NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH ff elde. burg. Hulst-Vlake. chip „Schelde" SitMtiij 28 2loöflii6er. ipiicfc lanrpng. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN KAMERS VAN ARBEID. h RBOOTJDIENST de vangende 5 Nov. JTDIENST. 0 min. na kloktijd) naar Vlake vm. 4,50 sn 3.35 uur. alsoorden onmiddellijk n correspondeerenden 10.30, 2,15, 5,15 uur. worden geen goederen DIENST. Talsoorden vm. 7, )5. uur. onmiddellijk na aan- igeveer vm. 8,45, en u. Van Rotterdam 's morgens. Vrijdag 22 9,30 Maandag 25 10, Woensdag 27 9, Vrgdag 29 9,30 M D 1 E 8 T. MIDDELBURG-. rise vm. 4,50, (alleen Van Zeilmarkty 8, nm. 1,15, 2 2,45, 15, 6,55, 7,45, 8,30, Jaar Remise vm. 5,20, n) 6,23. Naar Zeil- 1,45, nm. 1,20, 2,05, 5, 6,—, 7,—, 7,50, T. Van Antwerpen: 's morgens Vrijdag 22 6, Zondag 24 6, Woensdag 27 3. Vrijdag 29 4.30 DIENST dE VEERGOES, ndering van Dinsdag» Vertrek Veer 's morg. 's avonds 5,uur. smorg. 8,37, 'snamid. 's avonds 6,30. De» 's morg. 9,'s av. Slot Ostende), 's nam. 1TDIENST rg en Zierikzee. :zee Spoorweg Goe». sche tijd. Van Zierikzee: 'smorg. 8 mid flo. H. 1895. Dond.21 Vrijd.22 Zater.23 Zond.24 Maan.25 Dins. 26 Woen27 Dond.28 Vrij d.29 Zater.30 6,30 7,50 7,50 11,30 7,50 7- 7,50 6,30 7,50 7,50 2,- 2- 2,- 1- 1,30 2- 2- 2,- 2,- TDIENST ELB.-ROTTERDAM sche tijd.) Van Van idelburg. Rotterdam. voorm. voorm. 7,40 n 7,30 7,40 7,30 7,40 )i 7,30 7,30 7,40 n 7,40 j? 7,30 7,40 7,40 M 7,30 7,30 7,40 7,30 7,40 7,30 vm. 11,55c), nm. 3,30 nm. 12,25c), 4, re vm. 8,40. 9,10. n kunnen goederen makt. Dinsdag en Vrijdag. 7,— 11,55 3,30- 7,2012,15 3,50- 7,25 10,101,55- 7,45 10,30 2,15 - eren vervoerd. Hoofdplaat nm. 1.55 Breskens 2.25 Vlissingen 2.55 2.30 3.30 9 ■3 elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel.meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 centiedere regel meer 10 cent. Bij dit nummer behoort een bijvoegsel. Alvorens ons over het Wetsvoorstel tot invoering van Kamers van Arbeid uit te spreken geven wij eene korte herinnering aan het debat in de zitting der tweede kamer van 19 Maart 1889 gevoerd bij de algemeene beschouwingen over de „bepalin gen tot het tegengaan van overmatigen en gevaarlijken arbeid van jeugdige personen en van vrouwen". De heer Lohman roerde even het punt Kamers van Arbeid aan. Hij sprak „Men i» wel eens bang voor organisa- tiën van het volk, maar het volk organi seert zich toeh. „Al die vereenigingen bewijzen dat er behoefte bestaat aan een nieuw verband. De oude verbanden met hun publiekrech telijk karakter zijn verdwenen. Die ver banden hadden hunne organen men rekende er mee doch nu zijn ze dood. En ze zijn opgevolgd door vereenigingen die niet den minsten band hebben met de overheid. „Dit laatste acht ik zeer gevaarlijk yoor rust en orde, en ongelukkig voor de ar beiders zelf. Want zulke vereenigingen zijn krachtig genoeg om te vernietigen, niet om op te bouwen. „Nu had ik gehoopt dat deze minister ons een weg zou aangewezen hebben die tot herstel van de bedoelde verbanden kon leiden. Slechts wanneer arbeiders en fabrikanten" de spreker bedoelt hier dus arbeiders en patroons „gelegenheid ontvangen om hunne gezamenlijke belan gen te bespreken; wanneer hunne adviezen tot grondslag gelegd worden aan wettelijke bepalingen, waar dit noodig blijkt, sleciits dan kan de wetgever met verschillende behoeften en kringen behoorlijk rekening houden. „En met die kringen bedoel ik niet alleen die van arbeidersmaar die waarin de arbeiders en fabrikanten samenkomen. „Ik verlang niet iets als arbeidersparle- menten over het geheele land, maar ik meen dat, daar de industrie zich verschil lend ontwikkelt in verschillende deelen des lands, die verbanden ook meer plaat selijk moeten zijn. Men zou bijv. evenals dit met de