NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
Hinsifag 22 ©cfofiec.
tiende laargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Ho. 10. 1895.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
NOG EENS CIJFERS.
De ellende in een wereldstad.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
en
vasn 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Ook omtrent den toestind van den land
bouw geeft het jaarverslag der Statistiek
leerrijke cijfers.
Het is bekend, hoe reeds sinds jaren
beweerd is, dat de tegenwoordige toestand
van den landbouw onhoudbaar is. Dat er
verandering moet komen op de eene of de
andere wijze.
Wat leeren nu daaromtrent de cijfers
van het Verslag der Statistiek over 1894?
Daarin komt voor een tabel houdende de
gemiddeld e opbrengst van de landbou w vruch
ten per Hectare.Eene andere label houdende
den gemiddelden marktprijs dier vruchten.
Deor de vermenigvuldiging dier cijfers
komt men dus tot de onzuivere opbrengst
per Hectare, zooals hier volgt.
Vooraf zij opgemerkt, dat by deze be
rekening de in de Statistiek aangegeven
marktprijs met 50 cent per Heotoliter is
verminderd, voor de vruchten die gedorschen
worden. Xn zulks voor kosten van dor-
schen en vervoer naar de plaats van afle
vering, omdat deze uitgaven niet begrepen
zijn onder de berekening der uitgaven, die
straks volgt.
Volgens die Statistiek was de gemid
delde opbrengst van een hectare
Tarwe 24,75 X f4,05l/}= f100,021/»
Rogge 21,6 X 3,36Vs 72,78
W. Gerst 46,8 X 2,94 137,60
Z. 28,2 X 2,99 84,32
Aardappelen 207,8 X l,48Vs 308,58V»
Boonen 25,9 X 4,58Vs 137,40
Erwten 25,7 x 7,43 =„190,95
Koolzaad 26,7 X 7,26ya 193,97V»
Haver 34,4 X 2,93 i/s - 100,96V»
Suikerpeen 26,715 X 10,50 288,50
Geeft voor de 10 Hectaren f 1515,10.
of gemiddeld per Hectare f 151,51.
FEUILLETON.
Volgens het verslag der politie hebben
in Londen in het afgeloopen jaar 444 per
sonen zelfmoord gepleegd en zijn er ruim
200 den hongerdjod gestorven. In de stra
ten zwerven 100.000 verarmden, 30.000
gevallenen, 33.000 daklooze volwassenen en
35.000 kinderen zonder thuis rond. Het
leger van werkeloozen beloopt tusschen
de 80.000 en 100.000. Van de misdadigers
bevinden zich ongeveer 12.000 binnen en
15.000 buiten de staatsgevangenissen. 70.000
kleinere vergrijpen komen er jaarlijks bij
den Londensehen magistraat ter behande
ling. De beste autoriteiten schatten de
jaarlij ksche toeneming van misdadigers op
10.000. Er zijn tienduizenden woningen
die bepaald overvuld en voor de gezond
heid gevaarlijk zijn.
De klasse der misdadigers kost over de
f 1.200.000, het politiegerecbtshof f 240,000
en de armenzorg in Londen f 12.000.000 per
jaar. Wat de dengnieten, zwervers en
schavuiten kosten is niet te berekenen. Zij
hebben onderhoud noodig, maar brengen
niets voort; eten maar werken niet. De
ondersteuning, aan armen uitgereikt, heeft
in zeer veel gevallen slechts een hopeloos
slag van lieden doen ontstaan, waarvan
velen go Isdienstige vergaderingen bezoeken
en door leugens aan warm voedsel komen.
Ellende is de moeder der wanhoop. De
ontwikkeling van oproerige denkbeelden
onder zekere klas«en gevoed door het toe-
stroomen van het schuim der natiën van
het vasteland, waarvoor, zonderling genoeg,
dit land steeds openstaat, bedreigt de maat
schappij met den ondergang van alle be
staande orde.
