RECHTSZAKEN.
KERKNIEUWS.
SCHOOLNiEUWS.
GEMENGDE BERICHTEN-
Eene waarschuwende stem.
A A
De huwelijksadvertenties zijn geen
uitvinding van onzen tijd
In 1738 stond in een der bladen de vol
gende annonce: „Een fatsoenlijk jong
meisje, mooi en goed gebouwd, zoekt een
ongetrouwd advocaat, die op zich wil nemen
een proces om een groote erfenis, welke
haar toekomt, voor haar te winnen. Van
haren kant biedt zij den advocaat aan zijne
vrouw te worden en belooft hem trouw en
goed voor hem te zijn."
Zooals men weet, gaat de vakafdeeling
tabak- en sigarenmakers van „Patrimonium"
niet mede met den eisch van „Bondsfabrie-
ken" door de Algem. Nederlandschen tabak
en sigarenmakersbond gesteld.
Daarover werd het nu in De Sigarenmaker
het orgaan van den Algem. Bond, onder
handen genomen. Dit blad schrijft o. a.
„Als de oogen van „Patrimonium" wor
den geopend, zullen Kiter en l'oeaiat als
verraders en volksverleiders worden ge
brandmerkt." Hierop antwoordde het be
stuur der vak-afd. „Patrimonium"De
oogen van vele sigarenmakers zijn al ge
opend, die nu nog bondsleden zijn, maar
reikhalzend uitzien naar den dag, dat zij
daaraan kunnen ontvluchten.
En dan nog iets
„Sommigen van die het hardst schreeuw
den om direct te staken, toen op 31 Juli
1.1. de kennisgeving was aangeplakt, waarin
hun nog acht dagen was gegeven, hebben
juist geschreeuwd om te staken, omdat
zij er hun voordeel in zagen. Zij verkoo-
pen nu zooveel sigaren dat zij het alleen
niet meer afkunnen, maar nu met en zon
der toestemming van 't bestuur van den
Bond werk aan anderen geven. Zoo wisten
zij vooraf dat, als er staking kwam, die
voor hen geen windeieren zou leggen.
Zoo maken zij misbruik van eens anders
armoe om zichzelven te bevoordeelen en
dan later als de staking geëindigd is als
patroon op te staan uit den strijd, zooals
ook in 1873 heeft plaats gevonden."
Naar De Tijd meldt, hebben Zondag
eenige sigarenmakers, gedrongen door den
nood, zich tot hunne patroons gewend, om
dejaoods gedurende den nacht te mogen
werken, ten einde voor hun gezin een stuk
brood te kunnen verdienen.
Kapalle. Bij de heden Woensdag ge
houden verkiezing van 4 leden voor het
kiescollege zijn herkozen de heeren G-. Baas
met 55; H.de Jonge met 49 en Arie deGroene
met 49 stemmen en is gekozen de heer
Joh. üssewaarde met 48 stemmen. De heer
J. Oele Hz. (aftr.) bekwam 13 stemmen.
Geref. kerken.
Aangenomen naar Zuid-Beijerland door
dhr. C. Goote, eand. te Kampen.
De Augustuscollecte heeft dit jaar te Veere
Ger. kerk) f28,621/» en te Aagtekerke
36,21 opgebracht.
Ter openbare terechtzitting der Arron-
dissements Rechtbank te Middelburg, van
Vrijdag8 November a. s. des voormiddags te
tien uur ?al worden behandeld de zaak tegen:
A. J. S., oud 19 jaar, katoorbediende
te Goes, ter zake, dat hij op 3 Mei j. 1.
des namiddags omstreeks 12:/s uur te Goes
in den winkel van A. Neter een wissel
groot f234.15, dien hij beklaagde als
kantoorbediende van de firma van Heel
Co. te Goes, destijds aldaar aan genoemden
Neter ter betaling had aangeboden en door
Neter aan hem beklaagde toen ook betaald
was, en welke wissel alzoo aan Neter
althans niet aan hem beklaagde toebehoorde,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-
eigening heeft weggenomenof althans
voormelde som van f 234.25, welke gelden
hij als kantoorbediende aan de firma van
Heel Co. te Goes van voornoemden Neter,
in voldoening van een op dezen of diens
firma getrokken wissel even te voren had
ontvangen en welke gelden aan voormelde
firma van Heel Co. althans niet aan hem
beklaagde, toebehoorden, opzettelijk weder
rechtelijk zich heeft toegeeigend.