kamers van koophandel het geval is, aan de arbeiders in zekere krin gen de gelegenheid kunnen geven om hunne vertrouwensmannen te kiezen. Men geve dezelfde gelegenheid aan de fabrikanten" patroons „en wanneer dan ees zoo danig orgaan in de wereld is geroepen door de vrije beweging van de arbeiders en van de patroons, dan heeft de Regeering een orgaan, waarmede zij voortdurend in onderhandeling kan treden. „Men moet die organisatie niet vreezen. Ontwikkeling van volkskracht, mits langs vaste banen geleid, versterkt den Staat, maar verzwakt dien niet." Het antwoord van liberale zijde (Verniers v. d. Loeff) op dit pleidooi voor Kamers van Arbeid was„Die zaak is nog zoo nevelachtig, zoo schemerachtig". En van Roomsche zijde (Minister Ruys) „Ook voor mij". De Kamer had daar blijkbaar schik in. De heer Lohman merkte toen onder meer op Toen op dat „Het schemert mij" eu dat „Mij ook" hilariteit volgde, dacht ik aan een spreekwoord waarin over den prijs van een bril gesproken wordt. „Wanneer nu de Minister zegt: het schemert mij, laat mg dan beproeven een klein schema te ontwerpen. Wie zouden die Kamers moeten kiezen De fabrikan ten en arbeiders. Geef daartoe aan allen die aan het hoofd staan van een bedrijf het stemrecht en laat hij een zeker aan tal personen kunnen kiezen voor het be stuur der kamer van arbeid. Geef voorts het stemrecht aan alle personen die be wijzen kunnen bij een van die fabrikan ten werkzaam te zijn, en daardoor dus te behooren tot de klasse van arbeiders." „Hoe moeten die nu stemmen „Hier komt mijns inziens het proportio neel kiesrecht te pas. Dan krijgt men wel niet alle industrieën als zoodanig, maai er is gelegenheid zoowel voor individuen als voor verwante vakken, ons zich te verbinden zoodat er alle kans is dat in hetzelide lichaam de verschillende belangen en kringen worden vertegenwoordigd. „Waar moeten die kamers van arbeid zijn Ik zou zeggen daar waar zij ver langd worden niets zou ik verkeerder vinden dan een stelsel op te dringen aan de natie en aan de arbeider», teneinde zoo van overheidswege den arbeid te willen organiseeren. Uitstekend zou ik het daar entegen achten dat men aan elke organisa tie waaraan behoefte gevoeld wordt, tege moet kwam. Laat men vooral bij de re geling der zaak provinciale invloeden gel den, zoodat niet overal alles naar hetzelf de model behoeft te worden ingericht." Dit warme pleidooi voor Kamers van Arbeid heeft destijds in de antirev. pers warme instemming gevonden. En niet ten onrechte werd geklaagd dat 't pleidooi zoo weinig of seen instemming vond bü liberalen en Roomschen. Ook wij hebben van den beginne ons met het schema door den heer Lobman in zake kamers van arbeid gegeven, van harte vereenigd. Wij zijn 't er nog mede eens, behoudens een geschil met den geachten adviseur van toen, sp één punt, wat de uitwerking van zijne echt antirevolutionaire gedachte be treft. Met De Standaard en Patrimonium zijn wij altijd geweest voor gesplitste samen stelling dezer Kamers. Dat wil zeggen voor vergaderen van patroons en arbeiders in sectiën afzonderlijk, met opmaking van een gezamenlijk goedgekeurd eindrapport. Er is tusschen enkele bladen strijd ont staan over de vraag of bet ontwerp der Regeering beantwoordt aan den wenBeh van bet Sociaal Congres, ja dan neen. In dien strijd mengen wij ons nietdewijl 't er ons om te doen is de voornaamste bepalingen van 't wetsontwerp der regeering onder de aandacht der lezers te brengen. Van zelf zullen dan de op- en aanmerkingen komen. En wij verliezen hierbij niet uit het oog dat in de conclusion door zoodanig een Congres genomen, de kracht maar ook te vens de zwakheid van de vereeniging der verscheidene meeningen te hespeuren is. Met 49 tegen 48 stemmen is het amen dement Rink