„DE ZEEUW' BIJVOEGSEL De Merced-kolonie. "ËiÊKHIEUWS. SCHKWLMIEWS. RECHTSZAKEN. GEMENGDE BERICHTEN. V VAM van Zaterdag 12 Oct. 1805. EEN AANVAL OP DE POLITIE. De Commissaris van politie te Goes had in verschillende bladen eene waarschuwing geplaatst tegen een vermoedelijken oplich ter, die zonder betaling zijn logies en de stad had verlaten en ook elders gelijke stukken zou kunnen uithalen. Voor deze attentie verdient de commis saris dank; of liever hij deed daarin zijn plicht. Nu neemt een inzender in de Middelb. Crt. het hem evenwel kwalijk dat hij in het sig nalement de mededeeling had ingelascht dat bedoelde persoon „waarschijnlijk een Israe- liet"is. En aan de klacht werd de gevolg trekking toegevoegd dat dan voortaan ook wel in de signalementen mag vermeld wor den of iemand „Hervormd, Doleerend, lid van het Leger des Iieils, Katholiek" enz. is. De aanval is naar onze meening niet gerechtvaardigd; en de gevolgtrekking flauw of dom. Wat toch is het geval Niet dat bedoelde persoon Israëliet van zijn geloof is, werd gemeld de naam Israëliet was dan ook onjuist gekozen maar dat hij het type van den Jood ver toont inderdaad een onmisbaar element in een signalement. Wat toch zou het publiek aan de waarschuwing gehad hebben zonder deze bijvoeging? Maar bovendien een commissaris van politie is verplicht een signalement op te geven, zooals het hem wordt verschaft, en zoo deed ook de Goesche commissaris niet meer dan zijn plicht door het signale ment te publiceeren, gelijk het hem door den bedrogen hotelhouder was opgegeven. Dit eischt het belang van jhet publiek. De politie is daarbij gebonden aan eene „Circulaire van den Minister van Justitie ild. 7 Maart 1849 houdende bepalingen dat aan gepleegde misdaden zooveel mogelijk openhaarheid moet gegeven worden hetzij door het opnemen in de couranten als an derszins." „Deze openbaarheid zegt bedoelde ministrieele aanschrijvingheeft het drie voudig voordeel om de ontdekking der misdadigers te bevorderen, de ingezetenen behoedzaam en de politie voortdurend waakzaam te maken. „Daar waar het pas geeft moeten de in gezetenen worden uitgenoodigd om omtrent misdaden, in welker beteugeling een ieder belang heeft, inlichtingen te geven en die inlichtingen moeten steeds met welwillend heid worden ontvangen". De commissaris te Goes verdient derhalve allerminst blaam voor zijn mededeeling. En wat de conclusie uit de Midd. Crt. betreft als zouden dan ook de doleerenden, katholieken en „leden" van het |Leger aldus moeten aanveduid wordenwij mer ken hiertegen op dat er geen Doleerenden meer zijn dat Roomschen passender naam is dan Katholiek en dat een leger geen leden heeft; doch waren genoemde Christenen als zoo danig kenbaar gelijk hunne medeburgers de Joden, die het nationale Joodsche type hebben bewaard, wij zouden de vraag bepaald bevestigend bea»twoorden. Met een zoo getrouw mogelijk weergegeven signalement immers een teekening van het uiterlijkis het publiek het best (gediend. En het is ook thans ,weer gebleken, want bedoelde persoon een Leidenaar is gevonden; hij had reeds eenmaal een vonnis wegens laster en een ander wegens ver duistering van een paard, ondergaan. Critiek op J de handelingen der politie achten ook wij alleszins geoorloofdmaar zij moet billijk zijn. Reeds hadden wij met een paar woor den melding gemaakt van de groote te leurstellingen geleden door de Rotterdam- sclie kolonie, die zich voor twee jaren door den heer Nijgh verleiden liet, zich in Ca- lifornië