In deze zaak zijn van wege het open
baar Ministerie 23 getuigen gedagvaard.
Goes. De persoon, die in sommige
bladen door den Commissaris van politie
alhier was gesignaleerd, als schuldig aan
oplichterij, is te Bergen op Zoom gearres
teerd wegens diefstal. Hij heet Leon Sa
muel van Gelderen, oud 19 jaren, slager
te Leiden.
Middelburg. Dinsdag des avonds 8
uur, vergaderde de A. R Kiesvereen. „Voor
Ned. en Oranje" te Middelburg, om een
beslissing te nemen in zake de bekende
circulaire waarin de Goesche Vereen, ver-
zecht haar streven raar invoering van een
proportioneel kiesstelsel te willen steunen
door het zenden van een adres van adhaesie.
De heer van Koetsveld uit Goes maakte
ten eerste de vergadering duidelijk wat
men onder evenredige vertegenwoordiging
heeft te verstaan deelde vervolgens mede
hoe zij te verkrijgen was; en toonle ten
slotte aan dat de evenredige vertegen
woordiging den toets der A. R. beginselen
en volle kon doorstaan.
Benoemd tot Inspecteur van Politie
te Amsterdam de heer J. J. Ploos van
^uiBtel te Middelburg.
Na eenig devat, waaraan werd deel ge
nomen door de heeren B.eebaart, deKruijter,
de Hoogh en Huvers, werd door een der
leden voorgesteld het Goesche adres te
steunen, waartoe met algemeene stemmen
werd besloten.
Nadat de heer v. K. nog de hoop had
te kennen gegeven dat het voorbeeld van
Middelburg geheel Walcheren mocht doen
volgen, werd de vergadering door den
Voorzitter met gebed gesloten.
Zierikzee. De liberale kiesvereeni-
ging alhier, in weerwil van haar rechtsge
leerde en staatkundig ontwikkelde leden,
begint al meer eene aanfluiting in den
lande te worden.
In een vorige vergadering had men een
candidaat voor den gemeenteraad gesteld,
doch die bedankte. Een ander kreeg de
meeste stemmen doch kon niet verkozen
verklaard worden wijl het bij reglement
gevorderde twee derden der leden niet
aanwezig was.
Een heele avond was op die wijze zoek
gemaakt en men was bij het heengaan nog
even wijs als toen men kwam. Er werd
besloten geen candidaat te stellen.
Hierop volgde in de Nieuwsbode een
geadverteer van Stavast door „vele kiezers"
die nu niet door den band der Kiesver
eeniging werden vastgehouden.
De candidaten werden opgevijzeld, en de
liberale kiesvereeniging, de machtige, bleet
werke- en lusteloos toezien.
Tot dez# week zij weder eenig levens-
teeken gaf, door te vergaderen en een voor
stel te behandelen het reglement te her
zien in dien geest dat de Kiesvereeniging
geen candidaten meer stellsn zou voor
den gemeenteraad.
Na een breedvoerig debat ging men
over dit voorstel stemmen. Het had de
meerderheid, doch miste het vereischte
twee derden, zoodat het verworpen was.
Het bestuur heeft hierop verklaard zijn
ontslag te nemen, doch de zaken te zullen
gaande houden tot een nieuw bestuur zal
zijn aangewezen.
