NIEÜWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'PIUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Ho. 19. 1895 Dmstfag 12 HoocmBec. fftetufe laargang, elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Leidsche studenten hebben Vrijdag een gemeen stukje uitgehaald, waarvan het Nieuws op de volgende wijs verslag doet. (Het betreft de overrompeling eener meisjesschool). „'t Is vier uur, donker Novemberweer, de school gaat uit. De meeste lokalen zyn reeds ledig. Een honderdtal meisjes bevindt zich gereed en gekleed tusschen voordeur en bovenverdieping. Langs gangen en trappen klinken hare jonge, vroolijke stem men. Plotseling doet een gegil van angst liet gepraat en gelach verstommen. De meisjes der eerste klasse, kinderen van 12 a 13jaren, vertoonen zich opnieuw, door schrik verwilderd, in de benedengang. Achter haar aan stormt een bende, een 20 a 30 tal jonge mannen, Leidsche studenten maar lang niet allen „van het eerste jaar", met roode, door dronkenschap i opgezette gezichten. De armen hoog opgeheven, met stokken zwaaiend, jagen zij, onder ver vaarlijk geschreeuw, de meisjes voor zich uit de trappen op, de gangen door, de lokalen in. Zij, die door dronkenschap nauwelijks staan kunnen, tuimelen de trappen weer af en gaan hun buit beneden achterna. Waar zij eene der doodelijk ontstelde meisjes inhalen volgt een walgelijk tooneel, gekruid door ruwe taal, vloeken, spot en gelach. De donkere ruimte, in een walm van sigarenrook en sterken drank gehuld, ljjkt een pandemonium. In de kamer der directrice, die machteloos staat tegenover een horde dronken woeste lingen, wordt de tafel het ondersteboven gekeerd, stoelen omgeworpen die er binnen zijn gevlucht, mishandeld als de overigen. Een groot aantal meisjes is veilig boven in de lokalen met de leeraressen; krampachtig houden zij de deuren dichteenige indringers geven het op en druipen aimaar het angst- geschrei van beneden en'het woest rumoer der lafaards, die hun moed op weerlooze meisjes koelen, vervult haar met ontzetting. Als zij genoeg hebben van de pret wordt de school weer ontruimd en juichend over hunne heldenfeiten, rijden de studenten in zes wagens nog een wijl op en neer, ten aanschouwe van het saamgestroomde volk, dat zich verbaasd afvraagt of zulke dingen mogen geschieden." Terecht vraagt de inzenderMag lieder lijke ongebondenheid onze openbare gebouwen binnendringen en zulke tooneelen, als die hierboven beschreven, straffeloos aanrichtten Wij zouden willen vragen Zouden onder deze brooddronkenen ook theologen, aan staande predikanten, gescholen hebben En zoo ja, zouden dan de kerkeraden en kiescolleges in ons land niet eene afspraak kunnen maken, om deze heeren in de eerste tien jaren na hunne promotie niet te be roepen Dergelijke maatregelen zijn, dunkt ons, beter dau inmenging der politie. Het is toch een feit dat de slechtste studenten zelfs met de beste politieagenten niet zelden op zeer vertrouwelijken voet staan. 11 Nov. '95. Met ingang van den 11 November a. s. is de kommies der 3e klasse bij 's rijks belastingen P. J. van den Hoek over geplaatst van Waubach (Limb.) naar Sas van Gent. Bij kon. besluit benoemd in het bestuur van het waterschap de Damespolder onder de gemeenten Rilland-Bath en Woens- drecht, tot voorzitter M. Overbeek en tet leden L. Feytel en J. F. Neve tot dijk graaf voor den polder Vlooswijk F. de Jonge en tot gezworen voor het waterschap Waarde J. J. Md. Tot vice-voorzitter der Maatschappij tot bevordering van landbouw en veeteelt in Zeelandin de plaats van den heer B. G. van der Have te Ouwerkerk is gekozen de heer G. A. H. Wagtho