„DE ZEEUW'
BIJVOEGSEL
De Merced-kolonie.
"ËiÊKHIEUWS.
SCHKWLMIEWS.
RECHTSZAKEN.
GEMENGDE BERICHTEN.
V
VAM
van Zaterdag 12 Oct. 1805.
EEN AANVAL OP DE POLITIE.
De Commissaris van politie te Goes had
in verschillende bladen eene waarschuwing
geplaatst tegen een vermoedelijken oplich
ter, die zonder betaling zijn logies en de
stad had verlaten en ook elders gelijke
stukken zou kunnen uithalen.
Voor deze attentie verdient de commis
saris dank; of liever hij deed daarin zijn
plicht.
Nu neemt een inzender in de Middelb. Crt.
het hem evenwel kwalijk dat hij in het sig
nalement de mededeeling had ingelascht dat
bedoelde persoon „waarschijnlijk een Israe-
liet"is. En aan de klacht werd de gevolg
trekking toegevoegd dat dan voortaan ook
wel in de signalementen mag vermeld wor
den of iemand „Hervormd, Doleerend,
lid van het Leger des Iieils, Katholiek"
enz. is.
De aanval is naar onze meening niet
gerechtvaardigd; en de gevolgtrekking flauw
of dom.
Wat toch is het geval
Niet dat bedoelde persoon Israëliet van
zijn geloof is, werd gemeld de naam
Israëliet was dan ook onjuist gekozen
maar dat hij het type van den Jood ver
toont inderdaad een onmisbaar element in
een signalement. Wat toch zou het publiek
aan de waarschuwing gehad hebben zonder
deze bijvoeging?
Maar bovendien een commissaris van
politie is verplicht een signalement op te
geven, zooals het hem wordt verschaft,
en zoo deed ook de Goesche commissaris
niet meer dan zijn plicht door het signale
ment te publiceeren, gelijk het hem door
den bedrogen hotelhouder was opgegeven.
Dit eischt het belang van jhet publiek.
De politie is daarbij gebonden aan eene
„Circulaire van den Minister van Justitie
ild. 7 Maart 1849 houdende bepalingen dat
aan gepleegde misdaden zooveel mogelijk
openhaarheid moet gegeven worden hetzij
door het opnemen in de couranten als an
derszins."
„Deze openbaarheid zegt bedoelde
ministrieele aanschrijvingheeft het drie
voudig voordeel om de ontdekking der
misdadigers te bevorderen, de ingezetenen
behoedzaam en de politie voortdurend
waakzaam te maken.
„Daar waar het pas geeft moeten de in
gezetenen worden uitgenoodigd om omtrent
misdaden, in welker beteugeling een ieder
belang heeft, inlichtingen te geven en die
inlichtingen moeten steeds met welwillend
heid worden ontvangen".
De commissaris te Goes verdient derhalve
allerminst blaam voor zijn mededeeling.
En wat de conclusie uit de Midd. Crt.
betreft als zouden dan ook de doleerenden,
katholieken en „leden" van het |Leger
aldus moeten aanveduid wordenwij mer
ken hiertegen op dat er geen Doleerenden meer
zijn dat Roomschen passender naam is dan
Katholiek en dat een leger geen leden heeft;
doch waren genoemde Christenen als zoo
danig kenbaar gelijk hunne medeburgers
de Joden, die het nationale Joodsche type
hebben bewaard, wij zouden de vraag
bepaald bevestigend bea»twoorden. Met
een zoo getrouw mogelijk weergegeven
signalement immers een teekening van het
uiterlijkis het publiek het best (gediend.
En het is ook thans ,weer gebleken, want
bedoelde persoon een Leidenaar is
gevonden; hij had reeds eenmaal een vonnis
wegens laster en een ander wegens ver
duistering van een paard, ondergaan.
Critiek op J de handelingen der politie
achten ook wij alleszins geoorloofdmaar
zij moet billijk zijn.
Reeds hadden wij met een paar woor
den melding gemaakt van de groote te
leurstellingen geleden door de Rotterdam-
sclie kolonie, die zich voor twee jaren door
den heer Nijgh verleiden liet, zich in Ca-
lifornië te vestigen.
