NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Ho. 17. 1895.
HoniMaij 7 Hoom6ec.
tiende lattrgnng,
VERSCHIJNT
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,02s.
UITGAVE VAN
G. M. KLEMKERK, te Goes
en
van 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
EVENREDIGE VERTEGENWOORDIGING.
De „Vaderlander" wijdde den 19en Oct.
ten tweeden male een hoofdartikel aan de
evenredige vertegenwoordiging.
Drievoudig is de taak die wij meenen
ons door dat artikel te zien opgelegd.
Een stelling, door de Redactie van de
„Vaderlander", „een tamelijk donker raad
sel" genoemd, vraagt toelichting.
Een bezwaar, bij haar gerezen, moet
worden opgeheven.
Tegen een veronderstelling, door haar
geuit, dient onzerzijds te worden gepro
testeerd.
Hoe men door invoerihg van een pro
portioneel stelsel, een vertegenwoordiging
van organen krijgt, en niet van individuen
is den „Vad." een „donker raadsel".
Organische vertegenw. in den zin waarin
dat door de A. R. partij gewenscht wordt,
verkrijgen wij niet, ook al voerde men
het aller beste proportioneele kiesstelsel in.
Wat de A. R. partij onder organ, vert,
verstaat, is hekend genoeg, en duidelijk
verklaard in hoofdstuk 11 van „Ons Pro
gram" [blz. 404—412] n. m. 1. „de dubbele
„groepeering die in het volk bestaat, uit
„gedrukt in een dubbele vei tegenwoordiging"
en wel de groepeering naar beginselen uit
gedrukt in de politieke staten, en de groe
peering naar belangen in de corporatieve
staten.
De corporatieve staten zouden dan ge
kozen w orden door de Prov. Staten dezen
door de Gemeenteradenen de Gemeente
raden eindelijk door de versehillende ge
meentelijke corporatieën„bijaldien de natie
weer naar behooren in organisch „verband
haar zin en neiging zou kunnen openbaren".
„De politieke staten zouden dan behooren
„gekozen te wordendoor de natie
„als eenheiddoor het land als geheel ge-
„dacht, door het volk zelf1.
Dus een dubbele vertegenwoordiging, maar
ook, in beider onderdeelen, een evenredige
vertegenwoordiging.
Voor de samenstelling der politieke staten
wordt in „Oms Program [blz. 417420]
uitvoerig een bepaald prop. stelsel aange
prezen, hetwelk het stelsel Hare zéér nabij
komthoewel nog meer dat van Sir Walther
Baily, berustende op het kiesquotient met
overdracht d^r stemmen ter keuze van den
gekozene. Het stelsel Hare, deze over
dracht latende ter keuze van den kiezer
schijnt ons begeerlijker. Wij willen daar
over echter nu niet redetwisten; wij
wilden slechts aan toonen dat voor de
Politieke Staten; bij een organische ver
tegenwoordiging zooals de A. R. begin
selen die willen een proportioneel kies
stelsel, vereischte is.
Doch ook voor de corporatieve staten,
en voor de lichamen waaruit deze voort
komen; dus de Prov. Staten en de Ge
meenteraden, wordt door de A. R. begin
selen proportioneele vertegenw. geëischt.
Als bewijs hiervoor kunnen volstaan de
volgende zinsneden uit „Ons Program"
lo. aan elke groep van personen,
die aantoont een gemeenschappelijk belang
te vertegenwoordigen, [zal dan,] naar met
vroed beleid gekozen evenredighedenzulk
een invloed op onze Gemeenteraden behooren
te worden verleend, dat elke stand zijn
zeggenschap hebbe, en de ééne geleding
de andere niet dooddrukke" [blz. 407].
2o. „Onder vaste bedingen, en naar stipt
geregelde evenredigheden [opdat elke
onderdrukking der minderheid blij ve buiten
gesloten] zouden deze corporatiën dan het
recht van benoeming voor de Gemeente
raden moeten hebben", [blz. 407].
3o. „Voorts kan dan uit deze organisch
gekozen, Gemeenteraden worden afgevaar
digd naar de Staten Prov., en dat wel met
inachtneming van zoodanige verhoudingen".
[blz. 408].