te Tholen, en tot algemeen penningmeester herkozen de heer J. J. van Weele te Wolfaartsdijk. Bij Kon. Besluit is aan mi. A. N. baron de Yos van Steenwjjk op zijn daar toe gedaan verzoek, eervol ontslag verleend als lid van het college van regenten over het huis van bewaring te Zierikzee, onder dankbetuiging voor de in die betrekking bewezen diensten en is in die functie be noemd F. C. van der Yliet, kassier te Zierikzee. Invoerrecht op granen 1 De Nederlandsche „Protectionistische Landbouwvereeniging" te Utrecht, heeft zich andermaal tot de Tweede Kamer ge wend met adres, om ten spoedigste een invoerrecht te bepalen op granen en de opbrengst te doen strekken tot vermindering van den belastingdruk ten behoeve ven Rijk en gemeenten goheven wordende, en zoodoende alle takken van bedrijf, die met den toestand van landbouw en veeteelt in 't nauwste verband staan, op te beuren en weer tot bloei te brengen. O. a. wordt in dit adres de meening uitgesproken, dat de opbrengst der graanrechten, zooals vroe ger is voorgesteld, voldoend fonds zou ver schaffen om reeds dadelijk een pensioen- en invalidefonds voor mannelijke en vrouwe lijke werklieden in 't leven te roepen van f 1.50 per hoofd. Personeels belasting. Gelijk mén weet, heeft de Minister van Financiën het vermoedelijk tekort van het nieuw ontworpen personeel in vergelijking met de thans bestaande heffing op twee millioen geschat, zonder evenwel te voldoen aan het verzoek der Kamer, om dat cjjfer te motiveeren. Maar nu heeft de heer Treub zich daar voor aan het cijferen gezef; en hij is in de Vragen des Tijds tot de slotsom gekomen, dat de opbrengst van het nieuwe personeel vermoedelijk aldus zijn zal le grondslag (huurwaarde) f4,936,600 2e grondslag (haardsteden) -1,735,400 3e grondslag (meubilair) - 2,029,000 Daarvan gaat af voor de vrijstel ling der winkels Yoor den kinderaftrek f 8,701,000 - 870,000 - 670,000 Blijft f 7,161,000 4e grondslag (dienstboden) - 892,000 5e grondslag (paarden) - 638,000 f8,691,000 Naar de bestaande wet bedroeg het totaal der kohieren over 1893/94 f12,779,000, zoodat volgens de raming van mr. Treub een raming, die hij zeer optimistiseh acht de te verwachten opbrengst niet twee millioen, maar vier millioen beneden het bedrag der tegenwoordige kohieren blijft. Wel zal dat bedrag iets verminderen door de kleine aanslagen, die thans beneden de grens der belastbaarheid vallen maar daar tegenover staat, dat een niet onaanzienlijke verhooging der oninbare posten is te ver wachten. Zelfs al neem ik aan zoo eindigt mr. Treub zijn betoog dat het den Minister gelukt door zijn verlaging der grens van belastbaarheid van hen, die thans vrij blij ven, een meer dan anderhalfmaal zoo groot netto bedrag te heffen als de f 200,000 (de opbrengst van de hoogst aangeslagenen, die in de remissie van 2/s der belasting vallen) dan blijft het door de schatkist te lijden verlies, naar zeer matige berekening, toch nog boven 3XA millioen gulden. De stropdas. Daar is, naar het Militair Weekblad aan merkt, geen kleedingstuk ten minste als men het zoo noemen mag meer ge haat bij de infanterie dan de halsdas, in het dagelij ksch leven stropdas genaamd, en het is onbegrijpelijk, ook uit een hygiënisch oogpunt, hoe deze halsbeschermer uit de dagen van Olim zich tot nu toe heeft kun nen handhaven. Deze das, die een gewicht haalt van 3 D. G. heeft, zegt hij, al heel wat op haar geweten onaangenaamheden, standjes, straf. Men kan dan ook geen strafregister inzien, of bij herhaling treft men aan „met de halsdas los om of met een losse halsdas in dienst verschenen". En de stropdas zou, meent