Thans heeft het Vaderland uit de Oak
land Enquirer een stukje vertaald, dat in
onze dagen en in onze streken, waar men
voor emigratie naar een ander deel van Ame
rika niet ver van daar, aan het ijveren
is, wel de aandacht verdient
Het komt op het volgende neder
„In de San Joaquin vallei, bij Merced,
kan men thans (3 Sept. 1895) de over
blijfselen waarnemen van de Rotterdam
Colony. Ten minste uitwendig. Want
de teleurgestelde hoop der farmersde
vreeselijke ontnuchtering, de verdwenen
lortuinen gevolg van blind vertrouwen
in schoone voorspiegelingen, die nimmer
bewaarheid werden en die nimmer be
waarheid konden worden vallen den
beschouwer niet zoo dadelijk in het oog.
„Deze kolonie bestond uit Hollanders
van goede opvoeding, die gezamenlijk met
een fortuin van een half millioen dollars
in goud hun land verlieten om zich den
eigendom te verzekeren van landerijen,
waarvan zij de rijkste vruchten verwacht
ten. Zij beroemden er zich niet op prac-
tische landbouwers te zijn en de fruitteelt,
gelijk die in Californië beoefend wordt,
was in hun land stellig onbekend. Een
van de slaohtoflers, 35 jaren oud, die 5000
dollars besteedde, was een boekhouder, een
»an van beschaving, Eranach en Engelach
sprekend en die te Parijs en te Berlijn
vertoefd had. Hij slaagde er ten slotte in
het land, dat hem 5000 dollars had ge
kost, voor 300 te verkoopen en na veel
moeite is hij er in geslaagd bediende te
worden in een hotel te San Franciscotegen
15 dollars per maand. En hij is er beter
aantoe dan de meesten van zijn lotgenooten"
De beweging was gewekt door den heer
Nijgh in 1889, die de landverhuizing naar
Merced Company als naar een waar „paradijs"
aanbeval. Hij handelde als zaakgelastigde
voorde Crocker-Ruff man Land und Water-
company, die haar rechten overdroeg aan
de Holland-California Companynog voor
de eerste expeditie in December 1889 uit
trok. Dank zij de schoone beloften waren
omstreeks de helft van 1890 ongeveer 125
Hollandsclie kolonisten in Merced aange
land, die den grond hadden gekocht voor
prijzen, varieerende van 1G0 tot 200 dol
lars per acre (4000 M
Vol hoop toog men aan den arbeid. Doch
de ontnuchtering bleef niet lang uit. Een
der settlers, de heer P. J. van Outeren,
thans te Eruit-Vale, had den heer Nijgh
een wissel ter incasseering toevertrouwd,
doch het bedrag, 3775 ds., was inde kas
der Holland-California Company terecht
gekomen. Zoo spoedig hij dit vernam,
legde de heer Van Outeren beslag op
de eigendommen der CompanyDeze fail
leerde, de Crocker-Company nam haar ver
plichtingen over en rembourseerde den
heer Van Outeren. Deze verandering van
eigenaar der gronden maakte den toestand
dor llollandsche kolonisten niet beter.
Zij hadden geen geld meer, want men
had hen op een enorme manier afgezet,
fabelachtige prijzen laten betalen voor
vervoer, jonge boomen, aanplant, toestellen,
woningen enz. Bovendien was de grond
absoluut ongeschikt voor de fruitteelt. De
bovengrond was vermengd met steenen en
er lag een dikke, harie, steenachtige laag
de hard-panonder, waardoor het water
bij geen mogelijkheid kon dringen. De
kolonisten besloten dan ook te trachten
een deel van het te veel betaalde terug
te krijgen en ze deden een beroep op
den consul te San Francisco, den heer
De Fremery. Deze liet Crocker bij zien
komen en het resultaat was, dat de consul
zelf naar Rotterdam Colony ging, verge
zeld van Crocker, Nijgh e. a. en vaneen
expert.
