RECHTSZAKEN. KERKNIEUWS. SCHOOLNiEUWS. GEMENGDE BERICHTEN- Eene waarschuwende stem. A A De huwelijksadvertenties zijn geen uitvinding van onzen tijd In 1738 stond in een der bladen de vol gende annonce: „Een fatsoenlijk jong meisje, mooi en goed gebouwd, zoekt een ongetrouwd advocaat, die op zich wil nemen een proces om een groote erfenis, welke haar toekomt, voor haar te winnen. Van haren kant biedt zij den advocaat aan zijne vrouw te worden en belooft hem trouw en goed voor hem te zijn." Zooals men weet, gaat de vakafdeeling tabak- en sigarenmakers van „Patrimonium" niet mede met den eisch van „Bondsfabrie- ken" door de Algem. Nederlandschen tabak en sigarenmakersbond gesteld. Daarover werd het nu in De Sigarenmaker het orgaan van den Algem. Bond, onder handen genomen. Dit blad schrijft o. a. „Als de oogen van „Patrimonium" wor den geopend, zullen Kiter en l'oeaiat als verraders en volksverleiders worden ge brandmerkt." Hierop antwoordde het be stuur der vak-afd. „Patrimonium"De oogen van vele sigarenmakers zijn al ge opend, die nu nog bondsleden zijn, maar reikhalzend uitzien naar den dag, dat zij daaraan kunnen ontvluchten. En dan nog iets „Sommigen van die het hardst schreeuw den om direct te staken, toen op 31 Juli 1.1. de kennisgeving was aangeplakt, waarin hun nog acht dagen was gegeven, hebben juist geschreeuwd om te staken, omdat zij er hun voordeel in zagen. Zij verkoo- pen nu zooveel sigaren dat zij het alleen niet meer afkunnen, maar nu met en zon der toestemming van 't bestuur van den Bond werk aan anderen geven. Zoo wisten zij vooraf dat, als er staking kwam, die voor hen geen windeieren zou leggen. Zoo maken zij misbruik van eens anders armoe om zichzelven te bevoordeelen en dan later als de staking geëindigd is als patroon op te staan uit den strijd, zooals ook in 1873 heeft plaats gevonden." Naar De Tijd meldt, hebben Zondag eenige sigarenmakers, gedrongen door den nood, zich tot hunne patroons gewend, om dejaoods gedurende den nacht te mogen werken, ten einde voor hun gezin een stuk brood te kunnen verdienen. Kapalle. Bij de heden Woensdag ge houden verkiezing van 4 leden voor het kiescollege zijn herkozen de heeren G-. Baas met 55; H.de Jonge met 49 en Arie deGroene met 49 stemmen en is gekozen de heer Joh. üssewaarde met 48 stemmen. De heer J. Oele Hz. (aftr.) bekwam 13 stemmen. Geref. kerken. Aangenomen naar Zuid-Beijerland door dhr. C. Goote, eand. te Kampen. De Augustuscollecte heeft dit jaar te Veere Ger. kerk) f28,621/» en te Aagtekerke 36,21 opgebracht. Ter openbare terechtzitting der Arron- dissements Rechtbank te Middelburg, van Vrijdag8 November a. s. des voormiddags te tien uur ?al worden behandeld de zaak tegen: A. J. S., oud 19 jaar, katoorbediende te Goes, ter zake, dat hij op 3 Mei j. 1. des namiddags omstreeks 12:/s uur te Goes in den winkel van A. Neter een wissel groot f234.15, dien hij beklaagde als kantoorbediende van de firma van Heel Co. te Goes, destijds aldaar aan genoemden Neter ter betaling had aangeboden en door Neter aan hem beklaagde toen ook betaald was, en welke wissel alzoo aan Neter althans niet aan hem beklaagde toebehoorde, met het oogmerk van wederrechtelijke toe- eigening heeft weggenomenof althans voormelde som van f 234.25, welke gelden hij als kantoorbediende aan de firma van Heel Co. te Goes van voornoemden Neter, in voldoening van een op dezen of diens firma getrokken wissel even te voren had ontvangen en welke gelden aan voormelde firma van Heel Co. althans niet aan hem beklaagde, toebehoorden, opzettelijk weder rechtelijk zich heeft toegeeigend. In deze zaak zijn van wege het open baar Ministerie 23 getuigen gedagvaard. Goes. De persoon, die in sommige bladen door den