tot het doen vervallen van den grondslag haardsteden verworpen. De antirevolutionaire leden Thooft en Kuyper hebben door hunne afwezigheid, misschien zonder het te willen, deze teleur stelling op hun geweten. Waren zij er geweest, met 50 tegen 49 stemmen ware het voorstel Rink aangeno men, tenzij de heer Van Vlijmen die ook afwezig was, zijn stem ertegen ware komen uitbrengen, in welk geval 't amen dement bij staking in eene voltallige ver gadering (50 tegen 50) zou zijn verworpen geweest. De onbelaste verwarming onzer kamers in ons dus langs het kantje af ontglipt. Het is aan één kant jammer. Want wel zou bij aanneming de minis ter het ontwerp hebben ingetrokken of zijn heengegaan. Maar een volgend minister had dan toch zeker rekening moeten houden met den wensch van de meerderheid der Volksver tegenwoordiging en met het belang van het Volk, en den grondslag haardsteden moeten verwijderen. Om eerlijk te zijn, voegen wij hier ech ter bij dat onze bezwaren, in een vorig no. uitgesproken, ook hij vervallen van dezen grondslag, niet zou en zijn opgelost. Permissie om een schoorsteen dicht te maken (en eerst bg in gebruik stelling kennis te geven bij den ontvanger) voorts om petroleumkachels te bezigen heeft men tocb. Bij vervallen van de haardsteden hadden wij ze in de huurwaarde, evenals na de deuren en vensters, teruggekregen en dan had men aan deze mogelijke voordeelen niets gehad. Het zou feitelijk hetzelfde geweest zijn alsof men in elke kamer altijd een schoorsteen heeft. Als nu de Kamer maar besluit om twee stookplaatsen vrij te stellen dan redden de minvermogende burgers dit al vast, en dan zijn zij althans heter af dan bij de af stemming der haardsteden! De bekwame sol.rijfster mevrouw Van WermeskerkenJunius, hoofdredactrice van De Hollandsche Lelie pseudoniem Johanna van Woude staat onder ver denking pogingen te hebben aangewend om haar man een notaris te Krommenie te vergiftigen door het werpen van antipyrine in een jeneverkaraf waaruit hij gewoon is te drinken. De poging is mislukt. Eu het is te weusohen dat de beschuldiging laster zij. Immers indien zij bleek waar to zijn, „g a,tu.uOg xicbt WCTpCll Oj. .1 verhoudingen tusschen echtelieden in som mige kringen, van waaruit men pleegt de natie voor te lichten op het pad van deugd en goede zeden. Het zou een smet zijn op de „Hol landsche Lelie", type immers der b'ankste onschuld, en in haar zedigen tooi levend protest tegen den geur van zekere bloem die tot heden nog slechts tieren kon over onze grenzen, bijv. in de kringen van eene madame Joniaux. En dan wat te zeggen zou zijn van een vrouw die openbaar zoo idealistisch voor en over vrouwen schrijft en in den in iemen kring al wat de vrouw kenmerkt zou big ken te hebben afgeschud en met voeten te treden. Wijsheid uit de 14de Eeuw. Wij laten hier eenige spreekwoorden volgen, die reeds in de 13de en 14de eeuw in ge bruik waren. Tcomt al wt, dat men onder de snee bercht. Tlaat hem overgapen, daer men aen verworcht. Tes een tijt van zwighen ende een tijt van spreken. Tes quaet stelen, daer die waert een dief es. Tes quaet hoven zonder broot. Onnutte sorghe doet vroech ouden. Natuere gaat boven leere. Ten zijn niet al jaghers, die horen blasen. Men siet wel aen die couse, waert been ontwee is. Tes quaet water, sprac die reigher, ende congé niet zwemmen. Tes qnaede comanscap, daer niamint an en wint. Tes met heeren quaet kersen eten. Tot Gods hulpe hoert arbeyt. Tes quaet blasen met vollen monde. Ten hinckede niemand van eens anders seer. Men sal die liuike na den wynt hanghen. Tes quaet verre springhea eenen corten stocke. Tes een quaet lant, daer niemant voor deel en heeft. 