de schrijver, zoo gemakkelijk te vervangen zijneen dasje vastgehecht aan de ^binnenzijde van de kraag aan het eene eind en aan het andere met knoop en knoopschat, kleedt goedvoorkomt onaangenaamheden en straf fen en is bovendien een financieel voordeel voor het rijk. Het zal wellicht ook hier mede gaan zooals met de gele uitmonstering, hoe herhaalde malen is over die uitmonste ring niet in de officieele verslagen geklaagd, totdat eindelijk een pennestreek van den minister er een einde aan maakte. De sclirij ver hoopt, dat dit ook met de strop das geschieden zal. Daar zijn, zegt hij, van die kleine grieven die langs zoo ge.nakkelijken en in den regel voor het rijk en ook het individu voor- deeligen weg kunnen worden weggenomen en telkens verdwijnt dan een motief tot het zoogenaamd mopperen, en werkt dan mede tot een goeden militairen geest, een geest dien men in tijd van oorlog zoo zeer behoeft, maar die dan ook in vredes tijd moet gekweekt worden. Yerleond een pensioen van f 450 aan H. C. Moorrees, wed. J. P. M. Reijers leeraar aan de R. H. B. S. te Middelburg. Het eereteeken tot belooning van eer vollen langdnrigen werk-flijken dienst bij de schutterij is toegekend aan D. Burg- hardt, sergeant majoor, IV. P. Gruson en J. F. Hanssens, beiden muzikant, allen te Middelburg. Door den minister van waterstaat is bepaald dat gedurende het jaar 1896 het goedkeuringsmerk, te bezigen bij den ijk en herijk van maten en gewichten, zal zijn de letter g in gewonen schrijfvorm, voor gasmeters de koninklijke kroon. NAJAARSVERGADERING DER Provinciale Staten van Zeeland, Zitting van Y rij dag 8 November 1895. Tegenwoordig 37 leden. Afwezig de heeren Moes, Fokker, van der Beke Cal- lenfels, Hollestelle en de Smidt. Na opening door den Voorzitter worden de notulen der vorige zitting gelezen en gearresteerd. Hierna gaat de zitting over in eene met gesloten deuren, waardoor al de tijdruimte voor de pauze in beslag genomen werd. Na de pauze wordt de openbare zitting heropend eij komen ter tafel de volgende voorstellen van Gedeputeerde Staten. I. De Staten van Zeeland hebben zich bij adres van 9 November 1894 gewend tot Hare Majesteit de Koningin-Weduwe Regentes, omtrent den toestand van de sluis- en havenwerken te Yeere en van het vaarwater in de Zandkreek en den Zuidvliet. Dat adres, in handen gesteld van den Minister van Waterstaat, Handel en Nij - verheia, werd door dezen besproken in ïijne aan de Staten gerichte missive van 31 Juli jl, la. B, met bijbehoorende nota en verdere bijlagen. Deze missive c. s. ontving de Hoofdin genieur van den Provincialen Waterstaat ter kennisneming, met verzoek daarover zijne beschouwingen mede te deelen, waaraan hij voldeed bij zijn rapport van 19 September jl. Uit bovenstaande stukken blijkt genoeg zaam dat de beschouwingen van den Rijks- en Provincialen Waterstaat tot eene con clusie voerden, die geheel met elkander in strijd was. Dientengevolge wordt door Gedeputeerde Staten aan de vergadering het tweeledige voorstel gedaan, a wat aangaat de sluis- en havenwerken te Ylissingen en te Yeere, aan den Minister te kennen te geven, dat de Provinciale Siaten zich vereenigen met de opmerkingen van den Hoofdingenieur, en b wac betreft den toestand van het vaarwater in de Zandkreek en den Zuid- vliet, aan den Minister in overweging te geven om, bij het gebleken ernstig ver schil van gevoelen tusschen verschillende deskundigen omtrent den invloed van de mosselteelt op den achteruitgang van die vaarwaters, op dit punt het gevoelen te doen inwinnen van den Inspec teur van het loodswezen in het 6e district te Ylissingen en van