4o. „Ten slotte zouden dan de aldus
saamgestelde Staten Prov., eveneens op
organische wijze, hebben af te vaardigen
yoor de Staten Gen., en dat wel naar
verhouding [blz. 409].
Inderdaad in een organische vertegen
woordiging, zooals onze partij die wenschti
is het evenredigheids-beginsel onafscheid
baar ingeweven
Doch dit ideaal der A. R. partij is nu
niet te bereiken.
Het behoeft geen betoog dat voor de
invoering van zulk een vertegenwoordi
ging grondwetsherziening, en wel zéér aan
merkelijke grondwetsherziening, noodzake
lijk zou zijn.
Grondwetsherziening is nu niet aan de
orde.
Maar wel de herziening der kieswet, en,
ook deze kan ons het doel nader brengen,
ja, reeds ten deele doen bereiken, want
zij kan ons brengen de evenredige verte
genwoordiging.
De evenredige vertegenw. maakt, reeds
nu, organische vertegenwoordigingmogelijk.
Reeds nu, ondanks de nog immer aan
gehangen indivi-duën-leer, de nog steeds
gehuldigde macht der getallen.
De wilde waterval, van nature een ver
nielende kracht, kan, door vernuftige ma
chines, door turbines en schepraderen,
worden gedwongen tot nuttigen arbeid, wor
de» omgetooverd in een vormende kracht.
Zóó ook kan de macht, der getallen, die,
onbeteugeld, ongeleid, een macht is tot
onrecht, door haar te binden aan zekere
regels, worden gedwongen in de bedding
der billijkheid, worden omgetooverd in een
macht tot recht.
En dat doet de erenred. vertegenwoor
diging.
Zij verhindert dat de geweldige getallen
massaas der meerderheden den weg naar de
vertegenwoordiging de deuren der verga
derzalen als het ware verstoppen, zij houdt
met regelende hand een pad open, waar
langs ook de minderheden kunnen binnen
gaan.
En juist die vertegenwoordiging der
minderheden opent een weg, zij het dan
ook nog slechts een voetpadleidende tot
organische vertegenwoordiging.
Immer, zij die hetzelfde belang gemeen
hebben, of tot denzelfden stand behooren
kunnen zich vereenigen, en kunnen, mits
hun getal slechts het kiesquotient bereikt,
ter stembus gaan met de volkomen zeker
heid dat hun stemmen niet tusschen de
groote massaas der strijdende partijen zullen
verpletterd worden.
Nu is het wel waar dat de kiezer ge
steld kan zijn voor de keuze óf een ver
tegenwoordiger van uw belangenóf een
vertegenwoordiger van uw beginselen ter
wijl slechts, een groep die èn in belang,
èn in beginsel één is, en die dan boven
dien nog het kiesquotient bereikt, zich in
deze beide opzichten kan zien vertegen
woordigd.
Ook is het waar dat de kiezer die vóór
bovengenoemde keuze gesteld wordt meest
al (hoewel lang niet altijd) de voorkeur
geeft aan principieele vertegenwoordiging,
zoodat de partijen de grootste rol spelen.
Maar dat alles is een gevolg van de
verkeerde basis waarop de hedendaags ge
huldigde theorieën over volksvertegenwoor
diging gebouwd zijn, en mag dus geens
zins als een grief tegen een evenredig kies
stelsel worden aangevoerd.
Leg staal bij een kompas, en ook de
beste naald zal afwijken
Neen, zelfs een evenredig kiesstelsel
kan geen zuiver organische vertegenwoor
diging geven, zoolang nog onze wetgevers
het volk blijven beschouwen als een agre-
gaat, als een verzameling van individuen,
slechts bijeengehouden door den band van
een hersenschimmig „contract-social" zoo
lang wij nog, om met de Nederlander te
spreken, „in het moeras zitten
Maar althans gedeeltelijk een organische
vertegenwoordiging mogelijk maken, dat
doet het zéér zeker.
En komen wij eenmaal nog uit „het
moeras", krijgen wij éénmaal een stelsel
van volksvertegenwoordiging zooals de A,
R. partij dat wenscht, dan zal in die nieuwe
regeling het evenredig kiesstelsel direct
passen, ja het is daarvan, zooals wij reeds
aantoonden, een integreerend bestanddeel.