Borsele. Voor de spuitgasten dezer
gemeente stelde de burgemeester namens
de brandwaarborgmaatschappij te 's Herto
genbosch eene som van f 15 bescbikbaar
ter belooning van de buitengewone dien
sten bewezen bij den brand op 15 en 16
Sept. 1.1. terwijl ZEd. aan den persoon H.
Corstanje die een» gevaarlijke brandwonde
bekwam een bedrag van f 10 deed toe
komen.
De heer B. G. van der Have, vice-
voorzitter vaa het uitvoerend deel van
het hoofdbestuur der Maatschappij tot be
vordering van landbouw en veeteelt in
Zeeland en afgevaardigde naar het Ned.
landbouw-comitó, heeft voor beide betrek
kingen bedankt.
's Meer-Areiitlskcrke Maandagmorgen had
de dienstmeid van den landbouwer J. de
Jonge alhier de onvoorzichtigheid, over den
boom van een in werking zijnden rosmo
len te stappen, met het gevolg dat ze
onder den boom terecht kwam en een eind
medegesleurd werd.
Ernstig verwond, (zoo zelfs dat de hulp
van eene geneeskundige noodig bleek) werd
zij uit haren neteligen toestand verlost.
Ter Neuzen. Bij herstemming voor
een lid van den gemeenteraad is gekozen
de heer M. v. d. Hoek (1.) met 200. De
heer P. Dees antir. had 172 stemmen.
De volstrekte meerderheid bedroeg 189.
Met genoegen kunnen wij melden dat
de bierbrouwerij „de Gekroonde Valk" te
Amsterdam op de Internationale Tentoon
stelling te Bordeaux voor haar Stout be
kroond is met eene gouden medaille, zijnde
de hoogste onderscheiding voor dit artikel.
Door den heer A. A. Mes Gz. te
Middelburg, is door de jury der Amster-
damsche Wereldtentoonstelling in de groep
I, afieeling B (Vloeibare stoffen) de gouden
medaille behaald met zijn inzending van
likeuren.
Zekere D., oud 18 jaar en woonachtig
op het zg. „Oud Kerkhof', gelegen aan
den straatweg tusschen Tholenen Poort
vliet, beging Vrijdagavond de onvoor
zichtigheid, om, gezeten op een zwaar be
laden wagen met suikerbieten, op den
Zuiddijk den wagen te keeren, met het
gevolg, dat deze omsloegen van den dijk
tuimelde. D. kwam in een sloot terecht
en kreeg de volle lading op het lichaam,
zoodat de ongelukkige, totaal verpletterd,
onmiddellijk een lijk was. (Ned.)
Amsterdam. Bij de gehouden trek
king van prijzen en certificaten der ten
toonstelling viel de prijs van f 100.000 op
nommer 40.335f 25.000 op nommer
149.840; f 10.000 op nommer 173,681;
0p nommer 161.852. MC
Te Amsterdam zal van gemeente
wege een kleermakerij worden opgericht
Reeds geruimen tijd is een coupeur met
bijsnijder en een paar kleermakers in het
voormalig gymnasium aan den Singel, bezig
om voor de stedelijke politieagenten nieuwe
lange jassen te maken terwijl ook de brand
wacht uit die kleermakerij vau opperklee-
ren zal worden voorzien.
Op zijn 90en verjaardag overleed
eergisteren te Leiden dr. VV. H. D.
Suringar, van 1846 tot 1877 rector van
het Gymnasium aldaar.
In 1826 werd dr. Suringar benoemd tot
praec.eptor, in 1838 tot conrector en in
1846 tot rector van genoemde instelling
van onderwijs te Leiden.
Nog in zijn laatste jaren hield dr,
Suringar zich met ernstigen letterkundigen
arbeid bezig.
De vori;e week verdronk te Vior-
verlaten (Groningen) een zoontje van
schipper Oostra uit Aduard. Volgens de
N. Pr. Gr. Ct. hebben deze Oostra en
een andere zoon den jongen voor hun
oogen zien verdrinken, zonder een enkele
poging tot redding aan te wenden.
