NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH Ho. 26. 1895 cDorufenfofl 28 Hooem6er. fteuife laacgang, VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Eerste Blad. KAMERS VAN ARBEID. in. GEMENGDE BERICHTEN. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Dit nommer bestaat uit drie Bladen. Waar de behoefte daaraan is gebleken zoo luidt artikel 1 van het ontwerp en een behoorlijke samenstelling moge lijk blijkt, kan bij koninklijk besluit voor een gemeente of voor verschillende gemeen ten eene kamer van Arbeid worden opge richt. In de woordenkeus en samenstelling der zinnen teekent zich het ontwerp in zijne schroomvalligheid.en onvoldoendheid, dunkt ons, tamelijk af. Let op dat „en een behoorlijke samen stelling mogelijk blijkt, kan, bij koninklijk besluit". Wij verstaan het maar moeilijk hoe een Regeering een zoo weifelachtig artikel 1 kan 't licht doen zien, terwijl alles om haar heen roept om Kamers van Arbeid. Had zij ia 1874 een dergelijk artikel geschreven, toen dr. Kuyper in de tweede kamer voor een wetboek op den Arbeid een lans brak en deswege door eene opper vlakkige Kamer werd uitgelachen, wij hadden het wel verstaan. Het had dan den schijn gehad, alsof de Regeering welstaanshalve den dwepen- den theorist met een onrijpe vrucht van haar overhaaste overlegging had willen afschepen het had den schijn gehad alsof men den indruk geven wilde dat men toch iets wilde doen om ja eigenlijk om den lastigen vrager het zwijgen op te leggen. Doch nu in 1896 zoo sa terwijl vele arbeiders van de alom op te richten, mits flink in te richten, Kamers van Ar beid eenige verbetering wachten, een der gelijk half willig half onwillig aanbod te doen, dat schijnt ons van weinig vertrou wen in de zaak die men gaat tot stand brengen, van weinig hoogen dunk van de geschiktheid der belanghebbenden het be wijs te zijn. Waarom toch de door ons aangehaalde woorden niet uit het artikel uitgelaten en het bijvoorbeeld als volgt ingericht? „Waar de behoefte daaraan is gebleken wordt door Ons voor eene gemeente of voor verschillende gemeenten eene Kamer van Arbeid opgericht." Zoo bedoelde het ook het ontwerp van den heer Pyttersen. Diens artikel 1 luidde aldus „In iedere gemeente, waar de doelma tigheid is gebleken, wordt door Ons, hetzij ambtshalve, hetzij op aanvrage van belanghebbenden, werkgevers of werklie den, een Kamer van arbeid en nijverheid ingesteld. Meerdere gemeenten kunnen onder het ressort van éene Kamer worden gebracht." Misschien leed dit aitikel aan breed sprakigheid en had het kunnen besnoeid ■worden, maar was het niet meer dan het regeerings-artikel beantwoordende aan de behoeften der practijk, rekening houdende met de werkelijkheid? Heeft nu het artikel 1 van minister van der Kaay niet te weinig, wat het artikel 1 van den heer Pyttersen misschien te veel had Wij moeten er tegen opkomen dat de oprichting van Kamers van Arbeid door het regeeringsontwerp aan allerlei mits en indien wordt vastgebonden. Waar de behoefte is, daar is ook samen stelling mogelijk; waartoe dar. die moge lijkheid nog bij de wet als voorwaarde gesteld Waar een wil is, is een weg, zegt het spreekwoord, welks juistheid immers ten allen tijde door de ervaring gestaafd werd. Waarom moet door de beperking kan, ook waar behoefte en mogelijkheid van samenstelling voor de oprichting pleiten, de oprichting zelve nog afhankelijk gesteld worden van het persoonlijk inzicht van den minister? Men kan in dat geval een Kamer van Arbeid oprichten maar men kan het ook laten, men kan het verzoek om de oprichting weigerenmen kan de behoefte onbevredigd laten en met de mo gelijkheid van samenstellingdenspot drijven. Indien daar mettertijd een ministerie aan het roer kwam, dat van de adviezen dezer Kamers niet gediend bleek, het zou met dit artikel in de hand, overal elders de Kamers van Arbeid kunnen weren. Wij protesteeren derhalve tegen dat onzekere „kan". 