„En toch zijn onze bedenkingen niet
tot zwijgen gebracht. De aanbeveling van
groote districten, bet geheel en al losma
ken van de volksvertegenwoordigers van
de landstreek, door hen vertegenwoordigd,
het oplossen van de volksvertegenwoordi
ging in eene bepaalde partij vertegen
woordiging, heeft onze sympathie voor het
stelsel niet doen toenemen. De bestrijding
van de evenred. vert. door het dagblad
„de Nederlanderheeft eenigen indruk op
ons gemaakt
„Een ander, niet minder groot
bezwaar, noemt de Ned. het, dat een
landsvertegenw., waarheen alle partijen
zooveel mogelijk haar afgezanten zenden,
groote kans heeft niet de geschikte
persoonlijkheden in zich te bevatten, wan
neer andere quaesties aan de orde komen,
dan die waarover de partijen verdeeld
waren."
Aldus de Vaderlander van 19 October.
Wij kunnen kort zijn ten opzichte van
deze bezwaren, daar zij, naar wij meenen
op een misverstand rusten.
Deze beide bezwaren toch, evenals de
aanhalingen uit de Ned., raken de lands-
vertegen woordiging.
Het zij der Red. van de Vad. herinnerd
dat ons adres inhield een verzoek om in
voering van een proportioneel kiesstelsel
voor Gemeenteraden en Prov. Staten doch
dat daarin van toïds vertegen woordiging
geen sprake was.
Bedenkingen als beide bovenstaanden
kunnen dus geen wapenen zijn om ons
pogen mede te bestrijden, en kunnen, als
handelende over een zaak die niet aan de
orde is, ons niet verplichten tot weder
legging.
Het is waar, wij lieten ons door de van
zekere zijde geopperde grondwettige bezwa
ren verleiden tot een uitstap op dat zij terrein,
waar wij in het nummer van 28 Sept. be
weerden dat aan de letter van art. 81
voldaan ware door verdeeling des Rijks
in twee, of enkele zeer greote disstricten,
doch wij lieten daarop onmiddellijk volgen
„Maar deze quaestie der kiesdistricten
vervalt geheel en al, waar wij de invoe
ring slechts vragen voor Prov. staten en
Gemeenteraden enz."
„De bestrijding van de evenr. vertegen
woordiging door het dagblad „de Neder
lander" heeft wel eenigen indruk op ons
gemaakt"
„Een ander, niet minder groot bezwaar
noemt de „Nederlander" het...."
„Ook de geachte afgevaardigde van Goes
schijnt zich niet voor de zaak te willen
spannen."
„Bedenkingen, gelijk de „Nederlander"
in 't midden wierp
Uit deze aanhalingen uit de „Vaderlan
der" van 19 Oct. 11. blijkt dat dit blad
onzen geachten afgevaardigde, den heer de
Savornin Lobman, en diens orgaan „de
Nederlander" beschouwt als tegenstanders
der evenredige vertegenwoordiging.
Wij gelooven dat het blad zich vergist.
De heer de Savornin Lohman was bij
de laatste Grondwetsherziening nagenoeg
de eenige die voor dit denkbeeld in de
sectiën een lans brak, en sedert is ons
van hem noch daad, noch woord bekend,
waaruit verandering van gevoelen in deze
zou blijken.
Meent „de Vaderlander" het bewijs
daarvoor te vinden in de houding van
„de Nederlander"
Ook hierin gelooven wij dat het blad
zich vergist.
Na den 23e en 27e Sept. in twee ar
tikelen over „organisch verband" er op te
hebben gewezen hoevelen telkens en tel
kens weder pogen een onzinnig, revoluti
onair stelsel op te lappen nu eens door wij
ziging te brengen in het aantal, dan in de
g roepeering, en dan in de wijze van telling
der stemmen, zonder te voelen, of te wil
len erkennen dat de grondfout ligt
in den revolutiorairen grondslag waar
op al hun beschouwingen rusten, ver
klaart de „Nederlander" dan 4e October,
in het artikel „Proportioneele vertegen
woordiging" van evenred. landsvertegen-
woordiging onder de nu bestaande toe
standen geen groot vriend te zijn. „Zoo
lang wij de organisch gevormde maat
schappij eerst in partijen verdeelen, om
dan op grond van die indeeling tot eene
organische vertegenwoordiging te geraken,
zullen wij een vrij nutteloozen arbeid
verrichten," (Red.)