Toen Oostra zag, dat zijn kind in de
diepte verdwenen was, riep hij den men-
schen, die bezig waren het kind op te
visschen, toe: Als jij hem hebt, leg hem
dan daar maar neer, dan kan ik hem
vanavond halen!" De avond kwam, Oostra
voer weder met zijne schuit voorbij de
plek, waar zijn kind verdronken was, in
formeerde, of men hem gevonden had, en
ging met zijne schuit door naar Aduard.
Den volgenden morgen werd de knaap
opgevischt.
Naar aanleiding van de omstandigheden
waaronder Jan Oostra verdronken is, is
door een rijksveldwachter te Groningen
proces-verbaal opgemaakt.
Te Bergen-op-Zoom hebben
Zaterdag 2 van de 3 suikerfabrieken ten
derden male de campagne moeten staken,
wegens gebrek aan water.
Men tracht thans uit Esschen, in België,
water te trekken; gelukt dat niet, dan
moet de voorraad beetwortelen aan de
fabrieken naar elders vervoerd en opgewerkt
worden.
Gedurende 25 jaar is deze toestand nog
noot voorgekomen.
Gisterochtend is te Wa veren een
lijkdienst gecelebreerd voor de slachtoffers
van de ramp bij Ottignies. De ministers
de Burlet, Schollaert en Van den Peere
boom woonden den dienst bij.
Aan het muiten van de negersoldaten
te Luluabourg, in den Kongo-Staat,
valt niet meer te twijfelen, en de regeering
van den Onafhankelijken Staat is er zelf
voor uitgekomen. Als oorzaken geeft men
een verhaal dat hierop neerkomt:
Indertijd is terechtgesteld het inlandsclie
opperhoofd Gongo Loetete, hoewel hij de
officieren van den Kongo-Staat ijverig had
geholpen tegen de Arabieren. Zijn terecht
stelling verwekte daarom in België en in
den Kongo hevige verontwaardiging. De
soldaten die onlangs te Luluabourg zijn
opgestaan, zijn ocdi lijfwachten van Gongo
Loetete en tusschen de twee- en driehonderd
man sterk. Hun doel was, hun opperhoofd
te wreken, maar niet om tegen het gezag
van den Kongo-Staat op te staan of de
overige blanken lastig te vallen. Na
kapitein Peltzer vermoord en luitenant
Cassart, die hem verdedigde, gewond te
hebben, verlieten de muiters die streek
met pak en zak en trokken oostwaarts,
om naar hun dorpen terug te keeren. Te
Kabinda, hoofdplaats van het opperhoofd
Loepoengoe, wilden de luitenants Bollen
en Slvuv üun verhinderen, verder te vluch
ten, inaar de negers waren sterker dan de
staatstroepen en doodden beide officieren.
Volgens het blad is de toestand niet
ernstig; wel is hier en daar wat opge
wondenheid veroorzaakt, maar die had geen
ernstige gevolgen. Het lastigste zal wezen
de geweren terug te krijgen die de soldaten
naar hun dorpen hebben meegenomen.
Commandant Van Gele zal op de zaken
in Luluabourg orde gaan stellen, niet met
een expeditie, maar alleen.
Te Arrezzo (Italië) is in den ouder
dom van 85 jaar een man overleden, die
beweerde de ware koning van Rome, de
ware zoon van Maria Louise en Napoleon
I te zyn. (Hij geleek trouwens sprekend
op Napoleon. Op zij i visitekaartje had hij
doen plaatsen„Napoleone, te di Roma
sacrificalo."
Het verhaal zijner levensgeschiedenis
moet in het kort aldus zijn geweest: Zijn
moeder wilde hem besehermen tegen het
gevaar, dat hij als zoon van Napoleon zou
kunnen loopen. Zij verborg hem en moet
hem vervangen hebben door een ander kind
dat spoedig stierf.