De bleeke honger speelt een huivering
wekkende rol in het demoralisatie-proces,
dat in het donkere Engeland bestendig
voortwoekert. 50.000 kinderen komen iede-
ren morgen, zonder ontbeten te hebben,
ter school. Tienduizenden hongerige wer-
keloozen gaan dagelijks op buit uit. Een
bete om de maag tot zwijgen te brengen
Wij hebben de opbrengst van het vlas
niet opgenomen, omdat de uitkomst daar
van in het verslag is berekend naar de op
brengst van het „lint" dus met inbegrip
der nakomende kosten van bewerking, die
onbekend zijn. De opbrengst daarvan zou
men kunnen stellen op f170 a f200 ge
middeld zeker niet meer.
Welke uitgaven moet de landbouwer
echter doen eel die vruchten geleverd zijn.
Bij de berekening daarvan zij opgemerkt
dat wij als maatstaf hebben aangenomen
eene bewerking zooals die behoort\te zijn;
dat wij voor de kosten als maatstaf hebben
aangenomen de prijzen die betaald worden
aan een vrachtenaar die voor een ander
werkt; ofschoon die kosten voor den land
bouwer die zelf daartoe paarden houdt,
landbouwgereedschappen heeft aan te schaf
fen en te onderhouden, zooals bekend is,
hooger zijn.
Eindelijk dat wij voor snijden en binnen
brengen de kosten gemiddeld hebben bere
kend en daardoor iets te hoog voor halm
en peulvruchten, doch verre te laag
voor aardappels en suikerpeen.
Een Hectare kost den landbouwer voor
3 X ploegen- - f 30
6 X slechten (eggen) - 24
zaaien - 5
zaaigraan- 5
wieden- 15
snijden en mennen- 25
wenden-13
onderhoud gebouwen - - 3
grondlasten- 4
waterpenningen gemiddeld - 8
f 132
Wanneer men nu het „blokken" huiten
rekening laat, dan zon een hectare gemid
deld geven per jaar f 151,51 132
f 19,51.
is het eenige wat zij begeeren. Geheele
stadswijken zijn bevolkt door lieden, die
nimmer een geregelden maaltijd hebben,
maar met afzonderlijke brokken hun bestaan
rekken.
Maar, heeft dan het stedelijk arm
bestuur geen inrichtingen geopend om de
bongerigen en dakloozen te voeden en te
herbergen OngetwijfeldEr zijn toe
vluchtsoorden, wards genaamd, waar men
iederen nacht 500 tot 600 mannen vin
den kan. Men gaat van het volgend denk
beeld uit: werk- en daklooze» kunnen daar
overnachten en eten bekomen. Als te-
gendienst minder als betaling dan wel om
het bewijs te leveren dat zij werken wil
len, wordt arbeid verlangd, 'die waarlijk,
evenals de behandeling in de slaapplaatsen,
aan de regelen der strafinrichting doet
denken.
Een man met een tienjarige ervaring
van den arbeid onder de armen deelt over
een bezoek, dat hij, als landlooper ver
kleed, in zulk een ward gebracht, het
volgende mede.
„Men liet mij binnen de van een stee-
nen vloer voorziene ruimte. Voor het
getialiede loket staande, werd ik eerst
ondervraagd, en ontving toen mijn eten,
namelijk een schotel stijfselachtige |brij met
een snede zwart brood, beide volgens myn
bescheiden meening voor menschelijk voed
sel geheel ongeschikt. Ik gaf bet eten aan
een halfverhongerde kreupele, die naast
my stond. Het was reeds laatde meesten
mijner lotgenooten hadden zich al gebaad
en waren naar bed gegaan; ik kon mij
dus rustig wasschen.
Na de binnenplaats te zijn overgegaan,
moest ik mij ontkleeien, mijn goed op eene
tafel in het voorvertrek leggen, en toen
in het bad. Rillend van koude stortte ik
mij in het goore water. Of er voor mij
reeds iemand in was geweest, weet ik niet,
maar volgens den reuk en het aanzien zou
men het wel zeggen. Aan den handdoek
was geen droog plekte te vinden. Uit het
bad gekomen, begeeft ieder zich in Adams
kostuum naar het aangrenzende slaapver
trek, waar hij een bed opzoekt. Daar krijgt
In de zeven jaren krijgt hij dien oogst
echter slechts 6 maal. Het braakjaar geniet
hij geen vruchten doch geeft hij veel
werkloo».