Dus de Ned., onder de bestaande toestan
den, geen groot vriend van een prop.
kiesstel voor ówi(7.svertegen woordiging.
Maar van een „besteding der evenred.
vertegenw." zooals de Vaderlander van
19 Oct. dat zonder éénige beperkende
bepaling ter neer schrijft, van bestrijding
in het algemeen, bestrijding van het denk
beeld, afgescheiden van de nu gehuldigde
revolutionaire begrippen, blijkt ons niets.
Integendeel. Invoering voor Gemeente
raden en Prov. staten (en dat is het wat
ons adres vraagt) wordt wel degelijk ook
door de Ned. toegejuicht. Alleen met het
oog op kans van slagen werd ons door de
Ned. van 16 October de raad gegeven
ons te beperken tot de Gemeenteraden.
Wij twijfelen er geen oogenblik aan of
de Vaderlander zal, na nauwkeurige her
lezing der artikelen in quaestie, daarbij
in het oog houdende het feit dat door
ons geen invoering van een evenred. kies
stel voor de lands vertegenwoordiging ge
vraagd wordt, moeten erkennen dat de
Nederlander wel degelyk aan onze zijde
staat, en dat wij dus eenigen grond hebben
voor de hoop dat onze geachte afgevaar
digde evenals bij de laatste Grondwets
herziening, zich wel voor de zaak zal wil
len spannen.
Wij zeggen„wij twijfelen daar geen
oogenblik aan", en dat doen wij ook niet,
want de Vaderlander geeft in dit opzicht
aan de Pers een zéér navolgenswaardig,
maar helaas ook zéér zeldzaam voorbeeld.
Niet alleen is het blad voor overtuiging
vatbaar maar het erkent met ronde woor
den zich overtuigd te gevoelen.
Bij de lezing der Artikels van 14 Sept.
en 19 Oct. hebben de Zutphensche Cour.,
de Nederlander, en ook wij, dat met ge
noegen en waardeering kunnen opmerken.
Zulk een voorbeeld is helaas zeldzaam.
Maar de Aruh Cour. daarentegen gaf in
zake de evenredige vertegenwoordiging,
van het tegenovergestelde een voorbeeld,
zóó kras, als gelukkig zeldzaam is.
De Arnh. Cour. is n.m.l. weer eens tegen
de evenr. vert. in het krijt getreden, ot
liever, tegen iets dat alleen in de verbeel
ding der Red. bestaat, een vaag, nevelach
tig „iets", een „iets", dat door de Arnh.
Cour. „proportioneele vertegenwoordiging"
genoemd wordt, maar waarvoor wij met
den besten wil geen passenden naam kunnen
vinden.
Zullen wij dit „iets", dit kind eeneral
te weelderige fantasie, nu tegen de aan
vallen van zijn eigen vader in bescherming
nemen Dat ware immers te dwaas Wat
gaat dat fantasmagorisch wezen ons aan?
Maar aangezien de Arnh. Cour. nog al
tijd schijnt te meeDen dat zij ons bestrijdt,
dringt ons toch een onweerstaanbare
nieuwsgierigheid om dit Dou-Quichottisch
gevecht gade te slaan.
Wij zullen daartoe volgen het verslag
in de Telegraaf van 1 Nov.
Dit verslag vertelt ons dan dat de Arnh-
Cour. verband brengt tusschen „een veld
tocht ten gunste van de evenred. verte
genw., „waartoe in Zeeland verzamelen is
geblazen, en de redevoering te Scarborough
door Lord Roseberg gehouden, over de
laatste Parlementsverkiezingen in Enge
land."
Wat blief?! Wat moet hier nu uit
worden? Wij zijn er benieuwd naarl
„Lord Rosebery, zoowel als de groote
niet-liberale bladen, heeft toegegeven dat
ket kiezersvolk een keuze heeft gedaan
tusschen de liberale partij, en de coalitie
van Conservatieven en Radicalen."