't Swaars'e moet meest weghen. Teynde moet den last draghen. Nadien dat die waert is verleent God 22 Nov. '95. Vergadering van den Middelburgschen Ge meenteraad van Woensdag 20 Nov. 1895. Afwezig met kennisgeving de heer L. K. van der Harst. Na lezing en arrestatie van de notulen der vorige zittingen (morgen- en namiddag zitting) deelt de voorzitter mede dat sedert dien zijn ingekomen: a. eene missive van den Minister van Binnenlandsche Zaken, houdende goedkeu ring van de benoeming van den heer Scharp de Visser tot leeraar aan het Gymnasium b. missiven^tmn Ged, St., houdende goedkeuring van vroeger genomen raads besluiten c. brieven van dankbetuiging van Akker man, Leerdam en van der Harst voor de verhooging hunner jaarlijksehe bezoldi ging d. een proces-verbaal van kasopneming hij den gemeente-ontvanger -x«Ue welke stukken voor kennisgeving worden aangenomen e. een adres van J. Jansen om twee stuk jes grond in de Schuddebeursstraat te mo gen koopen, welk adres om advies geren- vooieerd wordt naar B. en W., en f. een adres van het Hoofdbestuur der Vereeniging Schuttevaer, verzoekeade om ondersteuning van zijn rekest aan den Mi nister van Waterstaat, Handel en Nijver heid tot bet verkrijgen van eene vlucht- haven in de rivier het Krammer, welk adres conform het voorstel des Voorzitters, wordt verzond.n aan de Kamer van Koophandel bd Fabrieken,die. naar dft merlrrUfflinn- h.. den heer de Stoppelaar, hetzelfde verzoek van het Hoofdbestuur van Schut evaer ontving en thans volgens hem niet in ge breke zal blijven een afi-chrift van haar adres tot ondersteuning van het verzoek aan het Gasthuisbestuur in te zenden. Nog doet de Voorzitter de mededeeling dat onder de stukken ter visie gelegen had een voorstel van B. en W., naar aanleiding van een adres der bewoners van het Ar nemuidsch voetpad, welk voorstel verzuimd was op de agenda te plaatsen. Conform zijn voorstel maakte geen dei- leden bezwaar tot dadelijke behandeling. Het luidt om op het Arnemuidsch voetpad te plaa'sen een lantaarn (geraamde kosten f 64), waardoor dat voetpad zal verlicht worden, door middel van petroleum, waar van het jaarlijksch verbruik op f 54 ge schat wordt. De heer F. G. Spreng er wil gaarne het voetpad eene betere verlichting geven, doch heeft hij goed gelezen, dan spreekt het adres ook van rioleering en waterleiding. De Voorzitter antwoordt den heer Spren- ger dat hij goed gelezen heeft en het ver zoek werkelijk! drieledig is. De kwestie van verlichting van het voedpad was ech ter, ter voorkoming van ongelukken, in het oog van B. en W. zoo urgent, dat zij die losgemaakt hebben van de beide andere punten, welke nader zullen worden behan deld, waarna het voorstel zonder verdere discussie of hoofdelijke stemming wordt aangenomen. Achtereenvolgens worden goedgekeurd lo. de begrooting van den Middelburg- Vlis8ingschen rijweg voor 1896 met een geraamd goed slot van f523.63. De heer van der Swalme wijst nogmaals op de slechte beplanting langs den weg tusschen Middelburg en Kleine Abeele, waarop de voorzitter antwoordt dat eerstdaags tal dier slechte boomen zullen verdwijnen; 2o. de rekening van het Concertgebouw van 1 September 1994 tot 31 Augustus 1895, sluitende met een batig saldo van f 57.50V2, be.levens de begrooting van dat gebouw van 1 September 1895 tot 29 Feb. 1896, in ontvang en uitgaaf gesteld op f 517.02Vs 3o. een voorstel van B. en W. om de buur van een stuk grond bij de gemeente begraafplaats ten behoeve der touwslagerij van de Wed. de Wagter met haar tegen denzelfden huurprijs van f 10 'sjairs te verlengen; 4o. een voorstel van B. en W. om aan Luteijn Co., tegen betaling van f 6 'sjaars, te vergunnen, ijs te verzamelen over eene oppervlakte van 1500 centiaren tusschen de Veersche- en Koepoortbrug aan de zijde van den Singel; 5o. een voorstel van B. en W. tot af- en overschrijving