In zes jaren geniet hij dus f 19,51 X 6
117,06. Het braakjaar geeft hij uit
5 X ploegen f 50, 10 X slechten f 40, on
derhond gebouwen, grond en polderlasten
f 15, of te zamen f 105, zoodat voor zui
vere opbrengst rest f 12,06 in de zeven
jaren of f 1,72s, per jaar per Hectare
Daarvan moet de landbouwer leven
Neen daarvan moet nog eerst worden
afgetrokken de rente van zijn bedrijfkapi-
taal Zoodat er le.terlyk niets voor hem
overblijft.
Noch om van te leren, noch voor land
pacht
Na deze cijfers waaruit blijkt, dat er
voor den landbouwer niets overblijft, noch
voor interest der waarde van den grond,
noch om van te leven, zal het wel geer.
nader betoog behoeven, dat de tegenwoor
dige toestand onhoudbaar is dat er ver
andering moet komen.
Aan onze wetgevende macht te beoor-
deelen op welke wijze?
Maar, zal men wellicht vragen indien
deze berekening juist is, hoe is het dan
mogelijk, dat er nog landbouw is?
Yoor een zaakkundige is die vraag niet
moeilijk te beantwoorden.
Men teelt uitputtende vrachten, die voor
het oogenblik veel geven.
Bovendien zuinigt men uit op de bewer
king van den grond.
Maar dit alles komt ten nadeele van den
grond.
Waar deze geen rente geeft eet men het
kapitaal op.
Dit is zoo waar, dat daarom de hulp
spoedig moet komen of het is te laat. Elk
jaar dralens maakt den toestand erger.
Of mocht men willen beweren dat het
men een kort, wit nachtbuis, waarvan de
mouwen tot aan den elleboog reiken. Dit
wonderlijke voorwerp dient als nachthemd.
Ik wikkelde de twee bruine wollen dekens,
die ik vond, om mijn vochtig lichaam, werd
op die wijze langzamerhand droog en wilde
nu gaan slapea. Hieraan viel echter voor
eerst niet te denken. Wij waren met ons
dertigen in één vertrek en de meesten ge
raakten in levendig gesprek over de po
litiek. Den volgenden moigen vroeg trad
een opzichter het vertrek binnen. Nauwe
lijks had hij de deur geopend, of de sla
pers sprongen als een pijl uit den bjog
uit hunne bedden, en wierpen zich in het
beschreven kostuum op hunne kleederen.
Om zes uur 's morgens werden wij als een
kudde schurftige schapen in een zeer on
gezellige ruimte verzameld om te ontbij
ten. Weder kwam een portie pap met
deegachtig brood te voorschijn. Een ve
teraan uit de Krim had de goedheid mijn
portie te verslinden en betuigde zijne dank
baarheid onder verschrikkelijke vloeken.
De godslasterlijke en vuile gesprekken, die
gevoerd werden, waren even schreeuwerig
als walgelijk. Wij werkten onafgebroken
van zeven tot één uur aan de vier pond
oud touw die aan ieder gegeven was om
tot werk te pluizen. Hoe iemand na het
volbrengen van zulk een geestdoodend werk
hier een tweeden nacht kan doorbrengen
gaat mijn begrip te boven. Ik deed mijn
best om vier pond op den dag klaar te
krijgen, en my daardoor voor den nacht
vrij te koopen. Te één uur werd een stuk
brood en een portie gezouten Hollandsche
kaas uitgereikt, en te zes uren een laatste
schotel brij en brood. Dit was het eten
voor den ganschen dag en maakte met het
ellendige bed en het smerige bad onze
betaling uit. Reeds omstreeks twee uren
waren mijne handen geheel verwond het
gestadige pluizen maakte ze zeer pijnlijk.