Bij het onderzoek aan de velden was de
heer Crocker verbaasd ze zoo mooi te
vinden; alleen verklaarde hij den dooi
den heer Van Outeren gekochten grond
geen twee cent per acre waard. En nu
dient men te weten, dat een agent van
zijn eigen Maatschappij, zekere prof. Gustav,
Van Outeren had verklaard, dat dit land
prachtig was en dat, als die steenen in
den bovengrond er niet waren, hij (Van
Outeren) ze had moeten koopen om ze er
in te stoppen „want zij hielden den grond
koel" 11
Intusschen weigerde hij elke schadeloos
stelling, alleen kregen enkelen, die het
slechtste land hadden gekregen, een stukje
van beter soort, vrij van kosten. De heer
De Fremery had inmiddels ontslag geno
men en was naar Europa teruggekeerd.
Gaandeweg verlieten alle Hollanders de
kolonie; enkelen keerden naar Nederland
terug en de anderen trachtten op de een
of andere manier aan. brood te komen. Er
waren er heusch nog die vertrouwen stel
den in de toekomst hunner olijfboomen,
maar die hoop werd niet verwezenlijkt,
want de boomen gingen dood, als alle
andere vruchtboomen in Rotterdam colony.
En prof. E. W. Hilgard, die een monster
van den grond onderzocht, schreef dan ook
aan een der teleurgesteldeuYou have
been badly deceived in making your par-
chase, if intended for fruitland.
Nu zijn er nog negen settlers in Rot
terdam Colony, maar ze trekken spoedig
weg. Er zijn er, die meer dan 10.000 dol
lars bij de zaak hebben ingeschoten, en
na vijf jaren van harden arbeid armer
zijn dan te voren. Eenige duizenden doode
boomen wijzen de plaats aan, waar de Hol
landers zoo meedoogenloos zijn „geplukt",
slachtoffers als zij zijn van een met
groote behendigheid opgezet komplot. On
bekend als zij waren, velen met de taal
van het land, bijna allen met de gewoon
ten en de eischen van de vruchtenteelt,
moesten zij zeer gemakkelijk ingaan op
de allerlei schoone beloften, door de ver
spreiding van The Califoruian en andere
bladen, door het houden van meetings enz.
voorgespiegeld.
Er is geen twijfel aan, dat zij zijn op
gelicht, maar ongelukkig kunnen zij Crocker
niet meer vervolgen, want de zaak is ver
jaard en zij ontbeerden den bijstand van
een first class rechtsgeleerde.
En het vermoeden schijnt niet ongegrond
dat ook de Hollandsclie zaakgelastigde, mr.
Nijgh, willens en wetens aan dien gruwel
heeft meegedaan. Hij verkocht, in het
belang zijner lastgevers, den slechtsten
grond het eerst en dat voor buitensporige
prijzen wijl immers de goede grond altijd
zijn geld waard bleef.
Zij ook deze nieuwe teleurstelling
die wij moeiljjk meer mogelijk konden
veronderstellen na de treurige ervaring op
gedaan met de Colorado Land Company
een spoorslag om zich niet over te geven
aan de misleiding van ongeluksapostelen
maar ook om de handen ineen te slaan om
een beter plan voor landverhuizing uit te
voeren.
Want door stilletjes hier te blijven en
de landagenten te laten praten vrij waart
men zich wel voor ongelukken, maar men
wordt er toch ook niet beter van.
Wij moeten hebben een landverhuizings
plan met een soliden waarborg dat af
zetterij en ontrouw geheel zijn buiten
gesloten en het „niet goed, geld terug"
op groote schaal kan worden toegepast.
Met oppassen en niets doen waren deze
teleurgestelde emigranten te avond of mor
gen eveneens toch op de flesch gegaan.
Ned. Herv. Kerk
Beroepen te Middelburg ds. G. Mansveldt
te Seherpenzeel te 's Heer Hendriks-
kinderen ds. W. J. Drost te Biezelinge.
Gisteren herdacht de heer G. W.
A. De Yeer, predikant bij de Nea. Herv.
Gemeente te Middelburg zijn 25-jarige
ambtsvervulling. Na eerst predikant te zijn
geweest te Hagestein, te Bahr en Lathum
en te St. Laurens, werd de heer De Yeer
in 1883 te Middelburg beroepen.
Te dezer gelegenheid werd hem door
zijne ambtgenooten een geschenk aange
boden, bestaande in een boekwerk, waar
bij sommigen nog andere souvenirs voeg
den. Nog vele andere stoffelijke bewijzen
van waardeering vielen den geacLiten ju
bilaris ten deel. Zondagavond a. s. hoopt
hij zijn 25-jarigeEvangelieloopbaan kerke
lijk te vieren. R. N.