Daarna werl hij toevertrouwd aan een
monnik, Capelli geheeten, die voor zijn
opvoeding moest zorgen. Deze monnik had
hem zijn naam gegeven en de zoogenaamde
koning van Rome is steeds officieel onder
dien naam bekend geweest.
Capelli herhaalde zijn leerling bijna da
gelijks, dat hij eenmaal tot eer en aanzien
zou komen. Doch daar eer en aanzien steeds
uitbleven, werd de prins kok, welk be
roep hij tot aan zijn dood heeft uitge
oefend.
Toen de groote bloemist Lange te
Parijs Zondagavond na een wandeling met
zyn zoon zijn magazijn inde rue de Bour
gogne wilde binnentreden, werd de deur
van binnen geopend en kwamen er achter
eenvolgens drie keurig gekleede heeren
uit. De eerste duwde den vader op zij en
zette het op een loopen de beide ande
ren zeiden pardon en wandelden dood
bedaard weg. Zoo groot was de verbazing
der beide niet zeer actieve Lange's dat ze
een tijd noodig hadden om te bekomen,
voor ze er aan dachten de heeren na te
loopen, die niet meer in te halen waren.
En toch was dat wel nooiig geweest want
ze hadden fr. 10,000 aan papieren, fr. 2000
in munt, vele kostbaarheden en alle me
dailies meegenomen. In het magazijn werd
ook een scheermes gevonden, waarvan het
lemmet aan de helft was bevestigd om als
wapen te kunnen dienen verder een] grijze
jas. Overigens geen spoor van de dieven.
Eene tijgerjacht. Drie Russische of
ficieren, oude geroutineerde jagers, vertrok
ken in het laatst van Augustus jl. uit hun
garnizoenplaats in Turkestan naar de
Dschungel-Delta van de Amoer-Darja om
een koningstijger op te zoeken, die zich
in de laatste dagen herhaaldelijk in de
gehuchten langs de rivier vertoond en
reeds veel onheil onier menschen en die
ren gesticht had. De inboorlingen schilder
den bet dier als een buitengewoon groot
en sterk exemplaar af en verzochten den
officieren dringend, hen van den bloed-
gierigen roover te willen bevrijden.
Den 26 Augustus des namiddags verlie
ten de heeren met kleine booten, vergezeld
van verscheidene inboorlingen de neder
zetting Aikan Adse, oin in de Amoer-Delta
den gevaarlijken vijand op te sporen. Aan
een eilandje in do Amoer-Delta, waar de
tijger zich volgens de inboorlingen moest
ophouden, legden de booten aan. Hier en
daar vertoonde het struikgewas dan ook
werkelijk de sporen, dat er een groot roof
dier doorgebroken moest zijn, doch overi
gens vond men geene kenteekenen, waaruit
op te maken was, of de gevreesde roover
zich al dan niet op het eiland bevond. Een
der jagers ging met een kloek besluit aan
land om het roofdier te zoeken, terwijl de
beide anderen het eiland wilden rondva
ren om te zien of zich aan de oevers ook
sporen van den tijger, dien zij des nachts
wilden dooden, voordeden.