By my nongeschiktheid tot den arbeid kwam
gelukkig een groote bengel die als een
soort helper dienst deed, mij met eenige
voorkomendheid te hulp. Maar het touw
pluizen bleef toch een verschrikkelijke
arbeid.
bouwland dan maar in weiland moet ver
anderd worden dan herinneren wij hoe niet
lang geleden in dit blad is aangetoond, dat
dit onmogelijk is.
Niet alleen wegens het sociale bezwaar,
dat daardoor de veldarbeiders bij duizenden
werkloos zouden worden, maar ook omdat
vele gronden, in Zeeland althans, daarvoor
niet geschikt zijn. Eensdeels door het
zilte water en bovendien omdat in den
regel de gronden eener hofstede, in kleine
perceelen, niet dan door greppels van andere
gescheiden, te veel verspreid liggen.
Zonder spoedige verandering gaat een
hoofdtak der nationale industrie ten gronde.
En daarmede wordt de reeds algemeen
gedrukte toestand steeds ernstiger en wordt
aan de algemeene welvaart de nekslag toe
gebracht.
Want voor die algemeene welvaart is
de bloei van den landbouw een, wij durven
gerust zeggen de hoofdfactor.
Caveant consules. De regeering zie toe.
Partijzucht.
Partyzucht vraagt naar plichtnoch recht.
Partydrift maakt den besten slecht.
Partijkeus.
Onpartijdig, kies partij,
Van partysehaps driften vrij
Onpartijdig.
Wie, meent gij wel is onpartijdig?
Hij, die niet bang is
Te zeggen: ja! ook als dat strijdig
Met zijn belang is.
Ik werkte in 't geheel 121/» uur achter
een met een kleine pauze om een paar
hapjes brood te gebruiken. Tegen zes uren
meldde ik mij, in de hoop vrij te komen
bij den opzichter aan. Hij was verbaasd
en verklaarde dat het tegen den regel was.
Nu is niets het geheele gezelschap aange
namer dan een of ander geschil met den
opzichter, en van alle zijden werd mij toe
gefluisterd niet toe te geven. Twee kwa
men er goedgunstig bij mij en hielpen aan
het touwpluizen. Eindelijk kreeg ik na
lang heen en weer praten, en alleen omdat
de opzichter een vriendelijk man was, ver
lof om vóór slaaptijd weg te gaan. Nooit
zal ik dezen verschrikkelijken nacht en
dag vergeten."
Dat de lieden geholpen worden om aan
geregelden arbeid en tot beteren toestand
te komen, daarvan is geen sprake. De
gedachte ligt zelfs voor de hand, dat de
arbeid opzettelijk zoo zwaar gemaakt wordt,
opdat men zich wel bedenken zal, alvorens
van deze hulp gebruik te maken.
Een groote schaar zeer arme lieden
verdienen hun karig stuk brood door ar
beid, dien ze thuis verrichten. Een of twee
kamers dienen het geheele gezin om te
wonen, te slapen, te eten, en tegelijk tot
werkplaats. Om by deze soort van bezig
heid ook slechts het allernoodigste te ver
dienen, moet m»n ieder oogenblik gewoe
kerd worden. De bereiding van het eten
zou tijd eischen en brandstoffen kosten,
daarom is er van koken geen sprake. Alles
wordt klaargemaakt gekocht. Voor drie
ct. heeft men soep met een weinig vleesch.
Een schrik bevangt zulke lieden, als in
hun wijk een gebouw verrijst waarvan
men weet dat het een fabriek worden
zal. Dit ontneemt ook aan de armsten
hun laatste verdiensten, omdat maehine-
arbeid den handenarbeid, waarmede de
lieden hun uiterst kommerlijk bestaan rek
ken, overbodig maakt. Enkele korte voor
beelden van tooneelen in dit donkere Lon
den mogen hier vermelding vinden.
Een jonge weduwe moest met het hak
ken van kartonnen doozen dikwijls zestien
uren per dag onafgebroken werken, zonder
De beste partij.