Commissaris van politie alhier was gesignaleerd, als schuldig aan oplichterij, is te Bergen op Zoom gearres teerd wegens diefstal. Hij heet Leon Sa muel van Gelderen, oud 19 jaren, slager te Leiden. Middelburg. Dinsdag des avonds 8 uur, vergaderde de A. R Kiesvereen. „Voor Ned. en Oranje" te Middelburg, om een beslissing te nemen in zake de bekende circulaire waarin de Goesche Vereen, ver- zecht haar streven raar invoering van een proportioneel kiesstelsel te willen steunen door het zenden van een adres van adhaesie. De heer van Koetsveld uit Goes maakte ten eerste de vergadering duidelijk wat men onder evenredige vertegenwoordiging heeft te verstaan deelde vervolgens mede hoe zij te verkrijgen was; en toonle ten slotte aan dat de evenredige vertegen woordiging den toets der A. R. beginselen en volle kon doorstaan. Benoemd tot Inspecteur van Politie te Amsterdam de heer J. J. Ploos van ^uiBtel te Middelburg. Na eenig devat, waaraan werd deel ge nomen door de heeren B.eebaart, deKruijter, de Hoogh en Huvers, werd door een der leden voorgesteld het Goesche adres te steunen, waartoe met algemeene stemmen werd besloten. Nadat de heer v. K. nog de hoop had te kennen gegeven dat het voorbeeld van Middelburg geheel Walcheren mocht doen volgen, werd de vergadering door den Voorzitter met gebed gesloten. Zierikzee. De liberale kiesvereeni- ging alhier, in weerwil van haar rechtsge leerde en staatkundig ontwikkelde leden, begint al meer eene aanfluiting in den lande te worden. In een vorige vergadering had men een candidaat voor den gemeenteraad gesteld, doch die bedankte. Een ander kreeg de meeste stemmen doch kon niet verkozen verklaard worden wijl het bij reglement gevorderde twee derden der leden niet aanwezig was. Een heele avond was op die wijze zoek gemaakt en men was bij het heengaan nog even wijs als toen men kwam. Er werd besloten geen candidaat te stellen. Hierop volgde in de Nieuwsbode een geadverteer van Stavast door „vele kiezers" die nu niet door den band der Kiesver eeniging werden vastgehouden. De candidaten werden opgevijzeld, en de liberale kiesvereeniging, de machtige, bleet werke- en lusteloos toezien. Tot dez# week zij weder eenig levens- teeken gaf, door te vergaderen en een voor stel te behandelen het reglement te her zien in dien geest dat de Kiesvereeniging geen candidaten meer stellsn zou voor den gemeenteraad. Na een breedvoerig debat ging men over dit voorstel stemmen. Het had de meerderheid, doch miste het vereischte twee derden, zoodat het verworpen was. Het bestuur heeft hierop verklaard zijn ontslag te nemen, doch de zaken te zullen gaande houden tot een nieuw bestuur zal zijn aangewezen. Borsele. Voor de spuitgasten dezer gemeente stelde de burgemeester namens de brandwaarborgmaatschappij te 's Herto genbosch eene som van f 15 bescbikbaar ter belooning van de buitengewone dien sten bewezen bij den brand op 15 en 16 Sept. 1.1. terwijl ZEd. aan den persoon H. Corstanje die een» gevaarlijke brandwonde bekwam een bedrag van f 10 deed toe komen. De heer B. G. van der Have, vice- voorzitter vaa het uitvoerend deel van het hoofdbestuur der Maatschappij tot be vordering van landbouw en veeteelt in Zeeland en afgevaardigde naar het Ned. landbouw-comitó, heeft voor beide betrek kingen bedankt. 