den weten- schappelijken adviseur in visscherijzaken Dr. P. P. C. Hoek te den Helder. In de afdeelingen onderzocht vond het voorstel aJgemeenen bijval. Enkele wen- schen werden nog geuit. Men moest den Minister van Waterstaat verzoeken in o- verleg te treden met zijn ambtgenoot van marine afdrukken der stukken wilde men toezenden aan de leden der Tweede Ka mer. Algemeen was het gevoelen dat de zaak in den Haag te flauw was behandeld en men noodigde Gedeputeerde Staten uit een onderzoek iu te stellen naar de na- deelen die de binnenvaart in toenemende mate ondervindt. Na voorlezing van het algemeen ver slag der afdeeling door dan rapporteur Snijders, deelt de Voorzitter mede dat aan den wensch om een afschrift aan de leden der Tweede Kamer te zenden, zoo spoedig mogelijk zal worden gevolg gegeven en wordt het voorstel, waarover niemand verder het woord verlangde, zender hoof delijke stemming goedgekeurd. II. Burgemeester en Wethouders van Ierseke hebben zich gewend tot de Staten met verzoek om subsidie voor vergrooting der haven, waarvan de kosten worden ge raamd op f 35000. Gedeputeerde Staten zijn van het nut dier vergrootkig doordrongen en in aan merking nemende dat ook de Minister van Waterstaat hiervan overtuigd is, daar deze zich bereid heeft verklaard eene Rijkssub sidie te bevorderen van de helft der kos ten, mits Provincie en Gemeente de andere helft voor hare rekening nemen, stellen zij voor aan de gemeente Ierseke een sub sidie van f 8750 of een vierde der ge raamde kosten te verleenen. In de afdeelingen werd door enkele leden de wenschelijkheid betuigd om in plaats van subsidie, een renteloos voor schot te verleenen. Nadat het algemeen verslag dier afdee lingen door den rapporteur Oggel was uitgebracht, maakte de heer Maas zich ten tolk van hen, die aam een renteloos voorschot de voorkeur gaven boven sub sidie en diende hij een daartoe strekkend voorstel in. Dat voorstel werd door de heeren den Boer, Pompe van Meerdervoort, Siegers, van Deinse, van Rompu en van Waesberghe Janssens bestreden, terwijl het alleen ver dediging vond bij den heer Rombach. In omvraag gebracht wordt het verwor pen, de heeren Snijders, Noordijke, Hom bach, van Buren, Kloppers, Maas en Huvers verklaarden er zich voor, terwijl het voor stel van Gedeputeerde Staten, waartegen stemden de heeren Snijders, Hombach, Hennequin, van Buren, Kloppers en Maas, daarop wordt aangenomen. III. De gemeenteraad van Nisse vraagt een voorschot van f3900 voor de begrin- ding van den Drieweg, ter verbinding van den grindweg van Nisse naar 's Gra venpolder met den grindweg van Ovezand naar 's Gravenpolder, en de gemeenteraden van Nisse, Baarland en Hoedekenskerke wenscken een voorschot van f 4700 voor de begrinding van eenige wegen, welke de verbinding vormen tusschen den grindweg van Ovezand naar 's Gravenpolder en den thans doodloopenden grindweg van Hoede kenskerke naar Kwadendamme. Daar het verkeer in een groot deel van Zuid-Beveland door de ontworpen wegs- verbeteringen zal zijn gebaat en de nieuw aangelegde steiger te Borssele en die te Hoedekenskerke, alsmede de haven van Ellewoutsdijk gemakkelijker bereikhaar zullen worden, achten Ged'eputeerde Staten de zaak van algemeen belang en stellen zij voor de gevraagde voorsshotten to verleenen. gjjln de afdeelingen vond het voorstel een gunstig onthaal, alleen waren enkele leden van oordeel dat het voorstel had moeten volgen op dat betreffende het vetieenen van rentelooze voorschotten voor wegen van secundair belang. Nadat dan ook door den rapporteur Noordijke hei algemeen verslag der afdeelingen was uitgebracht, verklaarden