jaar bereikt hebben. Ieder lid betaalt eene jaarlijksche bij drage naar draagkracht, tot dekking der kosten van rechtskundige adviezen, admi nistratie enz. Het bestuur bestaat uit vijf leden (en een adviseur). Op de vergadering zijn politieke of godsdienstige twistpunten ten strengste uitgesloten. Ook zal de Boerenvereeuiging niet haar naam leensn tot aanbeveling van een candidaat voor Kamer, Staten of Ge meenteraad. Het tusschen haakjes gedrukte wordt verlangd door de Roomsche bladen. Het zou ons wel aanstaan, dat eene proeve genome* werd met een Bond die allen omvat, doch die dan ook geen andere zaken dan tot den Landbouw behoorende in behandeling neemt. Dergelijke Bonden kunnen voorloopers of aanvullingen zijn van de Kamers van Landbouw, of goede surrogaten zijn voor deze Kamers die in het beloofde ontwerp van de Regeering op de Kamers van Arbeid niet worden gevonden. Het spreekt genoemd, nauwkeurig bese'nouwt, onmid dellijk inhet oog eene éénheid, ébn streven, één samenwerken tot één doel Allen ken nen wij de verschillende rijkenDelfstof fenrijk, plantenrijk en dierenrijk doch welk eene eenheid van leven, een in elkander grijpend streven van allen tot één doel, zoodat alles van elkander afhankelijk is. Het plantenrijk kan niet bestaan zonder het delfstoffenrijk enz. Eene eerste nood zakelijke voorwaarde voor aller bestaan is het voedsel, voor den mensch nog de klee ding de plant wordt gevoed door het delfstoffenrijk, het dier door het planten rijk; de mensch door beiden. Dat voedsel nemen wij tot ons door de nuttiging, maar wordt daardoor tevens als zoodanig ver nietigd, zoo dat telkens nieuw voedsel nrodig is, en de redelooze natuur levert het; en juist dat voedsel, die kleeding, die wij noodig hebben of zou de grond weten, dat wij brood noodig hebben, het schaap en de boom, dat wij kleeding behoeven En toch zij leveren het. Zou Darwin mij dat ook kunnen uitleggen, met zijnen „Strijd om het leven Zou die strijd ook ten grondslag liggen bij- en invloed hebben uitgeoefend op de groeikracht in de geheele natuur aanwezig? Juist door van zelf dat een dergelijke landbouwver- eeniging niet het belang van een speciaal onderdeel van het landbouwvak moet om vatten. En ook dat de landbouwer, lid van den „Boerenbond" zijn; beginselen niet mag verzaken, ook al heeft hij in dien bond. zitting met ongeloovigen. Kwamen derhalve een of meer afdee lingen van dien Bond er toe om eene vereeniging te stichten tot oprichting eener coöperatieve suikerfabriek, dan zou dit voor die leden welke nog vasthouden aan Gods geboden een oorzaak kunnen zijn, om de vereeniging te verlaten, wanneer niet vast stond datde Zondagsrust gehandhaafd wordt. Alles zal dus dienen vermeden te wor den in dien Bond wat de goede consciëntie der Christelijke landbouwers te na kon ko men. Zoo men daarmede niet rekent, komt er van een Boerenbond, althans in Zeeland niets. Doch ook in uitsluiting der Land bouwers van andere richting zien wij geen heil. Wel van gezamenlijke behartiging van aller gemeenschappelijke belangen. 6 Maart 1896. De „Nationale Zuiderzee-Bond", veree niging tot bevordering van volkswelvaart door drooglegging der Zuiderzee, werd zooals vroeger is medegedeeld, in het leve' geroepen door het initiatief van eenig" Nederlandsche induscrieelen en handela ren. In artt. 1 en 2 der bij Kon. besluit van 3 Oct. 1895 goedgekeurde statuten, worden doel en werking der vereeniging aldus omschreven „Art 1. Het doel van de vereeniging is verhooging der volkswelvaart door de uit voering van de plannen der Staatscommis sie tot drooglegging der Zuiderzee te be vorderen. Te dien einde streeft zij er naar om door het doen houden van besprekingen en uitgeven van populaire geschriften, juiste begrippen ingang te doen vinden omtrent de gevolgen dier drooglegging. Art. 2. De vereeniging tracht haar doel te bereiken door in zooveel mogelijk gemeenten des lands afdeelingen op te richten". De vereeniging is gevestigd te Amster dam. In eene vergadering van 205 oprichters der vereeniging uit alle deelen des lands (waaronder 28 uit Amsterdam) werden tot leden van het hoofdbestuur gekozen de heeren J. Drost (wethouder van Rotterdam), voorzitter; P. A. Bos, ondervoorzitter P. A. van Hattem, W. Hovy, P. J. van Limburgti Pzn., Jos. van Raalte, S. J het voedsel en de daartoe noodige groei kracht wordt de geheele natuur een geheel, een in elkaar grijpend geheel en daar speelt de redelooze natuur de hoofdrolzou hier de strijd om het leven in aanmerking komen? En wanneer de mensch moet be kennen, hier geheel machteloos te zijn, zou dan het toeval of eene blinde kracht die zich niet eens bewust is van haar wer ken, het alles in het leven brengend be ginsel kunnen zijn D®ch hoe duidelijk wordt ons alles, wan neer wij in het boek der Openbaring het scheppingsverhaal lezen, waar eene onein dig wijze en liefderijke Almacht eerst de redelooze natuur met haar leven- en hare groeikracht in orde brengt, en dan de woorden spreektLaat ons menschen maken naar ons beeld en gelijkenis. Zoo meen. ik logisch en redeneerend bewezen te hebben, dat er een Schepping plaats had, en een Schepper aanwezing is, Dien wij onzen Vader noemen. Ik eindig dus ons gesprek met de woor den „Ik begrijp niet, hoe een logisch denkend mensch de Schepping kan looche nen-" {Centrum.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1896 | | pagina 1