Geref. kerken.
Beroepen te Sprang ds. E. J. de Groot
te Koudekerke (W.)
Krabbendijke. De gemeenteraad be
noemde in de Donderdag gehouden verga
dering tot onderwijzer den heer F. Zeege-
laar, onderwijzer te Nieuwerkerk.
De Unie-collectie bedroeg dit jaar te
Oosterland, c. s. f 13te Zierikzee f 65,66#
Acte Examens Middelburg.
Woensdag Geëxamineerd voor acte on
derwijzeres 6 candidaien,, geslaagd 5, de
dames J. J. Baardolf jte Goes, A. A. G.
Marx te Middelburg, ,J. F. de Kraker te
Hulst, C. Lagaaij te YTissingen en L. v.
d. Weele te Scherpenisse.
Donderdag geëxamineerd voor de nutti
ge handwerken 4 vrouwelijke candidaten.
Toegelaten allen J. J. Baardolf te Goes,
A. A. G. Marx te Middelburg, J. F. de
Kraker te Hulst en G. Lagaaij te Vlissin-
gen.
Geëxamineerd voor de vrije- en orde
oefeningen 5 vrouwel. candidaten.
Toegelaten 3 J. F. de Kraker te Hulst,
C. Lagaaij te Vlissingen en L.v.d. Weele
te Scherpenisse.
Geëxamineerd voor de akte van onder
wijzeres 5; toegelaten 3, te weten de da
mes J. A. H. van Rassenberg te Sluis,
J. J. Andriessen te Vlissingen en S. W.
C. Bendien te Vlissingen.
Arrondissements-Rechtbank te Middelburg
Heden Vrijdag zijn veroordeeld wegens:
schennis der eerbaarheid-. Th. d. B., 21 j
arbeider, Hontenisse, tot 14 d. gev. straf;
beleediging van een ambtenaar: J. d. F.,
22 j., werkmap, Axel, tot f5 b., s. 5 d. h.
huisvredebreuk: J. F. C., 33j., horloge
maker, zonder bekende woon- of verblijf
plaats, tot 7 d. gev. straf;
huisvredebreukbeleediging en mishande
ling van een ambtenaar J. d. L., 43 j.
hvr. van H. W. L., Middelburg, tot 7 d.
gev. straf;
vernieling: F. V., 29 j. werkman, Sluis,
tot 14 d. gev. straf en G. H., 55 j., scheeps
timmerman, Middelburg, tot f5 s. 5 d. h.
mishandelingP. de W., 21 j., smids
knecht, Ritthem, tot f 10 b. s. 10 d. h.;
diefstal: J. de K., 24 j., koopman, zon
der bekende woonplaats, tot 2 m. gov.
straf, en
verduistering: D. L., 34 j., sleper Mid
delburg, tot f3 b. s. 3 d. h.
In zake C. J. N., 27 j., reiziger te
Middelburg, die op 20 September 1.1. ter
zake van mishandeling bij verstek veroor
deeld werd tot 2 m. gev. straf en daar
van in verzet is gekomen, is op heden
diens vonnis bekrachtigd.
Allen in de kosten, de laastste boven
dien in die van het verstek.
Vrijgesproken: J. van W., 44 jagent
van Jpolitie, Middelburg, beklaagd van
mishandeling.
Het gerechtshof te's Gravenhage heef
met vernietiging van het vonnis der recht
bank te Middelburg, kapitein Bol van de
Maatschappij Zeeland vrijgesproken, die ver
volgd werd wegens smokkelarij, door den
stoker bedreven.
^11011©.
Utrechtsche Zendirigsvereeni-
ging (Vervolg.)
Nieuw-Guinea. Br. Van Hasselt van
Mansinam heeft goede tijdingen te melden.
