NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- sr HISTORISCH Ho. 82. 1895. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Schuldig of Onschuldig Doaitetifai} 12 Hecemfiet. ficnrfc laatgang. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN EN van 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Zij die zich met 1 Janu ari op ons blad wenscben te abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende no miners GRATIS. De Straatjeugd. Voor eenige weken had de jaarhjksche vergadering der Juristen-vereeniging plaats. Als tweede onderwerp werd de vraag besproken: „welke maatregelen zijn het doelmatigst om de baldadigheid der tegen woordige straatjeugd te beteugelen?" Vele middelen werden besproken en bij meerderheid van stemmen wenschelijk verklaard. All® waren repressieve middelen d. i. straffen wegens begane baldadigheid. Een praeventief middel, d. i. een middel om tot voorkoming der baldadigheid te geraken, ward niet aangegeven. Met andere woordentegen de oorzaak van het treurig verschijnsel werd geen middel als wensche lijk aan de hand gedaan. Slechts door één lid, mr. Jac. W. van den Biesen uit Breda, werd naar onze meening de vinger op da wondeplek ge legd, toen hij uitriep: Als kinderen wor den opgevoed, zonder ooit te hooren van God en zijn gebod en omgaan met-slechte makkers, zou het wel het achtste wonder zijn als van hen naderhand in de maat schappij nog iets goeds terecht kwam". Door enkelen ter loops aangehaald ge voelde men zich blijkbaar onmachtig de juistheid er van te bestrijden. Als straffen werden wenschelijk verklaard lo. berisping van het kind; 2o. school- straffenzoowel vopr schoolgaande als niet-schoolgaande kinderen, die dan als straf „naar school worden gezonden; des noods 3o. dwang-ogvoeding". .natuurlijk op kosten van den Staat 4o. boeten5o. hechtenis6o. gevangenisstraf. Lichamelijke tuchtiging werd door vele n op zich zelf wel niet zoo kwaad geoordeeld, maar om de bezwaren aan de uitvoering verbonden, niet wenschelijk geacht. De drie laatstgenoemde straffen, die reeds bestaan, meende men slechts in de uiterBte noodzakelijkheid te moeten toepassen. Veel stelde men zich voor van berisping en schoolstraffen. Wij niet. 6) FEUILLETON. EEN VERHAAL UIT DE PAPIEREN VAN EEN ADVOCAAT. „Wanneer dit de laatste maal was ge schied „Dat kon zij zich zoo precies niet meer herinneren." „Of Pierce haar den avond, dat de mis daad had plaats gehad, ook was tegenge komen, en haar wellicht tot bij hare wo ning had vergezeld Antwoord„Neen." „Of hij ze niet een heel klein eind, toen zij nit het stadje kwam en den weg naar huis opging, had vergezeld Antwoord, aarzelend„Nu zij het zich herinnerde, ja, maar niet langer dan een kwartier." „Of Pierce niet een hoogen zijden hoed droeg, en dien op dien Zondagavond ook had opgehad Antwoord„dat wist zij niet precies, maar wel droeg hij dien somtijds." „Waar Pierce woonde, en waar hij nu was Antwoord „dat bij vroeger in het stadje hier dicht bij woonde, wist zij, maar hij had haar medegedeeld, dat hij van plan was in Londen of Manchester of Li verpool, de drie grootste steden, te gaan wonenmaar waar hij nu was, wist zij niet." „Of zij hem dan sinds den bewusten Zo idagavond in 't geheel niet meer ge- Althans zeker niet van de berisping. Vooral niet om de bezwaren ook aan de toepassing van deze straf verbonden. Daar gelaten nog dat de straatjongens van het tegenwoordig allooi er niet veel om zullen geven. Wie toch moet de berisping geven? De rechter? Eenige weken nadat het feit is gepleegd? De schoolcommissie, die daar voor dan hij elkander moet geroepen wor den? De onderwijzer? Dit zou ons dan nog het besie toeschijnen, wijl in dat ge val de straf het meest spoedig op het misdrijf zou volgen. Ook met schoolstraffen zouden wij ons goed kunnen vereenigen. Al was het alleen ter wille van het be ginsel dat de macht van den onderwijzer niet meer zou ophouden, zoodra de leerling de school had verlaten. Toch heeft ook deze straf een groot bezwaar, doordat de onderwijzer een kind straffende tot „school blijven", zichzelf zou straffen omdat hij dan langer toezicht zou moeten houden. Vooral wanneer men het schoolarrest ook des Zondags wilde toepassen; wat dan nog de