Zoo verliep een uur en de zon zonk
reeds als een bloedroode schijf achter de
bergtoppen iu zee. De jagers waren reeds
het punt van afvaart genaderd, toen zij
twee kortopeenvolgende schoten en een
woedend gebrul hoorden weergalmen,
waarna alles weder doodstil werd. On
middellijk gingen de beide jagers aan land
en volgden het spoor v-n hun kameraad,
dat zij bij de invallende duisternis slechts
met moeite konden terugvinden, totdat zij
eindelijk op een afstand van ongeveer
honderd pas een paar vurige oogen tus
schen de struiken en cypressenstammen
zagen glinsteren en een dof gebrul hoor
den. Bijna gelijktijdig legden zij aan en
de knal hunner geweren werd in de nach
telijke stilte duizendvoudig weerkaatst
door de rotswanden en de heuvelen in de
verte. Toen zij de overtuiging hadden
gekregen, dat hunne kogels het roofdier
doodelijk getroffen hadden, drongen zij door
de struiken en bevonden zich weldra op
de plaats, waar hun makker, die roerloos
en inet bloed overdekt op den grond lag,
een hevigen strijd moest hebben gestre
den. Rechts van hem lag een reusachtige
koningstyger, die door hun zwaar ver
wondon kameraad met de beide eerste scho
ten was geveld, links vau hem lag een
doode tijgerin met verpletterden schedel
en verbrijzelde onderkaak. Hun eerste
werk was natuurlijk, den makker onmid
dellijk ter hulp te snellen. Zij droegen
hem naar een bron in de nabijheid, waar
zij zijne wonden wieschen en verbonden
en hem weer bij kennis brachten. Slechts
langzaam kreeg de zwaargewonde zijn her
inneringsvermogen terug, doch eindelijk
vond hij den draad zijner afgebroken her
innering terug en vertelde hetgeen hij
ondervonden had op de volgende wijze:
„Nadat ik u beiden verlaten had, drong
ik, een der meest versche sporen volgend
tot het midden van het eiland door en
spoedig bemerkte ik met voldoening aan
enkele kenleekenen dat de tijger zieh in
zijn schuilplaats moest bevinden. Na een
tocht van ongeveer drie kwartier werd het
mij dnideljjk, dat de tijger mij in een
grooten cirkel volgde waarom ik besloot,
een open plek op te zoeken teneinde het
roofdier onder schot te krijgen, omdat dit
in het dichte kreupelbosih by na onmoge
lijk was.
Spoedig bereikte ik dan ook deze plek
op de hielen gevolgd door den tijger,
want nauwelijks had ik mij verdekt opge
steld of hij vertoonde zich tusschen gind-
sche cypressen en op hetzelfde oogenblik
hij stond op ongeveer 40 pas van mij
verwijderd zaten hem twee gepantserde
puntkogels in den kop, zoodat hij als dol
over den grond rolde. Yoordat ik nader-
bijkwam, wachtte ik volgens gewoonte nog
eenige oogenblikken, om te zien of het
dier aanstalten zou maken om nogmaals
op te staan en om mijn geweer opnieuw
te laden. Tot mijn schrik bespeurde ik, dat
ik mijn patronentasch bij mijn tocht door
de dichte struiken moest hebben verloren
en nauwelijks had ik den tijd, naar een
geschikte schuilplaats om te zien toen de
struiken kraakten en de tijgerin met wilde
sprongen naderde, een verschrikkelijk ge
brul liet hooren en tot den sprong gereed
nederhurkte. Dit alles had na het vellen
van deu tijger ternauwernood een minuut
in beslag genomen en ik zag den dood
reeds voor oogen; mijn tegenwoordigheid
van geest verliet mij echter niet en met
vaste hand omklemde ik de loop van mijn
geweer. Op ejns vloog het dier met ont
zettende sprongen op mij af. Ik deed in
vertwijfeling een hevigen slag naar den
kop van de tijgerin, voelde nog dat de
kolf van het geweer aan splinters vloog
en dat ik op den grond gesleurd werd.
Ik had nog het besef mijn hartsvanger te
trekken, daarmede eens of tweemaal naar
het mij verscheurende dier to stooten en
toen verdwenen myne gedachten, die
eerst door uw tusschenkomst weder terug-
rugkeerden."