Hij vierde een Pinksterfeest, als hij er op
Nieuw-Guinea nog geen vieren mochtdrie
gedoopten werden op belijdenis bevestigd,
vijf volwassenen gedoopt, twee paren door
't Christelijk huwelijk verbonden. Onder
het genoemde vijftal is het hoofd van de
kampong Saraundiboe, die voor zich den
naam Jesaia verkoos. Weleer was hij een
drinkebroer en twistzoeker sedert drie
jaar koos hij een beteren weg; met blijd
schap ontving hij 't Bondszegel. Eenviouw
die weende, wijl hij Christen werd, ver
maande hij, liever over zichzelf te schreien.
Onder de andere gedoopten was een vrouw
die korten tijd tevoren krank geweest was.
Toen bad zij „Goede God, maak mg beter
dat ik nog wat Zondagen maken kan en
gedoopt mag worden, en wilt Gij mij dan
tot U nemen, dan is 't goed." Ook de an
dere gedoopten geven goede hope. Ook is
er hope op nog meerdere vrucht.
Een reeds ouder Christen uit de Heidenen
Aquila sprak een gjed woord tot zijn
broederen, teneinde hen tot vertrouwen op
God en berusting in Zijn wil te vermanen
waar een pokkenepidemie scheen te ge
naken. 't Hoofd Jesaia vermaant allen, de
afgoderij te verlaten. Een en ander zijn
goede teekenen. Is waarlijk de morgen
stond in 't verre Oosten aanlichtende, en
gaat ook over Papoea de Zon des Levens
op God geve dat het waarheid zij
Br. Bink genoot, 26 April, toen hij zijn
25-jarigen arbeid herdenken mocht, van
de liefde en deelneming der Christenen in
Nederland, en dankt hartelijk allen, die
hem deze betoonden. Waarlijk deze broeder
heeft aan zulke vertroostingen behoefte
zijn terrein is hard als een rots.
Iets meer vrucht mag Br. Jens zien, al
is ook Doreh nog geen Mansinam. De
menschen gaan steeds meer vertrouwelijk
worden en de medische hulp des Zendelings
inroepen. Een moeilijk geval doet zich
op zijn post voor: een christen trouwde
voor 8 jaar met een der vrijgekochte
meisjes, die aan een huidziekte leed. Deze
beroofde haar sedert van 't gezicht, en nu
wil de familie van den man, dat hij haar
zal wegzenden en een ander trouwen. De
man heeft door een verzuim, naar het
begrip der Doréërs, zich hiertoe verplicht.
Sedert leefden man en vrouw in ongenoe
gen en de eerste ging mot een ander te
buiten. Wat Br. Jens in dezen doen
moet, weet hij niet. Er behoort ook
waarlijk wel Salomo's wijsheid toe, in
zulke gevallen raad te schaffen. Gelukkig
dat ook Jak. 1 5 een woord des Hee-
ren is. T
Wsderlandsche Zendingsveree-
niging.
Br. van Eendenburg bouwde t vorige
jaar een flinke bewaarschool, die bij de
kerstfeestviering nog te klein bleek, om
de belangstellenden te bevattenpl. m.
150 Christenen en 3 1 400 Mohammeda
nen. Onder de hoorders was ook een Fransch-
mau, die Roomsch is. Hij was door het
geen hij hoorde, met name door het zingen
der inlandsche christenen ten zeerste ge
troffen en verzocht Br. V. E. hem aan
een Bijbel te helpen. Zijn broeder is zen
deling der Jesuieten. 10 Febr. mocht de
zelfde Zendeling een jongen Chinees doo-
pen, wiens vader en broeders reeds Chris
tenen waren. Hij is een ontwikkeld man
en houdt school met een 30tal Chineesehe
jongens. Sedert traden nog anderen tot de
Gemeente toe. Op Goeden Vrijdag zat van
Eendenburg met 70 Christenen aan den
Disch des Nieuwen Verbonds aan, op
Pangharepanmet 34 op Paaschmorgen
te Soekaboemi.
Niet zulk een aangenamen werkkiing
heeft Br. De Haan. De Gemeenten, door
hem bediend, liggen wijd uiteen, en moe
ten grootendeels door helpers verzorgd
worden. Dezen zijn niet altijd even be
kwaam en ijverig. Zoo houden zij b.v.
school, omdat ze moeten, maar niet met lust.