's Meer-Areiitlskcrke Maandagmorgen had de dienstmeid van den landbouwer J. de Jonge alhier de onvoorzichtigheid, over den boom van een in werking zijnden rosmo len te stappen, met het gevolg dat ze onder den boom terecht kwam en een eind medegesleurd werd. Ernstig verwond, (zoo zelfs dat de hulp van eene geneeskundige noodig bleek) werd zij uit haren neteligen toestand verlost. Ter Neuzen. Bij herstemming voor een lid van den gemeenteraad is gekozen de heer M. v. d. Hoek (1.) met 200. De heer P. Dees antir. had 172 stemmen. De volstrekte meerderheid bedroeg 189. Met genoegen kunnen wij melden dat de bierbrouwerij „de Gekroonde Valk" te Amsterdam op de Internationale Tentoon stelling te Bordeaux voor haar Stout be kroond is met eene gouden medaille, zijnde de hoogste onderscheiding voor dit artikel. Door den heer A. A. Mes Gz. te Middelburg, is door de jury der Amster- damsche Wereldtentoonstelling in de groep I, afieeling B (Vloeibare stoffen) de gouden medaille behaald met zijn inzending van likeuren. Zekere D., oud 18 jaar en woonachtig op het zg. „Oud Kerkhof', gelegen aan den straatweg tusschen Tholenen Poort vliet, beging Vrijdagavond de onvoor zichtigheid, om, gezeten op een zwaar be laden wagen met suikerbieten, op den Zuiddijk den wagen te keeren, met het gevolg, dat deze omsloegen van den dijk tuimelde. D. kwam in een sloot terecht en kreeg de volle lading op het lichaam, zoodat de ongelukkige, totaal verpletterd, onmiddellijk een lijk was. (Ned.) Amsterdam. Bij de gehouden trek king van prijzen en certificaten der ten toonstelling viel de prijs van f 100.000 op nommer 40.335f 25.000 op nommer 149.840; f 10.000 op nommer 173,681; 0p nommer 161.852. MC Te Amsterdam zal van gemeente wege een kleermakerij worden opgericht Reeds geruimen tijd is een coupeur met bijsnijder en een paar kleermakers in het voormalig gymnasium aan den Singel, bezig om voor de stedelijke politieagenten nieuwe lange jassen te maken terwijl ook de brand wacht uit die kleermakerij vau opperklee- ren zal worden voorzien. Op zijn 90en verjaardag overleed eergisteren te Leiden dr. VV. H. D. Suringar, van 1846 tot 1877 rector van het Gymnasium aldaar. In 1826 werd dr. Suringar benoemd tot praec.eptor, in 1838 tot conrector en in 1846 tot rector van genoemde instelling van onderwijs te Leiden. Nog in zijn laatste jaren hield dr, Suringar zich met ernstigen letterkundigen arbeid bezig. De vori;e week verdronk te Vior- verlaten (Groningen) een zoontje van schipper Oostra uit Aduard. Volgens de N. Pr. Gr. Ct. hebben deze Oostra en een andere zoon den jongen voor hun oogen zien verdrinken, zonder een enkele poging tot redding aan te wenden. Toen Oostra zag, dat zijn kind in de diepte verdwenen was, riep hij den men- schen, die bezig waren het kind op te visschen, toe: Als jij hem hebt, leg hem dan daar maar neer, dan kan ik hem vanavond halen!" De avond kwam, Oostra voer weder met zijne schuit voorbij de plek, waar zijn kind verdronken was, in formeerde, of men hem gevonden had, en ging met zijne schuit door naar Aduard. Den volgenden morgen werd de knaap opgevischt. Naar aanleiding van de omstandigheden waaronder Jan Oostra verdronken is, is door een rijksveldwachter te Groningen proces-verbaal opgemaakt. Te Bergen-op-Zoom hebben Zaterdag 2 van de 3 suikerfabrieken ten derden male de campagne moeten staken, wegens gebrek aan water. Men tracht thans uit Esschen, in België, water te trekken; gelukt dat niet, dan moet de voorraad beetwortelen aan de fabrieken naar elders vervoerd en opgewerkt worden. Gedurende 25 jaar is deze toestand nog noot voorgekomen. Gisterochtend is te Wa veren een lijkdienst gecelebreerd voor de slachtoffers van de ramp bij Ottignies. De ministers de Burlet, Schollaert en Van den Peere boom woonden den dienst bij. Aan het muiten van de negersoldaten te Luluabourg, in den Kongo-Staat, valt niet meer te twijfelen, en de regeering van den Onafhankelijken Staat is er zelf voor uitgekomen. Als oorzaken geeft men een verhaal dat hierop neerkomt: Indertijd is terechtgesteld het inlandsclie opperhoofd Gongo Loetete, hoewel hij de officieren van den Kongo-Staat ijverig had geholpen