grootste straf zonde zijn. Tenzij men een heirleger vnn nieuwe beambten zou willen aanstellen. Maar zooals wij reeds zeiden, al deze straffen zijn repressief. Waarom niet liever de oorzaak van het kwaad aangetast? Die oorzaak, naar onze meening, zoo juist aangegeven door mr. v. d. Biesen, werd door een ander lid elders gezocht en wel in het niet schoolgaan van zoovele kinderen. Zooals volgens hem bleek uit het bizonder groot percentage v&n ver oordeelde kinderen, die niet konden lezen of schrijven. Nu stemmen wij gaarne toe, dat onder de baldadige straatjeugd vele niet-school gaande kinderen zullen zijn. Omdat deze uiteraard veel meer in de gelegenheid zijn om kwaad uit te voeren. Maar daarom is nog lang niet bewezen dat het niet schoolgaan de />oo/<foorzaak van het treu rig verschijnsel is. Reeds daarom niet, omdat onder de bal dadige straatjeugd velen zijn die school gaan, maar daarom het nog niet zoover gebracht hebben, dat zij kunnen lezen en schrijven. Maar vooral daarom niet, omdat terwijl het schoolverzuim en ook het in het ge heel niet schoolgaan vermindertde balda- zien had." Antwoord met beslistheid „Neen 1" „Of zij wist, dat de heer Wilson een man van veel geld was „Ja, dat had zij wel meermalen ge merkt." „Of zij wel eens een woordenwisseling met Armstrong's vrouw gehad had, die haar had gedreigd, dat zij zou maken, dat zij Wilson's dienst zou moeten verlaten „Ja: er waren wel eens woorden tus- schen haar gevallen, maar daarom waren zij toch niet kwaad op elkander." „Of dat mes, dat in de slaapkamer van Wilson gevonden was, soms wel eens door hemzelf voor 't een of ander gebruikt werd „Neen dat mes was van juffrouw Arm strong en lag, naar zij zich herinnerde, altijd hij haar heneden op de rechtbank of in de keukenkastdus moest het door de hoosdoeners van daar naar boven mede gebracht zijn." „Mary, gij zijt een meineedige leuge naarster, denk er aan God zal de leugen sprekers verdoen!" riep Armstrong hartstochtelijk uit. „Ja, en van den man des bloeds en des bedrogs heeft Hij een gruwel was het gevatte en snibbige antwoord van Mary. De rechter berispte Armstrong over zijn driftigen uitval en beval hem te zwijgen. Er mocht natuurlijk niet toegelaten wor den, dat iemand voor de rechtbank, 'tzij getuige of beschuldigde, voor zijn beurt sprak. Nog enkele vragen van den verdediger digheid der straatjeugd schrikbarend ver meerdert. Daarin ligt de hoofdoorzaak dus niet. Die ligt, wij herhalen het, in de oorzaak zoo juist en kernachtig aangegeven door mr. v. d. Biesen. Waarom dan die oortaak niet aangetast Waarom niet nu gelijk door eeu li- heraal lid der vereeniging werd erkend door de ondervinding niet is bewaarheid de voorspelling „dat het geld voor (gods- dienstlooze) scholen uitgegeven op het ge- vangenenbudget zou worden bespaard", waarom nu niet beproefd, of dat fiasco niet ligt aan de qualiteit van het onderwijs in plaats van aan de quantiteit? Het antwoord op die vraag is een be wijs te meer, dat de oplossing der sociale uooden ligt in de lijn van de Christelijke riokting dat wat men ook moge beproe ven door reglementen van Staatswege tot oplossing der sociale quaestie, ook in dit onderdeel, het alle slechts palliatieven, slechts hulpmiddeltjes, zijn. Dat de eenige afdoende oplossing der sociale quaestie, ook hier, ligt in den te rugkeer tot den Christenzin. De sociale quaestie kan alleen worden opgelost door de toepassing door de per soonlijke leden der maatschappij van de hoofdbeginselen der leer van Christus welke beginselen reeds in het kinderhart moeten worden gegriftheb God lief boven alles en nw naasten als n zeiven. Intussoben erkennen wij gaarne de be langrijkheid der vraag of samenwerking tusschen sohool en politie niet bij wet ®f verordening dient vastgesteld to werden. Daarom besluiten wij onze voorloopige beschouwing met overneming van het on derstaande het Het Christelijk Schoolblad „Gezette overweging en ernstige be spreking" van deze stellingen is voor zeker aanbevelenswaardig. Men bedenke het wel! toekenning bij de wet of bij plaatselijke verordening van een bevoegd heid wordt alras het opleggen van een verplichting. De toekenning der bevoegd heid hebben de onderwijzers bovendien niet noodig, dewijl