te vestigen. Thans heeft het Vaderland uit de Oak land Enquirer een stukje vertaald, dat in onze dagen en in onze streken, waar men voor emigratie naar een ander deel van Ame rika niet ver van daar, aan het ijveren is, wel de aandacht verdient Het komt op het volgende neder „In de San Joaquin vallei, bij Merced, kan men thans (3 Sept. 1895) de over blijfselen waarnemen van de Rotterdam Colony. Ten minste uitwendig. Want de teleurgestelde hoop der farmersde vreeselijke ontnuchtering, de verdwenen lortuinen gevolg van blind vertrouwen in schoone voorspiegelingen, die nimmer bewaarheid werden en die nimmer be waarheid konden worden vallen den beschouwer niet zoo dadelijk in het oog. „Deze kolonie bestond uit Hollanders van goede opvoeding, die gezamenlijk met een fortuin van een half millioen dollars in goud hun land verlieten om zich den eigendom te verzekeren van landerijen, waarvan zij de rijkste vruchten verwacht ten. Zij beroemden er zich niet op prac- tische landbouwers te zijn en de fruitteelt, gelijk die in Californië beoefend wordt, was in hun land stellig onbekend. Een van de slaohtoflers, 35 jaren oud, die 5000 dollars besteedde, was een boekhouder, een »an van beschaving, Eranach en Engelach sprekend en die te Parijs en te Berlijn vertoefd had. Hij slaagde er ten slotte in het land, dat hem 5000 dollars had ge kost, voor 300 te verkoopen en na veel moeite is hij er in geslaagd bediende te worden in een hotel te San Franciscotegen 15 dollars per maand. En hij is er beter aantoe dan de meesten van zijn lotgenooten" De beweging was gewekt door den heer Nijgh in 1889, die de landverhuizing naar Merced Company als naar een waar „paradijs" aanbeval. Hij handelde als zaakgelastigde voorde Crocker-Ruff man Land und Water- company, die haar rechten overdroeg aan de Holland-California Companynog voor de eerste expeditie in December 1889 uit trok. Dank zij de schoone beloften waren omstreeks de helft van 1890 ongeveer 125 Hollandsclie kolonisten in Merced aange land, die den grond hadden gekocht voor prijzen, varieerende van 1G0 tot 200 dol lars per acre (4000 M Vol hoop toog men aan den arbeid. Doch de ontnuchtering bleef niet lang uit. Een der settlers, de heer P. J. van Outeren, thans te Eruit-Vale, had den heer Nijgh een wissel ter incasseering toevertrouwd, doch het bedrag, 3775 ds., was inde kas der Holland-California Company terecht gekomen. Zoo spoedig hij dit vernam, legde de heer Van Outeren beslag op de eigendommen der CompanyDeze fail leerde, de Crocker-Company nam haar ver plichtingen over en rembourseerde den heer Van Outeren. Deze verandering van eigenaar der gronden maakte den toestand dor llollandsche kolonisten niet beter. Zij hadden geen geld meer, want men had hen op een enorme manier afgezet, fabelachtige prijzen laten betalen voor vervoer, jonge boomen, aanplant, toestellen, woningen enz. Bovendien was de grond absoluut ongeschikt voor de fruitteelt. De bovengrond was vermengd met steenen en er lag een dikke, harie, steenachtige laag de hard-panonder, waardoor het water bij geen mogelijkheid kon dringen. De kolonisten besloten dan ook te trachten een deel van het te veel betaalde terug te krijgen en ze deden een beroep op den consul te San Francisco, den heer De Fremery. Deze liet Crocker bij zien komen en het resultaat was, dat de consul zelf naar Rotterdam Colony ging, verge zeld van Crocker, Nijgh e. a. en vaneen expert. Bij het onderzoek aan de velden was de heer Crocker verbaasd