tegen de Arabieren. Zijn terecht stelling verwekte daarom in België en in den Kongo hevige verontwaardiging. De soldaten die onlangs te Luluabourg zijn opgestaan, zijn ocdi lijfwachten van Gongo Loetete en tusschen de twee- en driehonderd man sterk. Hun doel was, hun opperhoofd te wreken, maar niet om tegen het gezag van den Kongo-Staat op te staan of de overige blanken lastig te vallen. Na kapitein Peltzer vermoord en luitenant Cassart, die hem verdedigde, gewond te hebben, verlieten de muiters die streek met pak en zak en trokken oostwaarts, om naar hun dorpen terug te keeren. Te Kabinda, hoofdplaats van het opperhoofd Loepoengoe, wilden de luitenants Bollen en Slvuv üun verhinderen, verder te vluch ten, inaar de negers waren sterker dan de staatstroepen en doodden beide officieren. Volgens het blad is de toestand niet ernstig; wel is hier en daar wat opge wondenheid veroorzaakt, maar die had geen ernstige gevolgen. Het lastigste zal wezen de geweren terug te krijgen die de soldaten naar hun dorpen hebben meegenomen. Commandant Van Gele zal op de zaken in Luluabourg orde gaan stellen, niet met een expeditie, maar alleen. Te Arrezzo (Italië) is in den ouder dom van 85 jaar een man overleden, die beweerde de ware koning van Rome, de ware zoon van Maria Louise en Napoleon I te zyn. (Hij geleek trouwens sprekend op Napoleon. Op zij i visitekaartje had hij doen plaatsen„Napoleone, te di Roma sacrificalo." Het verhaal zijner levensgeschiedenis moet in het kort aldus zijn geweest: Zijn moeder wilde hem besehermen tegen het gevaar, dat hij als zoon van Napoleon zou kunnen loopen. Zij verborg hem en moet hem vervangen hebben door een ander kind dat spoedig stierf. Daarna werl hij toevertrouwd aan een monnik, Capelli geheeten, die voor zijn opvoeding moest zorgen. Deze monnik had hem zijn naam gegeven en de zoogenaamde koning van Rome is steeds officieel onder dien naam bekend geweest. Capelli herhaalde zijn leerling bijna da gelijks, dat hij eenmaal tot eer en aanzien zou komen. Doch daar eer en aanzien steeds uitbleven, werd de prins kok, welk be roep hij tot aan zijn dood heeft uitge oefend. Toen de groote bloemist Lange te Parijs Zondagavond na een wandeling met zyn zoon zijn magazijn inde rue de Bour gogne wilde binnentreden, werd de deur van binnen geopend en kwamen er achter eenvolgens drie keurig gekleede heeren uit. De eerste duwde den vader op zij en zette het op een loopen de beide ande ren zeiden pardon en wandelden dood bedaard weg. Zoo groot was de verbazing der beide niet zeer actieve Lange's dat ze een tijd noodig hadden om te bekomen, voor ze er aan dachten de heeren na te loopen, die niet meer in te halen waren. En toch was dat wel nooiig geweest want ze hadden fr. 10,000 aan papieren, fr. 2000 in munt, vele kostbaarheden en alle me dailies meegenomen. In het magazijn werd ook een scheermes gevonden, waarvan het lemmet aan de helft was bevestigd om als wapen te kunnen dienen verder een] grijze jas. Overigens geen spoor van de dieven. Eene tijgerjacht. Drie Russische of ficieren, oude geroutineerde jagers, vertrok ken in het laatst van Augustus jl. uit hun garnizoenplaats in Turkestan naar de Dschungel-Delta van de Amoer-Darja om een koningstijger op te zoeken, die zich in de laatste dagen herhaaldelijk in de gehuchten langs de rivier vertoond en reeds veel onheil onier menschen en die ren gesticht had. De inboorlingen schilder den bet dier als een buitengewoon groot en sterk exemplaar af en verzochten den officieren dringend, hen van den bloed- gierigen roover te willen bevrijden. Den 26 Augustus des namiddags verlie ten de heeren met kleine booten, vergezeld van verscheidene inboorlingen de neder zetting Aikan Adse, oin