De beste partij kiest hij,
Die wil, dat IK vrij ben EN gy.
N. P. G. C.
21 Oct. 1895.
Bij kon. besluit is benoemd tot substituut-
griflier bij de arrondissements-rechtbank te
Middelburg, mr. P. S. Umbgrove, advocaat-
en procureur ta Zutfen, tevens beëedigd
klerk ter griflie van de arrondissements
rechtbank aldaar.
Verplaatst van Witmarsum naar Hee
renveen de brigadier bij de kon. mare-
cbaussóes Jac. Braamse.
Door de centrale commissie van sta
tistiek te 's Gravenhage is besloten, een
onderzoek in te stollen naar de vraag „of
er verband bestaat tusschen armoede en
moraliteit. Er zal onderzocht worden, of
de toename der bevolking onder de armen
grooter is dan oider de rijken, waar de
kindersterfte het grootst is, enz.
Tot leden der subcommissie voor dit on
derzoek zijn benoemd de h.h. d'Anlnis, van
Zinderen Bakker, Kruseman en Pierson.
MIDDELBURG. In de raadsvergadering
op Woensdag 23 October, a. des namiddags
te 2ys uur, zullen onderstaande zaken ter
tafel komen. 1. Ingekomen stukken. 2. Be
zwaarschriften inkomstenbelasting 1895.
3. Suppletoir kohier inkomsten belasting
1895. 4. Suppletoir kohier hondenbelasting
1895. 5. Staten oninbare posten inkomsten
belasting 1894 en 1895. 6. Wijziging ge-
meentebegrooting 1895. 7. Adres van de af.
deeling Middelburg van den ijzer- en metaal-
bewerkersbond betreffende het gebruiken
van vreemde werklieden by het leggen van
hoofdleidingen der waterleiding en het maken
van binnenleidingen van wege de gasfabriek
alsmede adres van De Jong Co- en anderen
betreffende h9t laatstgenoemden. 8. Voorstel
iets over de lippen te krygen. Zij ant
woordde op een uiting van deelneming
eener bezoekster „Ik doe het gaarne,
als ik er maar mijn kinderen van kan
grootbrengen. Ik moet mij dikwijls zelf
er over verwonderen hoe ik het uithoud."
Toch toonde haar ziekelijk uitzicht en een
holle hoest dat het met dat uithouden
niet lang zou duren. De bezoekster zeide:
„Gij zijt verschrikkelijk verkouden
„Ja", antwoordde zij, „ik heb juist he
denmiddag drie uren op de koude binnen
plaats moeten wachten, voor ik eindelijk
werk kreeg."
Eene vrouw, die door on vermoeiden ar
beid van 's morgens tot 's avonds laat met
hetzelfde werk veertig cent per dag ver
dient, antwoordde onlangs do bezoekster,
die haar beklaagde „God is goed als ik
geen werk heb, is bet nog erger."
Eene dame, die veel voor de armen
doet, merkte eens een armen jongen zonder
sehoenen op, die met hongerige blikken
voor een kraam stond, waar zeer goed-
koope soep te verkrijgen was. Hij had
nauwelijks een hemd aan het lichaam en
gebruikte eindjes touw voor kousebanden.
Zij gaf den knaap een stuiver. Verheugd
vloog hij weg om aan zijn kameraden het
geldstuk te toonen. Toen liep hij vlug
deu winkel binnen, en kocht er vier scho
teltjes soep voor. Maar, o wee zij waren
met hun vijven Doch hij wist dadelyk
raad, liep terug en vroeg nog een ledig
schoteltje met een lepel. Het ledige scho
teltje zette hij in het midden der vier
dampende en riep„Vooruit, een, twee,
drie, vier Drie der jongens begrepen het,
grepen elk een lepel en vulden volgens
het aangegeven tempo den vijfden schotel
zoolang, totdat de inhoud met dien der
vier andere gelijk stond. Het vyftal hield
toen een kostelyken maaltijd.
Welke ellende in een wereldstad!
Excelcior.