Verder wist de koene jager zich van
het gebeurde niets meer te herinneren
doch het onderzoek dat wij instelden, bracht
de volgende interessante bijzonderheden
aan het licht. Door den slag met de ge
weerkolf had hij de onderkaak der tijgeria
verbrijzeld en met den hartsvanger de
pezen van den rechtervoorpoot doorgesne
den. Dat was de inhoud. Hoewel het ge-
pijuigde dier getracht had den jager met
geweldige kracht te verscheuren, was dit
slechts gedeeltelijk gelukt, daar het woe
dende monster slechts den linkerpoot kon
gebruiken. Des ondanks was de onverschrok
ken jager op vreeselijke wijze toegetakeld
het vleesch van zijn rechterdij been was
door de tijgerin tot op het been inge
scheurd voordat de kogels der beide offi
cieren het dier oi schadelijk gemaakt had
den. Gelukkig waren geen edele deelen
gekwetst zoodat de dappere jager niet aan
de bekomen wonden zal overlijden. De
door hem gedoode tijger was een reuzen-
exemplaar dat van den kop tot aan bet
begin van den st-art 12l/s voet mat, terwijl
het wijfje slechte 6'/» voet lang was. In
triomf werden de jagers vroeg in den
morgen door de inboorlingen van het
eiland afgehaald en de tijgers onder zege
kreten door de nederzetting rondgedragen.
De gedoode tyger was de 21e die door het
moordend lood van den dapperen officier
het leven verloor. Ji. N.
Een eigenaardig licht op de verhou
ding tusschen Rusland en Engeland in de
Armenische quaestie, werpt een artikel van
mevrouw Olga Novikotf iu de „Daili Chro
nicle." Deze dame wijst er op, dat Enge
land thans, na zeventien jaren, gekomeii is
op het punt waar Rusland het hebben wilde
in 1878. Op het congres van Berlijn bracht
prins Gortschakoff een voorstel ter tafel,
waarbij de mogendheden zich verbonden,
in het belang van Europa, met elkaar te
overleggen met welke middelen op de her
vormingen in Turkije toezicht zou worden
geoefend. Turkije verzotte zich hiertegen,
als een inbreuk op zijn souvereine rechten.
En Engeland gaf, gesteund door Frankrijk
en Italië, Turkije gelijk. Zulk een toezicht
kon niet worden ingesteld.
Thans eischt Engeland het toezicht, dat
het in 1878 niet noodig oordeelde. De
ondervinding heeft geleerd, dat zonder toe
zicht de hervormingen een doode letter
blijven.
„Is het te verwonderen, zegt mevr.
Novikotf,dat onder deze omstandigheden
Rusland wil afwachten, om te zien wat
Engeland zal doen? Engeland kau van
Rusland niet eischen, dat het zal medewer
ken om goed te maken, wat in 1878 door
Engeland verknoeid is. Daarom moet En
geland maar voorgaan en neemt Rusland
geen initiatief."
Dit artikel zal in Engeland wel de over
tuiging doen ontstaan, dat het voor Rus
land de kastanjes uit het vuur haalt. Al
wat Engeland in die quaestie doet, komt
ook ten voordeele van Rusland.
Dadelijk na den moord op den fabri
kant Schwartz te Mühlhausen wisten
eenige bladen dat de misdaad was toe te
schrij ven aan anarchisten de moordenaar
had medeplichtigen in anarchistische krin
gen. De keizer zond, in een dier spontane
opwellingen die men van hem kent, een
telegram van verontwaardiging en securi
teit „weder een offer van de door de
socialisten aangeblazen revolutionaire be
weging."
Een correspondent der Frankf. Btg. meldt
intusschen, dat na onderzoek door de po
litie te Straatsburg is vastgesteld, dat de
misdaad aan één krankzinnige moet wor
den geweten, die ten slotte zelf door een
vriend van den heer S. gedood werd.
De ontzettende ramp te Bocholt,
waar door de instorting der spinnerij van
Beekman 18 werklieden ernstig gewond
onder de puinhoopen vandaan werden ge
haald, zal waarschijnlijk een gerechtelijk
nrspel hebben. Een dag vóór de instor"
ting had men scheuren in de muren der
fabriek geconstateerd. De eigenaar der spinne
rij, de aannemer en een opzichter zijn in
hechtenis genomen.