ze zoo mooi te vinden; alleen verklaarde hij den dooi den heer Van Outeren gekochten grond geen twee cent per acre waard. En nu dient men te weten, dat een agent van zijn eigen Maatschappij, zekere prof. Gustav, Van Outeren had verklaard, dat dit land prachtig was en dat, als die steenen in den bovengrond er niet waren, hij (Van Outeren) ze had moeten koopen om ze er in te stoppen „want zij hielden den grond koel" 11 Intusschen weigerde hij elke schadeloos stelling, alleen kregen enkelen, die het slechtste land hadden gekregen, een stukje van beter soort, vrij van kosten. De heer De Fremery had inmiddels ontslag geno men en was naar Europa teruggekeerd. Gaandeweg verlieten alle Hollanders de kolonie; enkelen keerden naar Nederland terug en de anderen trachtten op de een of andere manier aan. brood te komen. Er waren er heusch nog die vertrouwen stel den in de toekomst hunner olijfboomen, maar die hoop werd niet verwezenlijkt, want de boomen gingen dood, als alle andere vruchtboomen in Rotterdam colony. En prof. E. W. Hilgard, die een monster van den grond onderzocht, schreef dan ook aan een der teleurgesteldeuYou have been badly deceived in making your par- chase, if intended for fruitland. Nu zijn er nog negen settlers in Rot terdam Colony, maar ze trekken spoedig weg. Er zijn er, die meer dan 10.000 dol lars bij de zaak hebben ingeschoten, en na vijf jaren van harden arbeid armer zijn dan te voren. Eenige duizenden doode boomen wijzen de plaats aan, waar de Hol landers zoo meedoogenloos zijn „geplukt", slachtoffers als zij zijn van een met groote behendigheid opgezet komplot. On bekend als zij waren, velen met de taal van het land, bijna allen met de gewoon ten en de eischen van de vruchtenteelt, moesten zij zeer gemakkelijk ingaan op de allerlei schoone beloften, door de ver spreiding van The Califoruian en andere bladen, door het houden van meetings enz. voorgespiegeld. Er is geen twijfel aan, dat zij zijn op gelicht, maar ongelukkig kunnen zij Crocker niet meer vervolgen, want de zaak is ver jaard en zij ontbeerden den bijstand van een first class rechtsgeleerde. En het vermoeden schijnt niet ongegrond dat ook de Hollandsclie zaakgelastigde, mr. Nijgh, willens en wetens aan dien gruwel heeft meegedaan. Hij verkocht, in het belang zijner lastgevers, den slechtsten grond het eerst en dat voor buitensporige prijzen wijl immers de goede grond altijd zijn geld waard bleef. Zij ook deze nieuwe teleurstelling die wij moeiljjk meer mogelijk konden veronderstellen na de treurige ervaring op gedaan met de Colorado Land Company een spoorslag om zich niet over te geven aan de misleiding van ongeluksapostelen maar ook om de handen ineen te slaan om een beter plan voor landverhuizing uit te voeren. Want door stilletjes hier te blijven en de landagenten te laten praten vrij waart men zich wel voor ongelukken, maar men wordt er toch ook niet beter van. Wij moeten hebben een landverhuizings plan met een soliden waarborg dat af zetterij en ontrouw geheel zijn buiten gesloten en het „niet goed, geld terug" op groote schaal kan worden toegepast. Met oppassen en niets doen waren deze teleurgestelde emigranten te avond of mor gen eveneens toch op de flesch gegaan. Ned. Herv. Kerk Beroepen te Middelburg ds. G. Mansveldt te Seherpenzeel te 's Heer Hendriks- kinderen ds. W. J. Drost te Biezelinge. Gisteren herdacht de heer G. W. A. De Yeer, predikant bij de Nea. Herv. Gemeente te Middelburg zijn 25-jarige ambtsvervulling. Na