in de Amoer-Delta den gevaarlijken vijand op te sporen. Aan een eilandje in do Amoer-Delta, waar de tijger zich volgens de inboorlingen moest ophouden, legden de booten aan. Hier en daar vertoonde het struikgewas dan ook werkelijk de sporen, dat er een groot roof dier doorgebroken moest zijn, doch overi gens vond men geene kenteekenen, waaruit op te maken was, of de gevreesde roover zich al dan niet op het eiland bevond. Een der jagers ging met een kloek besluit aan land om het roofdier te zoeken, terwijl de beide anderen het eiland wilden rondva ren om te zien of zich aan de oevers ook sporen van den tijger, dien zij des nachts wilden dooden, voordeden. Zoo verliep een uur en de zon zonk reeds als een bloedroode schijf achter de bergtoppen iu zee. De jagers waren reeds het punt van afvaart genaderd, toen zij twee kortopeenvolgende schoten en een woedend gebrul hoorden weergalmen, waarna alles weder doodstil werd. On middellijk gingen de beide jagers aan land en volgden het spoor v-n hun kameraad, dat zij bij de invallende duisternis slechts met moeite konden terugvinden, totdat zij eindelijk op een afstand van ongeveer honderd pas een paar vurige oogen tus schen de struiken en cypressenstammen zagen glinsteren en een dof gebrul hoor den. Bijna gelijktijdig legden zij aan en de knal hunner geweren werd in de nach telijke stilte duizendvoudig weerkaatst door de rotswanden en de heuvelen in de verte. Toen zij de overtuiging hadden gekregen, dat hunne kogels het roofdier doodelijk getroffen hadden, drongen zij door de struiken en bevonden zich weldra op de plaats, waar hun makker, die roerloos en inet bloed overdekt op den grond lag, een hevigen strijd moest hebben gestre den. Rechts van hem lag een reusachtige koningstyger, die door hun zwaar ver wondon kameraad met de beide eerste scho ten was geveld, links vau hem lag een doode tijgerin met verpletterden schedel en verbrijzelde onderkaak. Hun eerste werk was natuurlijk, den makker onmid dellijk ter hulp te snellen. Zij droegen hem naar een bron in de nabijheid, waar zij zijne wonden wieschen en verbonden en hem weer bij kennis brachten. Slechts langzaam kreeg de zwaargewonde zijn her inneringsvermogen terug, doch eindelijk vond hij den draad zijner afgebroken her innering terug en vertelde hetgeen hij ondervonden had op de volgende wijze: „Nadat ik u beiden verlaten had, drong ik, een der meest versche sporen volgend tot het midden van het eiland door en spoedig bemerkte ik met voldoening aan enkele kenleekenen dat de tijger zieh in zijn schuilplaats moest bevinden. Na een tocht van ongeveer drie kwartier werd het mij dnideljjk, dat de tijger mij in een grooten cirkel volgde waarom ik besloot, een open plek op te zoeken teneinde het roofdier onder schot te krijgen, omdat dit in het dichte kreupelbosih by na onmoge lijk was. Spoedig bereikte ik dan ook deze plek op de hielen gevolgd door den tijger, want nauwelijks had ik mij verdekt opge steld of hij vertoonde zich tusschen gind- sche cypressen en op hetzelfde oogenblik hij stond op ongeveer 40 pas van mij verwijderd zaten hem twee gepantserde puntkogels in den kop, zoodat hij als dol over den grond rolde. Yoordat ik nader- bijkwam, wachtte ik volgens gewoonte nog eenige oogenblikken, om te zien of het dier aanstalten zou maken om nogmaals op te staan en om mijn geweer opnieuw te laden. Tot mijn schrik bespeurde ik, dat ik mijn patronentasch bij mijn tocht door de dichte struiken moest hebben verloren en nauwelijks had ik den tijd, naar een geschikte schuilplaats om te zien toen de struiken kraakten en de tijgerin met wilde sprongen naderde, een verschrikkelijk ge brul liet hooren en tot den sprong gereed nederhurkte. Dit alles had