Te Londen is overleden admiraal
sir L. T. Jones. Hij was 98 jaar. Zoover
men weet had den man nooit iets gescheeld,
dan alleen wat koorts, waaraan hij aan de
Goudkust had geleden. Twee dagen vóór zyn
dood was er eene inzinking van krachten.
Sir L. T. Jones heeft menig gevecht mee
gemaakt, vooral op de Afrikaansche kus
ten, waar de slavenjagers een geducht vij
and in hem hadden.
De door de rechtbank te Kissingen
wegens verzet tegen het staatsgezag tot 14
dagen gevangenisstraf veroordeelde Ameri
kaan Louis Stern, koopman te New-York,
heeft verklaard, dat hij deze straf in geen
geval zal ondergaan. De door hem ge
deponeerde cautie van 80.000 mark(f48.000)
vervalt daardoor aan den Beierschen staat.
Stern moet persoonlij kin de Amerikaansche
kolonie te München hebben gezegd, dat hij
zich niet door Duitsche autoriteiten zou
laten opsluiten.
Het volgende voorval had plaats in de
rechtszaal van het hof van Assisen, in een
departementale hoofdstad nabij Parijs.
„Emil Gaudot, een bengel van 17 jaar,
die reeds een heel strafregister bij de po
litie had staan, stond terecht wegens moord
op een oude vrouw, Rosine Léuié, die hij
van 2 francs (een gulden) had beroofd.
Gaudot bekende alles met de meeste bru
taliteit „Ik geef er evenveel om als een
visch om een appel", had hij gezegd, en
toen de president hem vroeg, of hij Ro-
sina wel zou gedood hebben, als hij ge
weten had, dat ze niet meer bezat, ant
woordde hij „Nu, dat weet ik niet wat
raakt het meeen oud karkas meer of
minder. Ik werk tot eiken prijs."
„Uw cynisme zou een kannibaal doen
walgen riep de president uit. „In welke
schoei van
dorvenheid
„Dat
si dent.
Mr. S«
klaagde,
„Mijne
is zeer eei
alles heeft
verdedigen
hartigheid
„Maar
vergt van
veroorloven
rekenschap
„Hoe zal
Maar hoe
die schuld
Dien schul
liever, die
zijt gij, m
gij, die di
die maatc
ziet de mis
zorgelooshei
ben weten
(B e w
„Daar
en begroet
is hier in
den misdadi
om is Hy
het ki.id
Waarom
neer gij de
waarom mc
gotha hier
Waarom
de banken
der twijfel
vermeden,
„Wie he
is, eene to
heeft hem
de plichten
broederliefdi
het Goddeli
doodslaan
„Men hei
hare booze
als een jong
leen ii. deze
gaat dooden
oogenblik
ten, zijn bi
Gaudot
zoo vreernc
met zekeren
voldoening 1
heer Saint-
roep„Ja,
u, beschaaft
u, moralist»)
bate van goc
lectuur
u antwoordl
„Veroordi
„Maar ik l
De heer bi
derend appl
de president
einde aan.
De jury-l<
slaging at, i
vestigend ai
De zeveat
dood verooi
„God zal
riep mr. Sa
vinger nitge
Groot wa
verkeerde ii
van het zie
Nogmaals ji
De zaal wei
bleef diep
rusten.
Zou uit.
leeren zijn
Openbare sc
rekening ho
Wat zegi
„En zij
tot Hem
en de di
dezelve.
„Maar Je
tot Zich
tot Mij k<
want derz
Cods." (I
6
bouwen van
C 253 van Ji
in i e Piins
J. W. v. d.
C'orlgcn
aanpolder ba
Aanwijzing
a 50 cent bf
Cors, oj
weiken 1 u
Lijst van
bekenden, v
te Middelimri
ber 1895.
C. P. V.
de Meijer, J
Directeur B
bosch J. E
Van We
Rotterdam.
Verzonde
Bolemi
V erzonden
J. F. Mit