eerst predikant te zijn geweest te Hagestein, te Bahr en Lathum en te St. Laurens, werd de heer De Yeer in 1883 te Middelburg beroepen. Te dezer gelegenheid werd hem door zijne ambtgenooten een geschenk aange boden, bestaande in een boekwerk, waar bij sommigen nog andere souvenirs voeg den. Nog vele andere stoffelijke bewijzen van waardeering vielen den geacLiten ju bilaris ten deel. Zondagavond a. s. hoopt hij zijn 25-jarigeEvangelieloopbaan kerke lijk te vieren. R. N. Geref. kerken. Beroepen te Sprang ds. E. J. de Groot te Koudekerke (W.) Krabbendijke. De gemeenteraad be noemde in de Donderdag gehouden verga dering tot onderwijzer den heer F. Zeege- laar, onderwijzer te Nieuwerkerk. De Unie-collectie bedroeg dit jaar te Oosterland, c. s. f 13te Zierikzee f 65,66# Acte Examens Middelburg. Woensdag Geëxamineerd voor acte on derwijzeres 6 candidaien,, geslaagd 5, de dames J. J. Baardolf jte Goes, A. A. G. Marx te Middelburg, ,J. F. de Kraker te Hulst, C. Lagaaij te YTissingen en L. v. d. Weele te Scherpenisse. Donderdag geëxamineerd voor de nutti ge handwerken 4 vrouwelijke candidaten. Toegelaten allen J. J. Baardolf te Goes, A. A. G. Marx te Middelburg, J. F. de Kraker te Hulst en G. Lagaaij te Vlissin- gen. Geëxamineerd voor de vrije- en orde oefeningen 5 vrouwel. candidaten. Toegelaten 3 J. F. de Kraker te Hulst, C. Lagaaij te Vlissingen en L.v.d. Weele te Scherpenisse. Geëxamineerd voor de akte van onder wijzeres 5; toegelaten 3, te weten de da mes J. A. H. van Rassenberg te Sluis, J. J. Andriessen te Vlissingen en S. W. C. Bendien te Vlissingen. Arrondissements-Rechtbank te Middelburg Heden Vrijdag zijn veroordeeld wegens: schennis der eerbaarheid-. Th. d. B., 21 j arbeider, Hontenisse, tot 14 d. gev. straf; beleediging van een ambtenaar: J. d. F., 22 j., werkmap, Axel, tot f5 b., s. 5 d. h. huisvredebreuk: J. F. C., 33j., horloge maker, zonder bekende woon- of verblijf plaats, tot 7 d. gev. straf; huisvredebreukbeleediging en mishande ling van een ambtenaar J. d. L., 43 j. hvr. van H. W. L., Middelburg, tot 7 d. gev. straf; vernieling: F. V., 29 j. werkman, Sluis, tot 14 d. gev. straf en G. H., 55 j., scheeps timmerman, Middelburg, tot f5 s. 5 d. h. mishandelingP. de W., 21 j., smids knecht, Ritthem, tot f 10 b. s. 10 d. h.; diefstal: J. de K., 24 j., koopman, zon der bekende woonplaats, tot 2 m. gov. straf, en verduistering: D. L., 34 j., sleper Mid delburg, tot f3 b. s. 3 d. h. In zake C. J. N., 27 j., reiziger te Middelburg, die op 20 September 1.1. ter zake van mishandeling bij verstek veroor deeld werd tot 2 m. gev. straf en daar van in verzet is gekomen, is op heden diens vonnis bekrachtigd. Allen in de kosten, de laastste boven dien in die van het verstek. Vrijgesproken: J. van W., 44 jagent van Jpolitie, Middelburg, beklaagd van mishandeling. Het gerechtshof te's Gravenhage heef met vernietiging van het vonnis der recht bank te Middelburg, kapitein Bol van de Maatschappij Zeeland vrijgesproken, die ver volgd werd wegens smokkelarij, door den stoker bedreven. ^11011©. Utrechtsche Zendirigsvereeni- ging (Vervolg.) Nieuw-Guinea. Br. Van Hasselt van Mansinam heeft goede tijdingen te melden. Hij vierde een Pinksterfeest, als hij er op Nieuw-Guinea nog geen vieren mochtdrie gedoopten werden op belijdenis bevestigd, vijf volwassenen gedoopt, twee paren door 't Christelijk huwelijk verbonden. Onder het genoemde vijftal is het hoofd van de kampong Saraundiboe, die voor zich den naam Jesaia