na het vellen van deu tijger ternauwernood een minuut in beslag genomen en ik zag den dood reeds voor oogen; mijn tegenwoordigheid van geest verliet mij echter niet en met vaste hand omklemde ik de loop van mijn geweer. Op ejns vloog het dier met ont zettende sprongen op mij af. Ik deed in vertwijfeling een hevigen slag naar den kop van de tijgerin, voelde nog dat de kolf van het geweer aan splinters vloog en dat ik op den grond gesleurd werd. Ik had nog het besef mijn hartsvanger te trekken, daarmede eens of tweemaal naar het mij verscheurende dier to stooten en toen verdwenen myne gedachten, die eerst door uw tusschenkomst weder terug- rugkeerden." Verder wist de koene jager zich van het gebeurde niets meer te herinneren doch het onderzoek dat wij instelden, bracht de volgende interessante bijzonderheden aan het licht. Door den slag met de ge weerkolf had hij de onderkaak der tijgeria verbrijzeld en met den hartsvanger de pezen van den rechtervoorpoot doorgesne den. Dat was de inhoud. Hoewel het ge- pijuigde dier getracht had den jager met geweldige kracht te verscheuren, was dit slechts gedeeltelijk gelukt, daar het woe dende monster slechts den linkerpoot kon gebruiken. Des ondanks was de onverschrok ken jager op vreeselijke wijze toegetakeld het vleesch van zijn rechterdij been was door de tijgerin tot op het been inge scheurd voordat de kogels der beide offi cieren het dier oi schadelijk gemaakt had den. Gelukkig waren geen edele deelen gekwetst zoodat de dappere jager niet aan de bekomen wonden zal overlijden. De door hem gedoode tijger was een reuzen- exemplaar dat van den kop tot aan bet begin van den st-art 12l/s voet mat, terwijl het wijfje slechte 6'/» voet lang was. In triomf werden de jagers vroeg in den morgen door de inboorlingen van het eiland afgehaald en de tijgers onder zege kreten door de nederzetting rondgedragen. De gedoode tyger was de 21e die door het moordend lood van den dapperen officier het leven verloor. Ji. N. Een eigenaardig licht op de verhou ding tusschen Rusland en Engeland in de Armenische quaestie, werpt een artikel van mevrouw Olga Novikotf iu de „Daili Chro nicle." Deze dame wijst er op, dat Enge land thans, na zeventien jaren, gekomeii is op het punt waar Rusland het hebben wilde in 1878. Op het congres van Berlijn bracht prins Gortschakoff een voorstel ter tafel, waarbij de mogendheden zich verbonden, in het belang van Europa, met elkaar te overleggen met welke middelen op de her vormingen in Turkije toezicht zou worden geoefend. Turkije verzotte zich hiertegen, als een inbreuk op zijn souvereine rechten. En Engeland gaf, gesteund door Frankrijk en Italië, Turkije gelijk. Zulk een toezicht kon niet worden ingesteld. Thans eischt Engeland het toezicht, dat het in 1878 niet noodig oordeelde. De ondervinding heeft geleerd, dat zonder toe zicht de hervormingen een doode letter blijven. „Is het te verwonderen, zegt mevr. Novikotf,dat onder deze omstandigheden Rusland wil afwachten, om te zien wat Engeland zal doen? Engeland kau van Rusland niet eischen, dat het zal medewer ken om goed te maken, wat in 1878 door Engeland verknoeid is. Daarom moet En geland maar voorgaan en neemt Rusland geen initiatief." Dit artikel zal in Engeland wel de over tuiging doen ontstaan, dat het voor Rus land de kastanjes uit het vuur haalt. Al wat Engeland in die quaestie doet, komt ook ten voordeele van Rusland. Dadelijk na den moord op den fabri kant Schwartz te Mühlhausen wisten eenige bladen dat de misdaad was toe te schrij ven aan anarchisten de moordenaar had medeplichtigen in anarchistische krin gen. De keizer zond, in een dier spontane opwellingen die men van hem kent, een telegram van verontwaardiging en securi