't Is waar ook het omgekeerde is moge lijk. Er kan een minister opstaan die met deze Kamers van Arbeid hijzonder inge nomen is en de oprichting er van sterk bevordert. Dit neemt echter het bezwaar niet weg, dat ook dan nog de oprichting of tegenhouding van Arbeidskamers afhan kelijk zal zijn van willekeur en persoon lijk inzicht. Deze toestand van schommeling mag niet in de wet worden vastgelegd. Voor den bloei van den Arbeid zal 't goed zijn dat het recht tot oprichting van Kamers van Arbeid zoo onbeperkt mogelijk verleend worde. Te meer dewijl zoodra het denk beeld van Kamers van Arbeid veld wint, de oprichting van deze Kamers al meer algemeen zal worden en het verlangen er naar te grooter. Wij hopen alsnog dat dit artikel door een flink amendement mooi zal gemaakt worden. Het mooie is er nu nog niet aan. Artikel 2 luidt De Kamer van arbeid heeft ten doel de belangen van patroons en werklieden in onderlinge samenwerking te bevorderen, door hot verzamelen van inlichtingen over ar- beidsaangelegenheden het dienen van advies aan de hoofden der departementen van algemeen bestuur en de besturen van provinciën en gemeen ten hetzij op aanvrage van die autoritei ten, hetzij uit eigen beweging, ten aanzien van alle onderwerpen, welke de belangen van den arbeid raken; het voorkomen en vereffenen van go- schillen over arbeidsaangelegenaeden, ook, voor zoover noodig, door te bewerken dat eene scheidsrechterlijke uitspraak tusschen de partijen, die zij niet heeft kunnen ver zoenen, tot stand kome, Dit artikel stemt overeen met het ge lijknamige artikel in het ingetrokken ont werp Pyttersen; alleen ontbreekt er in: de Kamer beraadslaagt over de gemeen schappelijke belangen van werkgevers en werklieden. Dat deze bepaling niet in de wet staat, zou gevolg knunen zijn van 's ministers overweging dat zij eene vanzelfsheid is dat inderdaad niet bij de wet behoeft voor geschreven de verplichting eener Kamer om te beraadslagen over de gemeenschappelijke belangen van werkgevers en werklieden. Het zou ook kunnen zijn dat de Regee ring aarzelt om dit deel van haar taak aan de Kamers voor te schrijven, dewijl de arbeid zelve, voorzoover hij zich op het Sociaal Congres uitsprak, het er nog niet over eens schijnt, hoe deze taak dientom- schreven. Toch is het program der Kamers wel wat al te bescheiden. Letten wij er op wat bijv.de rapporteur in de 3de Sectie van bovengenoemd Con gres, de heer Lobman Junior over deze taak dacht, dan blijkt hoe deze heer een vrij wat uitgebreider taak aan de Kamers zou willen zien opgelegd. Hij toch zei onder anderen „Wij zien er dan ook geen bezwaar in, aan de Kamers van arbeid de verplichting op te leggen om, zoo partijen een geschil over een vraag, waarover de rechter te beslissen heeft, aan de beslissing dei- Kamers van arbeid wenschen te onder werpen, aan dat verlangen te voldoen en als arbiters op te treden, op dezelfde wijze en met dezelfde gevolgen als de wet die ten aanzien van de gewone procedure voor soheidsmannen heeft geregeld", ter wijl de heer de Waal Malcfijt, uit West broek, nog iets meer hegeerde. Hij zeide „Tot de vele kringen in het leven be hoort ook de arbeid, en hetgeen hij voor dezen vraagt is souvereiniteit in eigen kring, maar dan moet hij ook souverein zijn en zich niet behoeven te bepalen tot adviezen. „Met den rapporteur is hij het eens om de Kamers van arbeid te belasten met ad ministratieve functies, als het beheeren van pensioenfondsen en fondsen ter ver zekering tegen ongelukken, ook de macht tot vaststelling van den arbeidsduur". „Voor een volledige kwijting van deze taak", voegt de heer Lobman er bij, „zal aan de Kamers van arbeid het recht moe ten worden toegekend personen op te roepen en voor zich te laten verschijnen". Wij zonden wel willen dat artikel 2, wat het punt omschrijving van de taak der Kamers betreft, kon worden herzien. Zoo als 't daar staat onthoudt het aan de Ka mers eiken invloed op de regeling van het Ar beidscontract, wat het ontwerp Schimmel- penninsk v. d. Oye heeft bedoeld, en ook nog op het Kerkelijk Congres door dit eerste-kamerlid is verdedigd. Zuid-Afrika werd de vorige maand zeer geteisterd door sprinkhanen. Ieder weet wat de sprinkhanenplaag in een land dat van den graanbouw leeft, betee- kent. Ook heerschte er eene geweldige langdurige droogte en ziekte onder het vee. Er werd weer eens een ouc erjaarsch middel te baat genomen om aan deze gevaren te ontkomen. Volgens proclamatie van den Staatspre sident van Transvaal, Paul Kruger, werd aldaar een vast- en bededag uitgeschreven op 3 Nov. jl. Vrijstaat en Kaapkolonie besloten zich in deze met de Z.