Dat konden Lord R. en de niet-liberale
bladen ian ook gerust toegeven, want het
is een waarheid als een koe. Maar waar
leidt deze redeneering nu heen Wij zijn
er benieuwd naar
„Zelfs in Engeland erkent men dus het
bestaan van een kiezersvolk.
Inderdaad, het valt ook al zeer mooilijk
aan dat bestaan te twijfelen, tenzij men
zelfs den Sceptischen wijsgeer Pyrrho
naar de kroon kon steken, die „twijfelde
óf hij wel twijfelde".
dat" [n. m.l. het kiezersvolk] „bo
ven en buiten de partijen slaat".
Wij zijn zoo vrij hier een paar vraag-
teekens tusschen te plaatsen.
Doch laten wij het verslag van de Tel.
verder volgen,
„Eu zoo is het gesteld in alle vrije, con-
stitutioneela staten, waar de zelfregeering
iets meer is dan een phrase. Ook hier,
waar het kiezersvolk o.a. in 1888 de liberale
party ongelijk gaf, en in de minderheid
stelde tegenover de anti-liberale coalitie,
en drie jaran later de liberale ptirtij weer
in de meerderheid en het bestuur herstelde."
Waar draaft toch de dappere ridder Dor
Q,uichotte heen? Wij zijn er benieuwd
naar
„Deze staat van zaken is in strijd met
de grondslagen der theorie van proportio
neele vertegenwoordiging."
Ho 1 Wat maakt de oude Rossinant
daar een gevaarlijk caprioolStraks breekt
het stomme dier de pooten, en de dappere
ridder den nek. Don Quichotte heeft een
molen gezien doch neen, het is hem geen
molen, maar een verschrikkelijke boosaar
dige reus, of een draak, of eenig ander
wangedrocht dat hij moet bestrijden, en
waar hij in vollen ren en met gevelden lans
op afstormt.
„proportioneele vertegenwoor liging"
noemt hij dat monster!
Hu 1Wij huiveren bij de gedachte
dat ons troetelkind zulke verwanten hebben
zou. Wel foei! Het kiezersvolk (hetzij
dit dan al of niet buiten en boven de par
tijen staat) niet te willen erkennen/ Hoe
komt zoo'n mormel in de proportioneele
familie verzeild, waar men juist zoo bij
uitnemendheid voor het kiezersvolk bezorgd
is, opdat het toch kiezersvolk, blijve, opdat
toch niet voor een groot gedeelte daarvan
de stembus een goochelmachine zij, die den
kiezer plotseling omtoovert in „een zoet
kind, dat een waardeloos stukje papier ge
bracht heeft?"
En nu krijgen wij een gedeelte dat door
de Telegraaf letterlijk uit de Arnh. is over
genomen. Dat doet ons genoegen. Misschien
heeft de Tel. bij het maken van bovenstaand
uittreksel wel eenigszins overdreven. Mis
schien blijkt uit dit overgenomen gedeelte
wel dat de Arnh. althans eenig begrip heeft
van evenredige vertegenwoordiging, al ware
het dan ook nog zoo weinig.
„Zij (n.m.l. de theorie der prop. verte
genw.) neemt aan, dat er onder 100.000
kiezers bijvoorbeeld 60.000 lib., 20.000
Kath., 10.000 A. R., 5000 Conservatiever.,
1000 8. D., en 4000 wilden en onged eter-
mineerden zijn, en beweert dan, dat mits
dien eene volksvertegenwoordiging van 100
leden uit 60 lib., 20 Kath., 10 A.R., 5
Cons., 4 wilden, en 1 S. D., moet bestaan.
Tegen deze gevolgtrekking is veel in te
brengen, maar dat laten wij rusten, nu
de volslagen onjuistheid van de grondsla
gen der theorie haar van den aanvang af
vitieert, en aan de gevolgtrekking alle
waarde ontneemt.
„Een dergelijke organisatie, onder lei
ding en discipeline om haar in stand te
houden, bestaat inderdaad alleen in het
brein, van de theöristen van de prop. vert
In de praktijk is zij onbestaanbaar, en bij
iedere uitbreiding van het kiesrecht wordt
zij dat nog meer, omdat de mogelijkheid
eener zoo krachtige politieke organisatie