teit „weder een offer van de door de socialisten aangeblazen revolutionaire be weging." Een correspondent der Frankf. Btg. meldt intusschen, dat na onderzoek door de po litie te Straatsburg is vastgesteld, dat de misdaad aan één krankzinnige moet wor den geweten, die ten slotte zelf door een vriend van den heer S. gedood werd. De ontzettende ramp te Bocholt, waar door de instorting der spinnerij van Beekman 18 werklieden ernstig gewond onder de puinhoopen vandaan werden ge haald, zal waarschijnlijk een gerechtelijk nrspel hebben. Een dag vóór de instor" ting had men scheuren in de muren der fabriek geconstateerd. De eigenaar der spinne rij, de aannemer en een opzichter zijn in hechtenis genomen. Te Londen is overleden admiraal sir L. T. Jones. Hij was 98 jaar. Zoover men weet had den man nooit iets gescheeld, dan alleen wat koorts, waaraan hij aan de Goudkust had geleden. Twee dagen vóór zyn dood was er eene inzinking van krachten. Sir L. T. Jones heeft menig gevecht mee gemaakt, vooral op de Afrikaansche kus ten, waar de slavenjagers een geducht vij and in hem hadden. De door de rechtbank te Kissingen wegens verzet tegen het staatsgezag tot 14 dagen gevangenisstraf veroordeelde Ameri kaan Louis Stern, koopman te New-York, heeft verklaard, dat hij deze straf in geen geval zal ondergaan. De door hem ge deponeerde cautie van 80.000 mark(f48.000) vervalt daardoor aan den Beierschen staat. Stern moet persoonlij kin de Amerikaansche kolonie te München hebben gezegd, dat hij zich niet door Duitsche autoriteiten zou laten opsluiten. Het volgende voorval had plaats in de rechtszaal van het hof van Assisen, in een departementale hoofdstad nabij Parijs. „Emil Gaudot, een bengel van 17 jaar, die reeds een heel strafregister bij de po litie had staan, stond terecht wegens moord op een oude vrouw, Rosine Léuié, die hij van 2 francs (een gulden) had beroofd. Gaudot bekende alles met de meeste bru taliteit „Ik geef er evenveel om als een visch om een appel", had hij gezegd, en toen de president hem vroeg, of hij Ro- sina wel zou gedood hebben, als hij ge weten had, dat ze niet meer bezat, ant woordde hij „Nu, dat weet ik niet wat raakt het meeen oud karkas meer of minder. Ik werk tot eiken prijs." „Uw cynisme zou een kannibaal doen walgen riep de president uit. „In welke schoei van dorvenheid „Dat si dent. Mr. S« klaagde, „Mijne is zeer eei alles heeft verdedigen hartigheid „Maar vergt van veroorloven rekenschap „Hoe zal Maar hoe die schuld Dien schul liever, die zijt gij, m gij, die di die maatc ziet de mis zorgelooshei ben weten (B e w „Daar en begroet is hier in den misdadi om is Hy het ki.id Waarom neer gij de waarom mc gotha hier Waarom de banken der twijfel vermeden, „Wie he is, eene to heeft hem de plichten broederliefdi het Goddeli doodslaan „Men hei hare booze als een jong leen ii. deze gaat dooden oogenblik ten, zijn bi Gaudot zoo vreernc met zekeren voldoening 1 heer Saint- roep„Ja, u, beschaaft u, moralist») bate van goc lectuur u antwoordl „Veroordi „Maar ik l De heer bi derend appl de president einde aan. De jury-l< slaging at, i vestigend ai De zeveat dood verooi „God zal riep mr. Sa vinger nitge Groot wa verkeerde ii van het zie Nogmaals ji De zaal wei bleef diep rusten. Zou uit. leeren zijn Openbare sc rekening ho Wat zegi „En zij tot Hem en de di dezelve. „Maar Je tot Zich tot Mij k< want derz Cods." (I 6 bouwen van C 253 van Ji in i e Piins J. W. v. d. C'orlgcn aanpolder ba Aanwijzing a 50 cent bf Cors, oj weiken 1 u Lijst van bekenden, v te Middelimri ber 1895. C. P. V. de Meijer, J Directeur B bosch J. E Van We Rotterdam. Verzonde Bolemi V erzonden J. F. Mit

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1895 | | pagina 2