verkoos. Weleer was hij een drinkebroer en twistzoeker sedert drie jaar koos hij een beteren weg; met blijd schap ontving hij 't Bondszegel. Eenviouw die weende, wijl hij Christen werd, ver maande hij, liever over zichzelf te schreien. Onder de andere gedoopten was een vrouw die korten tijd tevoren krank geweest was. Toen bad zij „Goede God, maak mg beter dat ik nog wat Zondagen maken kan en gedoopt mag worden, en wilt Gij mij dan tot U nemen, dan is 't goed." Ook de an dere gedoopten geven goede hope. Ook is er hope op nog meerdere vrucht. Een reeds ouder Christen uit de Heidenen Aquila sprak een gjed woord tot zijn broederen, teneinde hen tot vertrouwen op God en berusting in Zijn wil te vermanen waar een pokkenepidemie scheen te ge naken. 't Hoofd Jesaia vermaant allen, de afgoderij te verlaten. Een en ander zijn goede teekenen. Is waarlijk de morgen stond in 't verre Oosten aanlichtende, en gaat ook over Papoea de Zon des Levens op God geve dat het waarheid zij Br. Bink genoot, 26 April, toen hij zijn 25-jarigen arbeid herdenken mocht, van de liefde en deelneming der Christenen in Nederland, en dankt hartelijk allen, die hem deze betoonden. Waarlijk deze broeder heeft aan zulke vertroostingen behoefte zijn terrein is hard als een rots. Iets meer vrucht mag Br. Jens zien, al is ook Doreh nog geen Mansinam. De menschen gaan steeds meer vertrouwelijk worden en de medische hulp des Zendelings inroepen. Een moeilijk geval doet zich op zijn post voor: een christen trouwde voor 8 jaar met een der vrijgekochte meisjes, die aan een huidziekte leed. Deze beroofde haar sedert van 't gezicht, en nu wil de familie van den man, dat hij haar zal wegzenden en een ander trouwen. De man heeft door een verzuim, naar het begrip der Doréërs, zich hiertoe verplicht. Sedert leefden man en vrouw in ongenoe gen en de eerste ging mot een ander te buiten. Wat Br. Jens in dezen doen moet, weet hij niet. Er behoort ook waarlijk wel Salomo's wijsheid toe, in zulke gevallen raad te schaffen. Gelukkig dat ook Jak. 1 5 een woord des Hee- ren is. T Wsderlandsche Zendingsveree- niging. Br. van Eendenburg bouwde t vorige jaar een flinke bewaarschool, die bij de kerstfeestviering nog te klein bleek, om de belangstellenden te bevattenpl. m. 150 Christenen en 3 1 400 Mohammeda nen. Onder de hoorders was ook een Fransch- mau, die Roomsch is. Hij was door het geen hij hoorde, met name door het zingen der inlandsche christenen ten zeerste ge troffen en verzocht Br. V. E. hem aan een Bijbel te helpen. Zijn broeder is zen deling der Jesuieten. 10 Febr. mocht de zelfde Zendeling een jongen Chinees doo- pen, wiens vader en broeders reeds Chris tenen waren. Hij is een ontwikkeld man en houdt school met een 30tal Chineesehe jongens. Sedert traden nog anderen tot de Gemeente toe. Op Goeden Vrijdag zat van Eendenburg met 70 Christenen aan den Disch des Nieuwen Verbonds aan, op Pangharepanmet 34 op Paaschmorgen te Soekaboemi. Niet zulk een aangenamen werkkiing heeft Br. De Haan. De Gemeenten, door hem bediend, liggen wijd uiteen, en moe ten grootendeels door helpers verzorgd worden. Dezen zijn niet altijd even be kwaam en ijverig. Zoo houden zij b.v. school, omdat ze moeten, maar niet met lust. Te Buitenzorg worden de samenkomsten goed bezocht. Een weduwe aldaar liet in den geloove haar handel op Zondag varen, en ontving met haar dochter den doop, nadat zij verscheidene bezwaarnissen voor zich uit den weg geruimd had, die zij eerst niet overwinnen kon. Een