Te Buitenzorg worden de samenkomsten
goed bezocht. Een weduwe aldaar liet in
den geloove haar handel op Zondag varen,
en ontving met haar dochter den doop,
nadat zij verscheidene bezwaarnissen voor
zich uit den weg geruimd had, die zij
eerst niet overwinnen kon. Een ander,
die den Chineeschen wijsgeer Kong-foe-tsé
leest, die voor zijn volk, a.'t w. de Mozes
is, bij wiens leer ze zweren, vergelijkt
aandachtig die leer met 't Christendom en
strijdt tegen 't opiumschuiven; waaraan hij
gehecht is.
Br. Pennings doopte zijn ^eerstelingen in
Banten: een vrouw, Nariah en haar zoontje
Lajar. Door een krankheid waarvoor zij
bij den zendeling baat zocht en vond,
kwam zij met 't Evangelie in aanraking.
Zij hoorde; zij zag haar zonden; zij leerde
uitzien naar verlossing. Zij vond die in
Christus. Dreigementen van haar wegge-
loopen man telde zij niet. 't Districtshoofd,
dat haar vroeg of zij Mohammed niet meer
noodig had om tot God te gaan, zeggende
„als zich iemand bij mij aanmeldt, gaat
hij toch eerst naar den oppasser, antwoord
de zij „ik sta tegenover God niet als
tegenover een districtshoofd, maar als een
kind tegenover zijn Vader." Verder ver
klaarde zij, als de Christenen „ongeloovi-
gen" waren ja, dan zou zij een „onge-
loovige" worden, want nu had zij vrede
in haar hart ontvangen. Wij mogen Br. P.
met deze eerste vrucht zegen wenschen.
Ook de Gemeente te Tjirebon breidde
zich uit: zes Chineezen ontvingen op Pink
steren den Doop. Onder hen is een moe
der en een zoon. De laatste was weleer
een losbol, maar hij kwam, door den invloed
van Meneb en haar kring, tot inkeer
en verliet den weg des verderfs. Door zijn
wandel won hij zijn moeder voor 't Evan
gelie, die 72 jaar oud, met hem het teeken
des Verbonds ontving. Dat het hem ernst
is, bewees hij door een bestraffing uit te
spreken tegen lieden, die naar een gooche
laar luisterden, juist nadat Br. van der
Brug over de Efeziërs gesproken had, die
hun° tooverboeken verbrandden. Ook van
de andere gedoopten mag de Zendeling met
grODd 't zelfde vertrouwen.
De Berichten uit de Soenda-landen zijn
ditmaal bijzonder moedgevend. Blijke'tbij
voortduring, dat de arbeid ook aldaar niet
ijdel is, en toone de Gemeente, dat zij
werkelijk van harte bidt om meerder ar
beiders, waar de velden wit worden, om
te oogsten, t
Goes. Voor de betrekking van huis
meester en huismeesteres, in het gasthuis
alhier op een salaris van f 400 met kost,
inwoning, bewassching en geneeskundige be
handeling, hebben zich 71 paren aangemeld.
Men schrijft ons uit Middelburg:
Het wordt al meer noodzakelijk om op
lootjesdag den herbergiers te verzoeken
tijdens het verblijf der lotelingen binnen
de gemeenten hunne herbergen te sluiten.
Wij zagen het gisteren weder in onze
stad toen twee lotelingen uit Vlissingen
een paar ruiten insloegen van de woning
van den vleeschhouwer Leijnse in de
Noordstraat, en daarna hard wegliepen.
Een hunner had een ernstige wonde aan
de hand bekomen. Drie agenten en een
ondercommissaris van politie zetten hen na
en hadden handen vol uerks om hen te
arresteeren, hetgeen echter gelukte.
Wissenkerke. Dein deze gemeente
door den schipper van het gezonken schip
aan den Vlietepolder, gehouden Collecte
bracht op f99.30. De daarop onmiddellijk
gevolgde, voor de polderwerkers die schade
beliepen bij de verbranding der keeten,
bedroeg f 24.88'. Aan dezen zal, in het
aanzienlijk tekort, door den aannemer H.
J. Romeijn, tegemoetkoming worden ver
strekt.
Vlissingen Heden morgen kwam al
hier binnen H. M. Oorlogsfregat Johan
Willem Friso om de kompassen te stellen
en daarna van hier te vertrekken naar
Indië. Tot het zelfde doel wordt ook al
hier de Van Speijk verwacht.