nauwelijks iemand ze hun betwisten zal. Staat ze evenwel in de wet of in een verordening uitgedrukt, dan wordt al heel spoedig het wangedrag van leerlingen op de straat op hun re kening gezet. En zoolang het openhaar gezag, dat immers op straat de orde hand volgden, maar om niet al te langdradig te worden zullen wij het hier maar bij laten. Het getuigenverhoor was weldra afge- loopen waarop, daar de zaak nu naar het oordeel van den Rechter genoeg toe gelicht was, om de gezworenen met oordeel des onderscheids te kunnen doen beslis sen, door den Rechter eene toespraak tot dezen werd gericht, waarin hij het vóór en tegen hun nog eenmaal herhaalde en zoo duidelijk mogelijk aan 't verstand bracht. Het viel echter niet te «ntkennen, dat de voorzitter en de rechtbank, een alles be halve gunstigen indruk van Armstrong en zijne vrouw hadden ontvangen, en dat kon men dan ook uit zij ue toelichting der zaak duidelijk genoeg bemerken. De heeren gezworenen gingen daarop, zooals de wet eisohte, naar een nabij gele gen vertrek, om met elkander te raadple gen, of zij Armstrong en zijne vrouw bei den of afzonderlijk schuldig of onschuldig zouden verklaren. Bij zulk een raadple ging mocht niemand, buiten hen, tegenwoor dig zijn ook moesten zij zóólang met el kander delibereeren tot zij eenstemmig in hun eindoordeel waren, want partijen vóór of tegen, mochten er aan het einde der beraadslaging niet zijn. Men kan begrijpen, in welk eene ang stige spanning het publiek, maar natuur lijk inzonderheid de aangeklaagden, den tijd doorbrachten en altijd doorbrengen dat de Jury of de gezworenen daar naast de rechtzaal over het leven of den dood der beschuldigden zitten te beraadslagen. haven moet, zelf onmachtig is, of wel geen afdoende middelen gebruikt om de baldadigheid der straatjeugd te beteugelen, zal de bemoeiing der onderwijzers weinig baten, en hun een bron van tallooze on aangenaamheden worden. In hoe wijden kring en gedurende hoeveel uren buiten de schooltijden zal die bevoegdheid zich uitstrekken? En wat zullen zij doen, als de bengels op straat onder de oogen hnnner ouders kwaad doen Moreele bevoegdheid, zoodra ze wettelijk omschre ven wordt, kan niet anders dan een ver drietelijk artikel van de instructie der onderwijzers worden. De politie zal hun op lederen gelegen of ongelegen tijd de straatschenders aan huis of school brengen. Wij voelen iets voor het beginsel, dat aan deze stellingen ten grondslag ligt, maar zijn uiterst bezorgd voor de wordende re geling der zaak. Gelukkig derhalve, dat de noodzake lijkheid nog ingezien wordt van „gezette overweging en ernstige bespreking". En wie dan overweegt, wege ook eens zijn kracht. Men lette eens op de onbegrensde be voegdheid, die de plaatselijke commissie van teezicht in Den Haag den hoofden van scholen wil toekennen, en welk eene uitbreiding zij aan den opvoedingskring der school zou willen geven. Waarlijk wij zijn er benieuwd naar, welke enderhandeling die hoofden met de commissie zullen voeren over die aange boden bevoegdheid om „handelingen te behandelen". Onderstaande opmerkingen van De Ne derlander onder het opschrift Zoet gefluit" verdienen aller behartiging „De kern van het socialistische vraag stuk (zou) zuiver staathuishoudkundig van aard zijn Op den beschrijvingsbrief van het Con gres van den soeialistenhond, dat met de Kerstdagen te Leeuwarden gebonden zal worden, komt dan ook o. a. het volgende punt in behandeling voor j J „de Soeialistenhond verklare zicb in de eerste en eenige plaats te zijn een econo mische partij." Onze Friesche antirevolutionairen te Leeuwarden kunnen dus gerustelijk met Na verloop van een half uur klonk de schel van uit de aangrenzende kamer, een bewijs, dat de gezworenen in hun oor deel tot eenstemmigheid gekomen waren en op het punt stonden, in de rechtszaal terug te keeren, om van hun gevoelen kennis te geven. Eene rilling ging er door de verza melde en opeengepakte menigte. Wat Armstrong betreft, hij had de hand van zijne vrouw gegrepsn, die naast hem stond en scheen haar eenige bemoedigende woorden toe te fluisteren. Beiden waren doodsbleek, en juffrouw Armstrong hield hare oogen gesloten, terwijl hare lippen zich bewogen, alsof zij bad De