de heeren Hammacher en M. Bolle, dat zij niet tegen het voorstel ge kant waren, maar dat zij de volgorde van behandeling niet konden goedkeuren. Zjj werden door den heer Siegers beantwoord, waarna het voorstel zonder hoofdelijke stemming werd aangenomen. IY. Naar aanleiding van het gevoelen eener afdeeling, toen in de zomervergade ring aan de orde was een voorstel tot af wijzing van het verzoek van het bestuur van het Waterschap Oranje-Dierentijd om een renteloos voorschot voor wegsverbete- ring, dat zij het oogenblik gekomen achtte om telken jare een cijfer vast te stellen, teneinde ook in het vervolg voorschotten te verleenen voor verbetering van wegen van secundair belang, hebben Gedeputeerde Staten dat gevoelen aan een nauwkeurig onderzoek onderworpen, waarvan de slotsom geweest is hun huidig voorstel: lo. dat, met uitbreiding van den tot dusver ge volgden regel om alleen rentelooze voor schotten te verleenen voor hoofdverbin dingen, in beginsel aangenomen wordt dat voortaan dergelijke voorsohotten ook zullen kunnen worden verleend voor de verbe tering van wegen van zoogenaamd secundair belang; 2o. dat het met het oog op den financiëelen toestand der Provincie niet raadzaam is, daarvoor jaarlijks of gedarende een bepaald aantal jaren eene vaste som te bestemmen; 3o. dat het niet wenschelijk is voor het verleenen dezer rentelooze voorschotten vaste regelen te stellen, maar dat elke aanvraag om een renteloos voor schot op zich zelf behoort te worden be oordeeld. en daarop, na advies van den Provincialen Hoofdingenieur en in verband met den toestand der Provinoiale geld middelen, te worden beslist. In de afdeelingen had dit voorstel tot verschillende opmerkingen aanleiding gege ven. Nadat dan ook door den rapporteur van Deinse het algemeen verslag dier afdee lingen was uitgebracht, werden door de heeren Hammacher, van der Have, Pompe van Meerdervoort, Hombach en Hen nequin amendementen ingediend en ont spon zich eene langdurige discussie, waar aan ook de heeren de Casembroot en Lucasse deel namen. Om te beter in staat te zijn de verschillende amendementen tête reposéc kunnen beoordeelen, doet de heer Kakebeeke het voorstel de behan deling der zaak tot eene volgende zitting te verdagen, welk voorstel, in omvraag gebracht, wordt aangenomen. Tegen stem men de heeren Snijders, van Waesberghe Janssens, Hombach, Siegers, van Rompu, de Bats, Hennequin, van Buren, Erasmus, Oggel, Fruijtier en Maas. V. en VI. Naar aanleiding van eene afwijzing van de verzoeken van het Water schap Oranje-Dierentijd en van het be stuur van den Margarethapolder om ren telooze voorschotten te erlangen voor wegsverbetering, daar de betrokken wegen geacht werden te zijn van secundair be lang, hebben beide corporatiën andermaal een adres ingediend. Wanneer nu in principe besloten wordt ook voor verbetering van wegen van secundair belang een voorschot uit de provinciale fondsen te verleenen, stellen Gedeputeerde Staten voor aan het Water schap Oranje-Dierentijd een voorschot van f 16000, en aan den Margarethapolder een Van f3380 te verstrekken. Nadat de betrekkelijke algemeene ver slagen der afdeelingen door den rappor teur de Bats waren uitgebracht, doet de heer Heijse het voorstel, in verband met de aanhouding van punt IY, ook de be handeling van deze beide voorstellen tot eene volgende zitting te verdagen, waar toe met 16 tegen 12 stemmen [verscheidene leden hadden de zaal reeds verlaten] be sloten wordt. VII. Het bestuurder coöperatieve stoom- zuivelbabriek te Hontenisse heeft zich an-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1895 | | pagina 1