ander, die den Chineeschen wijsgeer Kong-foe-tsé leest, die voor zijn volk, a.'t w. de Mozes is, bij wiens leer ze zweren, vergelijkt aandachtig die leer met 't Christendom en strijdt tegen 't opiumschuiven; waaraan hij gehecht is. Br. Pennings doopte zijn ^eerstelingen in Banten: een vrouw, Nariah en haar zoontje Lajar. Door een krankheid waarvoor zij bij den zendeling baat zocht en vond, kwam zij met 't Evangelie in aanraking. Zij hoorde; zij zag haar zonden; zij leerde uitzien naar verlossing. Zij vond die in Christus. Dreigementen van haar wegge- loopen man telde zij niet. 't Districtshoofd, dat haar vroeg of zij Mohammed niet meer noodig had om tot God te gaan, zeggende „als zich iemand bij mij aanmeldt, gaat hij toch eerst naar den oppasser, antwoord de zij „ik sta tegenover God niet als tegenover een districtshoofd, maar als een kind tegenover zijn Vader." Verder ver klaarde zij, als de Christenen „ongeloovi- gen" waren ja, dan zou zij een „onge- loovige" worden, want nu had zij vrede in haar hart ontvangen. Wij mogen Br. P. met deze eerste vrucht zegen wenschen. Ook de Gemeente te Tjirebon breidde zich uit: zes Chineezen ontvingen op Pink steren den Doop. Onder hen is een moe der en een zoon. De laatste was weleer een losbol, maar hij kwam, door den invloed van Meneb en haar kring, tot inkeer en verliet den weg des verderfs. Door zijn wandel won hij zijn moeder voor 't Evan gelie, die 72 jaar oud, met hem het teeken des Verbonds ontving. Dat het hem ernst is, bewees hij door een bestraffing uit te spreken tegen lieden, die naar een gooche laar luisterden, juist nadat Br. van der Brug over de Efeziërs gesproken had, die hun° tooverboeken verbrandden. Ook van de andere gedoopten mag de Zendeling met grODd 't zelfde vertrouwen. De Berichten uit de Soenda-landen zijn ditmaal bijzonder moedgevend. Blijke'tbij voortduring, dat de arbeid ook aldaar niet ijdel is, en toone de Gemeente, dat zij werkelijk van harte bidt om meerder ar beiders, waar de velden wit worden, om te oogsten, t Goes. Voor de betrekking van huis meester en huismeesteres, in het gasthuis alhier op een salaris van f 400 met kost, inwoning, bewassching en geneeskundige be handeling, hebben zich 71 paren aangemeld. Men schrijft ons uit Middelburg: Het wordt al meer noodzakelijk om op lootjesdag den herbergiers te verzoeken tijdens het verblijf der lotelingen binnen de gemeenten hunne herbergen te sluiten. Wij zagen het gisteren weder in onze stad toen twee lotelingen uit Vlissingen een paar ruiten insloegen van de woning van den vleeschhouwer Leijnse in de Noordstraat, en daarna hard wegliepen. Een hunner had een ernstige wonde aan de hand bekomen. Drie agenten en een ondercommissaris van politie zetten hen na en hadden handen vol uerks om hen te arresteeren, hetgeen echter gelukte. Wissenkerke. Dein deze gemeente door den schipper van het gezonken schip aan den Vlietepolder, gehouden Collecte bracht op f99.30. De daarop onmiddellijk gevolgde, voor de polderwerkers die schade beliepen bij de verbranding der keeten, bedroeg f 24.88'. Aan dezen zal, in het aanzienlijk tekort, door den aannemer H. J. Romeijn, tegemoetkoming worden ver strekt. Vlissingen Heden morgen kwam al hier binnen H. M. Oorlogsfregat Johan Willem Friso om de kompassen te stellen en daarna van hier te vertrekken naar Indië. Tot het zelfde doel wordt ook al hier de Van Speijk verwacht. Men schrijft ons uit lerseke De verzending van leverbare oesters is nog niet druk. Was