-A. R. te vereenigen en proclameerden mede den genoemden dag als dag van verootmoediging. De Heere heeft de gebeden verhoord verhoord naar Zijne belofte: Eer gij roepen zal ik antwoorden. Er volgde een regen die aan de heer schappij der droogte en van de sprinkhanen een einde maakte. In een tijd als de onze, waarin men alles verwacht van inenting cn ontwikkeling alleen, doet het goed iets dergelijks te vernemen. Het zou kunnen zijn dat de vorst van Bulgarije in zijn voornemen om zijn zoon Boris in de Grieksche kerk te laten opne men, toch nog buiten de Kamer (het So- branje) gerekend heeft. De grondwet van Bulgarije bepaalt dat de Vorst en de Troonopvolger den 'Room- schen godsdienst moeten belijden. Nu kan de Grondwet op dit punt wel gewijzigd worden, doch dan dient het voorstel daar toe uit te gaan van minstens 44 leden der Kamer. Handlangers van den vorst hebben dezer dagen een daartoe strekkend voorstel in gediend, doch zij kondèn het slechts bren gen tot 35 handteekeningenzoodat het voorstel niet doorgaat. W at nu De monarchjes der nieuwe Oost Euro- peesohe staatjes zijn anders voor geen klein geruchtje vorvaard. 27 Nov. '95. Bij Kon. besluit is benoemd tot hoofd' commissaris van politie te Amsterdam J. A. Franken, thans comm. van politie te Maastricht. Bij Kon. besluit is benoemd tot kantonrechter plaatsverv. in het kanton Ter Neuzen J. N. J. Boom, inspecteur der directe belastingen, invoerrechten en ac cijnzen te Ter Neuzen. Bij Kon. besluit zijn benoemd: tot voorzirier van het bestuur der waterkeering van het calamiteuse waterschap Bruiaisse C. Hagetot lid van het bestuur der waterkeering van den cal. Oostbeveland- polder J. v. d. Werff; tot gezworen van het waterschap De vereenigde polders van Ossenisse P. Verdurmen. Bj kon. besluit is aan C. L. M. Lambrechtsen, op verzoek, eervol ontslag verleend als lid van het college van regen ten over de strafgevangenis te Goes, onder dankbetuiging voor de in die betrekking bewezen diensten, en is benoemd tot lid van genoemd college van regenten Ch. C. Coomans, ingenieur van den provincialen waterstaat te Goes. Aangaande den nieuwen hoofdcom missaris te Amsterdam, den heer J. A. Francken kan meegedeeld worden, dat hij 35 jaar oud is, zijn opleiding tot officier aan de Militaire Academie te Breda ge noot en in 1882 tot luitenant werd be noemd. Kort daarna vertrok hij naar Indië, waar hij 5 jaar doorbracht en zich in Atjeh onderscheidde. Uit Indië terugge keerd werd hg weder bij het regiment grenadiers ingedeeld en in 1891 trad hij op als luitenant-adjudant bij het garnizoen te Doesburg. In September 1893 werd Franken vervolgens gepensioneerd en be kwaamde hij zich, onder leiding van den heer Voormolen te Rotterdam, voor de politie. Op de kermis te Gorkum heeft een jongen zijn meisje van een paard der stoomrutschbaan getrokken, waardoor zij tusschen de in volle vaart zijnde carous- sel viel, een been brak en ernstig ge kwetst werd. Een 90-jarige grijsaard te 's Gravendeel is met het gezicht in den open haard gevallen en derwijs gebrand dat hij aan de gevolgen overleed. Te Waddingsveen viel een pas sagier van de Amsterdamsche nachtboot over boord en verdronk. Te Weesp is een passagier, die het verslapen had, outdekkende dat de trein zijn station al voorbij was, er uitgesprongen en door de waggons gedood. Te Amsterdam is een hengelaar die zijn hengel achteruit trok en daarbij zelf achteruit liep, in ver bazing over een grooten visch dien hij gevangen had en dien hij aan zijn makkers zien liet, door de stoomtram gegrepen en op de plaats gedood. Te Zaandam is bij een kindervoorstelling in een koffie huis een heer van de trap gevallen. Hij kwam met het hoofd op een kind en daarna op den grond terecht. De heer stierf onmiddellijk het kind brak een been. Te Schiedam is een doove vrouw met haar eenjarig kleinkind door een slee perswagen overreden. Zij werd ernstig gekneusd en het kind bezweek aan de gevolgen. Een arbeider te Putten die voor de aankomst van den trein tegen 't verbod in den overweg passeerde, werd door de locomotief gegrepen en als 't ware dwars door midden gesneden. De „Nederl." verneemt, dat in de administratie van den heer V. te Utrecht, voorzitter van het „Pensioen- en Onder steuningsfonds van ambtenaren van de Ned. Centraal Spoorweg-Maatschappij" on