gezworenen kwamen langzaam en plechtig binnen. Hunne sombere blikken en gefronsde voorhoofden gaven niet veel goeds te kennen. De voorzitter van de Jury vatte het woord op, en verklaarde luide, uit naam van allen, dat zij, na ernstige overweging éénparig tot de slotsom gekomen waren, dat Armstrong en zijne vrouw schuldig waren aan de misdaad van toodslag en diefstal En tevens voegde hij er bij, dat zij aan de genade der Kroon aanbevolen werden, die hun, naar de Jury hoopte, gratie of pardon van de doodstraf verleenen zou. „Genade?" riep de rechter verwon derd uit. „En op welken grond vraagt gij genade voor menschen, die gij zei ven voor schuldig verklaart De voorzitter der Jury keek op deze hem driftig gedane vraag, zijne medeleden eenigszins bedremmeld en verlegen aan. deze mannen ter behandeling van een we tenschappelijk vraagstuk vergaderen. Even als zij elders doen onder leiding van het radicale Kamerlid Gerritsen. Evenwel: op diezelfde beschrijvingsbrief komen ook eenige andere „punten" voor b.v. „De Bond geve een week vóór 31 Augustus 1896 gratis eene brochure uit, waarin op populaire wijze de geschiede nis van het Oranjehuis wordt uiteenge zet." Met welken "wetenschappelijken" geest dit geschieden zal, iaat zich be vroeden En verder „Het Congres drage den afdeelingon op, krachtige propaganda te maken onder het leger, door meetings en goschriften Het congres drage den C. R. op, oen bevattelijke brochure omtrent het militarisme samen te stellen ot te doen samenstellen en die gratis onder de militairen te ver spreiden. Het Congres besluite te propageeren onder de militairen voor de miiitairo werkstaking, om niet onder ds wapens te komen bjj hot uitbreken van' een oorlog. Het Congres besluite te agiteeren tegen eiken gezagsstaatsvoim." O Die lieve, wetenschappelij ke, staat huishoudkundige partij De doodstraf. De Standaard schrijft terecht Is het zoo onwaarschijnlijk dat juist de afschaffing der doodstraf de verheling van moord in de hand werkt? Ernstige detectieven stemmen toe dat er bijna nooit een moord wordt gepleegd, waarvan alleen de moordenaar afweet. Bijna altijd zijn er in zijn omgeving die er wel ter dege van afweten, en wier plicht het alzoo was de Justitie in te lichten. Maar is het nu zoo onbegrijpelijk dat dit veel vlotter gaat, als men weet dat de moordenaar gesohavotteerd zal worden dan dat men duchten moet hem later weer op vrije voeten te zien komen Is dit niet vooral begrijpelijk bij eeu moord, niet uit hebzucht maar uit wraakzucht gepleegd, waarbij men dus weet dat zich te wreken in den aard van dezen misdadiger ligt? En klemt dit niet nog te meer, als men zelf kinderen heeft en het een „man der wrake" geldt die in zijn wraakzucht zelfs het leven van uw kinderen niet ontziet? Hij gaf eindeljjk ten antwoord „Mylord, het is wel ongewoon, dat is waar, dat de Jury een dergelijken wenseh uitspreekt; maar deze omstandigheden zijn óók buitengewoon, en, hoewel wij de beide gevangenen werkelijk voor schuldig hou den, zoo gelooven wij, dat er wel verzach tende omstandigheden aanwezig zijn. Wij kennen allen Armstrong, zoo niel persoon lijk, dan toch bij geruchte, als een vroom en eerbaar man, en vermeenen, dat hij in een onbewaakt oogenblik, door geldgie righeid in de strikken des duivels geval len is. En daarom hebben wij medelijden met hem, en vooral met zijue vrouw De rechter haalde de schouders op, en deed toen de gebruikelijke vraag aan de gevangenen of zij van hunne zijde nog iets hadden toe te voegen bij hetgeen hun ver dediger opgemerkt had, doch waarop Arm strong en zijne vrouw geen antwoord ga ven. Zij schenen daar als verplet onder het gewioht van hunne schuld te staan. Daarop haalde de Rechter de noodlotti ge zwarte kap of muts te voorschijn, die hij, zooals iii Engeland gebruikelijk is, moest opzetten, als hij het vonnis over beschuldigden uitsprak. Doch op dit oogenblik scheen Armstrong als uit een droom te ontwaken en tot zichzelven te komen. Met zenuwachtige gebaren riep hij uit „Houd op, Mylord, en ik zal tl de volle, volkomen waarheid verklaren, die ik in mijne afzonderlijke verhooren steeds ver zwegen heb. Wordt vervolgd.j

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1895 | | pagina 1