de visch tijdens het warme Septemberweer niet puik, met de koeler temperatuur en regenbuien in Octo ber is die veel verbeterd. Begon men het leveringssaisoen met een prijs van f55, voor de le soort per dui zend stuks, thans is die als gevolg der wei nige vraag door onderlinge concurrentie tot f 47 verlaagd. In zaaigoed wordt weinig gehandeld. Bij Kon. Besluit zijn benoemd: tot dijkgraaf van den polder Stroodorpe, C. G. Kolff tot lid van het bestuur der [water- keering van den calami-teuzen Leendeit- Abraharapolder, A. Markusse tot id. van het calamiteuze waterschap Stavenisse M. van Luyktot id. van het calamit. wa terschap Walsoorden, P. A. Adriaansens tot id. van de calamiteuze Marguratha-, Kleine Huissens- en Eendragtpolders, W. de Klerk sr. Omtrent de branden die deze week een schuur te Aagtekerke en een te Domburg in de asch legden, meldt men aan het dagblad De Nederlander: Men deukt hier aan brandstichting. Trouwens, zoodra de schuur van Louwerse begon te branden, werd dadelijk aan brand stichting gedacht. Iedereen weet daar, dat er in de laatste jaren een troepje opge schoten jongens is, dat zich 's winters gratis vuurwerk verschaft. Men zou hen aan kunnen wijzen, maar... ze zijn nog nooit betrapt. Deze Domburgsche „jeunesse dorée" is eenige jaren geleden begonnen met de „Hooge Schuur" die midden in de kom der gemeente lag, achter het Badpaviljoen en vlak bij de plaats waar nu de villa van den heer Des Voeux zal worden ge bouwd. Toen volgde een schuur op eenigen afstand van dr. Mezger's villa aan den straatweg en in den vorigen winter eene hooischelf in de buurt der eerste villa's en gebouwen bij den ingang van het dorp. Bij dit alles is aan niets anders dan aan de meest roekelooze baldadigheid te denken, maar het is iets dat èn voor de rechtstreeks betrokken personen èn voor de gansche badplaats de ernstigste gevolgen kan hebben. Wanneer de vreemdelingen, die 's winters hun villa's onbeheerd moeten achterlaten, niet meer zeker zijn dat zij niet t' avond of morgen een bericht om trent het afbranden ontvangen, da* zal zulks natuurlijk zeer ten nadeele van de badplaats komen. Eu het Rott. Nieuwsblad meldt: Toen de brand hard aan den gang was, zagen eenige dames, die aan de landzijde van het dorp stonden te kijken, in de verte, ter hoogte van „Betjes Hofje", eene hof stede, die een klein kwartier van het dorp is gelegen, een lantaren heen en weer dwalen, gevolgd door twee andere. Zij meenden dat wellicht de brandspuit van Aagtekerke aanrukte, maar weldra bleek, dat het niet anders dan brandstichters waren, want in weinige oogenblikken stond ook daar de schuur in brand. Wat het ergste was, hier kon men niet verhinderen dat het huis ook afbrandde, want de brandweer had haar handen vol aan de schuur van Louwerse. Bij Louwerse waren een paar vaarzen, 2 geiten, een IC-tal konijnen en wat kippen omgekomen, maar de schuur was verzekerd. Bij Betje Van Sluis echter was niets ver zekerd en de arme vrouw, die het niet breed heeft, verloor bovendien het beest dat zij elk jaar mest om van de opbrengst haar schulden af te betalen. Te Rozendaal is de campagne aan de drie beetwortelsuikerfabrieken in vollen gang en alles gaat naar wensch. Ruim 20 millioen Kg beetwortelen zijn reeds aangevoerd, waardoor honderden ar beiders ruimschoots werk vinden. In de drie fabrieken worden tusschen dag en nacht niet minder dan 900.000 Kg. beetwortelen verwerkt.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1895 | | pagina 5