nauwkeurigheden zijn ontdekt. Men mom pelt dat er een bedrag van pl. m. f 30.000 zoek is. De wijnbouwers van Monton in het Fransche departement Puy de Dome die voor hun enormen voorraad natuurwijn geen afnemers kunnen vinden, bestormden een kunst wijnfabriek, die eenigen tijd ge leden in dat dorp werd opgericht, en lieten 10.000 liter kunstwijn over de straat vloeien. De vergadering, gehouden ter bespre king der statuten van de door de werk lieden op te richten glasfahriek te Car- maux, heeft besloten tol het oprichten voor den tjjd van 99 jaar van een naam- looze vennootschap met een kapitaal van 200.000 francs verdeeld in 5000 aandeelen van 100 francs. De aandee.en mogen op geen enkele markt verhandeld worden de syndicaten zullen ze door tombola's trach en te plaatsen. Elk aandeel geeft recht op één stemgeen aandeelhouder mag meer dan 10 stemmen uitbrengen. De administrateurs, ten getale van 9, ge nieten presentiegeld. Na uitbetaling der salarissen en storting van 20 pc. voor het reserve-fonds, zullen de wi risten aldus ver deeld worden 40 pc. aan de stakingskas en 60 pc. aan de aandeelhouders. Een hevige brand, die Donderdag avond jl. te Chicago uitbrak, verwoestte in de handelswijk drie gebouwen van negen, zeven en vier verdiepingen. De kantoren en pakhuizen van negentien firma's zijn daardoor vernield. De schade wordt ge schat op f 1.250.000. Chineesche rechtsplegingHet begrip der verantwoordelijkheid speelt ia de Chi neesche réchtpleging een groote rol en wordt dikwijls tot het uiterste gedreven. Onlangs gaf een voorval te Peking weder een treffend bewijs voor de zonderlings theorieën der Chineesche justitie. In het begin van October van dit jaar had een jongmensch zijn grootvader vermoord, een misdrijf, dat men in het Hemelsche Rijk naast vadermoord ais de alslergrootste mis daad beschouwt, dat nog zwaarder gestraft wordt dan het overal in Azië als ontzet tend besch-mwde misdrijf van hosgver- raad. De moordenaar wordt namelijk in een dergelijk geval langzaam in tienduizend stukjes gesneden, zooals de Chineesche uitdrukking luidt. Heeft de kleinzoon nu zijn grootvader vermoord en leeft de vader van den moordenair nog, dan wordt ook deze gestraft. Want de Chineesche opvatting is: de vader moet zijn plicht, den zoon behoorlijk op te voeden en hem van zijn jeugd af aan een afschuw voor zulke gruweldaden in te prenten, grovelijk veronachtzaamd hebben, anders zou zoo iets niet zijn kunnen gebeuren; bijgevolg heeft ook hij voor zijne nalatigheid een strenge straf verdiend. Deze straf bestaat hierin, dat de ongelukkige vader van den moordenaar onmiddellijk vóór de terdood brenging van zijn zoon, die hij gedwongen wordt bij te wonen en omniddelljjk dairua veertig bamboesslagen ontvangt. Dezelfde straf treft den man, wiens vrouw haar schoouvader of schoonmoeder ver moord heeft. Ook hier gaat men weer van het principe uit, dat het de plicht van den man is, zijne vrouw zoodanig op te voeden of voor te gaan, dat zij niet op dergelijke misdadige gedachten kan komen. Doet zij het echter toch, dan neemt men zonder meer aan, dat de man nalatig moet zijn gebleven in de vervulling zijner plichten. De zilver dief stal te Londen. De Lon- densche politie, die onvermoeid aan het werk is, om de draden van den zilver diefstal in handen te krijgen, heeft weder zes der vermiste baren zilver gevonden. Inspecteurs begaven zich dezer dager, des avonds te negen uur onverwacht |naar een huis op welks bewoner reeds sedert eeni gen tijd verdenking rustte. De man bleek niet thuis te zijn, waarop eenige politie mannen met gereedschap aan het werk gezet werden, om den tnin achter het huis geheel te doorzoeken. De geheele tuin werd omgewoeld en op verschillende plaat sen vond men in den grond verstopt een aantal staven zilver, zorgvuldig in papier gewikkeld, totaal zes stuks. Acht en twin tig baren zilver zij n nu reeds terecht, zoodat er nog drie vermist worden. De bedoelde bewoner, een welgesteld man, is reeds se dert een week spoorloos verdwenen, zijne vrouw, eene dienstbode en drie jonge kinderen thuis achterlatende. Men vermoedt dat hij door de arrestatie van Grey en Barrett bevreesd geworden is en de vlucht genomen heeft,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1895 | | pagina 1