Men schrijft ons uit lerseke
De verzending van leverbare oesters is
nog niet druk. Was de visch tijdens het
warme Septemberweer niet puik, met de
koeler temperatuur en regenbuien in Octo
ber is die veel verbeterd.
Begon men het leveringssaisoen met een
prijs van f55, voor de le soort per dui
zend stuks, thans is die als gevolg der wei
nige vraag door onderlinge concurrentie
tot f 47 verlaagd.
In zaaigoed wordt weinig gehandeld.
Bij Kon. Besluit zijn benoemd: tot
dijkgraaf van den polder Stroodorpe, C. G.
Kolff tot lid van het bestuur der [water-
keering van den calami-teuzen Leendeit-
Abraharapolder, A. Markusse tot id. van
het calamiteuze waterschap Stavenisse M.
van Luyktot id. van het calamit. wa
terschap Walsoorden, P. A. Adriaansens
tot id. van de calamiteuze Marguratha-,
Kleine Huissens- en Eendragtpolders, W.
de Klerk sr.
Omtrent de branden die deze week
een schuur te Aagtekerke en een te
Domburg in de asch legden, meldt men
aan het dagblad De Nederlander:
Men deukt hier aan brandstichting.
Trouwens, zoodra de schuur van Louwerse
begon te branden, werd dadelijk aan brand
stichting gedacht. Iedereen weet daar, dat
er in de laatste jaren een troepje opge
schoten jongens is, dat zich 's winters gratis
vuurwerk verschaft. Men zou hen aan
kunnen wijzen, maar... ze zijn nog nooit
betrapt.
Deze Domburgsche „jeunesse dorée" is
eenige jaren geleden begonnen met de
„Hooge Schuur" die midden in de kom
der gemeente lag, achter het Badpaviljoen
en vlak bij de plaats waar nu de villa
van den heer Des Voeux zal worden ge
bouwd. Toen volgde een schuur op eenigen
afstand van dr. Mezger's villa aan den
straatweg en in den vorigen winter eene
hooischelf in de buurt der eerste villa's
en gebouwen bij den ingang van het dorp.
Bij dit alles is aan niets anders dan
aan de meest roekelooze baldadigheid te
denken, maar het is iets dat èn voor de
rechtstreeks betrokken personen èn voor
de gansche badplaats de ernstigste gevolgen
kan hebben. Wanneer de vreemdelingen,
die 's winters hun villa's onbeheerd moeten
achterlaten, niet meer zeker zijn dat zij
niet t' avond of morgen een bericht om
trent het afbranden ontvangen, da* zal
zulks natuurlijk zeer ten nadeele van de
badplaats komen.
Eu het Rott. Nieuwsblad meldt:
Toen de brand hard aan den gang was,
zagen eenige dames, die aan de landzijde
van het dorp stonden te kijken, in de verte,
ter hoogte van „Betjes Hofje", eene hof
stede, die een klein kwartier van het dorp
is gelegen, een lantaren heen en weer
dwalen, gevolgd door twee andere. Zij
meenden dat wellicht de brandspuit van
Aagtekerke aanrukte, maar weldra bleek,
dat het niet anders dan brandstichters waren,
want in weinige oogenblikken stond ook
daar de schuur in brand. Wat het ergste
was, hier kon men niet verhinderen dat
het huis ook afbrandde, want de brandweer
had haar handen vol aan de schuur van
Louwerse.
Bij Louwerse waren een paar vaarzen,
2 geiten, een IC-tal konijnen en wat kippen
omgekomen, maar de schuur was verzekerd.
Bij Betje Van Sluis echter was niets ver
zekerd en de arme vrouw, die het niet
breed heeft, verloor bovendien het beest
dat zij elk jaar mest om van de opbrengst
haar schulden af te betalen.
Te Rozendaal is de campagne
aan de drie beetwortelsuikerfabrieken in
vollen gang en alles gaat naar wensch.
Ruim 20 millioen Kg beetwortelen zijn
reeds aangevoerd, waardoor honderden ar
beiders ruimschoots werk vinden.
In de drie fabrieken worden tusschen
dag en nacht niet minder dan 900.000 Kg.
beetwortelen verwerkt.