op de gemeentebegroofjng voor 1895; 60. een voorstel van B. en W. tot wij ziging dierzelfde bagrooting. In de vergadering van 25 September 1895 was door den heer Gratama het voor stel ingediend: „B. en W. te verzoeken bij hunne adviezen het lager onderwijs betreffende en waarover de Raad te be slissen beeft, over te leggen de adviezen van al de bij de wet aangewezen ambte naren, die daartoe verzocht hunne meening hebben mede te deeler., als ook van de Plaatselijke Commissie van Toezicht op het lager onderwijs", welk voorstel thans aan de orde komt. De heer Gratama verlangt voor het QOgenblik zijn voorstel niet meer te be pleiten, daar nij dit reeds vroeger gedaan heef. Hij wil afwachten wat men er tegen zal aanvoeren. De Voorzitter deelt hierop mede dat B. en W. gaarne den wenk zullen volgen vervat in het voorstel des heeren Gratama, ten minste voor zoover de wet zulks toelaat. De heer E. F. Schorer betoogt dat het voorstel, hoe onschuldig het oppervlakkig beschouwd er uitziet, toch onaannemelijk is, daar het te veel generaliseert. Het is ajTAvhwlicr p.n rninilev CTP.xxrPnan h,f /WcifRw. ig7 want 13. en YV. zullen wel adviezen inwinnen en, waar zij het verzuimen, zul len zij door den Raad wel op hun ver zuim attent gemaakt worden, zoodat wij met het voorstel geen stap verder komen. Minder gewenscht, want er kannen zich gevallen voordoen, dat de adviezen niet noodig zijn. De voorsteller zelf heeft hiervan een sprekend bewijs gegeven, toen hg zijn huidig voorstel niet toegep st wilde zien op ecua kwestie, waarvan het een onmiddellijk gevolg geweest is. Wij hebben naar sprekers meening B. en W. in deze niet te bindenaen den Raad zal toch in ieder speciaal geval de beslissing voorbehouden blijven tot het uitlokken van zoodanige adviezen, als nuttig en noodig zullen geoordeeld worden. De heer van der Swalme kan zich geheel met de zienswijze van den heer Schorer vereenigen. Het huidig voorstel is alleen een uitvloeisel van 't niet goedvinden van de handelwijze van den Inspecteur van het onderwijs. Er spreekt uit, hij wil het niet noemen wantrouwen, maar toch een minder vertrouwen in het beleid van B. en W. dat naar zijne meening niet gerecht vaardigd is. De heer van Hoek breekt eene lans ten gunste van het voorstel. In theorie, zegt hij, is waar wat de heer Schorer beweerd heeft, maar wij hebben hier te doen met de praktijk. Als hoofdmotief voor het voorstel geldt bij hem het groot belang dat het Midde burgsche onderwijs heeft bij meer stabiliteit. Wan.-eer al het mogelijke licht over eene zaak verspreid wordt, zal die stabiliteit er bg winnen en zal het onmogelijk zijn dat herhaald worde wat in den laatsten tijd reeds vaak gebeurd is, dat men in zake onderwijs eenen weg betrad, dien men korten tijd daarna weer verliet. De heer Koole schaart zich aan de zijde van de heeren Schorer en van der Swalme. Waartoe dienen die ellenlange adviezen waarmede men gewoon is ons te over stelpen; in zijn oog zijn ze niets anders dan eene bureaucratische plagerij voor de ambtenaren, die de adviezen zullen moeten geven. De heer Gratama bestrijdt de vorige sprekers. Den heer Koole antwoordt hg dat hier van geen plagerij sprake kan zijn, waar de wet zelve zoo duidelijk spreekt. Hij ontkent ten stelligste dat er wantrou wen of minder ver rouwen in het Dage lij ksch Bestuur in zijn voorstel zou zijn opgesloten, zooals de heer van der Swalme beweerd heeft. En wat het betoog vau den heer Schorer betreft, het is waar hij wilde zijn voorstel niet toegepast zien op de kwestie, waarvan het een uitvloeisel is, omdat hij die kwestie beschouwde als eene afgedane zaak en zijn voorstel dan ook juist gedaan is om voor het vervolg

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1895 | | pagina 1